Biesheuvel De volkomen vrouw: een bestseller in Amerika op weg naar het licht Gunter Grass: nieuwe roman wtzetting politieke crisis Biografie Jung: de wonderlijke mythen van de ziel De Griekse my VRIJDAG 9 SEPTEMBER 1977 "Nog niet zo lang geleden heeft het kritisch verstand naast veel an dere mythische voorstellingen ook - naar het schijnt - het idee van een leven na de dood laten verdwijnen. En dat kon alleen maar gebeuren doordat de te genwoordige mens zich meestal uitsluitend identificeert met zijn bewustzijn; hij beeldt zich in, slechts datgene te zijn wat hij over zichzelf weet. Iedereen die ook maar een beetje op de hoogte is van psychologie kan er zich gemakkelijke rekens chap van geven hoe beperkt deze kennis is. Rationalisme en doc- trinalisme zijn de ziekten van onze tijd; ze pretenderen alles te weten. Men zal echter nog veel ontdekken wat we tegenwoordig vanuit ons beperkt standpunt onmogelijk noemen. Onze begrippen van ruimte en tijd zijn slechts bij benadering geldig, en laten daardoor een brede scala van relatieve en abóolute af wijkingen open. Met het oog op zulke mogelijkheden luister ik aandachtig naar de wonderlijke mythen van de ziel en geef acht op alles wat zich voordoet - on verschillig of dat in mijn theoreti sche veronderstellingen past of niet". "Helaas komt tegenwoordig de mythische kant van de mens te kort. De mens kan niet meer fan taseren. Daarmee ontgaat hem veel, want het is belangrijk en heilzaam ook om over onbegrij pelijke dingen te spreken. Dat is net zoiets als een goed spookver haal, dat verteld wordt bij het haardvuur terwijl je een pijp rookt". Deze citaten geven de kern weer van het leven en de werken van Carl Gustav Jwng, de unieke Zwitserse psycholoog en filosoof die in 1961 gestorven is. Het lij vige boekwerk "Herinneringen, dromen, gedachten" toont op in dringende wijze de kracht die voor Jung besloten lag in de myt he. "Herinneringen, dromen, gedach ten" is een autobiografie die Jung in de jaren 1957-1959 schreef sa men met Aniela Jaffé. Voor sommige delen van het werk is gebruik gfemaakt van eerder ver schenen publicaties van de hand van Jung, zoals het manuscript over een reis van Jung door Nieuw-Mexico naar de Pueblo- Indianen. Een uitgebreid aanhangsel geeft enkele briefwisselingen, pers oonsbeschrijvingen van belang rijke vrienden van Jung, een be schrijving van^de familie Jung en een verklarende woordenlijst waarin wordt ingegaan op de be langrijkste begrippen uit Jungs omvangrijke oeuvre. Het geheel is een prettig uitgege ven, kloek boekwerk geworden van net geen vierhonderd blad zijden. De hoofdtekst van dit werk was in 1963 al in het Neder lands verschenen; deze nieuwe complete uitgave van Lemni- scaat is vertaald door Pety de Vnes-Ek. Uitgangspunt van Jung voor zijn biografie is geweest dat niet de uiterlijke belevenissen van be lang zijn, maar de innerlijke: de dromen, gedarhten, visioenen. Zijn verteltrant is helder en di rect, maar in theoretische be schouwingen, waarbij tal van psychologische en filosofische begrippen worden gehanteerd, is het werk bepaald niet altijd een voudig. Zeer moeilijk is bijvoorbeeld het op een na laatste hoofdstuk "Late gedachten" waarin Jung op be knopte wijze zeer diep ingaat op zijn kijk op de religie. De lezer die capituleert voor dergelijke zware teksten kan ik geen ongelijk ge ven. Tal van eenvoudige, maar rijke hoofdstukken kunnen ech ter los van dergelijke zware ge deeltes van het werk gelezen worden. Het zou eenvoudigweg zonde zijn om deze delen ongele zen te laten alleen omdat men in een eerder stadium is blijven ste ken. TOM MAAS C. G. Jung, Herinneringen, dro men, gedachten; vertaling Pety de Vries-Ek; uitgave Lemniscaat Rotterdam 1976; 400 blz; f35,-. Titel: "De volkomen vrouw", door Marabel Morgan. Uitgeverij Nova, prijs f 17,90. Het is ronduit verbazingwekkend dat er anno 1977, najaren die bol ston den van feministische bewegingen en waarin de emancipatie van de vrouw gestadig doorzette een boek als "de volkomen vrouw" op de markt kan komen. Verbazingwekkend, niet alleen omdat het boek ver schijnt, want er zullen wel vreemder literaire uitwassen het levenslicht zien. Maar dat het in Amerika nog een best-seller wordt ook (volgens de Nederlandse uitgever gingen er daar reeds 3,5 miljoen exemplaren over de toonbank) zet de mens toch wel aan 't denken. Je kunt je alleen maar afvragen of ook op de emancipatiewedstrijd de wet actie-reactie van toepassing is. Eerst maar iet* over de aanleiding voor Marabel om het boek te schrijven. Huwelijksproblemen noopten haar tot het lezen van allerhande boeken, waaronder de Bijbel; op zoek naar het antwoord op een groot aantal vragen. Waarom haar huwelijk in een sleur was geraakt bijvoorbeeld, of waarom ze niet meer met haar man kon praten. De toepassing van de door haar opgedane ervaringen brachten een succesvolle ommekeer in haar huwelijk teweeg waarop Marabel besloot ook andere vrouwen deelgenoot te maken van haar foefjes om het huwelijk nieuw leven in te blazen. Dat deed ze eerst door het geven van een cursus, ook al "de volkomen vrouw" geheten en later door het schrijven van het gelijknamige boek. Hierin zijn naast haar ervaringen ook die van de cursisten verwerkt. Verbetering centraal Op zich is het alleen maar toe te juichen, dat, in een tijd waarin soms sneller aan een scheiding dan aan een huwelijk wordt gedacht, er een boek verschijnt waarin de verbetering van het huwelijk centraal staat. Maar waarom het allemaal van één kant moet komen is me een raadsel. Ten eerste is het boek gericht aan vrouwen, ten tweede is de hele grondge dachte van dit boek dat de vrouw zich behoort aan te passen aan het leven en denken van haar echtgenoot. Om dit aan te tonen grijp ik maar naar een citaat uit het boek: "Pas wanneer een vrouw haar leven in de handen van haar man legt, wanneer ze met diepe verering en achting naar hem opziet en bereid is om hem te dienen krijgt ze in zijn ogen pas werkelijke schoonheid". Pure ontwaarding van de vrouw. Niet te geloven dat juist een vróuw zoiets schrijft. Het feit, dat de vrouw ondergeschikt is aan de man (tenminste, in het huwelijk) wordt in het boek overgoten met een christelijk sausje. Want Marabel sleept er ook de Bijbel bij, waarin volgens haar staat: "Vrouwen, weest aan uw man onderdanig". En, alsof ze zelf ook wel voelt dat ze wat al te ver gaat, schrijft ze: "Om te beginnen heeft niemand u gezegd dat u beslist moest trouwen. Als u zich niet bij een man wilt aanpassen dan is de negatieve consequentie dat u ongetrouwd blijft. Bent u al getrouwd maar past u zich niet aan dan weet u waarschijnlijk al, dat het huwelijk niet het glorieuze leven betekent dat u ervan had verwacht". Klap op de vuurpijl En dan, als klap op de vuurpijl: "God heeft de man tot hoofd van het gezin gemaakt, als president, en zijn vrouw als vice-president. U hebt geen enkele mogelijkheid om hierin verandering of verbetering aan te bren gen". Enfin, zo kabbelt de inhoud van dit boek voorbij en hoe dat precies ge schiedt moge nu duidelijk zijn. Daar is de vrouw, die ademloos naar haar Man opkijkt, hem luidruchtig bewondert, hem in alles zijn zin geeft, zich in elke situatie schikt en hem elke dag weer klokslag vijf of zes (want zij doet natuurlijk het huishouden, de man werkt) keurig opgemaakt en in sexy kledij gestoken blij bij de deur opwacht. Haar hele houding straalt "pure vrouwelijkheid" uit. En dan is het immers, zo beweert Marabel, niet erg meer om je man in alles te volgen, jezelf weg te cyferen, je krijgt er immers zoveel liefde van je man voor terug... Geen moment wordt er ook maar gerept over de verlangens en de wensen van de vrouw, laat staan over eventuele aanpassing van de man aan de vrouw. En daarom kan dit boek absoluut met. MIEP DE GRAAFF persiflage op de schrijfdrift van Maarten 't Hart; met vreemde ge beurtenissen (het woord "vreemd" komt in de titel van twee verhalen voor) zoals de ont hoofdingen een slagersknecht in plaats van het varken, waarna de ziel van de knecht als een vleermuis voortleeft; met herin neringen aan zijn christelijke op voeding. Het verhaal "Mijn grootste schrik" zal twijfel zaaien in het hart van elke blindelingse volgeling van een dominee); met een ruilen van de ziel met de dui vel, die hem daarvoor in de plaats de ideeën voor twee verhalen le vert; (eerder in het werk van Biesheuvel trad Nabokow als duivel op); met beschrijvingen van angsten en depressies en het gevoel nergens bij te horen. Wat je bijblijft zijn korte be schrijvingen, zoals dat van een stervend egeltje (komt tot tweemaal toe voor in de bundel) of uitwijdingen, zoals de pre cieuze weergave van ledige ge sprekken van academici. Maar vooral blijft je de verbazing bij over de manier waarop Biesheu vel in staat is je om de tuin te lei den. In een cyclus, getiteld "Dolce Vita", schrijft hij: "Alles heb ik van mijn leven fout ge daan, niemand heb ik ooit een glimlach aangedaan", terwijl hij moet weten dat elke lezer zo nu en dan zal moeten glimlachen om sommige regels of verhalen. De "omkering" is ook terug te vin den in de titel: ondanks alle som berte is er toch een plotseling uit zicht op licht aan het slot van de bundel. Biesheuvel moet een be zeten schrijver zijn, die zijn leven in schrijven omzet en omge keerd. Tijd om zijn werk te herle zen lijkt hij mij nauwelijks te hebben, gezien een aantal taal fouten, hoewel ik toegeef dat een schrijver zich niet per sé hoeft te plooien naar de afgesproken wet ten van de grammatica. Leiden Inmiddels is er in Leiden een groepje schrijvers komen te wo nen (Biesheuvel, Maarten 't Hart, Hannes Meinkema, Anton Kor- teweg, Frank Koenegracht) dat, sinds het verschijnen van het tijdschrift "Kaft" in de jaren zes tig zijn weerga niet kent. Het zou het stadsbestuur tot eer strekken eens een literaire prijs uit te lo ven, zoals de meest begeerde lite raire prijs in Duitsland: de be noeming -tot "stads schrijver", wat daar een gegarandeerd hono rarium per maand betekent en vrij wonen. Biesheuvel is mijn kandidaat. J. M. A. Biesheuvel: De Weg naar het Licht, Meulenhoff, Amster dam 1977, 238 blz., f 18,50. WIM HAZEN In Moskou doet momenteel de volgende grap de ronde: in het jaar 2000 vraagt een kind aan zijn vader: "Wie was Brezjnjev?". De vader moet het antwoord schuldig blijven en raadpleegt een encyclopedie. Hij leest: "Brezjnjev, politicus zonder veel invloed. Tijdgenoot van Solsjenit- syn". Zo gaat dat in het leven: de i van de meeste politici raken in de vergetelheid in tegenstelling tot die van de boven de middenmaat uit tornende schrijvers. Zodat het in de toekomst best te verwach ten is dat bij de naam Biesheuvel eerder gedacht zal worden aan de schrijver, dan aan de voormalige premier, al wordt nu nog aan de auteur meermalen geyraagd of hij familie is van Barend. Net bekomen van die vragenstelle- rij komt de auteur zelf met vragen aanzetten: waartoe nog te schrijven als je het werk van Kaf ka, Celine, Tsjechow, Nabokow of Waasdorp kent? Hij ziet zich zelfs niet in hun schaduw staan, wat hem tijdens het schrijven verlamt. Deze namen worden ge noemd in zijn recent verschenen verhalenbundel". "De Weg naar het Licht", een verzameling ver halen die eerder werden gepubli ceerd in o.a. dit dagblad, Maatstaf Holland Maandblad en Propria Griekse Mythologie (in de Wonderwereld, 72 bladzijden, in kleur), uitgave Amsterdam Boek, prijs f 14,50. Een niet al te pretentieus plaat werkje over de mythologie, zoals ze in de Griekse kunst is ver beeld. Ter illustratie van het langzamerhand zeer transnatio nale in het vak van uitgeven moge dienen dat het boekje in Hongkong is gedrukt. Veel nieuwe gedachten over de Griekse mythologie treft men in dit deel uit de serie Wonderwe reld niet aan. De ruim negentig kleurenreprodukties zijn daaren tegen wel van hoge kwaliteit. Daarbij is extra instructief dat de camera vaak voor het detail kiest, waarbij vooral de schoonheid van het Griekse aardewerk (drink- VreGITld schalen en amforen) het volle pond krijgt. Geen must, maar aardig om in de schoolbibliot heek te hebben. Cures. Bovendien is er een drietal (waaronder het titelverhaal) nieuwe verhalen in opgenomen. De verhalen van Biesheuvel (Schiedam, 1939) zijn in twee ca tegorieën te'splitsen. In de eerste verhaalt hij van zijn dagelijks doen en laten in heden en verle den (zijn rechtenstudie met bij vakken Russisch recht en Russi sche taal: zijn huwelijk met Eva; zijn vroegere werk bij de bibliot heek van het Vredespaleis; zyn opvoeding; zijn verblijf in een psychiatrische inrichting; zijn wonen in Leiden); in de tweede zet hij zijn particuliere belevenis sen om in meer fictieve verhalen en macabere sprookjes. Tesamen vormen ze een herken baar oeuvre waarin de thema's angst, vlucht en heimwee een grote rol spelen. Herkenbaar is het oeuvre ook omdat Biesheu vels stijl van schrijven soms doet denken aan Slauerhoff (met name in diens verlangen naar en de verwerking van de eenzaam heid van de zeeman), een andere keer aan Nescio (met name in de natuurbeschrijvingen) maar al tijd aan Biesheuvel zelf in zijn met vaart geschreven regels, zijn plotselinge overgangen van wer kelijkheid naar gedroomde wer kelijkheid, zijn herhalingen (over de gelukkigste periode in zijn le ven: het zitten bij moeder op schoot die psalm leest of over de eveneens gelukkigste periode met vrouw Eva op Zuid- Beveland of over weer een andere "gelukkigste periode", voorbeel den van mythologisering van het verleden). Kortom, een auteur die herkenbaar is en die de aandacht vast houdt, hoeft niet tot depressies te verval len bij het lezen van vermaarde voorgangers of tijdgenoten. Maar het lijkt erop of Biesheuvel in zijn verhalen ook deze depressies tot mythe verheft: de mythe van het verloren schrijverschap. Want ondanks het gelamenteer over het niet meer kunnen werken of schrijven, gaat de produktie maar door. Deze bundel met 24 verha len is er het bewijs van. Het is de vierde boekpublicatie na zijn debuut in 1972 met "In de bovenkooi". Het is een onder houdende en afwisselende bun del geworden, met een prachtige Een gigantische reclamecampagne heeft er in de Bondsrepubliek toe geleid dat er voor het verschijnen van de nieuwe roman van Gunter Grass al honderdduizend exem plaren werden verkocht. Vier duizend zogenaamde leesexem- plaren waren eerder naar boek verkopers gestuurd, die daarmee direct betrokken raakten bij het komende gebeuren: de storm loop op hun winkel. Affiches, advertenties, zowel in Times Litarary Supplement als in de regionale kranten, weds trijden waarbij grafisch werk van Grass te winnen was, dit alles luidde de verschijningsdatum van Der Butt in. Inmiddels zijn de voorbereidingen getroffen om de volgende honderdvijftigduizend exemplaren te laten drukken van een boek dat zevenhonderd blad zijden telt en een kilo weegt. Dit alles kon gebeuren in een land waar op literair gebied de laatste jaren weinig nieuws te melden viel. Er waren de gebruikelijke romans van de altijd goed verko pende auteur Simmel; de poli tieke essays van Boll en de repor tages van Wallraff. De meeste aandacht kregen echter de boe ken van al of niet vervolgde DDR-auteurs, zoals Jurgen Be cker, Wolf Biermann en Reiner Kunze. Grass moest voor de opleving zor gen. Hij heeft de spanning naar de verschijningsdatum toe opge bouwd via lezingen uit zijn laat ste werk en uitspraken aan jour nalisten die de "comeback van de grote verteller" inluidden. Na lezing van die zevenhonderd bladzijden kan ik mij die prena tale triomfklanken wel voorstel len, zeker wanneer ze betrokken worden op de gehele romanpro- duktie van Grass, van Die Blecht- rommel (1959), via Hundejahre (1963) en Ortlich betaubt (1969) tot aan Aus dem Tagebuch einer Schrecke (1972). Er is dan een ontwikkelingsgang te zien in het werk van Grass, van historische en persoonlijke verantwoording van het Duitse (oorlogs)-verleden tot het maken van een eveneens persoonlijke politieke keuze. Aus dem Tagebuch einer Schrecke was in deze lijn een helder gefor muleerd eindpunt: een schrijver die zich voor de socialistische partij, de SPD inzet en daar van waarde blijkt te zijn op verkie zingstournees, juist omdat hij een beroemd schrijver is. De kring schrijver-politicus-schrijver was gesloten, er viel niets meer over te schrijven. Het moet deze constatering ge weest zijn, alsmede een onvrede over politieke verwikkelingen rondom Willy Brandt en een strijd birineh de SPD, die Grass op een spoor terug naar het ver leden hebben gezet. Het resultaat is een veelzijdig, soms overdadig, bijna altijd meeslepend werk, dat nu niet dertig jaar belicht (zoals in Die Blechtrommel, 1924-1954) maar 5000 jaar van onze westerse beschaving. Een onsterfelijke fi guur, die velerlei gedaanten aan neemt, vertelt aan een vrouw zijn avonturen, gemeten over 5000 jaar. Zij heet Ilsebill, zoals de huistiran uit het sprookje Fischer und sin Fru, in het Nederlands populair vertaald als het verhaal van het mannetje Piggelmee. De vis is door de man gered en belooft hem al zijn wensen in te willigen. Aanvankelijk zijn dat de wensen van Ilsebill, totdat die in de ogen van de vis en de man onmogelijk worden. De bot raadt de man aan om een mannenmaatschappij te vesti gen. Oorlogen worden gevoerd door de eeuwen heen, de maat schappelijke en individuele ont wikkelingen blijken een louter Gunter Grass door mannen overheerste maat schappij in de weg te staan. Uit eindelijk laat de bot, moe van al zijn adviseren zonder resultaat, zich enkele maanden voor de oliecrisis vangen door een aantal feministen en kiest voor hen par tij. Protest De roman is onderhuids een protest tegen de tot voor kort onaantast bare rol van de man in de ge schiedenis Die wordt geïllus treerd aan zijn relatie tot vr wen, zoals de Aua kokkinnen de buurt van Danzig (de geboor teplaats van Grass); Wigga (die in de Ijzertijd de derde borst ver liest); Melwina (die in de tiende eeuw een bisschop met een pol lepel de hersens inslaat); Amanda (die in de achttiende eeyw de aardappel importeert en daarmee de Pruisen redt van de honger snood) tot aan Lena dié twee mannen verliest in twee oorlogen en die in 1942 omkomt in een concentratiekamp, nadat zij wanhopig probeerde een honger- rantsoen te redden. Aan de hand van deze enkele voor beelden is duidelijk dat het eten en koken eveneens een grote rol spelen in de roman. Grass gaat zich te buiten aan uitvoerige weergave van recepten. Zorgen voor de fourage, het dagelijks voedsel is een eerste noodzaak om te overleven, een taak die de vrouw van oudsher is toebedeeld. Grass vindt haar belangrijker dan de mannen met hun politiek en oorlogje spelen. Dat dit epos van eten en honger lijden, van een strijd tussen man nen en vrouwen, in feministische ogen niet geheel met instemming ontvangen hoeft te worden be wijst de redactie van het mili tante vrouwenblad Emma dat schreef .dat Grass vroeger de vrouw onder de rok zat, terwijl hij nu bij haar op schoot is gaan zit ten. De agressie zal wel te maken heb ben met het laatste gedeelte van de roman, waarin de bot voor een vrouwentribunaal wordt ge daagd. De beschrijving van dit tribunaal zet vele pleidooien voor de vrouw in een ironisch getint daglicht. Grass heeft zijn nieuwste roman de voortzetting genoemd van een politieke crisis. Politiek en kunst zijn in de Bondsrepubliek voort durend met elkaar in strijd. Van een samen optrekken, als tijdens de hiervoor genoemde verkie zingstournee van de SPD is met een Berufsverbot geen sprake. Door zijn tocht door de eeuwen heen heeft Grass zijn manier van geschiedschrijving gegeven met als resultaat het aloude: niets nieuws onder de zon. En zijn ge schiedschrijving is literatuur ge worden zonder een nadrukkelijk politiek engagement. Het is aan de lezer om tussen de duizenden regels door zijn eigen engage ment met deze nieuwe Grass te vinden. Gunter Grass: Der Butt. Luchter hand, Darmstadt, 1977. DM 34,-. WIM HAZEU

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 29