Het verraad van het planbureau
Een weduwnaar mag geen moeder spelen
Gevallen uit
de praktijk
DONDERDAG 22 SEPTEMBER 1977
PAGINA 19
Een weduwnaar met zorg voor kin
deren mag volgens de sociale voor
zieningen zijn beroepsbezigheden
met staken en de 'moeder-rol' over
nemen. Wie dat doet heeft volgens de
wet ongenoegzaam besef van ver
antwoordelijkheid voor de voorzie
ningen in het bestaan." De sociale
uitkering wordt aan een weduw
naar die zo handelt geblokkeerd.
Tweede probleem voor weduw
naars met kinderen: de gezins-
verzorgingsinstellingen kunnen
als gevolg van het subsidiebeleid
van het ministerie van CRM, in we
duwnaarsgezinnen geen "hulp
naar behoefte" bieden. Ze verlenen
slechts hulp "zolang de voorraad
aan gezinshulpen strekt."
Zeventig procent van de weduw
naars heeft als gevolg daarvan
géén gezinshulp van een instelling.
Hoe moet het dan? Vrijwel geen en
kel 'normaal' mens verdient zoveel
dat hij uit zijn inkomen het mini
mumloon voor een huis
houdhulp loppas kan betalen. Er is
al jaren tevergeeft gepleit voor een
uitkering via de algemene wedu
wen- en wezenwet aan weduw
naars met jonge kinderen.
De Crisisgroep Weduwnaars heeft
een alternatief plan, dat géén ho
gere premie vereist. Voorzitter Cees
Streef licht dat plan toe - het is ook
ter kennis gebracht van de
Tweede-Kamerleden in verband
met wijziging van de bijstandswet.
Per jaar worden 150 moeders in
het verkeer gedood en gezien
de toenemende verkeerson
veiligheid zal dat aantal nog
wel verder stijgen ook. Als ge
volg daarvan wonen nu in ons
land duizend zogeheten "ver
keersweduwnaars", die naast
hun baan ook voor hun kinde
ren moeten zorgen.
Hoe? Want een kleine zelf
standige moet de kost verdie
nen, en is de weduwnaar een
werknemer, dan verwacht een
werkgever dat zijn personeels
lid aanwezig is - kinderen thuis
of niet.
Hagenaar Cees Streef (58), van beroep
risk-manager (deskundige op het ge
bied van risicobeheersing in be
drijven), is sedert de dood van zijn
echtgenote nu zelf 16 jaar weduwnaar,
en komt op voor de rechten van deze
groep. Daarbij heeft hij vooral de ver-
keersweduwnaars op het oog.
Streef is voorzitter van de "Crisisgroep
Weduwnaars" en heeft in een hecht
doortimmerde brief de aandacht van
de leden van de Tweede Kamer op dit
nijpende en trieste vraagstuk geves
tigd. Een vraagstuk met een actuele
achtergrond, want binnenkort wordt
de Algemene Bijstandswet gewijzigd.
"In verband met de daaruit voortvloei
ende vervolghandelingen van de rege
ring, willen wij U graag wijzen op de
problemen van de vèrkeersweduw-
naars met zorg voor kinderen, in sa
menhang met de huishoudelijke ar
Wie mocht denken dat een weduwnaar
tóch gewoon verder kan leven van de
verzekeringsgelden die hij ontvangt
als een "schuldige" automobilist zijn
vrouw doodrijdt, vergist zich.
Hoge raad
Cees Streef: "De Hoge Raad der Neder
landen heeft weliswaar vastgesteld dat
ook huishoudelijke arbeid van de
echtgenote een bijdrage is tot het le
vensonderhoud van het gezin. Maar de
Hoge Raad heeft nog niet de omstan
digheden vastgesteld, die net absolute
maximum beïnvloeden van het be
drag, dat de weduwnaar voor de ver
zorging van zijn kinderen kan vorde
ren van de automobilist, die de aanrij
ding veroorzaakte, of van diens verze
keringsmaatschappij. Zodoende is een
schaderegeling een zeer langdurige ge
schiedenis.
In het verleden was de juridische con
structie zo. dat de verkeersweduw-
naars vanuit de Algemene Bijstands
wet betaling van gezinshulp konden
krijgen - als voorschot op de verzeke
ringsuitkering. Door het gewijzigd bij-
standsbeleid verstrekken de gemeen
telijke sociale diensten nu géén ver
goeding meer voor gezinshulp. De so
ciale diensten verwijzen weduwnaars
naar de instellingen voor gezins
verzorging. Door deze verandering
nemen de gezinsverzorgingsinstellin
gen bij verkeersweduwnaars de
schadevergoeding over, die eigenlijk
de verzekeringsmaatschappijen zelf
moeten betalen.
Door
Theo de Jong
beid na het overlijden van de echt
genote/moeder", aldus de brief van de
crisisgroep aan de volksvertegen
woordiging.
Als moeder overlijdt, en vader alleen komt te staan - hoe
moet het dan verder met de kinderen? Drie praktijkge
vallen:
Koos was huisschilder zonder liggende gelden, en werd plotseling weduw
naar met drie kinderen. Voor een schilder in de bouw begint de dag
vroeg,en je hebt er op tijd te zijn. Wc,t hem met kinderen thuis niet lukte.
Een week voor de Kerst kreeg Koos zijn ontslag
Bij Martin gebeurde het op 3 augustus. De achtste was de crematie van zijn
vrouw, en op de vijftiende moest hij aan het werk. Dus daar zat Martin
met z'n twee kinderen. Voor de laatsten kwam iedere keer een andere
gezinsverzorgster met andere ideeën en gewoonten. Op het laatst kón hij
niet meer. En daarom nam hij zijn besluit: Martin verwisselde zijn
beroepsrol voor huishoudrol en ging zelf het huishouden doen "omdat
mijn kinderen mijn eerste en enige zorg zijn", zei hij.
Dat de maatschappij niet op verdriet is ingesteldondervond Martin toen
hij bijstand aanvroegDe gemeentelijke sociale dienst wilde wel bijstand
geven, maar op voorwaarde "dat Martin weer een baas zou zoeken
Drie maanden na het overlijden van zijn vrouw werd de gezinsverzorgster
opgenomen in een ziekeninrichting,en moest Willem van de ene dag op de
andere thuis blijven om voor zijn zoontje van driejaar te zorgen, en om
het huishouden te doen. Doordat Willem niet méér in zijn bedrijfje kwam
(hij was een kleine zelfstandige) kwamen er geen nieuwe opdrachten en
dus ook geen inkomsten meer binnen
De gezinsverzorgingsinstellingen kun
nen hiervoor echter geen terugvorde
ring uitoefenen op de verzekerings
maatschappijen, omdat bij „doodslag"
alleen de directe nabestaanden van de
gene die is omgekomen, rechthebben
den zijn op vergoeding van financiële
schade. Het is dus niet zo dat iemand,
die door een verkeersmisdraging van
een ander grote schade heeft geleden,
op praktische wijze zijn recht kan
krijgen".
Twee problemen
Zo zitten de weduwnaars eigenlijk met
twee problemen: materiële vraagstuk
ken, waarbij het om geld gaat (de beta
ling van huishoudelijke hulp etc.) en
immateriële, waarbij het gaat om be
grip, aandacht, meeleven, hulp bij de
opvoeding van kinderen. In déze ge
vallen kan de gezinsverzorging vaak
geen hulp geven, omdat die gezinshulp
van 's ochtends half negen tot 's mid
dags half vijf werkt.
Weduwnaar Cees Streef: "Met dergelijke
werktijden kun je natuurlijk nooit een
moederloos gezin verder helpen; daar
hebben ze juist gezinshulp op andere
uren van de dag veel méér nodig: bij
voorbeeld 's ochtends voor het naar
'school gaan, en 's avonds uit school, bij
het eten en het naar bed brengen. Dat
kan een gewone gezinsverzorgster dus
niet doen - haar werktijden zijn er niet
op ingesteld-
Daarom willen de weduwnaars, dat be
taling van gezinshulp vanuit de alge
mene bijstandswet mogelijk blijft. De
weduwnaar kan dan, buiten de gezins
verzorging om, een gezinshulp aan
trekken: dus een vrouw die zich niet
behoeft te houden aan de werktijden
die gelden bij de gezinsverzorgingsin
stellingen.
Bovendien is het zo - vanwege de be
perkte financiële middelen kunnen de
gezinsverzorgingsinstellingen niet
meer dan 30 procent van de verkeers-
weduwnaarsgezinnen helpen - 70 pro
cent blijft dus zonder hulp zitten, en
mist de kans om naar financiële
draagkracht in huis een gezinshulp te
hebben.
Want het subsidiebeleid van het minis
terie van CRM komt erop neer, dat de
gezinsverzorgingsorganisatie geen
hulp naar behoefte kan bieden, maar
slechts hulp verleent, zolang de voor
raad aan gezinshulp strekt...
Daarom heeft de Crisisgroep Weduw
naars berekend voor welk bedrag de
gezinsverzorgingsorganisatie door het
"nieuwe" CRM-systeem bij hulp aan
verkeersweduwnaars schadebetaling
overneemt van verzekeringsmaat
schappijen. De crisisgroep komt dan
voor 1977 op een bedrag van 7V2 mil
joen. Hier is dus sprake van een on
eigenlijk gebruik van subsidiegeld, en
de crisisgroep vindt, dat dit subsi
diebedrag moet toevallen aan de we
duwnaars, die nog geen gezinshulp
hebben, en daar wel voor in aanmer
king komen", aldus voorzitter Cees
Streef.
Weduwen- en wezenwet
Je zou je ook kunnen voorstellen dat de
weduwnaars met zorg voor kinderen
(niet alleen de "verkeers"weduwnaars,
maar ook alle anderen) opgenomen
zouden worden in de Algemene We
duwen- en Wezenwet, en dus een
AWW-uitkering krijgen.
Cees Streef: "De Nederlandse Gezins
raad hesft al ruim vier jaar geleden de
regering hiertoe geadviseerd, maar er
is nog steeds niets van gekomen. Een
dergelijke regeling zou overigens wél
een premieverhoging-A WW met zich
meebrengen van 0.1 tot 0.16 procent".
Gelooft U dat een dergelijk plan haalbaar
is - de regering moet vanwege de
slechte economie bezuinigen, dus ook
op sociale voorzieningen.
"De Crisisgroep Weduwnaars heeft een
alternatief plan opgesteld, volgens
welk weduwnaars met kinderen zón
der premieverhoging AWW kunnen
ontvangen", aldus de heer Streef.
Hoe? Op dit moment komen er per
jaar ruim tweeduizend mensen om in
het verkeer - onder hen zijn veel echt
genoten. De weduwen, die zij achterla
ten, krijgen dus wél een AWW-uitke
ring.
Als je nou eens die AWW-uitkering via de
verzekeringspremies voor de helft zou
doorberekenen aan de veroorzaker -
het gezamenlijk wegverkeer ofwel de
automobilisten - dan scheelt dat de
schatkist vele miljoenen per jaar. Want
vreemd genoeg kent de AWW geen
doorberekeningsclausule. Zodoende
komt de AWW-uitkering in mindering
op de bruto-schade van de weduwe en
eventueel volle wezen, die ze toekomt
ingeval een autorijder "feitelijk dai\
wel juridisch" verantwoordelijk is
voor de dood van een gehuwd man of
weduwnaar. Vijftien procent van de
weduwen is "verkeersweduwe". Aan
hen werd ten laste van de AWW afgelo
pen jaar naar schatting 270 miljoen
gulden uitgekeerd.
Welnu, er zijn ongeveer 10.000 weduw
naars met kinderen. Wanneer de helft
van de AWW-uitkering aan "verkeers-
weduwen" wél via een doorbereke
ningsclausule in de AWW naar het ge
zamenlijk wegverkeer wordt doorge
schoven als zijnde "kosten van de
weg", kunnen de weduwnaars met
kinderen voor niets, dat wil zeggen
zónder premieverhoging, een AWW-
uitkering krijgen. En dat ontlast tevens
de begroting van het ministerie van
CRM, want nu betaalt CRM mee aan de
kosten die zijn verbonden aan het "uit
huis"-plaatsen van kinderen in geval
len dat de vader die moet werken, zélf
geen kans ziet z'n kinderen te verzor
gen, en ook geen gezinshulp kan
krijgen".
Brief
Wat gaat de Crisisgroep Weduwnaars nu
verder doen?
Voorzitter Cees Streef: "In een brief, die
we dezer dagen naar de parlementsle
den hebben verstuurd vanwege de wij
zigingsplannen voor de algemene bij
standswet, hebben we het volgende
gevraagd. De Tweede-Kamerleden
zouden, in het kader van de algemene
bijstandswet, de totstandkoming van
een zogeheten Rijksgroepsregeling
Weduwnaars moeten bevorderen - bij
wijze van "voortrein" om weduwnaars
mét zorg voor kinderen in de Alge
mene Weduwen- en Wezenwet op te
nemen. We hebben ons "alternatieve
financieringsplan" (alle weduwnaars
met kinderen in de AWW zonder pre
mieverhoging) al aan de vaste kamer
commissie voor Sociale Zaken toege
stuurd.
En wat de wijziging van de bijstandswet
betreft - we kunnen alleen maar hópen
op hulp van de Tweede-Kamerleden.
Het is tenslotte zó - worden de weduw-,
naars niet geholpen, dan zijn de gevol
gen voor onze kinderen".
Als er één zaak is, waarover iedere
rechtgeaarde econoom zich be
hoort op te winden, is dat de ma
nier waarop het Centraal Plan
bureau zich de afgelopen zomer
heeft gestort in de discussies
over de praktische politiek. Bij
monde van prof. H. Weitenberg,
die als vooraanstaand KVP-er
rechtstreeks betrokken is bij de
meningsvorming over de eco
nomische politiek binnen het
CDA, had het Planbureau aan
vankelijk zonder enige aarzeling
partij gekozen voor degenen, die
vonden dat Den Uyl te weinig
heeft bezuinigd op de overheids
uitgaven.
Het Planbureau suggereerde
daarbij dat de economische we
tenschap, en op zijn minst het
model van het Planbureau zelf,
zou voorschrijven dat verder be
zuiniging geboden is, wil de
werkloosheid in 1980 tot beneden
de 150.000 zijn teruggebracht. Zo
onjuist als deze voorstelling van
zaken was, zo smadelijk was de
terugtocht. Na intelligent vra-
genspel van de Tweede Kamer
fractie van de PvdA moest het
Planbureau toegeven dat de
werkloosheid onder bepaalde
voorwaarden ook zonder verder
bezuinigingen kon worden veilig
gesteld. Op dat moment was het
tweede kabinet-Den Uyl een feit.
In Economisch Statistische Be
richten (7-9-1977) heeft prof. W.
Driehuis, samen met prof. A. van
der Z wan, het verhaal van de zege
van de PvdA-fractie nog eens
uitvoerig uit de doeken gedaan.
Aanvankelijk werkte het Plan
bureau met het model dat ik hier
gemakshalve aanduid als „De
Nederlandse Economie in 1980."
Ook het rapport van de Commis
sie van Economische Deskundi
gen van de Sociaal-Economi
sche Raad was op dit model ge
baseerd.
De drukinkt van dit rapport was
echter nauwelijks droog, of het
Planbureau publiceerde een ge
heel nieuw model dat inmiddels
bekend is geworden als VINTAF
II. Alleen al de overgang van het
ene model op het andere scheelde
liefst 25.000 werklozen in 1981.
En om die extra werklozen te
voorkomen was volgens het
Planbureau een extra bezuini
ging van f 3 miljard aan sociale
premies,geboden. De noodzake
lijke extra bezuiniging vloeide
dus alleexi voort uit een verande
ring in het model, niet uit een
verandering in de economische
werkelijkheid.
Bestedingen
Natuurlijk is het niet uitgesloten
dat VINTAF II een beter model is
dan „De Nederlandse Economie
in 1980". Het is daarom ook best
mogelijk dat 250.000 werklozen
in 1981 een realistischer voor
spelling is dan 225^000 werklozen.
Maar dan nog mag hieruit niet de
conclusie worden getrokken dat,
om die extra 25.000 werklozen te
voorkomen, een extra bezuini
ging van f 3 miljard aan col
lectieve lasten geboden is. Ook
dit is door de vragen van de
PvdA-fractie duidelijk aan het
licht gebracht.
Zoals ik in deze kolommen al veel
eerder betoogd heb, gaat het
Planbureau ervan uit dat een stij
ging van de collectieve lasten
wordt afgewenteld in de con
tract-lonen en in het incidentele
loon. Dit gaat dan ten koste van
de winsten en daardoor ontstaat
een verzwaring van het werk-
Door
Hans van den Doel
Hoogleraar economie
Universiteit A'dam
loosheidsprobleem. Wanneer dé
bestedingen van de overheid
worden opgevoerd, kunnen tal
van nieuwe arbeidsplaatsen met
die bestedingen worden ge
creëerd.
Maar deze bestedingen moeten
worden gefinancierd met hogere
belastingen die in. de lonen wor
den afgewenteld. En door dit af
wentelingsproces gaan weer tal
van arbeidsplaatsen verloren.
Het saldo van de gehele operatie
is volgens het Planbureau nega
tief. Door de overheidsbestedin
gen worden minder arbeids
plaatsen geschapen dan door de
extra belastingen, die nodig zijn
om de bestedingen te financie
ren, verloren gaan. Daarom, zo
hield het Planbureau ons voor,
moeten de overheidsbestedingen
niet omhoog maar omlaag.
ioals Driehuis en Van der Zwan in
ESB laten zien is dit hele verhaal
gebaseerd op de onvermijde
lijkheid van afwenteling. Ook zij
tonen aan, dat een extra beste
dingsimpuls van zeg f 1 miljard,
gefinancierd met f 1 miljard aan
directe belastingen, bij handha
ving van de afwenteling alleen
maar tot gevolg heeft dat er in
1981 4000 werklozen meer zijn.
Maar als de afwenteling in de con
tractlonen en in het incidentele
loon nu eens zou worden stop
gezet, bijvoorbeeld door de in
voering van een geleide loonpoli
tiek? Dan heeft de met belas
tingverhoging gefinancierde ex
tra bestedingsimpuls niet tot ge
volg dat er in 19814000 werklozen
meer zijn, maar dat er in 1981
71.000 werklozen minder zijn.
Politiek
Hét hele verhaal over de noodzaak
van extra bezuiniging blijkt dus
gebaseerd te zijn op een politieke
veronderstelling, namelijk de
handhaving van een vrije loon
politiek. Waar ik mij nu aan erger,
is dat deze politieke veronder
stelling verkocht is als een dic
taat van de economische weten
schap. En ik meen recht van
spreken te hebben, want juist op
dit punt heb ik tot vervelens toe al
vele jaren de aandacht gevestigd.
In een op relatieve overvloed aan
emoties en op een absolute,
schaarste aan feiten gebaseerd
betoog in Het Parool heeft prof. J.
Pen zijn collega Driehuis op
grond van diens kritiek op het
Planbureau beschuldigd van ver
raad aan de economische weten
schap. Me dunkt dat prof.
Driehuis de laatste is die daarvan
beschuldigd kan worden. Hij
heeft niet alleen zakelijke kritiek
geuit op het model van het Plan
bureau maar heeft ook zelf tal van
alternatieven ontwikkeld.
Het zijn net de econometristen die
de economische wetenschap ver
raden, maar degenen die hun po
litieke waardeoordelen en hun
economische onderzoeksresulta
ten door elkaar husselen, zonder
duidelijk te maken welk deel van
hun betoog berust op feiten en
welk deel gebaseerd is op nor
men. De grootmeester van de
theorie van de economische poli
tiek, prof. P. Hennipman, heeft
vorige week bij Samsom zijn le
venswerk gepubliceerd (Wel
vaartstheorie en economische
politiek).
Als motto voor het eerste hoofd
stuk kiest hij een citaat van J. H.
Williams dat, vrij uit het Engels
vertaald, als volgt luidt „De ge
vaarlijkste columnist is de man
die in Het Parool op alles het
antwoord heeft, omdat hij denkt
dat hij dit antwoord letterlijk kan
ontlenen aan zijn theorie."