DINSDAG 12 JULI 1977
Leinaala Heine is een hoela-danseres. Ze woont
in Honoloeloe en ze is erg bekend bij de Ameri
kanen die daar hun vakantie komen doorbren
gen. Want al is mevrouw niet meer een van de
jongsten en is haar heupwerk geleidelijk aan tot
een gemoedelijk schommelen teruggebracht,
het nummer dat ze iedere avond opvoert blijk-
t een voltreffer.
Het begint met de gebruikelijke onduidelijke
nachtclub-grapjes: diverse heren in het gezels
chap worden onder de kin geaaid, bij sommigen
neemt ze ongevraagd plaats op de knie, anderen
weer dwingt ze tot een solo-dans op het toneel
door ze een bloemenkrans om de nek te werpen
en ze vervolgens naar zich toe te trekken.
Hoogtepunt is het moment, waarop Leinaala
haar grasjurkje optilt. Een knielange, lichtroze
onderbroek van komisch bedoelde snit wordt
zichtbaar. Onder gebrul en applaus van het pu
bliek vlucht de actrice van het podium.
Internationale humor
waarbij alleen de
jneren. Voor de meeste v
ten die jaarlijks de „Alohastaat", zoals de eilan
dengroep door de Amerikanen genoemd wordt,
bezoeken is Hawaii niet veel meer dan het pal-
menrijke decor voor de verder sterk eenvormige
vakantieactiviteiten. Je komt er voor de zon en
de zee, voor het eten en het drinken, voor de
hoela en het comfortabele relaxen.
de boertige soort,
Hawaii herin-
de drie miljoen toeris-
Je moet werkelijk geïnteress
eerd zijn wil je een speurtocht
naar het authentieke Hawaii
ondernemen. Betrekkelijk
weinig mensen doen dat, ook
al schijnt het zeer de moeite
waard te zijn. Verhalen en fo
to's van de minder bezochte
eilanden (dat zijn Hawaii zelf,
Kauai, Maui en Molokai) to
nen aan dat er daar veel moois
en ongerepts ligt te wachten.
Maar als we toeristen worden,
neigen we naar immobiliteit
en net zoals bijvoorbeeld Mal-
lorca veelal onverkend blijft
omdat we een arrangement in
El Arenal hebben, zo ook
blijft de meerderheid van de
vakantiegangers rondhangen
in Honoloeloe op het eiland
Oahu. En dan vooral op Wai
kiki Beach natuurlijk, het fa
meuze zandstrand van de
hoofdstad.
"Leis"
Zelf kwam ik ook niet veel ver
der. Pas op het laatste mo
ment had ik besloten om een
etmaal in Hawaii te blijven:
precies die 24 uur die mij als
een onwezenlijk batig tijd-
saldo in de schoot geworpen
waren omdat het vliegtuig
waarin ik zat de datumgrens
van west naar oost had over
schreden. Een extra dag, zo-
Het is me niet tegengevallen, al
zijn er natuurlijk dingen die je
tot lichte droefenis stemmen.
Dat gedoe op het vliegveld
met die bloemenkransen bij
voorbeeld. Verklede dames
van de plaatselijke VW staan
in de aankomsthal te wachten
op de groepen die straks zul
len aankomen. Over de ene
arm hebben ze een afgepast
aantal „leis", die traditionele
welkomstslingers van anjers
orchideeen waar iedere dag
weer talloze oude inheemse
vrouwtjes hun broodwinning
uit halen.
In de andere hand heeft de
VW-juffrouw een namen
lijst. Komt nu de groep door
de glazen deur stappen dan
vindt er een geroutineerde
indentificatie plaats. Glim
lachje, hoe is uw naam, snel
afchecken op de lijst, slinger
omhangen, „aloha" (wel
kom), daar staat uw bus, glim
lachje, veel plezier op Ha
waii, de volgende.
Soms is er iemand zoek en dan
moet zo'n VW-dame blijven
wachten met een of twee van
die slingers in haar hand, tel
kens maar weer de naam af
roepend die op haar lijst nog
niet van een kruisje is voor
zien. Dat vindt zo'n meisje na
tuurlijk niet leuk, vandaar dat
de begroeting van de laatko
mer met altijd even oprecht
vriendelijk verloopt. Maar dat
is nou eenmaal onvermijde
lijk in een plaats die groten
deels van het massatoeris
me afhankelijk is.
Waikiki
Het strand van Waikiki is be
duidend kleiner dan ons
Scheveningen of Noord wijk,
maar het is schoner en het
heeft palmbomen. Het
strandgedrag van de Ameri
kanen, die het grootste aan
deel leveren in het toeristen
legioen met de Japanners als
goede tweeden, is ingetoge
ner dan wat op de Europese
stranden wordt waargeno-
De mannen lopen vrijwel alle
maal in van die sullige veel
kleurige zwembroeken tot op
de knie en de vrouwen, ook zij
wier figuur een ruimere etale-
ring best zou kunnen hebben,
dragen gemeenlijk bikini's
die ik als degelijk zou willen
omschrijven.
Strandtenten zoals wij die ken-
Door Alexander
Münninghcf
nen zijn er nauwelijks; dat
komt doordat de meeste ho
tels hun eigen bar hebben
waarvoor je de Kalakaua
Avenue, de kilometers lange
strandboulevard van Hono
loeloe, maar even hoeft over
*te steken. Er wordt in Waikiki
met mate aan surfing gedaan:
de zee vertoont aan deze kant
van het eiland niet de specta
culaire golfslag die de noord
kust van Oahu tot het sur
fersparadijs maakt. Gezapig
heid overheerst op Waikiki:
twee sportieve heren hebben
de baseball-handschoen aan
gedaan en oefenen pitcher en
catcher, de rest van het strand
kijkt soezerig toe.
Tegen zonsondergang wordt
het gebeuren wat levendiger.
Groepjes zacht pratende
mensen, het cocktailglas in de
hand, kijken naar het trage
verdwijnen van de vuurbol.
De inheemsen, die overdag
weg blijven, komen een kijk-
je nemen.
Piepen
Twee jongens kammen met een
soort mijn'endetector het
strand af. Het ding gaat pie
pen als het in de buurt van
enig metaal komt, waarna het
zand even met de voet wordt
omgewoeld, je kunt nooit we
ten. Ze zijn werkeloos, vertel
len ze me. Niet iedereen kan
in de toeristenbusiness aan de
slag komen, en als je geen zin
hebt in de ananaskweek, de
suikerplantage of een baantje
als schoonmaker op de mili
taire basis van Pearl Harbour
dan doe je dit soort dingen,
dat is helemaal geen punt.
De avondwandeling, op en neer
langs Kalakaua Avenue. Ie
dereen kijkt naar iedereen, de
terrassen zitten vol. De lucht
is zwoel, de mensen lijken
bruiner dan overdag in de
felle zon. Halverwege de bou
levard klinkt het trommelen
en fluitën van Hare Krishna.
Een kwartiertje de reacties
peilen: slechts twee mensen
nemen het goedbedoelde
maïskoekje aan dat door de
gesluierde Krishnameisjes
gratis wordt aangeboden. De
meeste vakantiegangers
krijgen een geërgerde trek op
het gelaat, vanwege het la
waai en het onbekende, denk
ik.
Even verder markeren een paar
feeërieke toortsen de ingang
van de International Market
Place, een soort openlucht
warenhuis, een kooptuin met
honderden stalletjes die al
lemaal hetzelfde te bieden
hebben: jade, horloges,
houtsnijwerk, bedrukte stof
fen, goud. koraal, vruchten
(verzendklare dozen met
ananas) en de meest ondenk
bare schelpenornamenten.
Kilima
Onwetende die ik ben sta ik
mooi voor gek als ik aan een
autochtoon vraag wat Kilima
nou eigenlijk betekent, van
wege onze Kilima Hawaiians.
Het blijkt niets te betekenen,
later hoor ik dat dit woord ge
vormd is van de voorletters
van de leden van dit gezelschap.
Hoe Hawaiaanse muziek eigen
lijk klinkt weet ik nu ook, als
ik tenminste vertrouwen mag
koesteren in de authenticiteit
van de heer Eddie Kakalau,
een buikige zanger met van
dat zwarte gepommadeerde
haar die in een wit pak en met
witte schoenen aan op straat
stond te zingen.
Zijn bedoeling was het publiek
warm te maken voor zijn
show die later op de avond in
het hotel zou beginnen. Zijn
liederen waren zeer traag, he
lemaal niet die vrolijke dy
namiek van de Kilima's, en ze
gingen voornamelijk over ro
zen en afscheid.
„Let op de prachtige lyriek van
het volgende lied", zei Eddie
en dan plukte hij een bloem
uit zijn slinger waar hij al zin
gend met een steeds treuriger
wordend gezicht naar keek.
Maar het publiek, vooral de
wat oudere Amerikanen,
vonden het prachtig.
Smaak
Eten kun je in Honoloeloe in
alle stijlen die er maar be
staan. De T-bone steaks zijn
daarbij het basis-gegeven: die
kun je zelfs in de Chinese eet
huizen krijgen. Maar in de
loop der jaren zijn er heel wat
Italianen, Fransen, Grieken,
Mexicanen en noem maar op
op Hawaii neergestreken om
er hun traditionele gerech
ten te introduceren.
Het meest exotische is het Ja
panse voedsel, en in de berei
ding daarvan wordt ook geen
concessie gedaan aan de wes
terse smaak want behalve dat
er honderdduizenden Japan
ners op vakantie komen is
ongeveer eeri derde deel van
Hawaii's bevolking van ori
gine uit Nippon afkomstig. Ei
is namelijk een tijd geweest
dat men om arbeidskrachten
verlegen zat en die konden
goedkoop in Japan gehaald
worden.
De meeste opschriften in de
winkels en de hotels zijn in
het Engels en het Japans, de
meeste neringdoenden spre
ken wel een mondje van deze
taal. Zelfs de forsgebouwde i
Amerikaanse meisjes die in
Hawaii zijn blijven overwin
teren en nu als broodwinning
de toeristen per fiets-rikshaw
rondleiden hebben geleerd
hoe ze de diverse beziens
waardigheden in het Japans
kunnen aanduiden.
Zoals Pearl Harbour bijvoorbeeld.
Want in dit Volendam van de
Pacific kun je omwille van de
klandizie niet eindeloos
blijven namokken over het-
verleden.
VENLO/MAASTRICHT - Een
crimineel, die zichzelf een bee
tje respecteert heeft een vuur
wapen. Het bezit van een pis
tool of een revolver in die krin
gen is nu eenmaal mode. Trou
wens, in die kringen niet alleen.
Je kan er slechts een grove slag
naar slaan hoeveel mensen in
Nederland een illegaal
(vuur)wapen bezitten. Wat er af
en toe wordt opgespoord is na
uwelijks een indicatie.
Die wapens moeten op de een of
andere manier het land bin
nenkomen. Niet door de lucht,
dat is met al die veiligheids
maatregelen op de luchthavens
uitgesloten. Via de havens van
Rotterdam en Amsterdam zul
len heus wel zendingen wapens
worden gesmokkeld. Heel af en
toe worden dan ook wel kratten
met pistolen of zo, afkomstig
uit Zuid-Amerika in beslag ge
nomen. Maar in verreweg de
meeste gevallen komen de ille
gale wapens binnen via de
grenzen met West-Duitsland en
België.
Niet eens in grote partijen, maar
veelal stuk voor stuk. Dat is
trouwens een koud kunstje. De
wapenwetten in onze nabuur
landen zijn aanmerkelijk soe
peler dan de Nederlandse Wa
penwet. De Nederlandse
vuurwapenrechercheur
droomt dan ook steevast van
één ding: Uniformiteit in de
wapenwetgeving van de ons
omringende landen. Want zo
lang je op de zondagse markt in
de Belgische plaatsen Luik,
Tongeren en Maaseik nog elk
gewenst wapen kan kopen, en
er ook aan de grens nauwelijks
of geen controle meer is, kun
nen zij wel aan de gang blijven.
Vorig jaar zijn in Nederland bijna
5300 wapens in beslag geno
men. In 1971 waren dat er nog
3200. Een kwart van die illegale
wapens wordt in Limburg ach
terhaald. In Limburg opereren
twee regionale Vuurwapencen
trales, die van Venlo en die van
Maastricht.
Chef van de Venlose regiocen
trale is hoofdinspecteur H.J.
Nijhuis. Hij geeft eerst wat cij
fers. „Vorig jaar hebben we 477
zogenaamde gasalarmpistolen
en revolvers in beslag geno
men, tegen 518 het jaar ervoor.
Dit soort wapens is hier verbo
den, maar in Duitsland vrij. Ze
kwamen dan ook meestal bo
ven water bij de normale con
trole aan de grens. Ze lagen in
de dashboardkastjes van de
Duitse automobilist.
Aan echte wapens, pistolen en
revolvers, pakten we er vorig
jaar 96 en in 1975 114. Aan di
verse soorten geweren pakten
we er vorig jaar 81 in '75 84.
Vooral de laatste paar jaar trof
fen we ook de traangasspuitbus
aan, die hier verboden is, maar
in Duitsland niet.
Het waren er in '76 58 en in '75 63.
Een indicatie daarbij is dat er in
'76 534 Duitsers zijn bekeurd,
tegen 148 Nederlanders, en in
'75 595 Duitsers tegen 166 Ne
derlanders. Het gaat hierbij
voornamelijk om de spuitbus
sen en gaspistolen en revolvers.
Dat de aantallen afnemen ligt
vooral aan de publiciteit die
Nederland in V^st-Duitsland
heeft gemaakt ov^-r wat bij ons
allemaal meer verboden is dan
in Duitsland zelf'.
Aan de hand van de cijfers lijkt er
geen sprake te zijn van een le
vendige smokkel en handel in
illegale wapens. „Maar", aldus
de Venlose hoofdinspecteur,
„er zal best het een en ander
gesmokkeld worden. Niet via
de officiële grensposten, maar
wel via de uitgebreide groens
trook hier langs de grens. Al zal
het, dacht ik, niet om grote par
tijen tegelijk gaan. Maar ja, aan
de grens met België is het alle
maal nog veel makkelijker.
Die Belgische wetgeving met be
trekking tot wapens is nog soe
peler dan de Duitse". Het zoge
naamde generaal pardon van
vorige zomer - een ieder die een
illegaal wapen had kon dat
anoniem en straffeloos inleve
ren - heeft in de regio Venlo
dertien pistolen en revolvers,
tien geweren, een piajool-
mitrailleur en 36 handgranaten
opgeleverd.
Nijhuis: „Dat viel ons nog mee.
De echte crimineel, de man die
in staat is zijn wapen te gebrui
ken, geeft het toch niet af. Kijk,
er zitten veel wapens onder de
mensen. Nederland, Duitsland
en België zijn tenslotte nog
maar 35 jaar geleden in oorlog
geweest. Dat merk je als er
mensen overlijden. Dan rui
men familieleden de boel op en
dan vinden ze in een schuurtje
of op zolder van dat wapentuig.
Dat leveren ze dan gelukkig
meestal bij ons in. Dat is mee
genomen, die wapens kunnen
dan tenminste niet in ver
keerde handen terecht ko-
Volgeps hoofdinspecteur Nijhuis
zijn er geen aanwijzingen dat
er, althans in de Ambonese
wijk van Venlo, veel wapens
onder de Zuid-Molukkers zit
ten. „We hebben hier geen en
kele reden om een massaal on
derzoek in te stellen. We prak-
kizeren er niet eens over om
hier de Molukse wijk af te zet
ten en die grondig op wapens te
doorzoeken. Als we een tip over
een wapen krijgen dan is een
telefoontje naar de wijkraad
voldoende. Dan hebben we
binnen de kortste keren het
wapen, en ook de man die het in
zijn bezit heeft".
Bij de Maastrichtse vuurwapen
centrale bestaat het vermoeden
dat er goed georganiseerde aan-
of doorvoerlijnen voor illegale
wapens bestaan.
(N
,We zijn bezig dat te onderzoe
ken", zegt adjudant G.J.
Hendriks-Vettehen. „Je moet
er echter de mensen voor heb
ben. De criminaliteit wordt
steeds harder, het vuurwapen
bezit neemt maar toe, maar we
hebben nog geen rechercheurs
die volledig met wapens bezig
zijn. Voor hen is het een neven
taak. Ik pleit voor de full-time
vuurwapenrechercheur. Je
moet je in het wapenprobleem
kunnen verdiepen. Je hebt veel
tijd nodig om er achter te ko
men hoe die lijnen lopen, wie
de leveranciers zijn, en wie de
smokkelwegen bewandelen".
Controleer steeds op vuurwa
pens dat spaart mensenlevens.
Dit advies geeft adjudant
Hendriks elke dag weer de poli
tiemensen die op pad gaan
mee. Hendriks: „Maar dat is
niet alleen van belang voor de
politieman. Ook voor de bur
ger. Wie een wapen weet te zit
ten moet niet denken: Wat gaat
mij dat aan. Hij moet beseffen
dat ook hij er vandaag of mor
gen mee kan worden neerge
schoten. Overvallen en bero
vingen, steeds meer wordt
daarbij gebruik gemaakt van
wapens. Maar eigenlijk is de ca
tegorie van flinkdoeners nog
het gevaarlijkst, de lui die in
bars en cafe's stoer willen doen
en hun wapen laten zien en
soms demonstreren. Dat is al
vaak verkeerd afgelopen".
Het overgrote deel van de wapen s
dat in de regio Maastricht in be
slag wordt genomen komt uit
België. De adjudant: „Je hoeft
er niet eens voor naar een offi
ciële wapenhandelaar. Op de
markt in Luik, Tongeren en
Maaseik, kan je van alles
krijgen. Tot een pistoolmitrail
leur toe. Ze zijn, zogenaamd,
onklaar gemaakt. Maar wat is
onklaar. Een bepaald onder
deel is verwijderd, maar dat
zelfde onderdeel ligt er wel na
ast, ook te koop. In een wip is
zo'n wapen weer schietklaar.
Zolang die situatie voortduurt, er
geen eenheid is in de wapen
wetgeving en in de naleving
daarop, is er voor ons geen be
ginnen aan. Dan is het water uit
de zee scheppen".