De mars naar het socialisme
Kamerleden die
weer gewone
kiezers worden
Interesse
voor baan
astronaut
overweldi
gend groot
DONDERDAG 26 MEI 1977
"Investeren is schieten op een doel, dat niét
alleen onduidelijk is maar zich ook beweegt
en nog wel zonder enige regelmaat". Deze
woorden van Joseph Schumpeter, uitgespro
ken in diens klassieke werk "Capitalism, so
cialism and democracy" (1942), zijn vandaag
actueler dan ooit.
Van oudsher verkeerde de on
dernemer al in de onzeker
heid of zijn nieuwe produkten
zouden voorzien in een be
hoefte. Na de Tweede Werel
doorlog kregen de onderne
mers bovendien te maken
met de grilligheid van mach
tige politici, die bestaande fi
scale en wettelijke regelingen
ieder jaar weer omvèr kegel
den.
Maar sinds het begin van de ja
ren zeventig is er een nieuwe
onzekerheid bijgekomen: zal
onze gemengde economische
orde, die door liberalen als
"de vrije ondernemingsge
wijze produktie" en door so
cialisten als "het kapitalisme"
wordt getypeerd, bestand zijn
tegen de harde (en soms ook
onredelijke) kritiek, die in
steeds bredere kring wordt
geuit?
De tekenen der tijden liegen er
niet om: In Italië en Frankrijk
staat een volksfront van
communisten en socialisten
gereed om de macht over te
nemen. Portugal is terna
uwernood ontsnapt aan een
communistische staatsgreep
en de toestand in Spanje is
onzeker. Engeland wordt
door socialisten geregeerd en
in West-Duitsland en Neder
land drukken socialisten een
zwaar stempel op het econo
misch beleid.
Ik kan mij levendig voorstellen
dat menig ondernemer zich 's
nachts, als hij de slaap niet
kan vatten, angstig afvraagt:
waar gaat dit heen?
Doodgravers
De beste schets van de ontwik
keling, zoals die thans plaats
vindt, is reeds door Schumpe
ter gegeven. Mijn bewonde
ring voor diens scherpe blik
heeft niets te maken met mijn
socialistische standpunt. De
liberale hoogleraar prof. dr. F.
Hartog beroept zich eveneens
voortdurend op Schumpeters
werk.
Schumpeter heeft exact be
schreven hoe het kapitalisme
zijn eigen doodgravers pro
duceert Volgens hem kan
een ondernemer zich in de
concurrentiestrijd alleen
handhaven door steeds
nieuwe goederen, produk-
tiewijzen, organisatievormen
en markten te scheppen en
tegelijkertijd het bestaande te
vernietigen. Maar juist dit
proces van voortdurende
schepping en vernietiging
maakt een investering ris
kant, zoals ik al in het begin
van dit artikel citeerde.
Het is noodzakelijk dat de risi-
co's worden verkleind door
de afzetmarkt in het voordeel
van de ondernemer te beïn
vloeden en daartoe is een be
drijf des te meer bij machte,
naarmate het groter is. Door
de concurrentie wordt dus
een proces van marktconcen-
tratie onvermijdelijk.
Mars begonnen
Maar deze marktconcentratie
leidt tegelijkertijd tot het
vermolmen van kapitalisti
sche instellingen als de parti
culiere eigendom en de con-
tractvrijheid. Zodra de mark
ten zijn geconcentreerd is
volgens Schumpeter de mars
naar het socialisme al begon-
Een groot concern kan alleen
geleid worden door mensen
met superieure talenten, zo
dat er een scheiding plaats
vindt tussen eigenaar en ma
nager. Maar ook de functie
van de manager verandert
fundamenteel van karakter.
Het succesvol toepassen van
nieuwe mogelijkheden is niet
langer de taak van één man,
die zich persoonlijk in het
strijdgewoel werpt, maar
wordt vervuld door teams van
anonieme specialisten achter
de bureautafel.
Door de concentratie van het
bedrijfsleven wordt de func
tie van de ondernemer niet al
leen van de functie van de
aandeelhouder gescheiden,
maar wordt de ondernemers
functie ook door grotere
groepen overgenomen.
Door prof. dr. J. van den Doel
Uitholling
Schumpeter ee
teitsverandering tot gevolg
heeft bij rechts èn bij links, bij
de traditionele vermogensbe
zitters èn bij de publieke
opinie.
In de eerste plaats raken de
vermogensbezitters zélf ge
leidelijk overtuigd van de
voordelen van een economi
sche orde, waarin een groot
aantal beslissingen niet door
particuliere bedrijven maar
door de overheid wordt over
genomen. Dit is een logisch
gevolg van het feit dat hun
band met de door managers
geleide bedrijven losser is
geworden.
In de tweede plaats verliest het
publiek zijn respect voor dé
ondernemers, die immers
niet langer persoonlijk zicht
baar zijn. Het publiek wordt
daardoor steeds meer vatbaar
voor de aanvallen van linkse
intellectuelen op het kapita
listische systeem.
Zowel de vrijwillige troonsaf
stand van de voormalige
vermogensbezitters als de
agitatie van intellectuelen re
sulteert volgens Schumpeter
in een tropische regen van
wettelijke voorschriften, die
de particuliere eigendom en
de contractvrijheid verder
uithollen. De nationalisatie
van de luttele reuzenconcerns
voor een socialistisch regime
is dan nog slechts een forma
liteit.
In mijn proefschrift "Konver-
genti en evolutie" (1971) heb
ik één onderdeel van Schum
peters betoog nader uitge
werkt. "Waarom doen de on
dernemers vrijwillig afstand
van hun troon en waarom is
de publieke opinie zo vatbaar
voor linkse kritiek?" - zo
vroeg ik mij daar af.
Steunend op een eerder door
prof. dr. J. Tinbergen ont
worpen theorie over het "op
timale regime", gaf ik in 1971
daarop ongeveer het volge
nde antwoord: een vrije, on
dernemingsgewijze produk
tie kan een aantal problemen
niet oplossen.
In de eerste plaats niet het pro
bleem van het milieu en van
de ruimtelijke ordening. Dit
probleem schept een tegen
stelling tussen welstand en
welzijn, en deze tegenstelling
kan alleen worden opgeheven
door de overheidsinvloed te
vergroten.
In de tweede plaats ontstaat er
een toenemende behoefte aan
collectieve goederen (onder:.
wijs, volkshuisvesting, ge
zondheidszorg, inkomensni
vellering) en deze collectieve
goederen kunnen per defini
tie niet door het marktme
chanisme maar wél door de
overheid worden verschaft.
In de derde plaats voelt de con
sument zich door het proces
van marktconcentratie steeds
meer buiten spel gezet, zodat
hij reclame en winst steeds
vijandiger gadeslaat.
Inflatie en
werkloosheid
Thans, zes jaar later, staat onze
gemengde economische orde
voor nieuwe uitdagingen: de
inflatie en de werkloosheid.
Naar mijn mening wordt de
inflatie uiteindelijk veroor
zaakt doordat op de vrije ar
beidsmarkt 't principe heerst
van "ieder voor zich en God
voor ons allen". Iedereen wil
meer collectieve goederen en
diensten, maar tegelijkertijd
probeert iedereen de kosten
van die goederen en diensten
op anderen af te wentelen. De
dringende noodzaak om de
inflatie te bestrijden zal
steeds meer mensen reikhal
zend doen uitzien naar een
sterkere overheid, die aan het
"ieder voor zich" een einde
maakt.
Voor de werkloosheid geldt
eenzelfde conclusie. Voor een
deel wordt de werkloosheid
veroorzaakt door de inflatie.
Maar voor een ander deel
wordt de werkloosheid (niet
alleen volgens socialisten,
maar ook volgens de WD-
kandidaat voor het ministerie
van financiën prof. dr. A.
Pais) veroorzaakt door een in
ternationale afzetcrisis.
Als die afzetcrisis lang duurt,
zal het beroep om opvoering
van de overheidsbestedingen
voor het scheppen van ar
beidsplaatsen steeds luider
worden. Er is geen sprake van
dat de werkloosheid de men
sen rechtser maakt, zoals dr.
Post heeft gesuggereerd. De
jonge dr. J. Zijlstra betoogde
in 1956 al het tegendeel: "Een
herhaling van het werkloos
heidsdrama in de jaren
1930-1940 zou geen enkele
democratie meer kunnen
verdragen. Reddeloos zouden
wij aan het communisme zijn
overgeleverd". Ik geloof, dat
dr. Zijlstra het toen goed heeft
gezien.
Geen monopolie
Alle redeneringen leiden tot de
zelfde conclusies. De vrije
ondernemingsgewijze pro
duktie zal ook in de toekomst
steeds meer worden ingebed
in overheidsvoorschriften en
andere wettelijke kaders. Dit
hoeft niet te betekenen dat de
onderneming zal overlijden.
Vaak zal overheidsbemoeienis
juist nodig zijn om dit over
lijden te voorkómen. Daarom
ook is hét versterken van het
overheidsgezag niet langer
een monopolie van socialis
ten. Liberalen doen er in de
praktijk even hard aan mee.
In de industrialisatienota van
1949 schreef de toenmalige
KVP-minister Van den Brink
(thans AMRO) nog: "De on
dernemer dient geheel vrij te
zijn in het kiezen van een ves
tigingsplaats, omdat deze
keuze van veel invloed kan
zijn op de bedrijfsresultaten".
Maar de grote aanval op dit
uitgangspunt kwam niet van
de socialisten, maar van de
WD-minister Langman
(thans ABN) die in 1972 een
wetsontwerp selectieve in
vesteringsregeling indiende
bij het parlement.
Het is precies zoals Schumpeter
het voorspeld heeft: niet de
partijpolitieke kleuren van
het kabinet, maar de maat
schappelijke omstandighe
den spreken over de econo
mische orde het beslissende
woord.
Op dit moment, nu ik schrijf,
weet ik niet hoe de uitslag van
de verkiezingen zal zijn. U die
dit leest bent al volledig op de
hoogte. Maar van één ding
ben ik zeken een groot aantal
Kamerleden keert niet terug.
Ton Planken zal hen niet
meer in'zijn samenzweerderi
ge gesprekjes ondervragen.
Het zijn van gekozenen weer
gewone kiezers geworden. En
dat zal, wat sommige voorma
lige Kamerleden betreft, toch
wel even wennen zijn.
Met een beetje weemoed zullen
we terugdenken aan de heer
Jongeling. De man zëi jaar in
jaar uit eigenlijk hetzelfde en
op dezelfde manier. Hij trok
zich van geen enkele „trend"
iets aan. Onverstoorbaar in
het altijd eendere donkere
pak, met 'n bloemetje in zijn
minuscuul vaasje vol water
op zijn revers zei hij altijd
maar weer, dat de wereld
slecht was en God het alle
maal moest doen.
Hij hoorde bij het interieur van
de Kamer. Ik zou zeggen: bij
het meubilair, maar dat klinkt
wat onvriendelijk. Een
G.P.V.-calvinist in optima
forma. Nooit kreeg iemand
hem van zijn stuk. 't Was vol
komen duidelijk voor hem
dat hij toch altijd gelijk had.
Want hij sprak namens God.
Beroemdheden verwelken,
namen vergaan, maar meneer
Jongeling blijft altijd bestaan.
We zullen hem
De Tweede Kamer gaat ook een
aantal artsen missen: Tilanus,
Lamberts en Beekmans. Het
gaf altijd zo'n veilig gevoel dat
er artsen in de zaal waren.
Schoot er eigenlijk iemand
van hen te hulp toen de grote
Luns schietgebedjes preve
lend in elkaar zeeg?
Volledig kan de lijst van hen die
heengingen niet zijn, op dit
ogenblik. Maar niemand die
ik verzwijg zal teleurgesteld
zijn, daarvoor is dit „in me-
moriam" te onbelangrijk. Wat
mij betreft: een paar namen
moet ik nog noemen.
;fc. .,V.'
Dat is dan eerst Hans van Mïer-
lo.
WOORDHAAT
Jaren geleden kwam hij op mijn
verzoek een spreekbeurt
houden. Hij deed het uitste
kend. Duidelijk gedreven
door zijn inspiratie. Hij heeft,
wat hij zelf noemt, een
„woordhaat". Maar als hij dat
begrip gaat ondermijnen,
zoals hij deed in Hollands
Diep, brengt hij eindeloos
veel nuances aan. Wie 't
woord: „woordhaat" voor het
eerst leest begrijpt hoe met
name iemand in de Tweede
Kamer daarop kon komen.
Daar wordt inderdaad met
woorden geknoeid,alsmaar
nietszeggende clichés.
Over elk onderwerp moet zo
nodig iedere partij iets zeg
gen, ook al hebben ze abso
luut niets nieuws of origineels
aan het al gezegde toe te voe
gen. Er zyn ér natuurlijk meer
die dat vinden. Zo schrijft Di-
lia van der Heem (PPR) haar
verontwaardiging neer in
„Opzij": „Ieder jaar wordt er
een spel opgevoerd bij het
debat over volkshuisvesting.
De woordvoerders van de
drie grote partijen trekken de
bekende argumenten uit de
kast. De hele voorgeschiede
nis die iedereen al kent wordt
weer eens uit de doeken ge
daan. Alsmaar herhalingen
van argumenten die allang
schriftelijk zijn uitgewisseld.
Ik doe daar niet aan mee."
Wanneer Hans van Mierlo sprak
in de Tweede Kamer had hij
iets te zeggen. Hij hoorde daar
eigenlijk thuis. Bij een debat,
uitgezonden door de t.v., was
hij altijd een opmerkelijke fi
guur. Meestal liep hij rond,
onrustig, piekerend, ontevre
den, ik geloof 't meest over
zichzelf. Hij had veel in zijn
hoofd, toen hij begon. Er is
niet zo erg veel van terecht
gekomen. De parlementaire
molens malen langzaam. Hij
is nu de Tweede Kamer uitge
stapt. Tijdelijk, heeft hij ge
zegd. We houden hem aan zijn
woord.
HONDJE
Een andere opvallende ver
schijning in de Tweede Ka
mer was Bas de Gaay Fort
man. U weet wel, dat afzichte
lijke hondje in het huis van
burgemeester dan Uyl, ver
troeteld door huishoudster
Ien, in dat fraaie boekje van
Peter van Straaten „Bij ons in
het dorp".
Toen hij begon had hij iets over
zich van: „Veni, vidi, vici!" (Ik
kwam, ik zag, ik overwon.)
Maar eigenlijk is elke preten
tie hem. vreemd. Toen de
minister-president Den Uyl
en de ministers Van AgtenDe
Gaay Fortman de Tweede
Kamer binnenkwamen voor
de historische verklaring om
trent Prins Bernhard i.v.m.
het Lockheed-schandaal,
dacht ik, dat 't wel mee zou
vallen.
De Gaay Fortman keek zo
vriendelijk, scheen zelfs een
beetje te glimlachen. Dat was
maar schijn. Vader de Gaay
("Papagaai" in de wandeling)
kijkt altijd zo. Bas heeft ook
iets vriendelijks in zijn ge
zicht. Maar 't is me opgeval
len, dat hij des te vriendelij
ker kijkt naarmate hij hardere
dingen meent te moeten zeg
gen.
Noch bij Hans van Mierlo, noen
bij Bas de Gaay Fortman wil
ik hier ingaan op hun poli
tieke doelstelling. Dat heeft
op 't ogenblik weinig zin.
Door Piet Wesseling
dat beide figuren probeerden
consequent te zijn. Beiden
hadden vrienden, dwars door
alle partijen heen. Beiden de
den ze geen poging anders te
zijn dan ze waren.
Persoonlijk heb ik in Bas altijd
zeer bewonderd, dat hij con
sequent per trein reisde, elke
keer weer opnieuw, van Er-
melo naar Den Haag. In Den
Haag leende hij een fiets om
zich naar een of ander minis
terie te begeven als hij daai
verwacht werd.
Komt Bas terug? Ik weet 't niet.
Er gaat meer in dat schijnbaar
onbekommerde, vriendelijk
ogende gezicht rond dan we
vermoeden. Wist U b.v. dat hij
een hechte vriendschap on
derhoudt met president
Kaunda van Zambia?
GEZIN
Alla. Bas gaf als reden van zijn
heengaan onder meer op, dat
hij vond wat meer aandacht te
moeten geven aan zijn gezin.
Het is hem en zijn gezin van
harte gegund. Hij heeft ook
gezegd graag naar Afrika te
rug te willen want hij heeft
goede herinneringen aan
Zambia. Toch hoop ik, dat hij
in welke functie ook, weer
eens terugkomt in de Tweede
Kamer. Hij is eerlijk, hij staat
een goed beleid voor, hij is
strak gericht op de toekomst
en hij weet het goed te bren
gen. Zulke figuren zijn in de
Tweede Kamer eigenlijk on
misbaar.
En dan Dolf Coppes. Ook zo
maar ineens weg. 'n Paar
maanden geleden schreef hij
nog een boek over de wezen
lijke doelstellingen van zijn
partij. Maar bij hem zal een
soort "Kamer-moeheid" zijn
opgetreden Ongetwijfeld
duikt hij vandaag of morgen
weer heel ergens anders op
om er bezeten zijn sterke tan
den in te zetten.
Overigens mag ik niet veel over
hem schrijven. Ik ken hem te
goed. En heel wat nachten
bleef hij over in mijn huis
wanneer het er niet meer in
zat naar zijn gezin in Odijk te
rug te gaan. Wat Dolf betreft
ben ik te veel een insider.
Ik schreef het al: nog heel wat
meer figuren verdwijnen uit
de Tweede Kamer. Nel Ba-
rendrecht gaat naar Brussel,
Annie Crouwel moet weer te
rug naar Overijssel, om er
maar een paar te noemen van.
de met dames toch zeer
spaarzaam gezegende
Tweede Kamer. Huijsen kan
in een andere partij weer van
voren af aan beginnen.
Spinks. hoeft over vier jaar
niet meer naar Pingjum. En
zo verder.
Veel nieuwe mensen zullen
driftig aantreden. Gepikt en
gedreven. Nieuw pak, ge
poetste schoenen, nieuwe ak
tetas, nieuwe bloknoten.
Nieuw broodtrommeltje. Het
zij zo.
Maar waar 't mij nu alléén maar
om te doen was: een vriende
lijk vaarwel aan al die mensen
die we niet meer zullen zien._
Voor hen is een periode van""
hun leven voorbij. Veel
vreugde beleefd? Of was 't
meer: „nobody knows the
trouble I have seen"
DELFT - Dagelijks komen er
op het ogenblik bij het Neder
lands Instituut voor Vliegtui
gontwikkeling en Ruimte
vaart (NIVR) in Delft wel vijf
tot tien sollicitatiebrieven
binnen voor de functie van
ruimtevaarder op het Euro
pese ruimtelaboratorium
Spacelab, dat in 1980 een
week om de aarde gaat cirke
len.
op 26 april op zoek
Nederlandse kandidaat voor
de bemanning van Spacelab
hebben zich nu al ruim hon
derd liefhebbers aangemeld.
De sollicitatie staat nog open
tot 23 mei.
„We zijn inderdaad toch wel een
beetje verrast door het grote
aantal aanmeldingen", aldus
de heer J. Flinterman van het
NIVR, die deel uit maakt van
de werkgroep, die de selec
tieprocedure heeft voorbe
reid en uitwerkt. „Temeer
omdat het aantal werkelijk
serieuze gegadigden zeer
groot is. Van de 95 aanmel
dingen die we nu verwerkt
hebben, achten we slechts 35
minder geschikt. De overige
60 gaan we nader beoordelen.
Ja, ik vind de respons zeer
behoorlijk".
Eén vrouw
De meeste gegadigden blijken
afkomstig te zijn uit wetens
chappelijke en
wetenschappelijk-technische
kringen. Er zijn enkele medici
bij en een nogal groot aantal
leger-, luchtmacht- en
marine-officieren. De leeftijd
van de sollicitanten varieert
van dertig tot veertig jaar, met
een uitschieter naar vijftig.
Bij de kandidaten is tot nu toe
Uit het totale aantal Neder
landse kandidaten zullen er
vijf geselecteerd worden. Ook
in de andere tien lidstaten van
de Europese ruimtevaartor-
ganistie ESA is inmiddels een
wervingscampagne begon
nen. Elk land zal vijf kandida
ten leveren. Uit het totale aan
tal van 55 Europese kandida
ten zullen er tenslotte weer
zes geselecteerd worden.
Deze gaan dan voor een pe
riode van negen maanden
naar de Verenigde Staten,
waar op het Amerikaanse bu
reau voor lucht- en ruimte
vaart NASA een opleiding
plaats vindt, die tevens dient
als selectie. Want uiteindelijk
kiest de NASA uit die zes
tenslotte twee kandidaten,
die rechtstreeks betrokken
worden bij de voorbereiding
van de ruimtevlucht.
Een van hen zal de vlucht
daadwerkelijk meemaken,
terwijl de ander hem moet
kunnen vervangen, maar te
vens een belangrijke taak
krijgt in het, team, dat de
vlucht van de grond af bege
leidt en controleert.
De vlucht met het Europese
ruimtelaboratorum Spacelab
is een onderdeel van een ge
lijktijdige ruimtevlucht met
de Amerikaanse Spaceshutt-
le. Dit gecombineerde
Europees-Amerikaanse labo
ratorium zal in de ruimte vijf
mensen aan boord hebben,
van wie vier Amerikanen en
een Europeaan. Deze laatste
is samen met een van de Ame
rikanen niet rechtstreeks be
trokken bij het besturen van
het ruimteschip, maar zal zich
bezig houden met het laten
functioneren en controleren
van de wetenschappelijke en
technische apparaten aan
boord.
Ton per jaar
De Europese ruimtevaarder
gaat, als hij eenmaal door
NASA is uitverkoren, een
jaarsalaris verdienen van zo'n
80.000 tot 100.000 gulden.
De ruimtevlucht, die eind 1980
plaats moet vinden, zal zeven
dagen duren. Tijdens de
vlucht zullen ruim tachtig
experimenten aan boord van
het ruimtelaboratorium wor
den uitgevoerd. Daarvan zijn
twee Nederlandse projecten.
De vlucht zal in een 250 kilo
meter hoge baan rond de
aarde gaan.
Over de kansen van de Neder
landse kandidaten valt nog
weinig met zekerheid te zeg
gen. In vergelijkbare landen,
zoals Belgie, is het aantal
aanmeldingen ongeveer even
groot als in ons land. Maar in
landen zoals Duitsland, waar
bijzonder veel interesse be
staat voor de Europese ruim
tevlucht, en Frankrijk en En
geland is het potentieel uit
eraard veel groter.
JAN KEES KOKKE
Meningen op
deze pagina
weergegeven zijn
voor rekening
van de auteurs