honster Co met natuurijs 'Ontslag, het doet je wat, ik heb zelfs gehuild' ZATERDAG 17 DECEMBER 1977 EXTRA PAGINA 23 geleerd. Ik heb uiteraard lessen genomen en me moeten wapenen tegen kritiek. Er zaten onregel matigheden in m'n uitspraak en ook taalkundig was niet alles juist. Door Hans .Coolegem Als ik voor de buis was, dan te kende m'n vtouw thuis alles op. Zij is opgeleid voor steno-typiste en op grote vellen schreef zij dan m'n verhaal. Dan namen we later samen de fouten door. En zorgde ik dat het een volgende keer weer beter ging. Taaikronkels gaan er niet één, twee, drie uit. Dat zit helemaal verkankerd". Veel kritiek stortte zich over Fred de Bruyne uit, maar ook door veel sympathisanten bleef hij op de been. "Ik sprak voor de man, die van wielrennen houdt. Die op het scherm de wedstrijd volgde en voor wie het commentaar slechts een hulpmiddel was om de wed strijd nog beter te volgen. Maar er was ook een categorie, die spe ciaal voor het toestel ging zitten onder het mom van, we zullen eens gaan luisteren wat die oude coureur nu weer voor waanzin te vertellen heeft". Instructies "Ik becommentarieerde op mijn manier. En ik wilde de taal van het peloton blijven spreken. Ik liet me meeslepen in de duels en ik heb me er vaak op betrapt, dat ik bepaalde instructies gaf, die renners nooit konden horen. Dan was ik vergeten dat ik tv-com- mentator was. Maar de mensen vonden dat mooi. En sprak ik vanuit het wielermilieu van: "Er valt een gat", overigens in wieier- termen een normale uitdrukking, dan was dat taalkundig niet goed en barstte de storm weer los. GENT - Z'n opluchting valt nauwelijks te beschrijven. Opeens is Fred de Bruyne weer de goedlachse joviale Vlaming, die met onbezorgde pretoogjes de toekomst be ziet. Eigenlijk had hij nog één seizoen achter monitor en microfoon kunnen zitten, voordat na zijn lange staat van dienst de opzegtermijn bij de BRT was verstreken. Maar juist in z'n moeilijkste dagen, toen hij zich bijna had ver zoend met het besluit uit de wielersport te moeten stap pen, daagde er een nieuw licht in de hobby, die hij altijd als zijn leven had beschouwd. "Ik ben geen sociaal probleem", zegt Fred de Bruyne ineens. "Maar moeite heb ik er toch mee gehad. Wat wil je, dertig jaar tus sen de fietsen en in het rennersle ven. Om dan eruit te moeten stappen, dat is zwaar. Ach, m'n vrouw heeft twee gram mofoonplatenzaken en een le derwarenhandel. Zij sprak van: "Kom toch bij mij, dan gaan we de zaak nog verder uitbreiden." "Als zoiets bekend wordt, dat je moet verdwijnep, geeft het in eens wat drukte. Iedereen infor meert en spreekt je moed in. Maar dat ebt weg. Het wordt rustiger. Je blijft normaal doorwerken en denkt misschien verandert het nog wel. Maar het blijkt toch de finitief. Dan de bezinning. Ik heb vijftien jaar voor de televisie ge werkt. Is dat niet te lang geweest? En hoelang had ik het nog ge daan? Een kop van een mens ver slijt op televisie, het had natuur lijk al eerder kunnen gebeuren, dat men had gezegd: "We zijn het gezicht van jou beu, of we willen eens een andere stem horen". "Ik wist dat dit boven m'n hoofd hing. Aan het eind van het jaar ging ik altijd naar de BRT. Daar lag dan op de administratie m'n contract voor het nieuwe jaar klaar. Ik behoefde het slechts te tekenen. Je realiseert je dan, dat het weieens afgelopen kan zijn. En dat doet je wat. Op de redac tievergadering heb ik zelfs ge huild. We zitten met acht kerels bij elkaar. Het ontslag wordt aan gestipt. Spontaan wordt er een brief genomen en een gezamen lijk protest opgemaakt voor de directeur-generaal. Dat pakte me Geen verwijt De rustpauze wordt benut om een filtersigaret tussen de vingers te klemmen. Na de eerste rookwolk zegt Fred de Bruyne gehaast: "Ik kan de BRT geen verwijt maken. Het is hard als er opeens wordt gezegd: "De Bruyne e bent aan het einde". Het is natuurlijk niet mooi wat men doet, maar de sta tuten geven geen andere uitweg. Ik kan moeilijk de schuld in de schoenen schuiven van mensen, die de wet uitvoeren. Dat er nimmer is gedacht aan het resul taat, wie ermee wordt getroffen, dat is wél jammer. Vorig jaar zijn de statuten van de BRT gewijzigd. Was je jonger dan 35 jaar en in het bezit van de ver eiste diploma's, dan was er niets aan de hand. Dan kom je in het kader, een plaats voor je leven. Maar de overige mensen met een jaarcontract moeten op voor een examen. In totaal zo n tachtig ge vallen bij radio en tv en Fred de Bruyne was er één van". "Ik was te oud en had niet de ver eiste papieren. Of je in de loop der jaren bewezen had een goede kracht te zijn, dat deed niets ter zake. Haal je het examen, dan blijf je zitten. Zo niet, dan word je afgevloeid. Voor mij was er nauwelijks kans om aan dat examen deel te ne men. Het staat op universitair ni veau. In de maatschappij ben ik helemaal onderaan begonnen, maar met de wil om op m'n doel af te gaan. Dat was vroeger in de wielersport zo en later ook bij de televisie. Ik heb er nooit aan ge dacht om tv-journalist te worden. Toen er vijftien jaar geleden opeens een telefoontje van de BRT kwam, was ik zelf ook verrast. De tv was echter een middel om in de wielersport te blijven. Om mij uit te leven in hetgeen altijd m'n le ven is geweest. Toen men zei dat met wat bijschaven ik er wel zou komen, heb ik het gedaan. Zon der vooraf gestudeerd te heb ben". Taalgebruik De blik terug van de veldwachters- zoon uit Berlare, die op een be langrijk moment in zijn leven de kans op een goede maatschappe lijke positie met beide handen greep. Fred de Bruyne: "In het begin bij de televisie heb ik het ontzettend moeilijk gehad. Ik sprak geen al gemeen beschaafd Nederlands, maar de Vlaamse taal zoals ik het als kind in de buurt van Gent had Fred de Bruyne is niet meer te beluisteren als televisie-commentator van de BRT. Na ruim vijftien jaar alle grote wielerwedstrijden te hebben gevolgd moet de kleine Belg door de ingekapselde wetgeving bij het semi-staats- bedrijf verdwijnen. De Bruyne die ook in ons land veel populariteit geniet, heeft het met deze beslissing moeilijk gehad. "Voorbestemd om de elektriciteit in te gaan leerde Fred de Bruyne op jeugdige leeftijd de velo kennen. Zijn toekomstbeeld wijzigde zich meteen, omdat zijn prestaties in het pe loton niet slecht waren en in de wielersport een beter belegde boterham te verdienen was. Met veel wilskracht werkte Fred de Bruyne zich naar de top, ondanks de overheersing van Rik van Steenbergen en naderhand Rik van Looy. Won een groot aantal klassiekers, waaronder Milaan-San Remo, Ronde van Vlaarderen, Luik-Bastenaken- Luik en Pa- rijs-Roubaix en moest gedwongen afscheid nemen toen hij door een auto-ongeluk z'n linker knieschijf vermorzelde. Dat was eind 1960. Al snel hing de BRT aan de lijn, omdat De Bruyne door z'n aardige babbel bij inter views en z'n kennis van de wielersport de juiste man zou kunnen zijn als opvolger van commentator Robert Becu. De man uit Be rlare, dicht bij Gent, die zijn afkomst nimmer verloochende, ging na zijn proefperiode als reporter op jaarcontractbasis bij de BRT werken. Een arbeidsvorm, waar de inmid dels 47-jarige De Bruyne ruim vijftien jaar later zelf de dupe van werd. Nochtans doemde in de wielersport een nieuw arbeidsterrein voor Fred de Bruyne op, toen het crème de la crème van de Belgische profwielrenners naar zijn gunsten dong als sportdirekteur, waarmee in Nederland ploegleider wordt bedoeld. Binnen een paar weken besliste Fred de Bruyne zijn directe toekomst ten gunste van Freddy Maertens cn z'n helpers Michel Pollentier en Mare De- meyer als ploegbaas van de imposante Flandria-stal. Fred de Bruyne begint plotseling aan z'n derde (wielersport)fase in z'n leven. Tot verdriet van duizenden tv-kijkers, die immer smul den van zijn kijk op de wielersport en zijn vaak juiste voorspelling van gebeurtenissen bij zinderende wielergevechten. Zij zullen de kenner bij uitstek missen. De mutatie zal echter niet door een ander deel van het kijkersvolk worden betreurd, dat De Bruyne's sappige Vlaams verpakt in een dis cutabel taalgebruik verafschuwde. Fred de Bruyne: "Ik ben er altijd van uitgegaan dat ik als volksjongen het commentaar sprak voor het volk. Ik heb me nooit op een hoger niveau willen stellen". Ik heb altijd geprobeerd om de volksjongen te blijven. M'n uit gangspunt was, dat ik me nooit op een hoger niveau wilde stel len. Var mijn reportages heb ik nooit een academische zitting willen maken". "Commentaar gaf ik als wielrenner. Vroeger, toen ik zelf op de fiets zat heb ik geleerd nooit in het heetst van de strijd je tegenstan der in het gezicht te kijken. Ik heb er altijd een studie van gemaakt, hoe tegenstanders zich gedragen. Hoe hun voeten op de pedalen staan, waar hun handen zich op het stuur bevinden. Want als je slecht rijdt kun je dat niet verber gen. Die visie hanteerde ik graag. Ik doorzag de listen, die werden aangewend om in moeilijke om standigheden toch een tegen stander te verrassen. Omdat ik dat zelf had meegemaakt en wist hoe de betreffende wielrenner zich op dat moment voelt. Veel mensen hebben dat gewaar deerd". Compliment Waarna Fred de Bruyne zich plots klaps een telefoontje herinnert, dat hij onlangs op de BRT-redac- tie kreeg. "Het mooiste com pliment voor mij kwam uit Ne derland. De stem aan de andere kant van de lijn: "Meneer De Bruyne is het waar, dat U de tele visie gaat verlaten?" "Ja, dat klopt". De stem: "Wat jammer, want wij vonden U de beste". "Mag ik U bedanken voor Uw sympathie". Waarna de stem vervolgt met: "Met vier mensen waren wij speciale tv-kijkers, omdat we blind zijn. Met uw analyse en commentaar hadden wij het beeld niet nodig, wij konden ons zelf een beeld vormen van hetgeen er gebeurde. We betreuren het zeer, dat U er mee ophoudt". Dat maakte in druk op mij. Het gaf me fierheid en de bevestiging van hetgeen ik altijd wilde bereiken Fff mee ik wil beginnen. Je moet ook denken aan de tijd die na de sport komt. Maar de uitdaging die sport vormt, heb ik nog met van mij kunnen afzetten. Sport en maatschappij zijn eigenlijk hetzelfde. Als je in de sport slaagt doordat je bereid bent hard te werken, kun je, met die mentaliteit,ook in het gewone leven nauwelijks mislukken"'. Het werk, dat Giling tijdens de voorbereiding op het schaats seizoen verricht, is niet kinder achtig. Vrijwel onmiddellijk na dat de kunstijsbanen sluiten, gaat hij op de fiets voor zowel training als amateurkoersen. In juni begint hij met de tandtrai- ning, waarvan een belangrijk deel plaats vindt in de dicht bij huis gelegen duinen en als de Al- kmaarse ijsbaan opengaat is hij dagelijks te vinden op het kun stijs. Eenzaam Wekelijks gaat daar tenminste vijf tien uur verdeeld over alle dagen van de week inzitten en in de laatste periode voor de mara thonwedstrijden beginnen doet Giling er wekelijks nog zo'n uur of zes bij. Het zijn vaak eenzame urenwant zwager Jos Pronk laat zich met altijd meeslepen door de tramingsdrifï van Co Giling. Hij is ervan overtuigd dat de con currentie zich net zo intensief voorbereidt. Het loont immers. Mede door het werk van enkelen Willem Benschop, Co Verrey) zijn er wedstrijden over de hele winterperiode, tien in dit jaar en zeker nog acht m de eerste maan den van 1978. En de prijzen en premies zijn redelijk. Het marathonrijden, dat dit seizoen voor het eerst de grens over ging, (in Grefrath in West- Duitsland werd Giling winnaar heeft sinds jaren geen concurren tie gehad voor wedstrijden op na tuurijs. Er bestaat echter vrees voor een aanval uit de koude hoek, want niemand weet hoe groot de belangstelling blijft voor de ijspistes, als het natuurijs roept Giling is er van overtuigd dat de interesse van de rijders zal blijven voor de strijd, die dit keer voor het eerst een officieel KNSB-klassement over het hele seizoen kent. met als inzet de mcu- rathon cup. "Wanneer wij al een echte winter zouden krijgen dan moet er wel een wonder gebeuren wil je langer dan een maand wedstrijden buiten hebben. Ik geloof dat het geen probleem zal worden. Het marathonschaatsen heeft in de laatste jaren zijn plaats veroverd. In Nederland tenminste.In het buitenland met Wanneer de groep naar Noorwe gen of Finland gaat voor een monsterwedstrijd zie je daar voornamelijk Noren en Finnen die met de vinger naar het voor hoofd wijzen. Zij vinden het bela chelijk. Maar het is nog met zo lang geleden dat het marathon- rijden hier ook met werd aan vaard". WARMENHUIZEN - Co Giling, toch al 27, is één van de "angry young men" uit de groep van ma rathonschaatsers die alweer een maand aan het wedstrijdseizoen bezig is. Een apart en feitelijk ook klein wereldje van kilometerv reters, dat zich de laatste jaren meer en meer op de nationale kunstijsbanen heeft gestort. Het natuurijs, de oorspronkelijke voedingsbodem voor dit typische Nederlandse vermaak, culmine rend in de unieke Elfstedentocht, leeft bij velen nog slechts in her innering. Giling bijvoorbeeld, in het vorige seizoen met acht over winningen in 23 wedstrijden de succesvolste rijder in de mara- thongroep, heeft nog nooit zijn krachten op echt ijs met de con currenten kunnen meten. De laatste winter die de gelegenheid bood in ruime mate "buiten" te schaatsen, was die van 1962- 1963. Giling was toen twaalf. Natuurijs vormde het begin van het marathonschaatsendat door de KNSB nog niet als de lieveling van de familie wordt beschouwd, wanneer er al niet gezegd zou kunnen worden dat de behande ling die van het stiefkind dicht benadert. De groep van een kleine honderd A-rijders in deze spe ciale categorie valt duidelijk uit een in twee delen en het is met alleen de generatiekloof die de scheiding tussen de groepen ver oorzaakt. Er is ook het onderscheid tussen de ouderen, die het zware werk nog op vaarten en sloten hebben ge leerd en de jonge garde, gepolijst op de 400 meterbanen.Die nieuwe lichting heeft de heerschappij van de ouderen met als onmiskenbare aanvoerder de bijna vijftigjarige Heerenveense onderwijzer Jeen van den Berg, ondergraven, om dat niet langer alleen de grote kracht en het geweldige uit houdingsvermogen tellen, maar de techniek geleidelijk een steeds grotere rol is gaan spelen. Dwangarbeid Voor de kunst-ijsperiode opstak, richtten de mannen van het lange werk zich in hun voorbereiding op evenementen die misschien zouden komen. Zij deden in hun trainingsperiode dwan- garbeiderswerk, slechts in de hoop dat de kans zich zou voor doen veel en koude kilometers te rijden. Wedstrijden die een band smeedden tussen de deelnemers, waarin niet zelden zo geleden werd dat de "overlevenden" hand in hand over de eindstreep gingen om hun lotsverbondenheid te on derstrepen en de winst te delen. Kerels die wisten dat er stukken op de schaats door de sneeuw moest worden geploeterd, scheu ren overal verborgen konden lig gen in het ijs en pijnlijke val partijen zich ieder moment kon den voordoen. Die categorie van ouderen moet de strijd aanbinden met de nieuwe generatie, die met de kracht en de hardheid als beginpunt heeft, maar de techniek van de gewone lange-baanrijder. Honderd ron den, ruim een uur op de schaats, betekent immers tweehonderd zeker voor Co Giling die in de laatste twee seizoenen een nieuw terrein heeft gevonden om zijn sportieve ambities op uit te leven na een carrière op de langebaan ("Ik verloor te veel op de sprint") en het wielrennen ("Door mijn werk kon ik niet voldoende trai nen") die hem net niet aan de top brachten. ,JAarathonrijden geeft mij een ge weldige voldoening"stelde Gi ling. "Je krijgt wat terug voor al het werk dat je er in stopt. De on gelukskans is ook niet zo groot. Wanneer ik een lange-baanwed- strijd in Groningen zou moeten rijden, hen ik een hele dag onder weg voor een minuut of tien schaatsen en wanneer je een keer valt, ben je gezien. Bij honderd ronden sta je meer dan een uur op het ijs, je kunt zelfs een keer on deruit gaan en toch nog winnen omdat je de mogelijkheid hebt te rug te knokken". Kastelein Giling behoeft geen geld mee te brengen naar zijn sport. "Dank zij mijn sponsor (een aan nemer m Warmenhuizen) en door de prijzen kom ik behoorlijk uit de kosten. Zou dat niet zo zijn, als ik dus geen prijs meer rijd, dan wordt de voldoening ook meteen minder en dan zou ik er ver moedelijk mee ophouden. Ik rijd voor mijn genoegen en soms heb ik ook wel de neiging gehad de hele boel er bij neer te gooien om meer tijd te hebben voor mijn gezin mijn cafe en de sportzaak waar Giling is het vorige seizoen het best uit die st rijd gekomen en daa rom kreeg hij vorige maand bij de opening van het nieuwe mara thonjaar op de Jaap Edenbaan in Amsterdam de Abe de Vries-tro- fee aangeboden. Op de oudste kunstijsbaan van Nederland, waar de marathonrijders - ook wel de "hoe-ouder-hoe-gekker- groep" genoemd - elkaar al in 1971 troffen, werd met die prijs uitreiking de band tussen verle den en heden gelegd. Abe de Vries, ster uit de elfsteden tocht van 1933, Co Giling de laatste winnaar van de wedstrijd om de Jaap Edenbeker, die voor hem drie keer naar Henk Porten gen ging en eenmaal naar Johan Wardenier en Martin Hoekstra. Ambitie Voor allen uit de groep is het grote werk op het ijs een ernstige zaak. keer een bocht door met een pak van vijftig tot tachtig rijders met ook het risico van valpartijen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 23