FLORIS V
HERLEEFT
IN MUIDER-
BERGSE SCHOOL
ZATERDAG 23 JULI 1977
EXTRA
PAGINA 17
"Ik ben in '52 gegaan. Tja, waar
om. Ik had het wel gezien in Ne
derland, geloof ik. Te benauwd,
en iedere week kreeg je dezelfde
hoeveelheid centen in handen. Ik
was banketbakker bij Hns in Den
Haag. O, bestaat dat nou niet
meerEnfinCoba en ik zijn met
de drie kinderen op avontuur uit
gegaan. Ik wilde weieens voor
mezelf beginnen en je hoorde toen
van alle kanten dat dat in Aus
tralië wel kon. Als je maar wilde
werken, natuurlijk, maar dat
wilde ik wel, daar ben ik nooit
te beroerd voor geweest
„Nee, van Australië wist ik totaal
niets en dat heeft me wel opge
broken om je de waarheid te zeg
gen. Bij aankomst kregen we van
de Australische regering 20 pond
daar moesten we het maar mee
zien te rooien. We, dat waren al
die emigranten uit Nederland,
een mannetje of tweehonderd
denk ik dat er op onze boot za
ten."
„We werden overgebracht naar
het opvangcentrum in Bonagilla.
Blotebilla, noemden wij het.
Want reken maar dat het daar ar
moe troef was. En de stemming
was er verschrikkelijk gedepri
meerd, daar ontwaakte iedereen
uit zijn roes. Vooral de Italianen,
die om allerlei redenen geen werk
konden vinden, hadden het moei
lijk. Die hebben ook wel eens een
opstandje in het kamp gefabri
ceerd, daar hebben de Australiërs
toen tanks tegenin gezet." „Zelf
ben ik ook wel geschrokken van
die eerste kennismaking met
Australië. Je zat dan 's avonds in
die kamphutten vol gaten en kie-
zonder licht en soppend in de
r, want het regende en er
geen behoorlijke vloeren.
Wat kom je hier nou eigenlijk
doen, vroeg je je dan af. Dat
werkte verlammend, die omge
ving. Een heleboel emigranten
zijn daar op afgeknapt, die heb
ben het niet gehaald, die zijn te
ruggegaan".
Liften
„Enfin, ik had uit Nederland een
pakje bij me voor iemand die in
Corrimal woonde en dat ben ik
toen gaan brengen. Had ik ten
minste een doel en kon ik meteen
even kijken of er daarginds mis
schien werk voor me was. Ik ging
liften, allicht. Want meer dan die
twintig pond had ik niet en daar
moesten mijn vrouw en kinderen
van leven.'
„Die tocht heeft me een paar da
gen gekost, 's nachts liep ik door
want ik voelde dat ik geen tijd
meer mocht verdoen. Ik had
haast om te beginnen, daarvoor
was ik immers naar dit land ge
komen. Van de man bij wie ik dat
pakje afleverde, hoorde ik dat de
staalfabriek in Wollongong-
wel werk had."
„Ik erheen, er stonden daar een
paar honderd man voor de deur te
wachten. Je kon je er laten in
schrijven, dan zouden ze je laten
weten wanneer je kon beginnen,
dat kon nog wel een week duren
maar de kans op werk was groot.
Ik ben toen teruggelift naar Bo
nagilla om mijn gezin op te halen.
Koud was ik in het kamp terug of
iemand die ook in Wollongong
was geweest vertelde me, dat
mijn naam de dag tevoren daar-
was afgeroepen."
„Ik als de donder weer terug naar
de staalfabriek, maar daar ging
met al dat liften weer een paar
dagen mee heen dus toen ik er
eindelijk aankwam was de job
alweer aan iemand anders gege
ven. Dat zijn van die gevallen die
veel van ons hebben meege
maakt en waar je maar net te
gen moet kunnen."
„Het gevoel dat je opgeslokt
wordt door dit enorme land, dat
je hier nooit aan de bak zult ko
men. Die voor een Nederlander
onvoorstelbare afstanden, je ei
gen armoe, de taalproblemen.
Want Engels ging ook maar met
handen en voeten in die tijd, om
dat onze generatie dat niet echt
goed geleerd heeft op school.'
"Tenslotte kon ik bij een Neder
landse glazenwasser komen wer
ken. Mijn salaris beliep twaalf
pond per week, daar kon ik mijn
gezin nauwelijks van onderhou
den. Na allerlei moeilijkheden
ben ik daarna zelf als glazenwas
ser begonnen. Dat klinkt nogal
simpel maar man, man, wat moet
je je rotwerken om als zelfstan
dige het hoofd boven water te
houden. Zonder de bijverdiens
ten van mijn vrouw, die jarenlang
als koffieserveerster in een zie
kenhuis heeft gewerkt was het
niet gegaan. We werkten echt ze
ven dagen per week en acht jaar
lang hebben we geen dag vakan
tie gehad."
Keihard
„Maar alleen op die manier lukt
het je hier in Australië. Je moet
keihard wezen, voor jezelf, je fa
milie en ook voor je omgeving. Ik
heb genoeg Hollanders gekend
die het te gemakkelijk opnamen:
die bereikten niks, gingen kanke
ren en zijn bijna allemaal teleur
gesteld teruggegaan. Ik heb nu
een eigen schoonmaakbedrijf
met vijftien werknemers. Dat zijn
er W7 geweest, maar de economie
is hier in 1974 in elkaar gelazerd,
dus dat was niet meer vol te hou
den."
„Als je mij nou vraagt of ik be
reikt heb wat me 25 jaar geleden
voor ogen stond dan zeg ik jawel.
Misschien niet voor de volle hon
derd procent, maar wel voor tach
tig procent. En ik vind datje daar
in je leven genoegen mee moet
nemen, als blijkt dat er met al je
geploeter toch niet meer in zit."
Jacob van der Bent, 59 jaar gele
den in de Haagse Schilderswijk
geboren, kijkt na dit relaas taxe
rend rond. We zitten in het club
huis van de „Dutch Australian
Society in Illawarra". Aan de
wand hangen posters van lieflijke
oud-Hollandse stadjes en bollen
velden, het toneelpodium heeft
een Amsterdams straatbeeld
compleet met draaiorgel als vast
decor en de lichtbakken zijn ver
sierd met plastic tulpen.
Illawarra is de streek, ongeveer
honderd kilometer ten zuiden
van Australie's onbetwiste me
tropool Sydney, waar Wollon
gong in ligt. De gigantische staal
fabriek waar Jacob van der Bent
een kwart eeuw geleden zo onge
lukkig zijn baan misliep staat,
inmiddels eens zo groot gewor
den, hijgend en sissend in het
aanpalende Port Kembla.
Nog steeds vindt het merendeel
van de ruim 50.000 inwoners van
Wollongong daar zijn arbeidster
rein. Onder hen zo'n 3000 Neder
landers, een van de grootste va
derlandse kolonies die Austra
lië kent.
Aan het peinzend knikken en me
lancholisch zwijgen van de twin
tig clubleden die op deze regena
chtige ochtend bijeen zijn geko
men om me te woord te staan is te
merken dat het verhaal van Jacob
ook voor hen, zijn leeftijdsgeno
ten, opgaat. Iedereen heeft zo zijn
eigen toevoegingen, maar in
doorsnee komt het op hetzelfde
neer: het is niet meegevallen, ze
hebben keihard moeten werken
maar nu, aan het eind van de rit,
zijn ze best tevreden.
Gouden bergen
De gouden bergen waar ze als
jonge avonturiers misschien naar
uitkeken hebben ze weliswaar
niet bereikt, maar ze hebben de
Australische uitdaging toch naar
behoren het hoofd weten te bie
den.
„We kunnen rustig zeggen, dat
alle zeshonderd leden van onze
vereniging nu gesettled zijn",
vindt voorzitter Nelis de Bruyn
(59). Ook hij, ex-stucadoor uit
Amsterdam, is in 1952 uit Neder
land weggegaan, „weggevlucht
voor de armoe", zoals hij het zelf
uitdrukt. Hij is de enige van het
gezelschap die, bij het opmaken
van de Australische balans, op
negatief uitkomt: "Ik ben nu ca
retaker op de camping hier, ik
r Karei Kaffa: niemand kende
krijg het laagste uurloon wat de
gemeente kan betalen. Om be
hoorlijk te kunnen leven moet ik
overuren maken en mijn vrouw
moet meehelpen in de camping
winkel".
"Wij zeggen wel eens tegen elkaar
dat we het net zo gehad zouden
hebben als we in Nederland wa
ren gebleven, met dit voordeel
dat je je eigen landgenoten dan
nog om je heen gehad zou heb
ben. Nee hoor, als ik nog eens
voor de keus gesteld zou worden,
dan zou ik niet emigreren. Al die
moeite die je je daarbij op de hals
haalt, daar staat wat mij betreft
onvoldoende rendement tegen-
Niet spectaculair
Cees Mossel, die als permanent
vertegenwoordiger van Sociale
Zaken in Sydney de emigratie-
golf van de jaren vijftig op de voet
heeft gevolgd,geeft aan dat onge
veer driekwart van de ruim
100.000 Nederlanders die zich in
de loop der tijden in Australië
hebben gevestigd „redelijk maar
niet spectaculair" terecht is ge
komen.
Een procent of vijftien heeft ge
faald en is teruggegaan of zit hier
nu met een marginaal bestaan.
Door
Alexander Munninghoff
Echte succesverhalen in de trant
van de krantejongen die olie
magnaat werd kan ik je niet leve
ren. Een paar Hollanders zijn
hier rijk geworden, dat zeker.
Maar die kwamen hier niet echt
op de bonnefooi zoals de meesten
in het begin, die hadden een en
ander al goed voorbereid."
Cees Mossel, zelf zestiger, snijdt
op de bijeenkomst in Wollongong
het probleem aan dat door de
clubleden eenstemmig als het be
langrijkste vraagstuk voor de na
bije toekomst wordt aangeduid:
„Toen wij indertijd de grote over
steek maakten deden we dat om
er zelf maatschappelijk beter van
te worden maar ook om voor onze
kinderen een toekomst in vrede
te garanderen. Nooit meer oorlog,
was het devies. Vandaar dat wij
onze kinderen niet belast hebben
met onze herinneringen en pro
blemen en nu zie je, dat die jon
gere generatie totaal geen affini
teit meer heeft met ons Hol
lands verleden."
"Ze trouwen met Australiërs, op
school hebben ze Engels leren
spreken en 1 M; Nederlands van
thuis is een grappige geheimtaal
die ze vaak maar half verstaan.
Nu zijn onze kinderen volwasse
nen ze zijn over heel Australië
verspreid en wij, de oudere gene
ratie, blijven achter."
Dit probleem van de ouder wor
dende emigrant is het dagelijkse
gespreksthema in de vele Neder
landse verenigingen die Austra
lië kent. De ondernemende derti
gers van 1950 staan nu aan de
drempel van de oude dag en voor
velen is dat een verre van plezie
rige gewaarwording.
Nelis: „Wij zijn hier gekomen op
een leeftijd dat we net iets te oud
waren om ons totaal met de Aus
tralische levenswijze'te vereen
zelvigen, maar we zijn ook te lang
hier gebleven om nu nog naar
Nederland terug te kunnen. We
zitten tussen twee werelden in".
Praathuis
„Vandaar datje nu overal in Aus
tralië een opbloei van verenigin
gen zoals de onze ziet. Oudere
echtparen die weer uitsluitend
Nederlands gaan praten omdat
de kinderen uit huis zijn, en die
graag herinneringen aan vroeger
willen ophalen met andere Ne
derlanders. Die functie van
praathuis krijgt onze club steeds
meer, wij gaan voor de toekomst
het accent van onze werkzaam
heden dan ook verleggen van het
pure vermaak (klaverjassen, bin
go, toneel) naar sociale dienstver
lening."
„En dat moet hier in Australië
gebeuren, repatneren naar Ne
derland is een ramp. Dat blijkt
ook in het omgekeerde geval, als
familieleden uit Holland ons hier
bezoeken. Wij zijn, in onze strijd
voor huis en grond, te veel veran
derd, daar ligt het aan. Zelf zijn
we te druk met werken om veel
aandacht aan de familie te kun
nen besteden, onze kinderen
idem dito en onze kleinkinderen
kennen de Hollandse tak alleen
van horen zeggen, die kijken heel
gek tegen zo'n bezoek aan en ge
ven de moeizame conversa
tie al snel op."
De verhalen over de tegenbezoe
ken aan het verre vaderland zijn
zonder uitzondering in mineur,
Jack, zoals Jacob nu gemeenlijk
wordt genoemd, kan zich er nog
kwaad om maken. „Dan kom je
van de andere kant van de we
reld, 20.000 kilometer verderop,
met je bloody camera en je films
over Australië die je aan die men
sen wilt laten zien, want je ver
wacht toch enige interesse, niet
waar?"
„Nou, het enige wat ze dan doen
is over hun eigen vakantie in
Spanje praten, want dat is hun le
ven en dat moet jij verdomd goed
weten. Ik ben nou drie keer in
Nederland geweest en bij God, ik
ga niet meer. I'm fed up with it. Je
staat daar gewoon voor lui met je
Australië, niemand interesseert
het een barst of je hier goed bent
terechtgekomen." Karei Kaffa
(62), indertijd in Den Haag „on
deraannemer en duizendpoot" en
nu in Australië metselaar, vertelt
dat de bekrompenheid van Ne
derland hem bij het herbezoek
was opgevallen: „Mijn zuster
wilde niet met me naar de Bijen
korf omdat ik een korte broek
aanhad. Ja Jezus, het was. snik
heet die zomer. Maar zij stond
erop dat ik een lange broek aan
deed en een das om en een jasje
aan. Ik ben toen ook nog een
middag wezen kijken naar mijn
ouwe voetbalclub Esdoo. Bij de
rust ben ik maar weggegaan, ik
kende niemand meer en niemand
kende mij meer."
Schande
En Jan Vlietstra (68), ex-bakker
uit Leeuwarden, spreekt er nog
schande van dat op een feestje in
het Friese, jaren geleden, nie
mand de moeite nam hem een lift
naar huis aan te bieden hoewel
het stortregende en er wel vier
auto's voor de deur stonden:
„Hier isdatgeen punt,dan help je
mekaar al moet je er honderd
mijl voor rijden'.
Maar voor Peter Dieleman (60) en
zijn vrouw Krina, beiden uit
Axel, was het weerzien met Hol
land vooral reden tot licht afgun
stige bespiegelingen: „Toen pas
werd me duidelijk dat ik mis
schien toch op het verkeerde
paard had gewed met emigreren.
Ze hadden het in Holland ook
goed, en daar had ik eerlijk ge
zegd eventjes zwaar de pest in.
Bovendien was hun familieleven
gezelliger dan het onze. Emigre
ren verkort je leven met tien jaar,
reken maar. Ik heb wel eens put
ten gegraven hier, daar kreeg ik
vier pond per put voor. Als ik dan
zaterdagavond thuis kwam ging
ik geregeld van m'n stokkie. Mis
schien was al die ellende hele
maal niet nodig geweest, denk-
je dan".
De vereniging in Wollongong
heeft nu vergaande plannen voor
de stichting van een „Dutch vil
lage", een woonoord voor Hol
landse 60 plus-emigranten.
Soortgelijke nostalgische projek-
ten worden voorbereid in andere
Nederlandse clubs. Een ontwik
keling waar de Australische Eth
nic Council helemaal niet zo ge
lukkig mee is, omdat het niet in
de lijn van de Australische over
heid ligt om bepaalde volksgroe
pen te isoleren.
Nou zal dat ook niet licht gebeu
ren. De meeste Hollanders heb
ben, volgens Cees Mossel, een
hechte Australische vrienden
kring opgebouwd die ze meer
waard is dan de vervagende fami
liebanden met ooms en tantes die
ze op vergelende foto's toelachen.
De Nederlandse gewoonten wor
den soms nog wel gehandhaafd,
met name de eetgewoonten: aar
dappelen met jus, vlees gebraden
in de pan, dekschalen op tafel en
koffie een half uur na de maaltijd.
Sinterklaas
De assimilatie van de eerste emi
grantengeneratie mag dan niet
honderd procent zijn, de meesten
van die honderdduizend zien een
kunstmatig herstellen van de re
latie met het verloren vaderland
aan de andere kant van de wereld
duidelijk niet meer zo zitten. De
Nederlandse verenigingen om
vatten doorgaans eenvijfde van
het in de regio aanwezige aantal
landgenoten, die voor de jaar
lijkse Hollandse Kerstmis of de
komst van Sinterklaas misschien
curiositeitshalve nog wel te por
ren zijn maar het verder in het
manifesteren van het Nederlan
derschap laten afweten.
Er bestaat in Sydney een Neder
landstalig weekblad, dat met
goed 3000 - meest oudere - abon
nees het hoofd net boven water
kan houden. De informatie
daarin over ons land komt via de
kanalen van een groot landelijk
ochtendblad en een vermaard
landelijk avondblad. De meeste
ruimte gaat naar het voetbal
nieuws, verder wat varia en rela
tief weinig over stakingen, Mo-
lukkers of Lockheed.
De advertenties worden groten
deels verzorgd door de „Dutch
Shop" die aankondigt een partij
„marsepein mergpijpjes uit Bar-
neveld" te hebben ontvangen, of
„knotspakken boerekool" of
drop of Nederlandse bessesap in
flessen. Misschien dat het Neder
landerschap in den vreemde in
derdaad tot niet meer dan de
hang naar dit soort ingrediënten
plus een handvol foto's en herin
neringen wordt gereduceerd?
Het trof mij in ieder geval, hoe
gemakkelijk de enige jongere Ne
derlander die ik op de bijeen
komst in Wollongong ontmoette,
Rudy Crielaart (31) uit Badhoe
vedorp, zijn verleden van zich
had afgeschud: Jk zit hier nu
goed twee jaar, in Holland deed
ik de inen verkoop voor de confec
tiefabriek van mijn moeder. Door
de importen uit Azie is die hele
markt versjteerd, dus ging ik het
hier eens proberen". ,N'.t werk ik
op de walserij van de staalfa
briek. Als het me lukt ga ikzelf een
kledingzaak beginnen, maar
daarvoor moet ik eerst sparen. Ik
houd nu veertig dollar per week
over. Heimwee? Heb ik nietr
Ik werk hard, hier ligt m'n 1
komst, dat is een uitgemaakte
zaak. Alles wat Nederlands in je
is zie je langzaam wegebben.
Maar daar heb ik maar zelden
moeite mee. Ik heb gekozen en dan
moet je niet terug kijken."
Muiderberg ligt zo verscholen te
gen de resten van de voormalige
Zuiderzee aan dat het op een op
luchtende manier de geur'en het
aanschijn van vroeger kordaat
heeft kunnen bewaren. Wat dit
plaatsje van tweeduizend zielen be
treft is de Hollandse waterlinie nog
steeds in tact.
En toch glijdt een lange, blanke
brug even oostwaarts het
Flevoland binnen op weg na;
snel vorm krijgende Almere.
Maar aan de zuidelijke voet strekt
de vaderlandse geschiedenis zich
overzichtelijk uit: in de gedegen
bewaarde vestingwallen van Naar-
den ter ener zijde, in het montere
Muiderslot, waar Pieter Hooft de
tocht en zijn literaire vrienden op
bezoek had. Maar daartussen ligt
het lieflijke Muiderberg. Het blinkt
van trots bij de gedachte aan het
alom bekende jaartal 1296, want ter
plekke en nergens anders blies Flo-
ris V de laatste adem uit, een wa
penfeit gesmeed door kritische
edelen, die de voorlijke ideeën van
„der keerlen god" niet konden
waarderen.
Tijdens een valkenjacht werd Flo-
ris gevangen genomen en naar het
Muiderslot gevoerd. Toen het ge
rucht zich verspreidde kwamen de
boeren van alle kanten met rieken
en dorsvlegels om hun heer te ont
zetten. Men nam de wijk in ooste
lijke richting waar hij bij een
vluchtpoging bij Muiderberg
kwam te vallen en werd vermoord.
Of Flons werkelijk een nobel en
democratisch denkend karakter
was? In Muiderberg twijfelt men
niet. Tot het eind van de maand is er
in een school van 's ochtends tien
tot 's avonds tien een gevarieerde
tentoonstelling te zien. waar niet
minder dan honderdvijftig Mui-
derbergers enthousiast aan hebben
meegewerkt. Klaas Sierksma is de
ziel van dit initiatief'en hij is hoog
stens bereid te erkennen, dat de
graaf niets menselijks vreemds ge
weest zal zijn, zoals zijn bastaard
zoon Witte van Haemstede bijvoor
beeld. Er zijn vele curiosa bijeen
gebracht in het schoolgebouw, van
de grafkist uit de Grote Kerk te
Alkmaar tot wapens, munten, jach-
tattributen. Maar in een breder ver
band zijn er ook vlaggen en wapens
van Nederlandse steden, antieke
voorstellingen van de vermaarde
moord en van kastelen. Eppo
Doeve schilderde een maxistrip-
verhaal van onze vroege geschie
denis, er zijn eveneens foto's van de
opgravingen, een dertig jaar gele
den in Rijnsburg. Daar werd men
ook weer gewaar, dat Floris groot
was voor zijn tijd in tegenstelling
tot zijn zoon: van dwergachtige af
metingen. Een levensecht beeld
van de graaf werd door „Madame
Tussaud" geleverd, het griezel
klapstuk dus in Muiderberg.
De expositie gaat onder het motto
„Eerste bouwer aan Europese
ruimte". Vandaar dat mr. C. Berk
houwer als Europeaan de oüe-
ningsceremonie verrichtte.
Jacob (,Jack") van der Bent
z'n Coba voor het praathuis in II
warra: voor 80 procent geslaagc