GERRIE MUHREN IS BLIJ MET BETIS 7 k - noga/ gieng. Een rondje geven in een ik z ie ZATERDAG 13 AUGUSTUS 197 Hij rijdt in een afgetrapt „eendje" zonder bum pers, van buiten overheerst de roest, van binnen is het een onbeschrijflijke wanorde van vergeelde flarden Vrij Nederland; een wat studentikoos in terieur dus, ware het niet dat de door kleffe be tweters volgekalkte afleveringen van Voetbal In ternational duidelijk lichtelijk detoneren. Frank Kramer demonstreert zijn geringe eerbied voor het gezag, door veel door rood te snorren op weg naar een bevriende tandarts Mokt lichtelijk: „Zelfs met zo'r» auto zitje verkeerd. Want, het is gebruik in de Nederlandse voet- balwereld dat je na het tekenen Ivan een nieuw contract onmid dellijk een fonkelnieuwe blikken jas laat aanmeten. Nou dat heb ik altijd verrekt. Vroeger bij FC Amsterdam kwam ik altijd op de j Fiets, later dus met deze eend. Nou, dat was verkeerd. Frank f Kramer moest zo nodig weer op- vallen. Terwijl het er eigenlijk op r' neerkomt dat ik auto's zonde van het geld vind". Vertrouwelijk: „Ik ben nogal gie rig. Een rondje geven ergens in een cafe, ik zie er niets in. Een rondje geven terwijl er iemand bij staat die ik niet mag, is ronduit een ramp. Zo iemand sla ik ge woon over. Jij krijgt niets, zeg ik dan. Bij Telstar deed ik dat ook 5 met die twee gasten die me uit het 6 elftal wilden hebben. Stom na il tuurlijk. Je kan ze beter stroop om de mond smeren. Maar dat kon ik niet opbrengen. Net zoals met dat scheren. Overal waar ik gevoetbald heb tot nog toe kreeg ik aanmerkingen als ik de stoppels even liet staan. Het was een koud kunstje geweest de barbier te stappen. Maar dan ik. Alleen, ik kan het niet zo vaak opbrengen. Tegen Ajax, ja, tegen Feyenoord, ja, maar dan heb je het ongeveer gehad, ik heb publiek nodig en er mag niets t'e- gen zitten. Een zeer plekje op m'n teen, een beetje regen, en weg is Frank,tweemaal drie kwartier- lang". Je kan met Frank Kramer alle kan ten op. Hem rustig laten zeggen dat hij toch eigenlijk nog wat meer getalenteerd is dan het fe nomeen Pele. Je kan hem laten zeggen, Piet Keizer, wie was dat ook alweer, ook een linkerspits- geloof ik. Hij wil best roepen dat hij van uit stekende familie afstamt, dat hij eigenlijk, maar dat moet geheim blijven, van koninklijke bloede'if Kramer, eerlijk: „Kijk. vroeger paste ik me altijd aan aan de in terviewer. Zei ik zo ongeveer wat ik dacht dat die leuk zou vinden. Zijn er toch wel de meest waan zinnige verhalen over me in om loop gekomen". Door Pim Stoel ik deed het niet" Middelmaat Om te provoceren Kramer, na denkend: „Het zou kunnen". Dan een tikje opstandig: „Als je in die voetbalwereld maar even anders bent moet je opkrassen. Ja, niet als je Cruyff bent en wekelijks de sterren van de hemel speelt. Maar wel als je zoals ik in de middel maat verkeert". Een grote verrassing. Diezelfde Frank Kramer, wiens gevleu gelde uitspraak dat hij achter Cruyff en Van Hanegem als goede derde meefietst, al jaren nagalmt, bekent nu kleur en zegt een middenmotor te zijn! Kramer, haastig: „Ja kijk eens, als ik goed speel is er niemand betér Clown Een tikje spijtig: „Ik heb daar toch nadeel van ondervonden. Grote clubs schrokken zich stuk als ze mijn naam hoorden. Kramer, die losbol, die dwarsligger, die zui plap, nee, die moeten we niet. Terwijl ik geen druppel drink, nooit, geen sigaret zal o'psteken. Maar ik heb het imago van een clown. Dat beschouw ik niet als helemaal negatief. Ik vind dat een extra dimensie van m'n mens zijn. Maar het heeft me wel eens een plaats bij een Nederlandse topclub gekost de laatste jaren- geloof ik". Hij is geen blijver bij de Neder landse voetbalclubs, net zo min als hij vroeger een blijver op de diverse scholen was, waar hij vijf keer noodgedwongen wisselde - om onzinnige dingen, zoals te laat komen of een extra-vakantie ne men - maar wel slaagde, zowel voor de middelbare opleiding als voor de kweekschool.... Kramen „Ik werd natuurlijk laat prof, toen ik 23 al was, of zoiets, bij Blauw Wit. Toen kwam de fu sie met FC Amsterdam en dat liep niet best af voor mij. Ik herinner me de eerste trainingsdag. We gingen-naar het veld, ik zeg tegen Frits Flinkevleugel, Fritsie, als jij nou die losse goalpalen mee sjouwt dan kunnen we snel be ginnen. Nou, dat wat majesteits schennis. Een nieuwkomer, die zomaar de grote Frits een op dracht gaf. Daar hadden ze nog- nooit van gehoord". Hij deed er de vreemdste dingen.. Schitterde de ene dag als een uniek talent, faalde de andere keer volkomen. Kramen „Als ik de bal heb, moet-ie richting goal. Mannetjes passeren, zoveel mo gelijk. Een tikje terug haat ik". Van de Meent Hij kwam onder de niet begrij pende Pim van de Meent op de bank terecht. Was berucht om zijn grollen. Ging een keer toen hij moest invallen eerst zijn moe der bellen: „Mam, zet de radio maar aan, ik kom er in". Weigerde, in te vallen omdat het zo hard- regende. Zegt nu terugblikkend: „Misschien had ik wel een echt grote voetbal ler kunnen worden. Maar dan had ik beter begeleid moeten worden. Niet op de Van de Meentmanier. Die stelde me dan niet op, zonder te zeggen waarom. Om me een lesje te leren. Maar ik leerde niets. Ik wist toch niet waarom ik niet mee mocht doen. Hij was het type trainer dat riep, ik heb toch alles aan die jongen gedaan. Dat alles was dan zegge en schrijve twee uurtjes speciale training. Meer- niet". Toen werd Frank Kramer uitge leend aan MW. „Dat ging ook leuk. Ik vroeg aan meneer Stoop, wat zal ik voor salaris vragen daar, want ja, wist ik veel. Hij dacht diep na en toen zei hij, nou Frank jong, je moet het beslist niet voor minder doen danEen schandelijk laag bedrag. Maar Stoop was bang dat ik te veel zou vragen en dan zou hij naast die 15.000 gulden huur zitten die hij voor me zou vangen van MW." Van MW leek het AZ te worden. Kramen „De toenmalige pen ningmeester bood me een vrij laag contract aan. Ik zei, meneer, ik heb een aanbod van de Luf thansa om daar steward te wor den en dan krijg ik evenveel als bij u. Hij zegt, jongen mag ik je een raad geven die ik ook aan mijn eigen zoon gegeven zou hebben: ga jij maar lekker vlie gen. Dat heb ik altijd gewaar deerd. Nou, toen heb ik een jaar gevlogen. Prima". De dokter Glimmende ogen: „Lekkere ste wardessen. Niet altijd maar wel vaak. Natuurlijk concurrentie van de captain en de co-pilot. Maar bij mij is het altijd zo: of ze vallen op me, direct, of ze vallen niet op me en dan wordt het na armate ze me beter leren kennen helemaal nooit meer wat. Van de zomer heb ik nog een paar keer ingevallen bij de Lufthansa. Naar Athene een keer. Heb ik dr. Fadr- honc opgezocht. Leuk". Hij^doet de doctor feilloos na: „Ik vertelde hem dat ik waarschijn lijk voor A VRO's Sportpanorama ga werken voor de televisie. Hij zegt, goed, goed, prachtig. Weg met die Jesse's en die Verhoef s. Vakmensen aan het roer. Ik denk nou, als hij voor v'akmansen is, dan wil hij misschien mij wel in zijn elftal. Dus ik zeg, hebt u geen goede linksbuiten nodig. Woe dend werd hij. Ik schrok me ka pot. Wat ie nou krijgen, dat komt maar met de vliegtuig naar At hene en dat denkt dan, die doctor ruimt wel plaatsje vrij... Hij gooide me zowat de auto uit". Hij was werkloos op dat moment, omdat Telstar weinig meer in hem zag. Frank Kramer, mild te rugblikkend: „Toen ik er twee jaar geleden kwam leek alles koek en ei. Ik' speelde goede wedstrijden, het publiek mocht me. Maar in het elftal zaten er een paar die voetbalden er al hon derdduizend jaar. En die konden het niet hebben dat veel van de publiciteit naar mij ging. Die ergerden zich kapot aan mij. Die zijn gaan stoken. Mijn trainingspak was te vies, mijn haar te lang, ik schoor me niet, op de feestjes danste ik met hun vrouwen, ja, moet je rekenen, mijn eigen vriendin was er bij, nou die is zo jaloers als de pest en die had niets verkeerds opge merkt. Nou, toen kwam die opstand tegen Castenmiller, iedereen was tegen hem, dus ik was voor hem. Tens lotte, hij had me naar Telstar ge haald. Daarbij, het was geen. slechte trainer. Iets te zacht, iets te netjes, Frankje, je boordje zit verkeerd. Frankje, haal je kousen op, maar verder een honderd procent kerel. Koken Castenmiller dus af en die Petescu hierheen. Ik had al bij geruchte vernomen dat hij een nieuwe linksbuiten zocht. Ik naar hem toe. Nou,.daar was niets van aan. Ik was een moeilijke jongen, prachtig, hij was dol op moeilijke jongens. Ik moest blijven die ik was. Hij zag het helemaal in. Kreeg ik mijn contract thuisge stuurd en verdiende ik plotseling maar 15.000 gulden in plaats van 30.000 gulden. Nou, dat vond ik te gek. Ik heb niet veel nodig, ik voetbal voor m'n plezier, maar ik haat bijvoorbeeld koken en mijn vriendin haat dat ook. Die is violiste, die zit in haar laatste conservatoriumjaar, die ziet het met achter de potten en pannen. Ik koop elke morgen een broodje haring en een broodje krab, 's middags idem-dito, 's avonds eet ik ergens een hapje en dat koste me zo'n 800 tot 1000 gulden in de maand, dus dat nieuwe con tract was gewoon veel te laag om van te leven. Maar, ze wilden me duidelijk lozen. Ik naar Ton Zwikstra. Ik zeg, wat maak je me nou. Hij zegt Frank, dat doe ik niet, dat doet de train er. Onzin natuurlijk, want hij wikt en hij beschikt bij Telstar, al is zijn invloed de laatste tijd wat tanende. Ik heb de zaak toen even op z'n beloop gelaten en be- n gaan vliegen". Grinnikend: „Toen kwam ik terug en toen dacht ik, ach misschien komt het allemaal nog wel goed, ik wip even bij Telstar langs. Ik de kantine in. Ik zeg tegen die kantine-baas, hallo vriend, het zal wel niets worden met mij bij Tels- tar het komend seizoen. Ik hoopte dat hij toen zou zeggen, •ben je gek Frank, kop op, we gaan er weer vol tegenaan het volge nde seizoen. Maar hij zei: Ja Frank, maar ja dat heeft er altijd wel in gezeten natuurlijk he. En daar stond ik dan. Gelukkig kan ik er de humor van inzien. Melkboer Hoe vind je dit verhaal. Ik lach me rot als ik het vertel. Die eend van mij is de 100.000 al gepasseerd. Die begint van de winter steeds rotter te lopen. Dan komt er elke' ochtend om kwart over acht een melkboer bij me langs. Een aar dige, stipte kerel. Hij duwt dus evefï om de motor aan het lopen te krijgen. De volgende dag weer. De daaropvolgende dag weer Maar het wordt kouder en die ke rel moet steeds verder duwen. Op het laatst moeten we helemaal de hoek om voordat-ie loopt. Hij hijgen. God, meneer Kramer, zou je niet eens een r pen. Ik zeg, die accu is best. En wat doet die man na twee weken. Hij verlegt zijn route. Hij zegt niet, meneer Kramer krijg de pestpleuris met je aftandse eend, duw hem zelf. hij verlegt zijn rou te. Hij komt tegenwoordig ni. al tijd om vier uur's middags lar.gs. Daar kan ik me om bescheu- Hij hoopte op een contract bij AZ. Frank Kramer „Wees eerlijk. Als een jongen als Van Deinsen acht ton moet kosten voor Feyenoord, terwijl ik voor 25 mille te koop ben, dan is dat toch een wanver houding. Ik zeg niet dat ik beter ben dan Van Deinsen, maar ik ben zeker niet slechter. Ik neb al tijd in mijn contract op laten ne men dat ik voor 25 mille weg zou mogen. Nu weer bij Volendam. Gewoon uit principe, omdat ik niet wil dat er aan me verdiend wordt. Vraag het aan Van Hane gem. D'ie heeft tegen Molenaar gezegd jongen, koop Kramer, dat is een gelegenheidskoopje voor gce mille, hij is pas je kan nog jaren plezier van hem hebben. Maar Molenaar zag het niet zit ten." Berustend: "Jammer, maar toen kwam Volendam. En dat. vond ik leuk. Kijk. als 2e dit jaar in de eredivisie blijven is dat al een succes. Het is een apart clubje en dat staat me aan." Hij draaft nu door: "Ik heb heb een contact voor twee jaar. Gaat het goed, ach, dan verlengen we dat, dan ben ik met 31 jaar toch een van de oudste voorhoedespelers van Nederland". Maar dan moet-ie zich wel scheren, naar de kapper gaan, een nieuwe auto kopen, op tijd op de trainin gen zijn, niet meer opvallen, ziclj aansluiten bij de zwijgende meerderheid. Frank Kramer knikkend: „Misschien is de tijd er rijp voor. Maar misschien ook- niet VOLENDAM daar waar het ge roezemoes van het internatio nale toerisme niet doordringt. Muhren: „En toch doe ik het zo niet meer." Vragend gezicht van de bezoeker, Muhren weer „Dit is het huis van mijn schoonouders, die met vakantie zijn. Maar vorige week zaten we in het huis van een zus van Grie tje. En volgende week wanneer mijn schoonouders terug zijn, trekken we bij een broer van mij in. Maar volgend jaar ga ik ge lijk naar Drente. Daar heb ik een vakantiehuisje." Vorig jaar is hij naar Spanje ge trokken. Aanvankelijk vervuld van zorgen, want een Volen- dammer heeft moeite met de Flamingodans. Allengs meer keerde het jaren geleden verlo ren gegane plezier in voetbal echter weer. De rest kwam van zelf. Hij: „Voetbal bestond niet meer voor me. Het was mijn be roep, maar meer ook niet. Een soort verplicht figuur om je brood mee te verdienen. Stuk eigen schuld, denk ik. Ik ben geen prater, uit me doorgaans moeilijk. En iedere keer nam ik me thuis voor om vrijelijk ovër mijn problemen te praten. Eenmaal bij Ajax in de kleed kamer klapte ik echter weer dicht. Een voetballer moet niet langer dan vier, vijf jaar bij een topclub zitten. Dan moet-ie weg. Uitzien naar een andere werkgever. Onherroepelijk dienen zich na zo'n periode de moeilijkheden aan. Je weet te veel. Gaat alles zien. Je ergert je- wanneer je in de keuken* kijkt. Manipulaties met trainers, die wegmoeten. Noem rpaar op. Hulshoff heeft zich dat ook zo- aangetrokken. Kijk naar Van Hanegem. Bij AZ hebben ze" geen kind aan de kromme. Daar komt bij dat je na drie gewon nen Europa Cups moeite- hebt met motivatie." Daar heeft hij thans geen hinder van? Muhren: „In tegendeel. In Spanje staat voetballen primair. Taktisch is het allemaal een stuk minder, maar ik voel me happy. Onze trainer zeurt niet over wie Cruijff moet bewaken, wanneer we tegen Barcelona spelen. Het is ontspannender, er wordt veel meer aangevallen, minder gedoelpunt. Een Sliding, kennen ze praktisch 'niet. Het klinkt gek, maar ik sta bij Betis Sevilla bekend als hard. Enkel en alleen omdat ik soms een sli ding maak. Het is meer show. We beginnen altijd te laat. Soms twintig minuten. Voor elke wedstrijd gaan beide elftallen op de foto en er is altijd wel een voetballer die gehuldigd wordt.' Neem je als voetballer het kind op je arm en poseert voor het familiealbum. Soms wordt het veld betredèn door hele trou werijen. Weer een elftalfoto met bruid en bruidegom tussen de spelers in. En de scheidsrechter wacht af. Als iedereen weg is- gaan we voetballen." "Maar zou zo'n showelement het Nederlandse publiek bekoren? Muhren: „OaL. weet ik niet Persoonlijk echter heb ik weer plezier in voetballen. Ik hoef geen vent meer achterna te ren nen. Heb evenmin hinder van' een tegenstander die op mij let in plaats van op de bal. Sportief gezien gakt het eveneens prima. Een vij plaats gaf aï recht op deelname aan UEFA Cup voetbal. Als een kind zo blij wa ren ze. Nooit in de geschiedenis deed Betis Seville mee aan de Europa Cup. En nu is het zelfs de Europa Cup 2 gewórden. In Spanje mogen buitenlanders niet meespelen in de nationale bekercomtfetitie. Zonder dat ik er toe heb bijgedragen heeft Be tis nu die beker gewonnen". Hij is 31 jaar, na een Spaans sei zoen nog twee jaar bij Betis on der contract. Impliceert dat dat Volendam nooit meer een be roep op hem zal kunnen doen? Muhren: „Een contract stelt weinig voor in Spanje. Maar of ik mijn carriere bij Volendam afsluit weet ik niet. Ik leef wel mee. Elke zondagavond bel ik op om te vragen wat Volendam heeft gedaan. Ik zie Volendam er trouwens niet orimiddelijk weer uitvliegen. Doorgaans handhaaft een gepromoveerde club zich redelijk in het eerste seizoen. Pas daarna komen de moeilijkheden. Bovendien, in jo'n dorp wemelt het doorgaans van de gulle gevers. Twente vraagt vier ton voor mijn broer Arnold. Ik'denk dat het geld in een paar dagen binnen zou zijn, wanneer ze de helft zouden vra gen." Muhren junior. Schopt drie tur ven hoog buiten monotoon de bal tegen- en muur. Hij verte derd: „Zit er helemaal in. Hoeft van mij niet zo nodig voetballer te worden, net als zijn vader. Ma^r, toch. Als-ie wil mag-ie." Grietje: „Laatst had Ger een si naasappeldoos op zijn hoofd gezet." Hij interrumperend: „Wat dacht je. Vier van de vijf keer schopte die kleine de bal in de doos. En alles links". Door het venster naar de nog steeds voetballende dreumes turend: „Dat is hem. In '74 werden we gek van hem. Huilen, dag en nacht. Nooit ophouden, 's nachts je bed uit. Later bleek de baby een breukje te hebben. Dat-gaf de doorslag. In die tijd zag ik de voetballerij niet meer zitten. Maar Michels kwam en de WK lokte. Toch trainen, toch proberen je hoofd erbij te hou den. Uiteindelijk heb ik Michels gebeld. Ik zeg: ik kan het niet, ik zie er vanaf. Hij kon me niet op andere gedachten brengen. Ik heb er gëen dag spijt van gehad. Ook niet toen de successen zich opstapelden, toen Nederland voetbalgek werd. De finale plaats heb ik voorspeld. Ik heb ook de titel geprofeteerd. Daar. zat ik mooi naast. Vanaf mij va kantieadres in Zwitserland ben ik naar Munchen gereden om de finale te zien. Kreeg ik bijna ru zie. De mensen, tien wereld voetballers vonden ze. Alleen Wim Jansen hoorde er niet in. Ik zeg! jullie snappen er niks van. Jansen is de beste van al lemaal." De andere Gerrie Muhren. Technisch uitgebalanceerd, stijf links, verbluffend trap- techniek. In- het verleden vaak twijfelend aan zichzelf, thans in Sevilla de man, die aanwijzin gen geefUZegt: „Jammer van Barry. Ik had het graag gegund. Ik weet helemaal niet hoe Barry financieel heeft geboerd bij MW. maar toch. Het is niet zo dat wij uit eigen belang voor Barry hebben gehoopt. Er wordt zo .-snel gezegd dat je zoiets wil om aanspraak te heb ben. Nee, we hadden Barry na zjn staat van dienst graag wat zien verdienen. Aanspraak, ik- zit er niet om te springen. We hebben een schitterend huis. Prive-zwembad, eigen speel- tuintjevoor de kinderen. Noem maar op. En Grietje heeft het naar haar zin, evenals de kinde ren. Hoewel ze vaak alleen is. Reizen, ontiechelijk lange rei zen. Kan je je in Nederland niet voorstellen. Maar wij gaan vrij dags op pad om op zondag avond te voetballen. Vliegen naar Madrid. Vandaar met de trein verder. Soms een hele nacht sporen, maar dan slaap je, want ze bespreken een couchet- nageslacht net weer met alle kracht die in hem is aan het trappen is geslagen. Keert on verwacht terug naar Hulshoff. Zégt: „En waar het op stukliep was Ladinsky. 'Twee buitenlan ders is het maximum. Atilla, die net weer een auto total-loss heeft gereden, zou aanvankelijk - niet lachen - naar Sankt Pauli zijn gegaan. Op hèt laatste mo ment ketste de zaak nog af, waardoor Barry niet kon ko men". Volendam. Dat volgens hem een verschrikkelijk matig seizoen achter de rug heeft maar desondanks promoveer de. Hij: „En net in zo'n slechte periode gaf Steegman er teleur gesteld de brui aan. Tekende een contract voor Zilvermeeu wen. Toen het later toch wéér goed ging, had-ie dat wel weer ongedaan willen maken. Maar deze trainer is een gentleman. amateurclub in de problen/ dreigde te komen. Geluk, ja Vo lendam had',op het beslissende moment veel geluk. Met cjank aan MW, d&t er toe bijdroeg dat Volendam periodekampioen werd toen 'niemand dat voor mogelijk hield. En op de val reep PEC Zwolle beteugelde, waardoor de Heen en Weer Vijf te water kon. Ik zie het niet somber in voor Volendam. Let op, die jongens redden het in hun nieuwe eerste eredivisie- jaar". GER STOLK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 13