"Gemeente
Alphen
hééft me
een
trucendoos"
Een halve eeuw van alles wat
binnen
het Leidsch Dagblad
PUBLIEK
Onderzoek naar
Amerikaanse
piloot en plek
waar zijn kist
is neergekomen
Polonacht in
W addinxveen
WIM VAN OOSTEN ZWAAIT AF BU DE KRANT
-STREEK
door
Herman van
Amsterdam
i-mE
De neergestorte Lightning met op de achtergrond een Zuidhollandse kerk. Welke kerk is dat? En
waar is de piloot gebleven?
,Jk ga omlaag in vijandelijk
gebied. Zeg tegen mijn vrouw
datrik o.k. ben".
Dat waren de laatste woorden
die de Amerikaanse lucht
machtmajoor Donald A. Wil
lis op 10 april 1944 de ether
inzond, nadat hij op de te
rugweg van een verkennings
vlucht nabij het Luftwaffe-
vliegveld Gütersloh (West-
Duitsland) boven de Hol
landse kust panne kreeg.
Parachute
Moeilijkheden met de oliedruk
van zijn tweemotorige Lock
heed P-38 Lightning jager
noopte hem zijn richting
thuisbasis (Engeland) vliege
nde oorlogskist op de automa
tische piloot te zetten en zich
zelf per parachute in veilig
heid te brengen.
De Lightning (serienummer
42-68077) kwam bijna onbe
schadigd in een weiland te
recht. Wat er met de piloot is
gebeurd, bleef tot nu toe een
raadsel.
Mysterie
De Leidschendamse amateur-
oorlogshistoricus Bart Rijn
hout, is al ruim een jaar bezig
het mysterie rond majoor Wil
lis te ontrafelen. Daarbij
wordt hij terzijde gestaan
door het hoofd van de lucht
machtvoorlichtingsdienst Ith.
kolonel A. P. de Jong.
'Rijnhout maakt deel uit van een
groep van ongeveer 100 Ne
derlanders die gezamenlijk
trachten een compleet over
zicht samen te stellen van alle
luchtactiviteiten boven Ne
derland gedurende de tweede
wereldoorlogDaaronder val
len niet alleen de normaal ver
lopen vluchten maar ook de
luchtgevechten, het neerstor
ten van vliegtuigen en het on
derzoek naar wat er met de
bemanningen is gebeurd.
Het geval Willis heeft vooral de
aandacht van de Leidschen-
dammer omdat de gegevens
die hij tot nu toe verzamelde
er op wijzen dat de jager is
neergekomen in de buurt van
Leiden. Er is een foto opgedo
ken, genomen door een onbe
kende verzetsstrijder, waarop
het bewuste vliegtuig is te
zien, met in de verte een kerk
toren met wat huisjes ernaast.
Vraag
Rijnhout is op zoek naar ie
mand die hem kan zeggen
waar die kerk zich bevindt.
Zelf heeft hij al heel Zuid-
Holland doorkruist, zonder
succes. Een andere vraag die
hem bezig houdt: wat is er met
majoor Willis gebeurd nadat
hij (zo goed als zeker) per pa
rachute is geland.
Opgelost
,Al deze gegevns kunnen er mo
gelijk toe leiden dat we op eén
of ander kerkhof de Jiaam in
kunnen vullen van een tot nu
-onbekend gebleven vlieger. En
we hebben dan natuurlijk
weer een geval opgelost", zegt
Rijnhout.
geweest, dat we dachten, nu zal
Alphen toch wel met ons komen
praten. Er zijn echt veel gelege-
nheden geweest om de zaak zon
der gezichtsverlies bij te leggen,
om te zeggen, sorry, we hebben
de plank misgeslagen, hoe kun
nen we de zaak oplossen. Wij wil
len daar best over praten en ons
redelijk opstellen, eerlijk".
Het vertrouwen dat het zover ooit
komt, dat de zaak in de minne zal
worden geschikt, hebben ze in
middels wel verloren. Wel heb
ben ze er vertrouwen in, dat het
recht uiteindelijk zal zegevieren.
"Vanaf het begin al hebben we in
tuïtief gevoeld, dat dit geen eer
lijke zaak was. Maar we hebben
dan ook altijd het gevoel gehad
en behouden, dat we voor een
rechtvaardige zaak streden en dat
het recht uiteindelijk zou zege
vieren.
Jullie hadden eens als kop in de
krant boven een artikel over deze
zaak, "Zal het recht zegevieren?"
Nou, die vraag wordt nu zachtjes
aan steeds meer met "ja" bean
twoordt, en dat sterkt ons. Dat
het nog lang kan duren, weten we
intussen. Maar we hebben ge
leerd geduld te hebben".
Gemeenteraad
Renee en Ton voelen hun strijd als
het gevecht van de eenling tegen
het machtige ambtelijke appa
raat. En daarbij voelen ze zich
schromelijk in de steek gelaten
door de politiek.
"Ik verbaas me over de houding
van de gemeenteraad, met uit
zondering van Progressief Alp
hen. Die partij heeft de zaak aan
de orde gesteld, heeft ons ook ge
zegd, sorry, het is ons in eerste
instantie ontgaan. Dat is eerlijk
en sportief en zij hebben er ten
minste op durven terugkomen.
Maar de rest houdt zijn mond,
staat volkomen achter het college
van burgemeester en wethou
ders".
De gram van Ton richt zich in dat
verband vooral tegen de PCC.
"Die partij heeft recht en eerlijk
heid in zijn vaandel staan. Maar
Renee is ten onrechte op onware
gronden ontslagen. Ik heb ze de
schriftelijke bewijzen toege
stuurd, maar ik heb niks van ze
gehoord".
Vanuit politieke kringen kreeg hij
wel te horen: "Dat kan niet, pers
oonlijke zaken horen in een
openbare raadsvergadering niet
thuis, dan wordt er maar met
modder gegooid en zo".
Kafka-achtig
Renee en Ton eensgezind: "Dat
werd er toch wel. Van ons had het
allemaal best in het openbaar
mogen gebeuren, hadden we
misschien ook wat terug kunnen
gooien", wordt er schertsend aan
toegevoegd Maar dan weer in
ernst: "Het gekke is wel, dat ie
dereen die iets had aan te voeren
om het ontslagbesluit te recht
VRIJDAG 9 SEPTEMBER 1977
vaardigen is gehoord, maar dat er
nog nooit iemand is geweest, die
ons eens heeft opgetrommeld".
Kwaad zijn Renee en Ton in hun
strijd wel eens geworden. Bij
voorbeeld op de gemeente op de
dag van hun trouwen.
"Een week ervoor had Renee haar
ontslag gekregen, op onze
trouwdag kregen we een plant
van de gemeente met een kaartje
"Hartelijk gefeliciteerd" eraan.
Alsof ik een klap in mijn gezicht
kreeg. Typisch Kafka-achtige
toestanden, het ambtelijk appa
raat in werking zonder de mens te
Voor die woede op dat moment
kwam later steeds meer het maar
blijven proberen de humor van
de hele zaak in te zien, "in de we
tenschap datje in je recht stond".
En zo klampten ze zich ook vast
aan de steun van de ouders, in het
begin vooral de drijfveer om de
handschoen op te nemen.
Dat is nu min of meer weggevallen,
alleen bij toevallige ontmoetin
gen wordt er nog belangstellend
naar de stand van zaken geïnfor
meerd.
"Begrijpelijk, een kleuterschool
duurt maar twee jaar. De kinde
ren van toen zitten allemaal op de
lagere school, hup ouders hou
den zich met andere zaken bezig.
Voor hen was de strijd voorbij,
toen de uitspraak van Gedepu
teerde Staten kwam. Logisch. We
kunnen ze alleen maar dankbaar
zijn voor wat ze toen voor ons
hebben gedaan, de manier
waarop ze ons toen gesteund
hebben".
"Potverdrie"
Renee en Ton Hazenberg gaan sa
men met hun raadsman door in
hun gevecht, wat er ook nog ko
men moge. In het vertrouwen,
dat het allemaal goed zal komen.
Waarbij ze er allebei in lijken te
berusten, dat de zaak voorlopig
nog niet voorbij is.
Dat die berusting wel'eens wijkt,
blijkt uit de woorden van Renee.
"Zo af en toe denk je wel eens van
potverdrie. Je ziet de kinderen
naar school gaan en jij zit hier, je
mag niet
Kleuterleidster
moet nog zien dat
ze volgende week
voor de klas staat
Renee Hazen
berg
nu nog thuis.
Volgens de
Raad van State
moet de
gemeente Alphen
haar plaats
voor de kleuter
klas
echter weer
terug geven.
voorstelbaar". Renee Hazenberg-
Radier (24), open en spontaan over
de kans, dat Alphen aan den Rijn
haar volgende week weer aan de slag
zal laten gaan.
ALPHEN AAN DEN RIJN/BOS
KOOP - "Ik zou best volgende week
weer voor de klas willen staan, maar
ik moet het nog zien. Het woord is nu
weer aan de gemeente Alphen en die
heeft me een trucen-doos, dat is on-
Reagerend op de uitspraak van de Raad van State in wat je een "tussendoor-
rechtsgangetje" zou kunnen noemen. Een "tussendoortje", want de hoofdvraag, werd
Renee Hazenberg op 1 april 1976 terecht ontslagen als kleuterleidster van de Alphense
openbare kleuterschool Olleke-Bolleke ligt nog bij diezelfde Raad van State en zal mis
schien over een jaar pas worden beantwoord.
[n een notedop de voorgeschiede
nis van de uitspraak van gisteren.
Renee Hazenberg kreeg op 1 april
vorig jaar haar ontslag. Tegen dat
besluit van het college van bur
gemeester en wethouders ging ze
bij het college van Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland in be
roep. En met succes, want dat col
lege vernietigde het ontslagbe-
Door
Jan Uitzetter
sluit van de gemeente Alphen.
Alphen op zijn beurt echter, liet het
er niet bij zitten en ging bij de
Kroon, de Raad van State, in ho
ger beroep.
"Uitstekend", vonden Renee en
haar raadsman mr. A. J. L. de
Kort, "maar gezien het besluit
van Gedeputeerde Staten is er
van ontslag geen sprake, moet
Renee weer voor de klas gaan
staan en heeft ze recht op haar
geld vanaf 1 april vorig jaar".
Maar die eis legde de gemeente na
ast zich neer. Ook een uitnodi
ging om eens gezamenlijk om de
tafel te gaan zitten werd hovaar
dig afgewimpeld. "De zaak was
nog onder de rechter, en die zou
het allemaal wel uitmaken". Zo
dat Renee en haar raadsman gre
pen naar het middel van een kort
geding om hun eisen af te dwin
gen.
De president van de Haagse recht
bank, mr. J. H. Blaauw vond ech
ter, dat ze bij hem aan het ver
keerde adres waren, maar bij de
afdeling geschillen van bestuur
bij de Raad van State moesten
zijn. En dat hele-mondvol-
rechtscollege stelde Renee en
haar raadsman in het gelijk. Op
een voor een leek overigens vols
lagen onnavolgbare wijze; alleen
voor de in de punten en komma's
van het recht geschoolden toe
gankelijk.
Renee Hazenberg en haar echtge
noot zijn in elk geval blij met het
besluit zoals het nu gevallen is.
"De Kort heeft ons aldoor verteld
wat hij deed en wat er dan zou
kunnen gaan gebeuren. Ons elk
stapje uitgelegd en zoals hij het
ons vertelde kwam het ook elke
keer uit. Maar het precieze van al
die artikeltjes snappen wij ook
niet", zo legt Ton Hazenberg (30)
uit.
En ook hij heeft zo z'n gedachten
over de kans, dat zijn echtgenote
volgende week weer tussen de
kleuters staat. "Ze zullen wel
weer een gaatje zien en daar in
duiken. Dat hebben we zb lang
zamerhand wel geleerd".
Schaakpartij
Hij constateert het eigenlijk emo
tieloos. "Ach ja", zegt hij, "het is
net een schaakpartij. Dan zijn wij
aan zet en dan zij weer. Je zit te
denken, wat zal hun volgende
<-s/C!./J3*zet zijn".
Dat hun denken niet echt altijd die
kant opgaat is duidelijk. "Er is al
meer dan eens de gelegenheid
Tips voor deze rubriek kunt U elke
morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel
371-144941, toestel 222. U mag ook
scnrijven.
WADDINXVEEN - Ter gelegen
heid van het vijftigjarig bestaan van
de Waddinxveense zwem- en polo
club De Gouwe wordt in de nacht
van vrijdag op zaterdag een 24-uur
durend waterpolofestijn gehouden.
De Gouwe heeft daarvoor talrijke
clubs uitgenodigd, die over vier
poules verdeeld zullen gaan
strijden om de prijzen.
Van de hele reeks func
ties die hij in de afgelo
pen vijftig jaar bij het
Leidsch Dagblad ver
vulde, heeft Wim van
Oosten aan de laatste,
kassier, het meest moe
ten wennen.
Vooral in het begin, zeven jaar
geleden. Als hij dan aan het
einde van een werkdag de
klep van zijn ijzeren geldkist
opensloeg werd hij ontmoe
digd door de aanblik van het
schamele restant bankpapier,
dat *s morgens nog in die ge
zonde dikke stapeltjes aan
wezig was geweest.
Geldkist
"In het begin heb ik me nogal
eens afgevraagd of er nu wer
kelijk zoveel moest worden
■uitgegeven", zegt Van Oos
ten. "Want van vroeger herin
nerde ik mij nog dat de kassa
slechts nu en dan moest wor
den bijgevuld, terwijl het bij
mij bijna elke dag raak was.
Als je dan echter ziet waar het
allemaal aan op gaat begrijp je
best dat die geldkist niet altijd
gevuld kan zijn. Je legt je er
bij neer dat je dan als kassier
ook wel eens op de bodem zal
stuiten".
Thuis, onderuit gezakt in een
gemakkelijke stoel, een bor
reltje binnen handbereik, laat
Wim van Oosten, op de val
reep van zijn jubileum, even
wat gedachten de vrije loop.
Uitbetaling
Zonder onderbreking heeft hij
er op het Leidsch Dagblad
een halve eeuw doorgedraaid.
Begon op 13 september 1927
als jongste bediende. Nauwe
lijks veertien jaar. Verdiende
toen vijftien harde guldens
per maand en dat was nog vijf
gulden meer dan zijn eerste
baantje bij een grossier.
★Wim van Oosten
voor het
Leidsch Dag
blad kranten
gebouw waar
hij een halve
eeuw lang heeft
gewerkt.
hij, borreltje, slok, "dat kon je
trouwens je baan kosten. We
hebben hier een gerefor
meerde jongen gehad die om
principiële redenen weigerde
films te gaan bekijken. Die
stond wel de andere dag op
straat".
Borreltje, slok. "Dat was een
heel andere tijd dan nu", zegt
de jubilaris. "Toen was de di
recteur nog echt een baas. Zat
bijvoorbeeld in een kamer
met een rood lampje boven de
deur. En wee degene die het
in zijn hoofd haalde om bij 'm
binnen te stappen als dat
lampje brandde.
Ik vond het natuurlijk flauwe
kul maar ik heb er nooit iets
van gezegd. Zo ben ik niet.
Dat zit er bij mij niet in. Ik heb
gewoon altijd mijn best pro
beren te doen. Zo hard moge
lijk gewerkt. En daarom heb
ik ook alles bereikt wat ik
wilde bereiken. Ja, en zonder
dat ik het er ooit op heb aan
gestuurd". Borreltje, slok.
Gelijk gehad
"Alle bevorderingen zijn mij
opgedrongen. Nooit heb ik
ergens om gevraagd. Zo ben
ik opgegroeid. Mijn vader zei
altijd: "Willem, jongen, vraag
een directeur nooit om een sa
larisverhoging. En nooit je
pet ophouden. Als ze zien dat
je goed werk aflevert, dan
kom je er vanzelf. Hij heeft ge
lijk gehad". Borreltje, slok.
Wim van Oosten houdt nog tot
december de kas van het
Leidsch Dagblad in de gaten.
Dan zit het er definitief voor
hem op.
ïissmi
De maandelijkse uitbetaling
was een gebeurtenis apart.
Eén voor één bij de directeur
de kamer in. Hand ophouden,
dank u wel en weer wegwe
zen. Behalve de administra
teur, die mocht zijn salaris
zelf uit de kas diepen.
Wim van Oosten leerde in die
eerste jaren het bedrijf van
voren naar achter en van links
naar rechts kennen. Tien man
werkten er toen. Zes op de
administratie, vier op de re
dactie. Hij deed abonnemen
ten, werd daar sous-chef en
chef, viel in op de administra
tie, sprong bij in de buiten
dienst en als het zo uitkwam
pakte hij ook een brokje re
dactie mee.
Legde zich aanvankelijk alleen
toe op het doorbellen aan het
ANP van de Leidse voetba
luitslagen maar liet zich ook
strikken voor verslagen van
zeilwedstrijden op de Kaag.
"Een rotwerk" weet hij zich te
herinperen, "want ik moest er
in weer en wind op de fiets
naar toe en bovendien wist ik
er geen bal van af'.
Dat gold ook de films die hij
verplicht was op de vrijdaga
vonden te gaan zien. Er waren
vier redacteuren, maar vijf
bioscopen, vandaar.
Van Oosten was meestal de klos
voor het beschouwen van de
Wat mindere rolprenten.
Aanvankelijk ging hij zich
nog trouw zitten te vervelen,
maar dat leerde hij snel af.
Voor een duppie kocht hij
dan het filmprogramma en
met de gegevens daaruit
maakte hij zijn "ooggetuige-
verslag". Tot volle tevreden
heid van de redactie én de le-
En ais de redactie helemaal
knijp zat was hij niet te be
roerd om voor de pauze de
film in bioscoop A te gaan
"zien" en na de pauze in bio
scoop B.
"Ik maakte nooit een probleem
van zulke opdrachten", zegt