Herman
van
Veen
bijt in
handtas
Toon
Hermans
weigert
optreden
voor
motorclub
Lezen in het verleden van het Nederlands
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1977
EXTRA
PAGINA 17
Die Toon Hermans toch. Heeft
de Motorclub Assen en Omstre
ken hem gecontracteerd voor het
toch niet geringe bedrag van
1850,- en dan weigert de heer
Hermans (dat „heer" kaïi ik ge
voeglijk weglaten, aldus club
voorzitter HWijnbergen) om op
te treden otndat de zaal hem niet
aanstaat. .Als deserteur heeft
hij Assen verlaten", zeggen de
leden van de motorclub. Toon
Hermans blijft bij zijn mening
dat hij het onverantwoord vond
om op te treden in een zaal vol
tafeltjes met koffie, koeken, as
bakken en met een hoempa
orkest achterin.
de Candt, Wim Landman, Yoka Be-
retty en van al die anderen die ook
wel eens kleintjes in de kunst heb
ben gedaan?
Niet interessant, ook niet curieus,
zo nu en dan zelfs niet (meer) om
aan te horen. Maar de collecties
overdrukken uit plakboeken van
bekende artiesten, als extra in de
platenhoezen vastgeniet, com
penseren de verveling van dat te
veel weer. In het eerste album wa
ren het nog hoofdzakelijk krantek
nipsels die ter herlezing werden
aangeboden. Dus allemaal tekst die
ooit al eens publiekelijk was ge
weest, grappig, maar niet met de
spanning van „moet je nou eens-
lezen".
Saillante brieven
In album twee en drie is dan heel
wat kostelijker materiaal te vinden.
Zo heeft de heer W. Duys een aantal
saillante brieven uit zijn archief af
gestaan. Brieven waarin de heer W.
Duys er zo nu en dan niet zo best
afkomt. Waarom hij ze dan toch ge
geven heeft aan Peekei? Veronder
stelling I: sommige bewoners van
het Land der Bekende Persoon
lijkheden huldigen de opvatting
dat het publiek ze misschien nog
wel aardiger gaat vinden als ze ook
hun miskleuntjes (c.q. miskleunen)
exposeren. Veronderstelling II:
Duys toonde zich een sportief le
verancier. (Doorstrepen wat niet
gewenst is).
Twintig jaar geleden. Maar toch al
tijd aardig om zo'n krantebericht
over Toon of over welke andere ar
tiest met een verleden dan ook, ont
stoft te zien.
Van de in totaal zes platen-albums
die Han Peekei voor de maat
schappij Bovema zal samenstellen
als „een kroniek van 15 jaar klein
kunst en kabaret" zijn er nu drie uit.
Driemaal een fraaie klaphoes, met
op de rug een ringband opgedrukt.
Dat er in die hoes twee platen gevat
zijn. zal de belangstellende consu
ment veel meer interesseren dan
het feit dat er in die hoezen ook
steeds iets als een plakboek is ge
voegd.
Peekei doet ongelooflijk veel
moeite om zijn hele kroniek-in
geluid zo compleet mogelijk te
krijgen. En juist dat alles, alles wil
len laten horen maakt 't luisteren
wel eens vervelend. De allereerste
liedjes van Jaap Fischer, Gerard
Cox, Dimitri van Toren, „vroeg"
werk van Kan, Hermans, Sonne-
veld, opnamen van studentencaba
rets die de theaterwieg van Paul
van Vliet, Liselore Gerritsen, Rinus
Ferdinandusse vormden, zijn na
tuurlijk allemaal alleen al als cu
riosa aantrekkelijke geluiden uit
een vroeger dat nog niet zo ver
voorbij is. Maar wat is er nu nog
bijzonder aan de eerste en meestal
meteen ook laatste stappen van een
Annemarie Oster, Armand. Antoon
ONlv
Uit'het plakboek van Herman
Maar lees even mee in de brief die
Wim Sonneveld op 20 juni 1966
schreef aan Duys, toen (ook) nog
directeur van de platenmaatschap
pij Iramac. Duys had Sonneveld
het eerste schijfje van ene Martine
Bijl ter beluistering toegestuurd.
SONNEVELDEnfin, ik heb de
plaat van Martine Bijl gehoord en
als ik zomaar een kritiek moest le
veren zou ik zeggen: er is bijna
niets goeds in dit genre in Neder
land, dus het is goed, beschaafd.
Maar als ik scherpe kritiek moet
leveren die je dan maar, als je kunt
niet aan iedereen moet overbren
gen dan zou ik zeggen: juist dat
beschaafde irriteert me hier en
daar. Ze zingt geweldig aardig, de
opnamen zijn zeer goed, de bege
leiding goed, de vertalingen soms
heel slecht, de liedjes van Van der
Molen keurig, in het kort een pre
mature plaat, zonder dat er mee
gedaan is wat er mee gedaan had
kunnen worden: meer kritiek, een
aanpassing van de artiest aan de
tekst, meer variatie in het bren
gen. En die inleiding van jou aan
de achterkant valt voor mij in de
zelfde klasse als je toespraak tot
Lia (Dorana, tijdens een Grand
Gala du Disque - red.) en de smart
lap (Wilhelmus) die je zong met
Briels. Dat vind ik eenvoudig
weg beneden jouw stand
Talent
DUYS antwoordde een maand la
ter dat hij Sonneveld's kritiek kon
delen, maar: „...wij zagen en zien
in haar toch een opmerkelijk ta
lent en omdat we coute que coute
aan de Edison-inzending wilden
meedoen lieten wij deze LP zo snel
mogelijk van stapel lopen. Het
meisje zat bovendien vlak voor
haar overgang naar Gymnasium
VI en kon dus alleen maar in de
paasvakantie 12 nummers aan de
band toevertrouwen. Het geheel is
dus een tour de force geworden en
dat is hoorbaar. Zij zelf is slechts
met drie van de 12 liedjes geheel
content, met name de Makelaar
van Schagen, waarvoor onderge
tekende anoniem de tekst four
neerde omdat Van der Molen niet
verder kwam dan het eerste cou
plet...".
Frappant is ook de brief die Wim
Kan indertijd aan platendirecteur
Duys schreef. Kan had banden ont
vangen, waarop opnamen uit en
kele van zijn voorstellingen waren
geselecteerd en gemonteerd tot een
geheel dat een plaat zou moeten
worden. WIM KAN .....Nou ken ik
niet meer", ben zo bekaf van al die
rotbanden. Red maar dat je er echt
iets moois van zult maken en an
ders - hoe jammer ik het ook vind -
maar wachten tot we allemaal een
beetje meer tijd hebben. Beter geen
plaat dan een rommelding waar
niemand mee is gebaat!"
Tour de chant
Van een geheel andere kracht is de
brief die ALEX DE HAAS aan
Duys deed toekomen, naar aanlei
ding van de aankondiging-van een
„tour-de-chant" van Therese
Steinmetz in Duys' „muziek mo-
zaiëk" Bedenk de stem van Alex de
Haas erbij, zie het vingertje om
hoog en lees: „Geachte heer! Er
zijn in Nederland geen DRIE maar
misschien wel DRIEËNVIJFTIG
dames die een tour-de-chant bren
gen. Tour-de-chant duidt in de
Franse variété - waar het woord
vandaan komt - de taak aan welke
tussen de acrobaten, de gooch
elaars en de koorddansers, ver
vuld wordt door een optredende
zanger of zangeres. Het betekent,
en het woord zegt dat duidelijk: de
zangbeurt. Het heeft NIETS te
maken met een avondvullend
solo-optreden, een one-man- of een
one-woman-show. Als Franse
sterren een gehele avond alleen
optreden gaat dat onder de aan de
concertpraktijk ontleende titel
RECITAL...".
Brieven en andere geschriften die
nog niet eerder publiekelijk wer
den. Al zijn ze van jaren her, ze
prikkelen toch de nieuwsgierig
heid. Wat deed Herman van Veen in
1969 in godesnaam met de tas van
mevrouw J. J. M. Robholz-Olthoff?
„Reeds geruime tijd geleden is ons
ter kennis gebracht dat de cabare
tier Herman van Veen tijdens zijn
optreden in de voor het seizoen
1986/1969 door onze stichting ge
organiseerde cabaretserie schade
heeft toegebracht aan uw handtas,
door daarin een afdruk van zijn
gebit achter te laten..."
S. Gaaikema
Terug naar weer twintig jaar gele
den. Om precies te zijn naar 20 de
cember 1957 toen jongeman S.
GAAIKEMA De Sitterstraat 32, te
Groningen aan Wim Kan schreef:
„Zeer Geachte Heer Kan, Mis
schien herinnert u zich, dat U on
geveer een week na de premiere
van „Engelen en Spoken" mij een
onderhoud hebt toegestaan,
waarin ik uw kritiek vroeg over
enkele door mij geschreven lied
jes, o.a. over de Mona Lisa. Daar U
mij toen beloofd hebt, dat ik het
volgend jaar bij de repetities van
uw volgend programma mag
„hospiteren", heb ik ongeveer een
maand geleden uw huis gebeld
met het verzoek tot nog een on
derhoud. Uw vrouw zei toen, dat
verreweg de makkelijkste oplos
sing was U dit te vragen, wan
neer U in Groningen optrad...".
WIM KAN: "Beste Heer Gaai
kema! Vindt U het heel erg als ik U
eerlijk zeg, 'k ben zo moe (nog
steeds). Ik ben eergisteren pas
weer in het land gekomen. Er ligt
een stapel post die aan de Mont
Blanc doet denken. Ik moet nog
steeds teksten maken voor Nieuw
jaar in Amsterdam. Zou ik het on
derhoud nog even uit mogen stel
len? Wees niet boos, maar wel
even goed: gegroet, steeds gaarne
(maar nu nog even niet), uw-
Wim Kan".
Enorme meiden
Rotterdam kriigt van WIM SON
NEVELD nog even een lesje als hij
in de laatste alinea van een brief aan
Alex de Haas meldt: „In mijn her
innering was Rotterdam vroeger
een stad met enorme meiden. Ze
liepen ook uit om enorme meiden
op het toneel te zien. Nu is de stad
zelf zo enorm dat ze door de ge
bouwen de meiden niet meer-
Tenslotte naar het Leids Studenten
Cabaret, dat in 1960 zelfs ver weg in
Suriname optrad. De Ware Tijd,
dagblad te Paramaribo meldde:
„Het gezelschap bestaat uit Carla
v.d. Berg, Floor Kist, Kay v. Oven
en... Paula van Vliet".
En naar aanleiding van een voor
stelling van de toen nog even jonge
als studentikoze Paul van Vliet en
de zijnen, deed het dagblad Nieuw
Suriname een recensie verschijnen
onder de kop „Genotvolle avond
van het Leids Studenten Cabaret".
Uit de recensie: het podiumtrio,
een lange en een korte kerel en een
aardig juffie daartussen gaf afwis
selend zang, toneel en voordrach
ten, terwijl ook solo's en duetten
niet ontbraken. Lachend, klap
pend, schaterend reageerde en in
terrumpeerde het publiek op de
uitgebrachte mopjes, de komische
stukjes en de leuke liedjes van het
trio. Of laten we liever zeggen het
kwartet, want de pianist liet ook
uit zijn instrument de komische
noot horen".
„Bij een aantal mensen zie je het
direkt: die hebben ideëen en die
komen er uit ook. Want ze krijgen
de kans ervoor, er wordt naar ze ge
luisterd. Maar de meeste mensen
krijgen die kans niet, door tal van
oorzaken.
Op school moesten ze altijd netjes
met de armen over elkaar zitten
luisteren, vooral bij de huidige ou
dere generatie was dat vaak het ge
val. Want het schoolsysteem van
vroeger deed geen beroep op de
creativiteit van de leerlingen, die
moesten alleen maar proberen de
dagelijkse portie informatie zo
goed mogelijk te memoreren."
„Wie het beste geheugen had kwam
in dat oude systeem het verst, daar
zie je nu in het bedrijfsleven nog
geregeld de naweëen van. Want ook
,in de maatschappij is het lange tijd
zo geweest dat de hiërarchie be
lemmerend werkte op de ideëen en
de initiatieven kwamen vaak niet
van de grond omdat het lagere ka
der eenvoudig niet durfde."
„En tenslotte heb je de huiselijke
omstandigheden als remmende
fakton autoritaire ouders die niet
geneigd zijn naar hun kinderen te
luisteren, waardoor heel wat ver
rassende gezichtspunten onuitge
sproken blijven. Maar één ding
staat voor mij als een paal boven
water ieder mens is in wezen crea
tief'.
„Of hij nu jong is of oud, man of
vrouw, dom of slim, dat doet er niet
toe. Immers, juist in zijn vermogen
tot denken en creëren onderscheidt'
de mens zich van de andere levende
wezens op aarde. Alleen, hij moet
zich van zijn eigen capaciteiten be
wust gemaakt worden."
Optimistisch
Bemoedigende, wellicht zelfs iets
te optimistische woorden van dr.
W. Th. Seegers, de eenmans-
animator van de Stichting Bevor
dering Creatief Denken in Soest.
Door Alexander
Münninghoff
Hij geeft grif toe dat zijn leeftijd (75)
de voornaamste aanzet is, sinds zijn
pensionering, om het bij de meeste
mensen braakliggende gebied van
de creativiteit aan een nadere ver-
Renning te onderwerpen.
„Want ik verdom het om de rest van
mijn leven niks te doen. Het is een
fabeltje dat je op zekere leeftijd te
oud zou zijn om voor de maat
schappij nog enig nut te hebben.
Iemand als Goethe, die schreef zijn
Faust toen hij over de tachtig was!
En er zijn nog veel meer van zul
ke voorbeelden."
„Daarom protesteer ik ook altijd als
besturen van bejaardencentra, als
ik ze aanbied een lezing over crea
tief denken te komen houden, te
gen me zeggen: "Erg interressant,
die lezing van u, maar onze mensen
zijn er te oud voor." Dat betekent
datje de moed al hebt opgegeven,
en dan ben je inderdaad op slag
stokoud".
„Maar er zijn ook mensen van on
der de dertig die al gecapituleerd
hebben, die eenvoudig niet meer op
de gedachte komen aan de be
staande omstandigheden nog iets
van zichzelf, een eigen vinding, toe
te voegen. Die zijn dan oneindig
veel ouder dan iemand van 65, die
nog zijn best doet op nieuwe ideëen
te komen".
Alles goed en wel, maar hoe bereik
je de meerderheid die geneigd is
om op het werk en in het gezin de
zaken voor gezien te houden, die
met het klimmen der jaren de ogen
steeds moeilijker open kan houden
en die, eenmaal op een bevredige
nde post in het bedrijf beland, ie
dere poging tot vernieuwing als een
gevaarlijke aanslag op de eigen po
sitie ervaart?
Dr. Seegers: „Ik geef toe, ideaal is
de huidige situatie niet. Als het
goed is moet een bedrijfsleider zijn
mensen opleiden om het werk goed
te doen en daarnaast moet hij ze in
spireren om dat werk ook nog eens
lollig te vinden, maar daar zie je in
de praktijk niet zo gek veel van te
rug. Hoewel het naar mijn idee be
slist zo is dat de huidige twen
generatie veel meer kansen heeft
gehad om de eigen visie over het
voetlicht te brengen, eenvoudig
omdat de scholen en de opvoeding
thuis minder autoritair zijn gewor
den."
„Dus dat komt
misschien nog wel uit. Daarbij
komt dat heel veel bedrijven een York
aparte cursus creatief denken in
huis hebben voor het eigen person
eel, dit in navolging van Amerika
waar dat al vrij lang bestaat. Zelf
gevolgd
aan de staatsuniversiteit van New
Buffalo. Het duurde een
volle week, en je werkte er keihard
aan, van 's morgens acht tot's a-
vonds acht".
„Die leergang heeft geweldige ind
ruk op me gemaakt, vooral de oefe
ningen die je moest doen en die je
'zonneklaar aantoonden datje op de
meest verrassende ideëen kunt
komen als je je er maar toe wilt zet
ten. „Bedenk zoveel mogelijk toe
passingen van een paperclip", was
bijvoorbeeld zo'n oefening. Er wa
ren cursisten bij die wel veertig va
rianten vonden, die weliswaar niet
allemaal even bruikbaar waren
maar daar gaat het ook niet om".
„Dat is namelijk een van de dingen
die de mensen verkeerd doen in dit
verband: zij leggen zichzelf een rem
op, onbewust, omdat ze er van uit
gaan dat wat ze verzinnen „toch
niks" is. Maar je moet omgekeerd te
werk gaan: de vreemdste dingen
zijn best nog de moeite van het
toetsen waard, je moet beginnen
met een zo groot mogelijk arsenaal
van invallen en ideëen daarna pas
moetje gaan schiften."
Een paar suggesties uit de cursus
van dr. Seegers: Noteer uw invallen
ogenblikkelijk in een zakboekje.
Hoeveel waardevolle suggesties
zijn er niet verloren gegaan omdat
die flits van helderheid niet werd
opgeschreven? U moet u afwennen
tevreden te zijn met de dingen om u
heen en vooral met uw werk. Ak-
tieve, produktieve ontevredenheid
is de motor voor veel nieuwe ge
dachten en inzichten geweest. Pro
beer ook eens met andere mensen
gezamenlijk te brainstormen. Vaak
is getweëen creatief denken erg ef
fectief gebleken" (de cursus noemt
als voorbeelden o,a. het echtpaar
Curie enVan Gend en
Loos!).
Roomijs
En tenslotte: „Maak er een ge
woonte van dagelijks een kwartier
tje uit te trekken voor bewust crea
tief denken. De boom die u daar ziet
staan, die honderdjarige eik: pro
beer u zijn ontwikkeling fase na
fase voor te stellen." En een andere
opdracht: „Probeer de ontwikke
ling van roomijs te beschrijven".
Enzovoorts, de dingen en situaties
om ons heen leveren eindeloze va
riaties op voor overpeinzingen in
het creatieve, niet statische vlak.
Maar is het nadenken over 38 theo
retisch mogelijke aanwendingen
van de puntenslijper niet puur tijd
verlies, vragen wij aan dr. Seegers.
Hij is daar heel beslist over: „Nee,
zeker niet. De meeste mensen ge
bruiken maar een laag percentage
van hun hersencapaciteit, de rest
gaat verloren met suffen. Dan kun
je veel beter je oefenen in gedach
ten die nog niemand ooit heeft ge
had".
„Goed, de meeste bedenksels lei
den later tot niets, maar je hebt dan
tenminste de voldoening dat je een
poging gewaagd hebt. En meer
nog: je gaat er mee door, de motor is
op gang gekomen. Dat type mensen
heeft in het verleden de wereld hel
pen veranderen en dat zal altijd zo
blijven."