T sport
VIS
POLYESTER
VISBOTEN:
BOOT-CENTRUM
Zoeterwoude.
FRED VELTMAN
DE SPORT
;ATERDAG 25 JUNI 1977
Aan dit stuk grond heb ik m'n hart
verpand" moet dr. Wimme*L. P.
M. de Kort, oud-burgemeester
van het Brabantse Ulvenhout en
oud-voorzitter van de KVP-
tweedekamerfractie, ooit lichtge-
roerd hebben uitgeroepen.
[ij sprak toen over ruim 90 hectare
park, wijngaarden en lavendel-
velden, schilderachtig gesitueerd
rond het pittoreske kasteel van
Rouret, diep weggedoken in de
golvende plooien van de Franse
Ardèche, nabij Grospièrres.
Kimme de Kort, tot 1 januari jl.
voorzitter van het Pensioenfonds
voor de Gezondheid, Geestelijke
en Maatschappelijke Belangen
1 (PGGM), en nog steeds voorzitter
van de nationale Ziekenfonds
raad, liet het niet bij die liefdes
verklaring. Namens het PGGM-
pensioenfonds kocht hij medio
1974 hoogstpersoonlijk via het
'notarissenkantoor Pitavit-
Grasset het gigantische landgoed
van de Franse eigenaar Joffre,
voegde er enkele aanpalende
landerijen aan toe, stootte weer
wat landbouwgronden af, en
maakte het toen tot standgeko-
men geheel inzet van wat een pre
tentieus Nederlands vakantie-
project moet worden. Bij dit alles bleef het niet. Jacques de Kort, althans in bestuurlijk
de Kort, zoon van dr.Wimme was opzicht, uit de doeken wordt ge- Dnor ThPO dP JOflQ
toevallig zo bijdehand om een daan. UOOT I neo Ub JUliy
jieve SOm perceel grond te kopen, grenzend
aan het PGGM-terrein, dat waar
schijnlijk door het bouwproject
van het pensioenfonds fors in
waarde zal stijgen.
Overheidspersoneel en de Neder
landse Christelijke Bond van
Overheidspersoneel).
foor de lieve som van ruim vijftig
miljoen gulden heeft nu de bouw
plaats van een superdeluxe viers-
terrenhotel (eind dit jaar open),
een bowlingbaan, bioscoop, na
chtclub, brasserie/bistro, restau
rant en 50 bungalows - dit alles
schuilgaand in hoogopschietend
struweel, klaar voor naar rust
hunkerende toeristen. Tweehon
derdduizend werknemers van
particuliere verpleeginrichtin
gen en aanverwante instituten in
Nederland zoeken die gemoeds
rust óók. Want het is immers met
hun pensioenpremies, bedoeld
voor een welvaartsvaste oude
dagsvoorziening, dat dr. Wimme
de Kort zijn prestigeproject op
poten zette, vrijwel ongecontro
leerd op aspecten als ontwikke
ling, besluitvorming en uitvoe
ring.
Sn het gebrek aan gemoedsrust is
verklaarbaar omdat een rapport,
opgesteld door het Franse voor
aanstaande onderzoek- en ad
viesbureau op het gebied van toe
risme (Promotour) zich uiterst
somber uitlaat over de winstkan
sen van De Korts wonderbare be
legging.
Is het vanuit dat gebrek aan vol
doende controle te verklaren dat
de voormalige KVP-fractieleider,
via het afstoten en bijkopen van
grond, op een gemiddelde prijs
van 2,45 francs per meter uit
kwam, en toen in de gelegenheid
was uit hel PGGM-bezit enkele
leuke lapjes te verkopen aan zijn
schoonzoon B.H.A. Geboers voor
het zachte prijsje van slechts 1,20
francs per meter, terwijl De Kort
diezelfde soepele prijs ook han
teerde bij een transactie met me
vrouw Van Nierop, echtgenote
de juridisch adviseur van het
PGGM, notaris Th. van Nierop-
te Den Haag?
Onderdirecteur
Dezelfde Jacques werd, recht
streeks onder z'n vader, onderdi
recteur van de SARL (Société
Anonyme a Responsabilité Limi-
tée Chateau de Rowiet), een nut
tige instelling die de exploitatie
van het bewuste Franse vakan
tieproject ter hand moest nemen.
Terwijl Jan de Kort, inderdaad
nog een zoon van dr. W., onderdi-
recteur werd van de Internatio
nale Ontwikkelings Maatschap
pij Beleggingsvoorzorg b.v., eve
neens een dochteronderneming
van het PGGM. waarin alle on
roerend goed-zaken waren ge
bundeld.
Toen de twijfelachtige investerin
gen in vakantieprojecten in de
Ardèche maar ook in Ierland
(waar in Dromquinna een hotel
werd gekocht dat binnenkort
vanwege de kleine winstkansen
weer wordt afgestoten; te na
drukkelijk in de publiciteit
kwamen, en toen ook het opmer
kelijk aantal (dubbel) functies
van de familie De Kort verbazing
wekte (de derde zoon Wim komt
later aan de orde), kon het
PGGM-bestuur niet meer om een
diepgaand onderzoek heen.
Dat onderzoek werd in handen ge
geven van een commissie, die de
naam kreeg van de commissie
voorzitter: prof. dr. A. D. Belin-
fante. En net als de commissie-
Donner (die de rol van prins
Bernhard onderzocht bij be
weerde ontvangst van
Lóckheed-steekpenningen) heeft
de commissie-Belinfante nu een
lijvig rapport opgesteld, waarin
handel en wandel van dr. Wimme
Conclusie van Belinfante: „Niet is
bewezen dat dr. De Kort niet te
goeder trouw heeft gehandeld, of
dat hij zelf zou hebben verdiend
aan de grondtransacties in de Ar
dèche", Later, maar dan monde
ling zegt Belinfante: „Ik sluit fi
nanciële bevoordeling niet per se
uit. Er zijn echter geen aan
wijzingen gevonden voor het uit
betalen van steekpenningen tus
sen koper en verkoper, onder ta
fel door".
Over de organisatie zelf stelt het
rapport: „De organisatorische
verhoudingen tussen het bestuur
van het pensioenfonds PGGM,
de beleggingscommissie van dit
fonds en de internationale ont
wikkelingsmaatschappij deug
den niet. Besluiten ten aanzien
van buitenlandse beleggingen
waren niet verantwoord". Daar
naast uit de commissie-
Belinfante kritiek aan het adres
van dr. De Kort omdat hij ver
schillende, in feite onverenigba
re, functies vervulde en door het
inschakelen van zijn zoons Jan en
Jacques „de schijn van een fami
lieregering wekte".
Bol
Over zoon Jan de Kort. die de bouw
van het Ardèche-project moest
begeleiden en verantwoording
schuldig was aan...zijn vader.
Over het feit dat het Sociaal Fonds
Katholieke Instellingen (een
voorloper van het PGGM) al in
1969 zo'n 80 hectare Ardèche-
grond kocht, en daarvan 40 hec
tare, „tegen een lagere prijs" ver
kocht aan de familie De Kort.
Dat Wim junior, op die 40 hectare
een privé-camping begon, terwijl
de campingbezoekers mochten
zwemmen in het aanpalende
SFKI-zwembad.
Dat de familie De Kort op de cam
ping een winkel exploiteerde (en
nog doet) die ook profiteert van
de klandizie van het SFKI-
bungalowpark (in folders worden
beide ondernemingen trouwens
als een geheel aangeprezen).
Dat de leiding van de privé-
camping in handen was van zoon
Wim, terwijl het naastgelegen
SFKI-bungalowpark werd ge
rund door de heer Hermans,
Schoonzoon van dr. De Kort, en
later toch weer door zoon Wim.
Dat de riolering van de camping is
aangesloten op die van het
SFKI-bungalowpark.
Dat pensioenfondsvoorzitter W. de
Kort, eigenaar van een tweede
woning in de onmiddelliike na
bijheid van "het camping/bunga
lowcomplex voor elke dag dat hij
voor het PGGM-pensioenfonds
in Frankrijk vertoefde 200 gulden
(later 250 gulden) mocht declare
ren en 0.75 francs (later 0.90 frs)
per kilometer - een douceurtje
dat over 1974/'75 opliep tot
16.149 francs aan autovergoeding
en 33.619 aan dagvergoedingen.
Al deze feiten worden door de
commissie Belinfante fijntjes in
het rapport vermeld, met de toe
voeging: „De commissie heeft
van het SFKI geen opdracht ge
kregen tot het instellen van een
onderzoek in dezen, en de com
missie is dus niet in staat en niet
bevoegd over de hier vermelde
feiten een oordeel te geven".
Hoe is het huidige gecompliceerde
beeld ontstaan?
Het pensioenfonds PGGM is in
1969 opgericht door de Nationale
Ziekenhuisraad en de drie bon
den van overheidspersoneel (de
Algemene Bond van Ambtena
ren, de Katholieke Bond van
Dr. W. L. P. W. de Kort werd bij de'
eerste bestuursvergadering tot
voorzitter gekozen. De deelne
ming in het PGGM werd per 1
januari 1970 verplicht gesteld
voor werknemers van particu
liere verplegingsinrichtingen. In
de volgende jaren kwamen ver
plichtstellingen voor negen an
dere sectoren tot stand.
Op 1 januari 1971 werd aan de
PGGM de administratie overge
dragen van drie pensioenfond
sen: het pensioenfonds voor Kat
holieke Instellingen, het pens
ioenfonds van de Bond der Ne
derlandse Diaconessenhuizen en
Geestverwante Ziekenhuizen, en
het pensioenfonds Volksge
zondheid en Maatschappelijk Werk.
In 1974 leek het wenselijk om de
gelden niet alleen te beleggen in
effecten en onroerend goed, maar
eveneens deel te nemen in „risi
codragende ondernemingen".
Dit alles vanwege het nage
streefde rendement, want de
pensioenen moesten welvaarts-
vast blijven, en dat is niet bereik
baar met investeringen in sociale
woningbouw, belangrijke moge
lijkheid daartoe werd gezien in
toeristische projecten in het bui
tenland. En zo werd op 26 juni
1974 de Internationale Ontwikke
lingsmaatschappij Beleggings
voorzorg b.v. opgericht - een
volle dochter van het PGGM.
Eind 1976 telde het PGGM
196.000 deelnemers, meer dan
15.000 uitkeringsgerechtigden en
bedroeg het totale vermogen 3,6
miljard gulden.
Hoe trad nu dr. W. de Kort op?
Als voorzitter van het PGGM was
hij, op uitvoerend niveau, tegelij
kertijd directeur van de exploita
tiemaatschappij SARL. Zo kon
het gebeuren dat er op 14 mei
1974 op de vergadering yan de
De
hier-
commissie-Belinfante,
over: „Vermoedelijk zou een be
leggingscommissie en een be
stuur van een (échte - Th. de J.)
directie veel beter uitgewerkte
plannen hebben geèist. Men zou
niet op grond van misplaatste col
legialiteit en van eerbied voor
vermeende deskundigheid zo
snel een besluit als dit hebben
genomen".
As op 't hoofd
naar goed katho-
nU as op 't hoofd
e vernietigende
de commissie-
Het heeft er alle schijn van dat dr.
De Kort. (die op 1 januari van dit
jaar, hangende het onderzoek,
zijn PGGM-voorzitterschap neer
legde) zijn optreden niet als pers
oonlijk falen ziet.
PGGM-beleggingscommissie
een notitie werd uitgereikt,
waarin De Kort voorstelde een
stuk grond van 90 hectare in de
Ardèche te kopen voor 2,5 mil
joen francs, om daarop een va
kantiedorp te bouwen. Terwijl
De Kort inmiddels al op 24 april
1974, dus drie weken eerder, eve
neens op voorstel van zichzelf,
een machtiging van het dagelijks
bestuur had gekregen (eveneens
dus mede namens zichzelf) om jn
de Ardèche terj hoogste 140
hectare te kopen voor ten hoogste
2.70 francs per vierkante meter.
De beleggingscommissie ging op
14 mei 1974 accoord, en mach
tigde hem tot aankoop. Een be
schrijving van het te bouwen pro
ject is niet aanwezig, er is geen
marktonderzoek naar de moge
lijkheden van een vakantiepro-
ject ter plaatse gedaan, en er is
ook geen exploitatiebegroting.
Er is zelfs geen objectieve advise
ring omtrent de waarde van de-
grond ter plaatse.
De Kort: ,Het is duidelijk dat Bar
bertje moet hangen. Ik ga nooit
opzij voor wat andere mensen
denken. Ik had goede krachten
nodig, en ik weet van mijn zoons
dat ze begaafd en integer zijn -
van anderen moet ik dat maar af
wachten".
De aantijging als zou hij de
Ardèche-grond, die niet in het
PGGM-recreatieproject paste,
tegen „zachte prijzen" aan rela
ties hebben doorverkocht, wijst
hij eveneens van de hand. Naar
zijn oordeel is bij de grondprijs
berekening niet of onvoldoende
rekening gehouden met de
waarde van de opstallen (het kas
teel en de boerderijgebouwen)
De Kort: „Zonder opstallen komt
de vierkante meterprijs veel lager
uit dan de 1,20 francs, waarvoor
ik ze heb verkocht. De enige be
langstellende in de buurt was de
gemeente, die er niets voor wilde
betalen. Ik moest ze kwijt - en
moest ik dan voor die paar onno
zele lapjes grond advertenties
gaan zetten in Franse en Duitse
bladen?"
Naar zijn mening is het Ardèche-
project Chateau de Rouret niet
onverantwoord voorbereid:
„Doel van de belegging in een
ontwikkelingsproject is ook, op
langere termijn, vermogenswinst
te behalen. De commissie-
Belinfante heeft eenzijdig geci
teerd uit het Promotour-rapport.
Het hotel in Grospierres is ren
dabel als het gehele Rouret-
project is voltooid en aan klan
tenwerving is gedaan".
Verklaring
Het enige waartoe De Kort bereid
bleek te zijn, was een gezamen
lijke verklaring, mede namens
het pensioenfonds PGGM,
waarin wordt erkend dat „de
voorbereiding van het project
Grospièrres op onderdelen zorg
vuldiger had moeten plaatsvin
den".
Tevens onderschrijven De Kort en
het pensioenfondsbestuur de
conclusie van de commissie-
Belinfante dat dubbelfuncties
van de oud-voorzitter „tot onge
wenste effecten hebben geleid".
Voorts delen zij de stelling dat die
ongewenste effecten onnodig
zijn versterkt doordat twee zonen
binnen het PGGM hiërarchisch
gezien rechtstreeks met hun va
der samenwerkten. En tenslotte
onderschrijven zij de conclusie
dat het „onjuist" was dat dr. De
Kort PGGM-grond doorverkocht
aan persoonlijke relaties.
Ook de Verzekeringskamer heeft
een onderzoek naar het
Ardèche-echec ingesteld. Jhr.
mr.'W. M. de Brauw, voorzitter
van de Verzekeringskamer,
schreef aan het pensioenfonds
dan ook onverhuld dat gezien "de
ter inzage verstrekte adviezen,
waarin slechts een gering rende
ment wordt voorspeld, het slagen
van de genoemde projecten als
belegging „geenszins vaststaat".
Hij sprak van „speculatieve ele
menten" in het project, en
noemde de vermenging van func
ties van dr. De Kort „ontoelaat
baar".
Mag ik u deze week in de visrubriek voorstellen aan een
collega „schrijvende visser"? Het is Cor van Heugten. Voor
sommige sportvissers, die regelmatig hengelsportbladen
lezen, geen onbekende. Hij is een Brabantse sportvisser in
hart en nieren, die zijn visplezier meestentijds zoekt in het
visrijke water van de Zeeuwse stromen. Enige tijd geleden
schreef Van Heugten namens de Federatie van Deltavissers
een nota onder de titel „De hengelsport in Nederland wordt
zwaar gediscrimineerd De inhoud is interessant.
echter (gratis) en zelfs op zondag
de bruggen geopend en de slui
zen geschut. Hij mag zonder een
cent belasting met zijn golfslag
van het dure schip de oevers be
schadigen Er worden zelfs mil
joenen besteed aan speciale
schutsluizen, die de recreatiebo-
ten en de plezieij achten uit vei
ligheidsoogpunt scheiden van de
beroepsvaart. Er staan op de slui
zen en jachthavens vuilniszak
ken klaar.
Ml
Van Heugten stelt vast dat elke
sportvisser een bijdragebewijs of
kleine visakte moet kopen voor
de verbetering van de visstand;
1 een rijksvergunning om in het
water te mogen vissen. „Hebt u
ooit gehoord dat een voetballer,
zwemmer, hockeyer of roeier
eerst 5 tot 11 gulden belasting aan
het rijk moet betalen om zijn
sport te mogen beoefenen?"
Een hengelaar, die wil vissen, moet
betalen. Iemand, die met zijn
jacht door kanalen vaart krijgt
OVERNAADSE JOL 1450,-;
NOORSE JOL 2450,-; ELAN vis-
sloep 4750,-; Crescent visboten
43 0 f 1995,-.
Hoge-Rijndijk 93 - 0-71-126966.
De hengelaar moet, als hij maar een
voet aan een oever zet om aan de
waterkant te komen, looprecht
betalen. Hij moet een rijksver
gunning kopen om zijn dobbertje
in het water te mogen gooien en
hij moet meestal nog een fiks be
drag neertellen aan de rechtheb
bende van dat water om zonder
verbaal te kunnen hengelen.
Wie hengelt wordt jaarlijks aange
slagen. Deze aanslag heeft na
tuurlijk niets uitstaande met kos
ten die het rijk of andere maken
De hengelaar is een melkkoe,
waarin de schatkist een algemene
inkomstenbron ziet. Is een hen
gelaar principieel of maatschap
pelijk met iets anders bezig dan
een wandelaar, een zeiler, een
zwemmer of een zonnebader in
rijkswateren, bossen, duinen of
stranden?
Menige hengelclub wordt aange
slagen voor schade aan oevers,
hoewel de duizenden dagjes
mensen de schuldigen zijn. Er
worden kapitalen uitgegeven
voor inrichting van oeverstroken
voor de recreatie en de aanleg van
jachthavens. Er worden door het
rijk en de meeste gemeenten mil
joenen besteed aan subsidies
voor de bouw van sporthallen
of de aanleg van sportvelden.
D% sportvisser moet voor
om de gedupeerde sportvisser
aan vervangend water te helpen.
Kent u een gemeentebestuur dat
ten behoeve van het gemeentelijk
viswater honderdduizenden gul-
Lage Rijndijk 36-40
Leiden, tel. 122293
HET AANGEWEZEN
ADRES VOOR AL
UW HENGELSPORT
.lies betalen.
dens investeert voor een goed
visbeheer? Vele gemèenten en
andere rijks- en provinciale in
stellingen proberen de laatste ja
ren wel de pachtprijzen te verho
gen. Er zijn zelfs provinciale be
sturen, die in beroep bij de Kroon
gaan om nog meer huurpennin
gen te kunnen opstrijken.
Er zijn waterschappen, die door
verlaging van het waterpeil voor
de boeren, de onvervangbare
broedplaatsen voor de vis uit
moorden. Door- watervervuiling
en andere rampen worden grote
recreatiemogelijkheden bedor
ven, waarvoor de hengelaars niet
worden gecompenseerd.
ADVERTENTIE
De enige speciaalzaak voor al u'
HENGEL
SPORTARTIKELEN
Haarlemmerstraat 11, tel. 124020
voorkomen of te genezen. Het is
een stuk geestelijke gezond
heidszorg van de bovenste plank.
Hengelen is een zeer rustgevende
geestelijke activiteit, die net zo
veel recht op subsidie heeft als
een openbare bibliotheek.
Het is een mengvorm van sport en
recreatie, die evenveel recht heeft
op de exploitatiebijdragen als
alle veld- en zaalsporten. Het is
helaas de veel te geisoleerde op
stelling van de sportvissers en het
gebrek aan nationale bundeling
van krachten geweest die deze
discriminatie heeft laten voort
bestaan".
Voor de hengelaar wordt niets
gedaan. Het aantal gemeenten
dat „om niet" of voor één gulden,
ofwel met een kleine subsidie
viswater uitgeeft of verbetert is
op de vingers van één hand te
tellen. Een gemeente, die in ver
band met stadsuitbreiding een
sportveld moet opruimen, bouwt
onmiddellijk een prachtige
nieuwe sportaccommodatie. Ex
ploitatieverliezen komen uit de
gemeentekas. De sportvereni
ging krijgt nog een subsidie, ter
wijl er vaak een symbolisch
huurbedrag wordt betaald.
Een gemeente of provincie, die een
water dempt, denkt er niet aan
Tot zover enkele gedeelten uit het
betoog van Cor van Heugten. In
grote lijnen kan ik het wel met de
constateringen van Van Heugten
eens zijn, al vind ik wel dat hij van
bepaalde zaken soms ^en wat
overtrokken voorstelling van za
ken geeft. Gelijk heeft hij als hij
achterstelling ten opzichte van
andere vormen van watersport
constateert. Ook in recreatie
plannen voor deze omgeving
worden vaak grootschalige pro
jecten als jachthavens, zeilscho-
len e.d. direct in de opzet meege
nomen. Wie vraagt waarom voor
zieningen voor de sportvissers,
zoals vissteigers, verhuur van
roeiboten plaatsen om kleine
bootjes te water te laten, niet in de
plannen zijn opgenomen krijgt
steevast te horen dat daarmee by
een nadere uitwerking rekening
zal worden gehouden. Realiteit is
dat het in de meeste gevallen van
het particulier initiatief afhangt
of er werkelijk iets voor de sport
visser gedaan wordt.
Vele doktoren zien in deze vrye-
tijdsbesteding en sport een ideale
mogelijkheid om spanningen af
te reageren^ overspanning te
De sociale en maatschappelijke be
tekenis van de hengelsport, zo
zegt Cor van Heugten is veel te
weinig door de verantwoorde
lijke bestuurderen van de henge
lsportorganisaties uitgedragen,
omdat er altijd een gebrek aan
goed kader is geweest. De grote
sociale betekenis is dat iedereen
eraan kan deelnemen, elke bur
ger, van elke inkomensgroep, re
ligie, politieke overtuiging, leef
tijd en lichaamskracht.