Aangenaam luisteren Subtiel vakwerk Nelly de Hilster en haar études VERFRISSEND PRODUKT GITARIST OVERGAAUW Cate Bros. kunnen niet erg bekoren Nieuwe Akkerman kleurloze plaat NET UIT MAGGIE MACNEAL: VAN LOL BROEKEN ZANG NAAR KRACHTIG STEM GELUID TOWNSHEND EN LANE: MAANDAG 24 OKTOBER 1977 Nelly de Hilster: "Etudes voor gitaar van Aguado en Car- vassi" (Electra Classics) Baltazar Benitez: "Zuidame- rikaanse gitaarmuziek" (Elec tra Classics) Als - heel bescheiden - pianist ben ik altijd jaloers geweest op mensen die vaardig met de gi taar konden omgaan. De gitaar biedt als getokkeld snaarin strument alle rijkdom en ruimte die de "gestreken" nichten als viool en cello ook bezitten. Daarnaast kan men de gitaar heel alleen en zonder begelei ding beluisteren, zonder dat na vijf minuten de tenen krom gaan staan. En dat heb ik wél bij vijf minuten soloviool, zelfs als de heren Bach of Bartok het hebben uitgedacht. De gitaar is een "self sup porting" instrument. Hij kan het in zijn eentje af en dat brengt hem in de buurt van an dere alleen-gangers onder de instrumenten: de piano, het or gel of - zo men wil - de trek- harmonica, ofschoon ik blij ben dat ik niet de wereldkampioen 1977 naast me heb wonen. Maar waarom ben ik als pianist dan zo jaloers? Dat komt, omdat ik vind dat de piano een voor gebakken instrument is. Tus sen jou en het instrument staan de mechanische overbrenging en de pianostemmer. Alleen de heel groten op hun in strument, een Brendel, een Pollini, een Lupu, een Fran- cesch, doen die voorgebakken- heid vergeten. Zij lijken elke vorm van intermediair door derden te hebben overwonnen. "Zij zijn zelf het instrument ge worden. Hoe anders is het met de gitaar gesteld. De blanke kast met de zes gespannen snaren, het apyando in de duim, het tirando in de vingers, al is het maar voorlopig in principe. Helemaal alleen het werk moeten doen, zonder stemmer of pedaal werk. Maar aan de basis van perfectie ligt ook voor de gitarist de stugge, soms bijkans ontoe gankelijke techniek. Tot de strenge opvoeders van de gita risten horen de 19de eeuwse Spanjaard Dionisio Aguado en zijn tijdgenoot Matteo Carcassi. Hun etudes zijn juweeltjes van techniek en muzikaliteit. De Nederlandse gitariste Nelly de Hilster heeft een aantal van die etudes op de plaat gezet. Prachtig studiemateriaal, maar zeker zo aangenaam om ernaar te luisteren. Een andere interessante gi taarplaat is verzorgd door de Urugueze musicus Baltazar Benitez die sinds vijfjaar werk zaam is aan het Tilburgse con servatorium. Hij speelt muziek van Zuidamerikaanse com ponisten voor de gitaar. Ponce is daarvan de bekendste, Bar rios is de meest veelzijdige. Carlevaro tenslotte schrijft de muziek, die mensen moet heb ben geïnspireerd, de gitaar te gaan studeren: stemmingsrijk, melodisch, warm. H.M. Eén ding pleit in alle geval in het voordeel van Maggie McNeal. Ze is niet bang om met een nieuw genre te proberen. En daarmee onderscheidt ze zich van zangeressen, die zich in. één bepaalde stijl ingraven en daar nooit meer los van komen. Bv.L.' Wim Overgaauw: aanvaardbaar in de sector van de "easy listening music". Wie jazzgitarist Wim Overgaauw door de jaren heen een beetje heeft gevolgd, moet erkennen dat hij in het potentieel dat we in Nederland aan jazzmusici hebben, een weinig opvallende rol vervult. Zijn spel is technisch vrij goed, alleen ontbreekt het hem aan fantasie en, daaruit voortvloeiend, aan eigen inbreng. Wat hij tot nu toe te berde bracht, betrof niet veel anders dan imitaties van een Herb Ellis, Barney Kessel en in latere instantie Wes Montgomery. Tegen die achtergrond is de nieuwste plaat van Overgaauw, getiteld "Blue Guitar", tamelijk verfrissend. Het is nauwelijks jazz (maar waar ligt de grens?), maar in de sector van de zg. "easy listening music" is de plaat een alleszins aanvaardbaar produkt. Er staan voornamelijk langzame composities op, in de titels waarvan telkens de kleur "blue" opduikt (vandaar "Blue Guitar"). De klank van Overgaauws gitaar is wisselend: soms het aloude, donker getinte jazzgeluid, en dan weer kille, enigszins vibrerende klanken in composities die zijn samengesteld uit langgerekte tonen. Over gaauw wordt overigens zeer verdienstelijk bijgestaan door Jan Huydts (piano), Koos Serierse (bas), Evert Overweg (drums) en (in één nummer) Cees Schrama (orgel). W.W. Medewerkers: Bart Jungman Bram van Leeuwen Tom Maas Han Mulder Wim Wirtz Cate Bros Band: "Cate Bros. Band" (Asylum) Al enkele jaren opereren in be trekkelijke anonimiteit de twee broertjes Earl en Ernie Cate. Nooit grote successen geboekt, maar inmiddels al wel drie langspelers op hun conto. De laatste verscheen deze maand en heet simpelweg "Cate Bros. Band". De tweeling zal ook met dit kunstwerk, zo kun je zonder veel risico voorspellen, niet het schip met geld zien binnenva ren. Tamelijk vlakke muziek, gekoppeld aan veelal nietszeg gende teksten. En dat terwijl de plaat nog wel zo veelbelovend opent met de stamper "Ren- dez vous". Stuwende pianoge luiden van Ernie inspireren gi taarspelende Earl tot aardig spel. Daarna moeten we echter weer tot de allerlaatste song van kant één wachten eer de groep weer interessant wordt. "Let it slide" is dan nog niet een echt imponerende ballad maar ver geleken met de geijkte num mers daarvoor is het best leuk. Ook de tweede zijde kan op het laatste nummer "Give me a reason" na, niet erg bekoren. In genoemd nummer tonen de Cate broerfjes bovendien dat ze toch best wel aardige teksten kunnen schrijven. Al verraadt de regel "Give me a reason and I'll be strong, knowing there's a place for me" een gebrek aan zelfkennis. Die plaats ligt in elk geval niet op het terrein van de muziek want het overheersende gevoel na het beluisteren van hun laatste lp is toch dat je het al eerder en vooral beter hoorde. B.J. 1. Ringo Starr: "Ringo the 4th" 2. Van der Graaf Generator: "The Quiet One" 3. Camel: "Rain Dances" 4. Karla Bonnof: idem 5. Stranglers: "No more her oes" 6. Steve Hillage: "Motivation Radio" 7. Solution: "Fully Inter locking" 8. Chicago: "Chicago XI" 9. Johnny Winter/Muddy Wa ters: "Nothin but the blues" 10. Harry Muskee Band: "Love Vendetta" 11. Sailor: "Checkpoint" 12. Dwight Tilly Band: "Twilly don't mind" 13. Jean Luc Ponty: "Enig matic Ocean" Pete Townshend en Ronnie Lane: "Rough Mix" (Polydor) Anders dan de titel suggereert bevat "Rough Mix" een hoeveelheid subtiele en ver zorgde muziek van hoge kwali teit. Het is wel een men gelmoesje van muzikanten die voor deze kwaliteit zorgdragen: Charlie Watts, Eric Clapton, Gallagher en Lyle, John Ent- wistle vormen samen met Townshend en Lane toch wel het puikje van de Engelse pop. Vaklui die al jaren meedraaien. Als één ding duidelijk uit hun gezamenlijk produkt naar vo ren komt is het wel dat de wilde jaren van veel bravoure en show grotendeels voorbij zijn. Ont daan van alle dikdoenerij blijken deze muzikanten van klasse dan in staat om zeer be zonnen muziek te maken. Vergeleken met de vroege mu ziek van bijvoorbeeld de Sto nes, de Who, de Cream en de Small Faces valt op dat hier de agressiviteit (die onvermij delijk was in vroeger jaren) plaats heeft gemaakt voor een uitnodigende rust. De elf nummers tonen een scala aan gevoelens, maar in volko men beheersing met alle aan dacht voor de muzikale afwer king. De ontspannen aanpak nodigt uit tot meemusiceren, meeneuriën of zingen: kortom, aangenaam voor lange wintera vonden. T.M. Jan Akkerman: "Jan Ak kerman" (Atlantic) In het zondagochtendprog ramma van Willem Duys werd gitarist Jan Akkerman onlangs in de bekende Duysiaanse su perlatieven lof toegezwaaid vanwege diens grote faam in de wereld. Er zijn al eens eerder suggesties in die richting ge daan: Jan Akkerman, de beste gitarist ter wereld, "s werelds meest begaafde musicus en ga zo maar door. Afgezien van de onzinnige gedachte om musici op een soort prestatielijst te zet ten (wat zijn immers de crite ria?) is het je reinste pretentie om de muzikale kwaliteiten van Akkerman samen te vatten zoals ze worden samengevat. Zijn nieuwste LP, getiteld "Jan Akkerman", doet namelijk an derzins vermoeden. De plaat, die zeven composities van de grote meester zelf bevat, is louter opgebouwd uit reeds bekende elementen, vervat in de muziek van de vroegere, groep "Focus" en Santana. Weliswaar manifesteert Ak kerman zich hier en daar als een redelijk bekwaam gitarist, maar om daar meteen al de conclusie aan te verbinden dat we hier te maken hebben met een muzi kale godheid, is overdreven. De nieuwe Akkerman-LP is een weinig originele. tamelijk kleurloze plaat, die niet veel meer laat horen dan eindeloze herhalingen. Maggie MacNeal: "Fools toge ther" (WBN) "Weer een nieuwe Maggie McNeal" moet de conclusie zijn na het beluisteren van de nieuwe elpee Fools together. Want de stijl van Maggie heeft voor de zoveelste keer een ge daanteverwisseling ondergaan. Eerst was het de lolbroeken- zang samen met Big Mouth die onder meer het grote succes "How do you do" opleverde. Daarna was het de solo-carrière in het meer melodieuze genre. Daaruit resulteerde ónder meer het succesnummer "When you're gone", waarmee Maggie vooral in Zuid-Amerika furore maakte. In juli maakte ze een tournee door Brazilië, stond vijf weken nummer één op de hit parade. Voor de liefhebber kunnen we meedelen dat van de toernee op 24 november a.s. een televisiereportage wordt uitge zonden. Maar nu de nieuwe stijl van Maggie. Meer nog dan vroeger geënt op een sterke ritme en een krachtig stem geluid. Bijvoorbeeld in num mers als Lover, Love's gonna change, Six 'o Clock en My lo vely friend. Maggie heeft op dit terrein ongetwijfeld talent maar persoonlijk zie ik haar toch liever in de rol van de zangeres van het meer melodieuze lied. Bijvoorbeeld in één van de weinig rustige nummers op de nieuwe elpee "You and I" waarvan ik niet aarzel het te be titelen als het beste nummer. Aparte vermelding verdient verder nog het fraaie slot nummer "Empty space", waarop ook de leadgitaar van Jan Akkerman een duidelijke rol vervult. En dan is er natuur lijk het titelnummer "Fools to gether" dat zich inmiddels op de nationale hitparade genes teld heeft. Een nummer van Ruud de Bois en Peter Bewley die tevens tekende voor de pro- duktie van de nieuwe schijf van Maggie. Al met al roept de elpee wat gemengde gevoelens bij mij op. Ontegenzeglijk staan er nummers op die het predikaat "kwaliteit" verdienen, maar daartegenover staan ook num mers die met een mager zesje beslist niet karig beloond zijn. Maggie MacNeal: kwaliteit naast "magere zesjes"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 9