Bomans' roman 'Erik' op tv-scherm ZATERDAG 9 JULI 1977 PAGINA 13 Door Paul van Beckum ,,Erik of het klein insectenboek." Godfried Bomans schreef het toen hij achtentwintig jaar oud was. Zo begint het: „Erik zag dat zijn kussen tot een geweldige omvang was opgezwollen en als een besneeuwde berg voor hem lag. Doch bang was hij niet. Hij begreep dat hij klein, verschrikkelijk klein was geworden om in het land Wollewei te komen, en dapper stapte hij langs de knoopjes van zijn kussensloop voorwaarts en klom in een der gebeeldhouwde pilaartjes omhoog. Het vol gende ogenblik stond hij op de bovenrand van zijn bed." Nu den reuzenzwaai uit de gymnastiek-les," prevelde Erik. Hij klemde zijn tanden opeen, pakte de onderlijst met beide handen beet, en ...tjoep! in een boogje vloog hij over de lijst en viel in het frisse, zachte gras". In het Bouwcentrum in Rotterdam worden drie platte bakken met planten aangedragen. Fraaie kunstwerken van Tom Leemans, internationaal vermaard om zijn landschappen in miniatuur. De bakken worden tegen elkaar geschoven. Tom Leemans maskeert de naden onder wit zand, groene blaadjes en kiezelsteentjes. Van bovenaf gezien blijven de bakken een beeldschoon mozaïk dat ieder mens in zijn huiskamer zou wensen. Maar er is veel fantasie nodig om daarin een landschap te herkennen waarin men eindeloos kan ronddwalen. De bakken worden in een stel lage geschoven die het uiter lijk heeft van een droogdok. Felle lampen schijnen op het miniatuur en doen wormen en rupsen naar de opper vlakte spartelen waar zij stuiptrekkend sterven onder de verzengende hitte. Andere insecten nemen hun plaatsen in. Geprepareerde diertjes op spelden, in bruikleen afge staan door de Leidse univer siteit. Een kever, een mug, een vlinder, bijna onzichtbaar tegen de bruin-groene onder grond. Het is nu tijd voor het aanbrengen van de urbano- scoop, een camera die in zie kenhuizen wordt gebruikt, bijvoorbeeld voor baarmoe- deronderzoek. Hij heeft iets weg van een periscoop, die in omgekeerde stand een paar centimeter boven de drie- bakken komt te hangen. Verbluffend 'iet „droogdok" is verbonden met een mobiele unit van de NOS buiten het gebouw, waar de beelden op een monitor zichtbaar worden. Als de ur- banoscoop via een druk op de knop begint te lopen is het re sultaat op de monitor verbluf fend. Wandeling door een vreemd grillig landschap, waarin kiezelstenen rots blokken zijn geworden, waarin varens een huizen hoge fauna suggereren en rietstengels als een donker bos de horizon markeren. De geprepareerde insecten zijn uitgegroeid tot monsters, een klein stukje blauw van een plant doet bijna een meer vermoeden. Een landschap voor hobbits, bizar, met an dere vormen dan in de werke lijke natuur, prachtig van kleur, koesterend in het zon licht terwijl in de verte even het blauw van de hemel zichtbaar is. Er wordt geexperimenteerd in millimeters. Dan klinkt er een stem uit de wagen: ..Jongens we gaan nu opnemen. De am- pex staat aan. begin maar". De ubanoscoop schuift op nieuw over het mos, langs de rotsen en over de heuvels, zorgvuldig uitgestippelde route waarlangs de droom van Erik gestalte krijgt. Serie „Erik of het klein insecten boek" wordt een televisiese rie in acht afleveringen. De TROS brengt het uit in 1978 en Hank Onrust heeft de re gie. Hank maakte naam met zijn kunstprogramma „De Ivoren Toren" bij de AVRO dat hij later bij de TROS voortzette onder de naam „Heilig Vuur". „Hoewel deze programma's volgens de beste tradities van „Het Gat van Nederland" werden ge maakt liepen de kijkers er niet warm voor en dus moes ten zij verdwijnen: De pro- duktie van „Erik" dankt haar ontstaan aan een initiatief van Hans Bosschen, directeur van .Frascati" in Amsterdam. Anderhalf jaar geleden liet hij de auteur Andre Kuyten op zijn kosten een aflevering schrijven voor een tv-script en ging daarmee naar de TROS. Hoewel onmiddellijk vaststond dat het hier om een kostbaar projekt ging. achtte de TROS de idee haalbaar en zinvol, zeker binnen de facili teiten die de NOS technisch zou kunnen bieden. Onrust: „Wij zijn er aan begonnen, uiteraard met de wetenschap dat dit projekt gigantische problemen met zich mee zou brengen, maar met de mo derne mogelijkheden op tele visiegebied moest het kunnen.' Chromakey Hank Onrust heeft daarbij ken nelijk gedacht aan de be kroonde VPRO-produktie „Het grote gebeuren" naar een verhaal van Belcampo, waarin o.a. het chromakey- systeem zeldzaam knap werd gehanteerd. Chromakey maakt het bijvoorbeeld in het onderhavige verhaal moge lijk Erik als een paar centime ter hoog baasje te filmen, hem over een blad te laten lopen en hem te laten vliegen zonder dat zijn eigen omgeving zichtbaar is. Achter en naast hem kan elk decor worden geprojecteerd al ziet hij dat zelf tijdens de opnamen niet. Een goed voorbeeld daarvan heeft u ook kunnen zien in het vorig jaar Kerstmis door de KRO uitgezonden „Hansje en het grote welbehagen", waarin Bob de Lange op een tak in de kerstboom zat. „Groot probleem was het jonge tje", zegt Hank Onrust. „Je kunt hem alleen in de vakan ties gebruiken anders kom je in conflict met de arbeidsin spectie. Maar je moet ook voorzichtig zijn want voor een jongen van elf jaar heeft hij een onnoemelijk zware taak." Voor de rol van Erik heeft de TROS tien audities georgani seerd. De keuze viel tenslotte op de elfjarige Hans van Brunschot uit Amstelveen. Een landschap i en vierkante meter. De urbanoscoop hangt reeds boven het grondvlak. Ouders Fieke Landre, producente van de serie: „Hij was de enige die zonder zijn ouders naar de auditie kwam, maar wel met zijn broertje. Toen we hem zagen wisten we het gelijk: dat is 'm. Dat bleek ook wel tydens de test die we van hem afnamen. Die andere jonge tjes zeiden niet veel. Dat kwam omdat de ouders het woord voor hen deden. Als zon jongetje wat zeggen wilde was moeder hem al voor" De ouders van Hans van Brunschot hadden dat beter bekeken. Zij waren thuis gebleven omdat het een idee was van hemzelf. Dan moest ie het ook maar waar maken. Zij begeleiden hem ook niet naar de studio. „Mocht ie in elkaar storten dan merken we dat tijdig. Dan kunnen we hem altijd nog be geleiden" Begeleiden, dat doen ook de mensen van de TROS als Hans in de rol van Erik een gevecht moet leve ren met een spin. In het boek van Bomans wordt dat uiterst luguber 'beschreven. Erik heeft om zich te bevrijden een spinrag kapot getrokken en daarmee de woede van een enorme grote spin op zijn hals gehaald. Bomans schrijft „De spin dook iets omlaag op haar poten. Het was een haast onmerkbare beweging, doch Erik herkende haar: blik semsnel. juist toen de spin haar sprong maakte, hief hij zijn speer omhoog.. Hij zag nog hoe de punt recht in haar borst drong en hoe zij langs den stok als een reusachtige kraal op hem toegleed. Hij voelde iets warms en klever igs over zich heen vallen; toen werd het donker om hem heen." Proporties acht beesten in menselijke proporties laten maken: de wesp en de hommel (beiden zitten op hetzelfde frame), de kever, de doodgraver, de spin, de mier, de vlieg, de wurm en de slak. Die beesten hebben een lengte van twee meter, schitterend gemaakt door „Fantasy Factory" in Am sterdam. Op het frame ligt iemand die alles bedient wat de dieren doet bewegen. In het gevecht dat Erik dus le vert met die spin hebben we hem dus eerst vertrouwd ge maakt met het model, hij mocht het zelf bedienen, want anders schrikt zo'n jongen zich lam. Omdat we dus die grote beesten nodig hadden - Erik stapt op een bepaald moment met een wesp rond - moesten er ook natuurdecors op ware grootte worden ge bouwd. Dan hebben we ook nog handpoppen laten maken van andere beesten zoals de tor, de kakkerlak, de sprink haan, de dij en de glimworm. In totaal hebben we de be schikking over twintig insec ten Tenslotte zijn er door de NOS van alle dieren ook nog kleinere modellen gemaakt, niet groter dan een decime ter elk. Herinnering Andre Kuyten heeft zich zo trouw mogelijk aan de tekst van Bomans gehouden. Er zijn eerder stukken weggela ten dan veranderd. Hier en daar werden aan de tekst een paar kleine dingen toege voegd. Hank Onrust laat het verhaal bewust in de jaren twintig spelen en niet in 1977 omdat Erik in het boek is ge situeerd als een jongetje dat in een hansop slaapt en in een hemelbed. Bomans zelf schrijft trouwens ook uit zijn herinnering. In Erik legt hij onmiskenbaar zijn eigen kin derjaren vast. Dat blijkt o.a uit het fragment waarin Erik vertelt over zijn vader die kamerlid was en op hoogtij dagen een degen droeg. De vader van Bomans was ka merlid. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling een vertel ler in te voegen. Later is men daar van af gestapt en heeft de moeder een belangrijker aan deel gekregen teneinde haar in de gelegenheid te stellen een aantal zaken te introduce ren dat zich moeilijk begrijpe lijk laat verbeelden. Stemmen Tot nu toe heeft Hans van Brun schot, een laconiek baasje dat wel zo verstandig was het. boekje eerst in de bibliotheek te halen, zijn rol uitstekend gespeeld. Onrust: „Langer dan twee uur kun je niet met hem werken. Dan begint hij zijn aandacht te verliezen en interesseert het hem ook niet meer. Dat is ook de reden dat de acht afleveringen klaar krijgen." In brede kringen wordt de produktie als een belangwekkend initiatief aangemerkt. Dat geldt ook voor de acteurs en actrices wier stemmen reeds op de band zijn opgenomen. Hank Onrust heeft voor een in drukwekkende cast gezorgd waarin figureren Henk Rig- ters, Joan Remmelts, Wim Kouwenhoven, Sacco van der Made, Eric van Ingen, Mimi Kok, Caro van Eyck, Willy Ruys, Bernard Droog, Siem Vroom, Jan Blaaser, Bram Biesterveld, Ko van Dijk, Piet Hendriks en Annelies Blan ken. Gezocht is naar stemmen die bij de door Bomans aan gegeven karakters van de die ren passen. Zo is Bram Bies terveld (Pommetje bij de NCRV) de sprinkhaan en Ko van Dijk (het kleinste rolletje) de glimworm. Geduld Hank Onrust en de zijnen leg gen voor deze moeilijke pro duktie een eindeloos geduld aan den dag. Elke dag doe men nieuwe problemen op. Zo zullen er in de winter be paalde planten niet te krijgen zijn zoals de grote beren klauw. want dat is een soort onkruid dat niet gekweekt wordt. Ook het nasynchroni seren van elk geluidje belooft een hels karwei te worden. Inmiddels is Joop Stokker- mans begonnen met het componeren van de omlijs tende muziek. „En dat wordt", zo zegt Hank Onrust, „grote-mensen-speelfilm- muziek." De NOS beschikt niet over een urbanoscoop, het Bouw centrum wel. NtdS, en TROS ondervinden in Rotterdam voortreffelijke medewerking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 13