Reis van sonde duurt ongeveer ZATERDAG 25 JUNI 1977 Edmund Halley, de Engelse Astronomer Royal die voor het eerst hem vernoemde komeet als het zonnestelsel identifi ceerde en zijn elliptische haan bere kende. Hij beleefde de door hem voorspelde herverschijning in 1758 niet meer. Overigens staat thans vast dat lang niet alle kometen lot het zonnestelsel behoren, maar dat er ook "vuile sneeuwballen" zijn die uit de interstellaire ruimte komen, en langs de zon scheren in een open parabolische in plaats van een ge sloten elliptische baan. In 1910, tijdens de vo rige verschijning van de komeet van Halley, maakte de Lich sterren wacht deze opname van de "vuile sneeuwbalen zijn ijle staart. In dat jaar ging de aarde door een deel van die staart. Mede doordat men kome ten als onheilsboden be schouwde was men bang dat uiterst giftige gassen in de dampkring terecht zouden komen. Nu zijn die gassen waarschijn lijk helemaal niet giftig en bovendien uiterst ijl, maar niettemin stuurden Amerikaanse astrono men, die wel eens wat meer over de aard van de kometenstaart wilden weten, ballonnen naar zeer hoge luchtlagen om monsters van de even tueel verontreinigde at mosfeer te nemen. Van die experimenten kwam niets terecht. Er werd geen spoortje vreemd gas aangetroffen. Inmiddels blijven de astronomen even nieuwsgierigwes halve nu de doeltreffen der methode op stapel staat om komeet en staart van nabij in de ruimte te observeren en fotogra fisch analyseren. Het zonnestelsel is een rijk geschakeerde familie van hemellichamen, die om de centrale ster, de zon, wen telen. Tot de meest specta culaire leden behoren de kometen en een van de bekendste daarvan is de komeet van Halley, die tot dusver om de 76 jaar tot een indrukwekkend he melverschijnsel leidde. Men verwacht in 1986 deze komeet weer te kunnen bewonderen, wanneer de nabijheid van de zon voor een imposante staart moet zorgen. Men weet eigenlijk nog niet zo heel veel af van kome ten, en om enigszins in die lacune te voorzien heeft de Amerikaanse ruimtevaar torganisatie NASA het plan opgevat om er een (onbemand) ruimtevaar tuig heen te sturen om de komeet van Halley in 1986 te observeren tijdens de passage langs de zon. Zo'n plan om een ruimtevaartuig naar de komeet van Halley te stu ren is ogenschijnlijk een koud kunstje als men weet dat de ruim tetechniek in staat is mensen op de maan te laten landen slechts enkele honderden meters van een tevoren vastgesteld doel, Marslandingen uit te voeren en een ruimtevaartuig (de Pionier) zo zuiver te lanceren en besturen dat het tussen de planeet Satur- nus 'en haar ringen door schiet. Maar een ruimtevaartuig naar een komeet sturen is in wezen nog veel gecompliceerder dan dat kosmische ringsteken. En kele van de problemen zijn de volgende. Vier jaar Door de afstand, die het ruimte voertuig moet afleggen, duurt de reis ongeveer vier jaar. Het ligt dan ook in het voornemen, de Halley-sonde tussen maart en juni 1982 te lancerep. Voordat die sonde geconstrueerd is (nu staat er alleen nog maar iets op papier) verlopen er enige jaren. Daarom moet er thans, in ieder geval dit jaar, een beslissing worden ge-., nomen. Temeer is dit het geval omdat om verschillende redenen (waarover later meer) een geheel nieuw voortstuwings-systeem ingebouwd moet worden, dus uitvoerig getest. Bij dat alles komt, dat men niet ge heel zeker is van de plaats van het doel, waarop gemikt wordt. Die onzekerheid is een gevolg van het veelal ongedurige gedrag van kometen waarvoor hun aard ver antwoordelijk is. Een komeet is waarschijnlijk een brok los samenhangende materie van enkele tientallen kilometers doorsnee, de kern. Daaromheen bevindt zich (alweer vermoede lijk) een veel lossere "coma" van gassen, ijsdeeltjes en stof of wol ken gruis. De diameter daarvan kan honderden kilometers be dragen. Samenraapsel Dit samenraapsel, dat door een Amerikaanse astronoom wel eens een "vuile sneeuwbal" is genoemd, doorloopt een langge rekte elliptische baan om de zon, die in een van de brandpunten van deze baan staat. De komeet bevindt zich daardoor meestal ver van de zon en komt .slechts éénmaal in een omloop in de buurt van de zon. In dat laatste geval wordt de coma sterker ver hit en worden gassen door de De baan van de komeet van Halley in de omloop tussen 1910 en 1986, ontleend aan Elseviers "Atlas van het heelal". De ge stippelde lijn is de komeetbaan, de plaats in de loop der jaren is aangegeven. Als cirkeltjes links zijn de banen van Mars en aarde getekendde overige pla- neetbanen zijn met pijl in de richting van hun beweging om de zon als delen van cirkels aangeduid. Op het ogenblik moet de komeet zich tussen de banen van Saturnus en Uranus bevinden. Een (uiteraard getekendbeeld van de on tworpen Halley-sondeDe tekenaar zag de sonde als het ware staande op een van de twee lange armen met zonnecellen. De andere arm is de naar "achteren" stekende "bak" met twee schuine kanten. Deze armen met zonnecellen leveren voldoende energie voor de ionen-raket in de sonde zelf (midden op de plaat tussen de zonnecel-armen) en de wetenschappelijke apparatuur en zenders en ontvangers aan boord. Het is de vraag of dit hele gevaarte met één shuttlevlucht in de ruimte kan worden gebracht, of na enkele vluchten in een baan om de aarde moet worden geassembleerd. druk van het zonlicht wegge duwd. De komeet zelf geeft geen licht, maar wordt alleen (zoals ook planeten en manen) verlicht door de zon en wordt daardoor zichtbaar. De komeet is dan ook vrijwel altijd onwaarneembaar. Op enigszins grote afstand van de zon (mee stal) is het zonlicht te zwak voor een terugkaatsing die op aarde zichtbaar is, vooral ook omdat de komeet zelf erg klein is en de lich tende staart van door de zon uit gestoten en verlichte gassen al leen optreedt in de buurt van de zon. Alleen nabij de zon (kos misch gesproken, want dat kan nog een afstand van honderddui zenden kilometers zijn) is de ko meet waarneembaar en kunnen daardoor de baan-elementen worden vastgesteld. Dit heeft weer tot gevolg, dat de baan niet zo heel nauwkeurig bekend is als bv de banen van de planeten, die veel vaker waarneembaar zijn. Omlooptijd De komeet van Halley heeft een omlooptijd om de zon van onge veer 76 jaar. De kortste afstand tot de zon bedraagt 90 miljoen ki lometer, dat is verder dan de pla neet Neptunus. Door de lange reis over vele planeetbanen heen kan de baan van zo'n licht krieltje als een komeet nu en dan sterk beïnvloed worden door de veel massalere planeten die hun aan trekkingskracht uitoefenen. Meestal is de kans daarop niet groot omdat het baanvlak van de mee ste kometen niet samenvalt met de zeer dicht bij elkaar liggende baanvlakken van die planeten. Maar het komt heel vaak voor, dat op grond van vroegere waarne mingen verwachte komeetvers chijningen uitblijven waarschijn lijk tengevolge van dergelijke baan-verstoringen. Bij de komeet van Halley zijn der gelijke invloeden al aangetoond, waardoor soms de verschijning bij de passage langs de zon op een ander tijdstip viel dan aanvanke lijk was voorspeld. De Engelse astronoom Edmund Halley, die leefde van 1656 tot 1742 berekende de banen van 24 toen bekende heldere kometen en vond opvallende overeen- komsten in de banen van een komeet die in 1531, 1607 en 1682 was verschenen en concludeerde dat het om een en dezelfde ko meet ging met een omlooptijd van ongeveer 76 jaar. Die komeet werd naar hem vernoemd. Hij voorspelde een nieuwe verschij ning in 1758, hetgeen dan ook prompt in de kerstnacht van dat jaar geschiedde. overleden. De komeet verscheen sindsdien met een regelmatige tussenpoos van 76 a 77 jaar weer aan de hemel. Later heeft een ij verige astronoom uit oude kro nieken vastgesteld dat deze ko meet met diezelfde tussenpozen is verschenen sinds de vijfde eeuw voor het begin van onze jaartelling, op één uitzondering na, die Wellicht niet geregistreerd is geweest. De komende ver schijning wordt in februari 1986 verwacht. Onzekerheid Om terug te komen op de NASA- plannen om in dat jaar een sonde langs de komeet te zenden: onze kerheid is een van de grootste problemen van deze pretentieuze missie. Men weet niet nauwkeu rig op welke plaats de komeet op een bepaald tijdstip zal zijn, men weet zelfs niet of de komeet nog "in leven" is. Per slot van reke- hing is de komeet in de kosmi sche ruimte veel minder dan een spierinkje in de oceanen, waar heel wat zaken ronddartelen die het op zijn leven hebben gemunt. Men kan niet afwachten, tot de ko meet weer verschijnt, dwz in de buurt van de zon komt. Dan is het te laat om de sonde nog tijdig te bouwen, en te lanceren voor een jarenlange tocht door de ruimte. De moeilijkheid is dus, dat men moet besluiten, honderden mil joenen guldens te besteden aan de constructie en lancering van een ruimte-sonde naar eer object waarvan men niet precies weet waar men het op welk tijdstip precies moet vinden en of dit ob ject er nog wel is. Daarbij moet dan, gezien de om standigheden, een zeer grote flexibliteit ingebouwd worden. Dat betekent ook, dat men niet genoegen kan nemen met een traditionele lancering: een soort kanonschot vanaf de aarde in de juiste "richting" waarby slechts relatief kleine koers- en snelheids-veranderingen door middel van boordraketten moge lijk zijn tijdens de vlucht. Daartoe moet de sonde een voort durend beschikbare onbeperkte hoeveelheid energie aan boord hebben. Met de conventionele, tot dusver gebruikte systemen in de ruimtevaart kan dat niet. Ionen-raketmotor Men heeft (op papier) daarom be sloten tot de uitrusting van de Halley-sonde met een ionen raketmotor. Daarin wordt een bepaalde hoeveelheid materie ontleed in elementaire deeltjes zoals (gesimplificeerd) protonen en elektronen. Die hebben een elektrische lading. Door het opwekken van bv mag neetvelden langs elektronische weg kunnen die deeltjes uitgesto ten worden op basis van het prin cipe dat gelijkpolige deeltjes el kaar afstoten, zoals gelijke polen van magneten dat doen. Door die uitstoting wordt een stuwkracht verkregen, zoals de uitstoting van ontploffende en brandende gas sen stuwkracht levert voor con ventionele raketten. Het is allemaal veel ingewikkelder dan wij hier in kort bestek kun nen uiteenzetten, maar het komt allemaal neer op het principe van de gelijkheid van actie en reactie waarop alle raketsystemen be rusten. De ionen-raketmotor is in onder zoekcentra op aarde wel herhaal delijk getest en in de ruimte bij hoge uitzondering experimenteel beproefd, maar er is nognooiteen ruimtevaartuig gelanceerd met deze motor als primaire voortstuwings- en besturings mogelijkheid. Voor de werking van een ionen raket is een forse hoeveelheid in itiële energie nodig, zowel voor de ontleding van materie in gela den elementaire deeltjes als voor het magnetisch mechanisme waardoor deze deeltjes kunnen worden uitgestoten. In overvloed Deze energie is in de ruimte in overvloed aanwezig, zeker in de nabijheid van de zon waarheen de Halley-sonde gezonden moet worden: zonne-energie. De sonde moet daarom worden uitgerust met enorme panelen, die deze zonne-energie opvangen. Daarom is het ontwerp van deze sonde dqn ook voorzien van der gelijke "wieken". Het is alleen de vraag, of de sonde samen met die panelen vervoerd kan worden in één space-shuttle die tegen deze tijd beschikbaar is om materieel naar een baan om de aarde te brengen en buiten boord te zetten. Wellicht zijn er meer shuttle-vluchten nodig met daarna een assemblage van het geheel in een baan om de aarde. Na de assemblage of shuttle lancering in één stuk kan de sonde dan op eigen kracht of j aanvankelijk met een hulpraketje-oude-stijl op koers gezet worden en verder aan zich zelf worden overgelaten. Niet geheel overigens, want de noodzakelijke besturing (d.w.z. het in- en uitschakelen van de ionen-boordraket moet geschie den (aan de hand van waarne mingen met betrekking tot de plaats van de vuile sneeuwbal van Halley) vanuit observatoria op aarde. Dat roept weer enorme problemen op omdat de "beve len" aan het instrumentarium in de sonde er zelfs met met de lichtsnelheid van 300.000 km per seconde er geruime tijd over doen. Hoe lang is van tevoren niet te zeg gen, want dat hangt af van de on derlinge positie van aarde en sonde, die naar een onzeker doel op weg is. Hachelijk Zou het de moeite lonen om een dergelijke hachelijke onderne ming te starten? Wat is het wezen lijke doel, wat is het "nut"? Het onderzoek draagt een zuiver wetenschappelijk karakter, waardoor van een direct nut niet kan worden gesproken. Een van de doeleinden van veel astrono misch onderzoek ook via de ruimtevaart is het herschrijven van de geschiedenis van het heel al, waarvan men thans aanneemt dat het ongeveer twintigmiljard jaar oud is. Een juist beeld van die geschiede nis geeft niet alleen inzicht in het ontstaan en de ontwikkeling maar ook in de toekomst. En al worden we daar niet direct beter yan, het is logisch dat men nieuwsgierig is naar dergelijke zaken, ook al raken zij vooralsnog nergens ons dagelijks bestaan. Niettemin kan dit beter inzicht ons ook meer duidelijk maken welke processen zich in het heelal van vandaag afspelen. Wel licht dat daar dan ook nog direct praktisch nut uit verworven kan worden. De kometen kunnen ons waar schijnlijk veel vertellen over de oorspronkelijke materie van het heelal. In de waarschijnlijk mil jardenjaren van hun bestaan zijn zij kennelijk niet "ingevangen" door grotere brokken materie als planeten en sterren. Zij staan derhalve betrekkelijk dicht bij de oorsprong van de wereld waarin wij leven, zowel in het zonnes telsel als in de interstellaire ruimte Alleen daarom al zijn zij wetenschappelijk fascinerend genoeg voor het ondernemen van zo'n onzeker 'experiment als de sonde naar de vuile sneeuwbal van Halley. - r - v. WETENSCHAP en TECHNOLOGIE door P. Bok

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 19