Na ontluistering
Mon Père nu ook
sloop
Overdekte
Berucht wier in Leiden
v.d. Water
OPEENHOPING JAPANS BESSENWIER BEDREIGT DE KUST
ZATERDAG 23 JULI 1977
LEIDEN
ANTIEKE EN
STULKLOKKEN
Uw vakadres
Eigen ateliers
De betere kwaliteiten
in de voordeligste prijzen
v.d. WATER
Oud-leraar
Leidse HBS
overleden
LEIDEN - Op 95-jarige leeftijd
is in zijn woonplaats Bennekom
overleden dr. Derk Brouwer,
oud-leraar van de voormalige
gemeentelijke HBS in Leiden.
Het stoffelijk overschot van de
heer Brouwer is inmiddels in
stilte gecremeerd.
Geen drie
maar twee
lokalen gym
LEIDEN - Het Stedelijk Gym
nasium krijgt in het schoolge
bouw aan de Van Brandeler-
kade (van de Rembrandt Scho
lengemeenschap) niet de be
schikking over drie maar over
twee lokalen. B en W zijn op hun
eerder genomen besluit om drie
lokalen beschikbaar te stellen,
teruggekomen.
LEIDEN - De herstelkosten
van de woning Sluisstraat 11,
die enige tijd geleden voliedig
uitbrandde, zijn vastgesteld
op 82.010, zo blijkt uit een be
sluit van B en W. die dit bedrag
zullen uitbetalen aan de Wo
ningbouwvereniging De Tuin-
stadwijk.
Mon Père geweest, die het langst
zijn stempel op het straatbeeld
heeft gedrukt, want deze kerk da
teert uit de 17e eeuw, om precies te
zijn uit 1654 en is een kleine drie
eeuwen "in bedrijf' geweest.
Leiden's toenmalige gemeente-
Door
Ton van Brussel
archivaris Verburgt schrijft daar in
'35 over in het jaarboekje van de
vereniging Oud-Leiden: "Al is de
Mon Père van Onze Lieve Vrouwe
Hemelvaart eene vrucht van de
missie der Fransche ongeschoeide
Carmelieten en alzoo een planting
uit den vreemde, toch is haar stich
ter geen vreemdeling voor Leiden,
doch zelfs uit haar midden voort
gekomen".
Verburgt doelt daarbij op Abraham
Bertius, zoon van de rector van de
Latijnse School en later regent in
het Statencollege. Een strijdlustig
man die tijdens de begin zeven
tiende eeuw in de stad opgelaaide
conflicten tussen twee hoogleraren
aan de universiteit, Arminius en
Gomarus, over de interpretatie van
de predestina-leer, de zijde van de
Arminianen (Remonstranten) had
gekozen. Een strijd die Vestdijk
later inspireerde tot zijn
roman "De Vuuraanbidders".
In '14 werd hij gewoon hoogleraar
in de zedekunde aan de Leidse
Academie, om door de Dordtsche
synode weer te worden afgezet en
uit te wijken naar Parijs waar hij
overging tot de RK kerk. Zoon Ab
raham trok in 1627 het ordekleed
van de Carmelieten aan, met de vu
rige wens naar zijn vaderland te
kunnen terugkeren. Samen met
zijn broer, ook Carmehet, kon hij
uiteindelijk naar Nederland, en
zelfs naar Leiden vertrekken omdat
"de Franschen en Walen aldaar van
biechtvaders en predikers van hun
natie waren verstoken".
Heilige regelen
Aanvankelijk werkend vanaf een
zolderkamertje bij Maria Droogh,
op de hoek Haarlemmerstraat/St.
Jansgrachtje (een steegje parallel
aan de Maria Gijzensteeg, dat bij de
bouw van de Mon Père verdween),
kwam het plan een eigen kerk op te
zetten.
Deze Maria Droogh, weduwe van
Johannes Gael, heeft in de tot
standkoming van de Mon Père een
belangrijke rol gespeeld. Zij was
bepaald niet onbemiddeld en was
van meet af aan één van de belang
rijkste weldoensters van de Leidse
statie van de Franse Carmelieten.
Op het erf achter haar huisje (Haar
lemmerstraat 440) stichtte Bertius
zijn kerk, een gebouw dat overeen
komstig de toen geldende "heilige
regelen" van het oosten naar het
Het interieur van de Mon Père, in hoofdzaak neo-gotisch, met als zeldzaamheid de beschildering i
armenbankjes'', zonder rugleuningwaarvoor geen plaatsengeld betaald hoefde te worden.
i de zuilen. Op de voorgrond de
Zwembad de Overdekte: geen viering van het 40-jarig bestaan.
westen liep en niet zoals de latere
van het zuiden (Oude Vest) naar het
noorden (Haarlemmerstraat).
Maria werd kosteres en voor de snel
groeiende gemeente (met hetzelfde
fanatisme waarmee zijn vader des
tijds de Gomaristen bestreed, won
zijn zoon Abraham nieuwe zielen
voor de Waalse gemeente) werd het
toen gebouwde kerkje al snel te
klein. Uitbreidingen waren nodig
en met geld van Maria Droogh wer
den belendede pandjes aange
kocht.
Op 4 october 1683 overleed Bertius
op 74-jarige leeftijd, een aanzien
lijke reeks door hem geschreven
studies over zijn missie achterla
tend. Zowel aan hem, als aan Maria
Droogh, die kort daarop stierf,
werd de herinnering levendig ge
houden door een tweetal portret
ten, opgehangen in de pastorie aan
de Oude Vest.
Franse revolutie
De bloei zette door onder zijn op-
voLger Firminus de Sancta Maria,
die vier jaar later overleed, magr in
de tussenliggende periode 326 kin
deren doopte. Vermoedelijk vier
pastoors volgden, allen afkomstig
van het Carmelietenhoofdkwartier
aan de Parijse Rue de Vaugirard.
Tijdens de Franse revolutie werd
dat klooster totaal vernield en
daarmee kwam ook een einde aan
de overkomst van Carmelieten naar
Leiden. De Benedictijnen namen
het roer aan de Haarlemmerstraat
over. De kerk was inmiddels wer
kelijk te klein, een nieuwe moest
worden gebouwd.
Uit 1838 dateert het "bestek van
eene nieuw te bouwen kerk met to
ren te Leyden", dat onder meer het
volgende voorschreef: "Alle bouw
stoffen zonder onderscheid moeten
zijn van het allerbeste elck van hare
soort, als: de palen, regte, greenen
mastboomen, groen en versch. Het
timmerhout: versch., gaaf, taai,
hard en droog, zonder groote kwas
ten".
Het bestek gaf ook aan dat het ge
heel op 1 november 1839 klaar
moest zijn, maar dat het verfwerk
wat langer mag duren uren, name
lijk tot de zomer van 1840. De
bouwprijs wordt helaas niet ver
meld.
Toezicht werd gehouden door.de
"commissie ter opbouwing eener
nieuwe kerk voor de gemeente".
Deze zorgde onder meer voor de
keuring van de bouwmaterialen,
welke "met uiterste zorg aan of bij
het werk moet geschieden, voor en
aleer eenig stuk of gedeelte van de
zelve verwerkt mag worden".
Negentien dagen na de streefda
tum. op 19 november 1839, werd de
nieuwe kerk ingewijd. De Benedic
tijnen waren toen al weer zeven jaar
uit de Mon Père verdwenen. Deze
was nu in handen van seculiere
priesters, de pastoor was veelal ook
de deken van Leiden.
Kerkloper
De inrichting van de kerk werd
voor een groot deel mogelijk ge
maakt door giften van parochianen.
Op die manier werd zowel de
preekstoel als de communiebank
aangeschaft, terwijl bijvoorbeeld
de smyrna kerkloper een geschenk
was van de zusters van Liefde uit
Tilburg, die aan de Pelikaanstraat
(toen Bakkerssteeg) een meisjess
chool leidden.
Niemand kon echter vermoeden
dat aan de bloei van de Mon Père al
snel een einde zou komen.
Geschiedschrijving is nogal mager
in het aangeven van de redenen van
de uiteindelijke sluiting De krant
schrijft evenwel:
"Evenals dit in de meeste steden
van ons land het geval is, valt ook te
Leiden de neiging der bewoners te
constateien om de binnenstad te
verlaten en zich te vestigen in de
modern aangelegde buitenwijken.
Dit heeft onder meer tengevolge,
hetgeen men door de eeuwen heen
overal heeft kunnen waarnemen,
dat als zich ergens een aantal
menschen heeft gevestigd, de be
hoefte gevoeld wordt aan de op
richting van een kerk, met het ge
volg, dat de kerken in de streek of in
de stadswijk, die men verlaten
heeft, komen leeg te staan".
De Mon Père werd dus gesloten, en
verhuisde naar zo'n modern aange
legde buitenwijk, Leiden-noord.
Verburgt schrijft daarover "Zon
dag 8 juli 1934 des avonds om zeven
uur is de laatste godsdienstoefe
ning in deze kerk gehouden,
waarna zij gesloten is. De parochia
nen behooren nu bij de parochie
kerk van O.L. Vrouwen Hemel
vaart en St. Joseph aan den Heer
ensingel.
Brandweerkazerne
De krant schrijft verder: "Vooral in
de Sleutelstad hebben deze over
bodig geworden kerkgebouwen
wel een zeer typische bestemming
gekregen. Toen voor eenige jaren
de Petruskerk grootendeels uit
brandde, werd dit gebouw niet
meer voor zijn oorspronkelijke be
stemming hersteld, doch men
bouwde een nieuwe in het modern
gebouwde "Tuinstadwijk", terwijl
de verlaten kerk, waarvan de mu-
rèn grootendeels bewaard bleven,
werd ingericht tot een brandweer
kazerne" (dè huidige aan de Zon
neveldstraat).
De familie Koster maakte er, zoals
gezegd, een zwembad van, dat on
danks enorme weerstanden (er
moest toch een passender bestem
ming voor te vinden zijn) in '37
werd geopend. Zeer modern voor
die tijd, met een aquarium op de
plaats van het altaar, kleedhokjes
op het koor en daar vlak onder een
duikplank.
Over de geschiedenis van de Over
dekte is helaas niet veel meer be
kend dan wat al gesteld is. Koster
ging bankroet, en de huidige ex
ploitant nam het zwembad van de
tweede eigenaar, zijn schoonvader,
een jaar of zes geleden over. Hij zat
met het probleem in zijn maag dat
de brandweer het gebouw njet
meer aan de eisen vond voldoen en
dat na de opening van het over
dekte zwembad "De Zijl", de
schoolzwemmers verdwenen en
ook aan veel ander instructie-
zwemmen een einde kwam.
Overleggen nu nog over wat er pre
cies op de plaats van de Overdekte
gebouwd zal worden (de sloop staat
wel vast), waarbij bijvoorbeeld ook
de vraag betrokken kan worden of
het St. Jansgrachtje, dat bij de
bouw verdween en waar Abraham
Bertius zijn zending begon, weer in
de oude luister wordt hersteld.
Quarts - Horloges
De Aller Beste
EIGEN ATELIERS
ZWEMBAD IN "RODE CUFERS"
ADVERTENTIE
LEIDEN - Sargassum mu-
ticum is de naam van een
voor Nederland volkomen
nieuw zeewier, dat nu al
ruim een maand de Neder
landse kust bedreigt. Het
Rijksherbarium in Leiden
krij gt de laatste tij d geregeld
exemplaren van dit Japanse
bessenwier binnen, dat be
rucht is om de last die het
geeft voor watersporters en
koelwatersystemen.
Het wier vormt twee tot vier meter
lange, taaie slierten en heeft
kleine besvormige drijfblaasjes,
waar het zijn naam aan dankt. Er
kunnen enorme bossen van ont
staan.
Het wier is familie van het drijvend
bessenwier oftewel sargassum
natans, naar welk soort een deel
van de Atlantische Oceaan wordt
genoemd, namelijk de Sargasso-
zee. Deze zee was vroeger be
rucht om zijn windstiltes. Veel
zeilschepen liepen er vast in de
drijvende massa's zeewier.
Het Japanse bessenwier is vooral
voor kleinere schepen hinderlijk.
Komt zo'n sliert in een scheeps
schroef, dan moet de motor snel
worden afgezet, want anders
loopt de motor vast of kan er zelfs
brand ontstaan. Vooral aan de
Amerikaanse kust heeft men
daar bittere ervaringen mee.
Vandaar dat de kleinere schepen
daar bijna allemaal zijn uitgerust
met een glazen kooi, die om de
scheepsschroef zit. Desondanks
blijft het wier dan nog vaaK aan
het roer, de kiel of zwaarden han
gen.
Ook bedrijven waar men zeewater
gebruikt (bijvoorbeeld als koel
water) ondervinden hinder van
het wier. De aanvoerkanalen
vormen een ideale groeiplaats
voor het Japanse bessenwier.
Door de aangroei stroomt het wa
ter minder snel, terwijl de los
drijvende delen van het wier de
inlaatroosters volkomen kunnen
verstoppen.
Sommige wieren zijn van belang
omdat er chemische stoffen wor
den uitgehaald, andere dienen als
voedsel of als schuilplaats voor
vissen. Voor zover bekend geldt
dat voor het Japanse bessenwier
althans in Europa echter niet.
Oesterputten
Het Japanse bessenwier werd bui
ten Japan het eerst gevonden aan
de Noordamerikaanse kust.
Vanuit Japan worden regelmatig
levende oesters naar de Noord
amerikaanse westkust vervoerd
en worden daar verder in oester
putten in zee in leven gehouden,
ongeveer zoals dat in Yerseke in
de Oosterschelde gebeurt. Met de
Japanse oester kwam ook het Ja
panse bessenwier mee, dat zich
snel in de oesterputten ver
spreidde.
Na Engeland en Frankrijk heeft het
Japanse bessenwier dan nu ook
Nederland gevonden. Half april
spoelde het voor het eerst aan bij
Renesse (Schouwen-Duiveland).
Er werden zes planten gevonden,
waarvan de grootste tachtig cen
timeter was. Eind april werden er
ook planten gemeld uit Texel en
Den Helder.
Uit een halvolle vuilniszak, die bij
het Leidse Rijksherbarium werd
gebracht, kwamen slierten van
twee meter lengte.
Drs. W. F. Prud'homme van Reine,
wetenschappelijk medewerker
bij het herbarium, ging op 1 mei
zelf even een kijkje nemen op het
Katwijkse strand. Hij vond langs
de oude vloedlijn binnen hon
derd meter vijf planten. Omgere
kend over de hele Nederlandse
kust moet dat een flinke invasie
geweest zijn, zo concludeert hij
Vastzittende planten zijn tot nu toe
in Nederland niet gevonden.
Rijpe sporen waren aan sommige
planten wel aanwezig. Het lijkt
dus waarschijnlijk dat er ook in
de Nederlandse kustwateren
sporen zijn gekomen. Langs de
zandige stranden kunnen de spo
ren zich niet vasthechten, maar in
de zeehavens en langs de dijken
van bijvoorbeeld de Oosters
chelde kan dat wel. Als die vast
hechting lukt, zal het Japanse
bessenwier hier best kunnen
groeien. In dat geval zal ook hier
tot bestrijding ervan moeten
worden overgegaan.
Lossnijden
Goede bestrijdingsmiddelen tegen
het bessenwier zijn er niet. In En
geland besloot men het wier los te
snijden. Een legertje amateurs en
specialisten ging daar met mes
sen aan het werk en op de eerste
dag van de campagne werden ze-
LEIDEN - Militaire colonnes op de
Haarlemmerstraat, groene bad
handdoek onder de arm, op weg
naar een frisse duik. Politieagenten
en brandweerlieden op oefening.
Schoolkinderen met de hand op het
hoofd watertrappelend voor di
ploma A, zeven meter onder water
zwemmend voor B, en bordjes op
duiken voor C. Het hoort voor
zwembad "De Overdekte" al enige
tijd tot het verleden Ultra-moderne
zwembaden in de omgeving van
Leiden en sinds vorig jaar een bad
in een wijk verderop, maakten de
dreiging van de rode cijfers tot rea
liteit. Een zelfstandig ondernemer
als exploitant Van der Tang van de
Overdekte kiest in zo'n geval eieren
voor zijn geld. Wellicht is het kik
kerbad te vullen met de tranen die
de duizenden, die in zijn zwembad
de waterdoop ondergingen, weem
oedig zullen wegpinken, het zal
hem er niet van weerhouden de
stop zo snel mogelijk uit de zwem
badbodem te trekken en hem er
nooit weer in terug te doen.
Het veertigjarig bestaan van "De
Overdekte", op 4 november van dit
jaar, zal, zo het zwembad op die dag
nog open is, in elk geval niet meer
gevierd worden. Ten stadhuize is
overleg gaande tussen Van der
Tang, gemeente en bouwmaat
schappij Noorlander, die het pand
wel wil kopen om het vervolgens af
te breken en er woningen neer te
zetten. Overeenstemming is daar
evenwel nog niet over bereikt.
De katholieken die veertig jaar ge
leden schande spraken van de ont
luistering van de Mon Père kerk en
de ombouw tot zoiets weinig ver
hevens als een zwembad, lachen
ongetwijfeld in hun vuistje. Een
glimlach was al eerder op hun ge
zicht verschenen toen „Farizeeër"
Koster, die op verschillende plaat
sen in Nederland zwembaden had
gebouwd en met het plan kwam om
de Mon Père op te kopen en het
eeuwig brandende vuur met een
flinke sloot water te blussen, al
gauw na de daad bij het woord te
hebben gevoegd, failliet ging en
zijn prijs voor dat "duivelse plan"
dubbel en dwars moest betalen.
Het zwembad werd echter van de
ondergang gered door de schoon
vader van de huidige eigenaar, die
als bedrijfsleider al een aantal jaren
in "De Overdekte" werkzaam was
gew - est.
Stempel
Nu, achteraf, is het in elk geval de
- ventig grote plastic zakken van
het wier verzameld en vernietigd.
Het totale gewicht: twee ton.
Ondanks deze bestrijdingscam-
pagne heeft men echter niet kun
nen voorkomen dat het Japanse
bessenwier zich sterk uitbreidde.
Het wier is dan ook een flinke
groeier. Een plan groeit al gauw
enkele centimeters per dag. Van
uit een eenmaal vastgehecht
"voetschijfje" kunnen één of
meer stengels omhoog groeien.
Als die stengels zijn afgesneden
kunnen er weer nieuwe gevormd
worden, ook als het schijfje door
een flinke laag slib is overdekt.
De ronde taaie hoofdstengels van
het bessenwier kunnen tot vier
meter lang worden. Op kleine zy-
takjes zitten stevige ronde lucht-
blaasjes van drie tot zes milime-
ter. Vaak staan ze in de oksel van
een klein blaadje. Er zijn ook lan
gere zijtakken, die op hun beurt
weer takjes, luchtblaasjes en
blaadjes dragen. Als de hoofd
stengel van de plant wordt opge
pakt en horizontaal wordt uitge
strekt, hangen de zijtakken alle
maal slap. Het heeft wel iets weg
van een waslijn met natte kleren.
Overigens valt het te verwachten
dat het Japanse bessenwier ook V 'X'
in Nederland overlast zal gaan
geven. Vandaar dat het Rijksher- 4 W-
barium iedereen verzoekt goed
op te letten - vooral in de havens
enindeOoster-en Westerschelde I 1
-en elk stukje Japans bessenwier
op te sturen naar het Rijksherba-
rium, afdeling Algologie, Schel
penkade 6 in Leiden. Verzocht
ïïïïSe^eventuete vasthechtin^ dat e"kele gleden werd