Geen enkele energie bron is zonder gevaar ZATERDAG 14 MEI 1977 EXTRA PAGINA 23 Iets is niet waar omdat een bekend deskundige het beweert, hetzij in z'n eentje of samen met een verzameling andere deskundigen. Wie de laatste tijd de discussies over kernenergie en alterna tieve energiewinningsmethoden heeft gevolgdheeft erva ren dat er talloze deskundigen zijn die kernenergie ver foeien als een duivelse uitvinding waarmee de mens zijn eigen graf en dat van het leven op aarde graaft, maar hij ontdekt ook dat er minstens even zovele deskundigen te vinden zijn die kernenergie te vuur en te zwaard verdedi gen. Voor de leek is er geen touw aan vast te knopen. Ook niet wanneer hij de deskundige stemmen bij el kaar optelt als waren het verkie zingen om dan te zien welke groep het „wint". Wie moet als deskun dige worden aangemerkt? En weegt de ene deskundige even zwaar als de andere? De verwar ring is nog groter wanneer de. groep „deskundigen" ook nog po litici gaat omvatten, zoals de laat ste jaren het geval is geworden. Nu zijn er wel politici die zich over het probleem uitspreken vanuit een zekere natuurkundige of aan verwante kennis van zaken door hun wetenschappelijke en techni sche opleiding (buitenlands b.v. Carter en binnenlands Terlouw) maar die stemmen worden mede gevoed door andere belangen dan alleen die van de materiële veilig heid. Zo komen er voor de leek steeds meer verwarrende gege vens, waarop hij zijn eindoordeel moet vellen. Er zou slechts één norm moeten zijn, die betrouwbaar is voor de leek: de uitslag van een wetens chappelijke risico-analyse. Maar die analyse is niet mogelijk en bo vendien blijft dan nog de vraag openstaan, tot op welke hoogte ri sico's aanvaardbaar zijn. Laten we bij een beschouwing over deze materie met het laatste van genoemde aspecten van risico analyse beginnen. Bij alle menselijke activiteiten worden risico's aanvaard Dat is door alle tijden heen het geval ge weest. Vanaf de holenmens, die met gevaar een böom omkapte en de primitieve jager die beren en mammoets te lijf ging. Men heeft ook altijd natuurlijke risico's aan vaard en is blijven wonen in gebie den waarin herhaaldelijk door aardbevingen en vulkanische uit barstingen ontelbare doden vielen. In de moderne tijd vinden wij een bewijs voor het kennelijk aanvaar den van risico's b.v. in de cijfers omtrent de verkeersdoden. In de naoorlogse jaren zijn er op de ver keerswegen van de wereld meer doden gevallen dan de ruim zesmil joen doden van de Tweede Werel doorlog, inclusief de slachtoffers van de vernietigingskampen. Ook die oorlogsslachtoffers waren een aanvaard risico toen Chamber lain op 3 september 1939 de staat van oorlog afkondigde.'nadat Hitier deze in feite enkele dagen eerder in Polen onverklaard was begonnen. Geen van beiden zal gedacht heb ben het conflict zonder slachtoffers op te lossen. Maar het verkeer eiste in de jaren nadien meer slachtoffers dan de oorlog. En dan te bedenken, dat althans in ons land het aantal dodelijke ongevallen in en om huis, (vallen van trappen, drinken van vergif enz.) hoger is dan het aantal verkeersdoden. Geleidelijk Maar ja, het gaat met geleidelijk en langzaam opgebouwde rampen nu eenmaal anders dan met plotse linge omvangrijke catastrofes. Be halve door de nabestaanden wordt zelden meer gedacht aan de bijna tweeduizend doden van de storm ramp in 1953, hoewel die ramp we reldnieuws was in die tijd. De drie duizend verkeersdoden van 1953 in ons land spreken (althans voor de buitenstaander) helemaal niet aan, noch de honderdduizend slachtof fers die reeksen aardbevingen dat jaar op hun geweten hadden. Men kan zich niet van die laatstge noemde slachtoffers afmaken door te zeggen dat het hier om natuur lijke rampen ging, waarvoor de mens zelf niet verantwoordelijk is, dus niet om aanvaarde risico's. Die mensen zijn bewust in de aardbe vingszone blijven wonen. Macro- economisch gezien zou het binnen de mogelijkheden hebben gelegen al die gevaarlijke streken te ontvol ken door grootscheepse migratie. Bovendien zouden - ook alweer macro-economisch gezien - techni sche voorzieningen mogelijk zijn geweest in de vorm van betere, minder kwetsbare bouwtechnie ken. Aanvaarden De mens aanvaardt ook direct be wust eigen persoonlijk risico, zowel door zich in het verkeer te begeven, snelheidsvoorschriften aanzijn laars te lappen. En op ander gebied b.v. door het stug blijven doorro ken, hoewel er redelijke aanwijzin gen zijn dat daarmee een voortij dige dood door longkanker wordt geriskeerd. Hij erkent ook risico's door het afsluiten van allerhande verzekeringen, dwz. afschuiven Onvermijdelijk Op dit booreiland Bravo in de Noordzee deed zich onlangs een ongeluk voor, dat op een milieu ramp uit had kunnen lopen wanneer de omstandigheden niet toevallig gunstig waren ge weest. Er staan nu ongeveer 200 van die eilanden alleen al in de Noord zee. Een werkelijke ramp in de na aste toekomst is onvermijdelijk. van de risico's naar de gemee nschap. Uit al deze en anderszins mogelijke voorbeelden blijkt, dat de mens bereid is, risico's te aan vaarden, die samenhangen met een bepaald gedrag of levenspatroon. De grote moeilijkheid is, om die ri sico's te „wegen". Er zijn, zoals reeds opgemerkt, twee kardinale problemen die mee spelen in een wetenschappelijke risico-analvse welke noodzakelijk zou zijn bij het beoordelen van energievraagstukken. Welke risi co's zijn acceptabel en hoe kunnen wij de risico's bepalen? Wie het voorgaande goed gelezen heeft, weet dat de grens van het aan vaardbare kennelijk hoog ligt, zo wel wat betreft de „sluipende cata strofe" als met betrekking tot de spectaculaire incidentele ramp. We zitten nu met een energiepro bleem dat om een oplossing vraagt zonder dat we in staat zijn die an dere factor, de risico-analyse ver antwoord te laten meespreken. Ervaring Tot dusver is risico-analyse vrijwel uitsluitend mogelijk op basis van ervaringsfeiten. Verzekerings maatschappijen werken met statis tieken over gezondheid, ongevallen e.d. op grond van ervaring in het verleden. Die ervaring missen wij in alle opzichten waar het betreft de thans mogelijke vormen van ener gievoorziening waartussen een keuze zal moeten worden gedaan, behalve de energievoorziening uit steenkolen en gedeeltelijk uit aar dolie. Laten we ons in 's hemelsnaam niet zelf wijsmaken, dat we die proble men van de energievoorziening kunnen omzeilen door het energie verbruik te verminderen. Dat zou het opgeven van een stuk verwor ven welvaart betekenen en het ont houden van vergelijkbare welvaart aan de nu nog minder bedeelden. Wie beseft hoe om tienden van pro centen loonsverhoging en prij scompensatie wordt gevochten kan niet anders dan concluderen dat er geen weg terug is. En zonder „optrekken" van de wel vaart in de achtergebleven gebie den, dus verhoging van de energie- produktie, is een wereldramp niet te overzien. Dat is ook een risico, dat in aanmerking moet worden genomen. Zelfs al zou het mogelijk blijken, onze eigen Westerse ener giebehoefte rigoureus in te perken teneinde minder bedeelden even redig „aan de bak" te laten komen, betekent dat een achteruitgang, die enorme risico's meebrengt. Een strikt eenzijdige ontwikkeling in een gecompliceerde maatschap pij als de Westerse is onmogelijk. Wij zouden b.v. de zorg voor ge zondheid en hygiëne - nog afgezien van die voor voeding - niet op peil kunnen houden wanneer wij in an dere sectoren een stap terug zou den doen. Dat betekent vermoede lijk een ernstige teruggang in de ge zondheidszorg, een hernieuwd massaal optreden van desastreuze epidemieën of epidemiologische aandoeningen als tuberculose. Daarbij moet niet vergeten worden, dat epidemieën tot dusver voor de grootste rampen voor de mensheid hebben gezorgd, zelfs in zo recente tijd als het begin van deze eeuw met de beruchte Spaanse griep. De inwendige huid van een drijvende NLG-bom". Dit is het ruim van een vloeibaargastanker, gebouwd bij Chantier France Dunkerque. De enorme afmetingen blijken uit de twee menselijke figuurtjes op de achtergrond. De wand van het ruim is geconstrueerd van gelaste platen van de legering Invar, een combinatie van ijzer en nikkel. Ervaren reeds vele van deze gigantische tankers voor het explosieve vloeibare gas over de wereldzeeën en het zullen er nog veel meer worden. Voor de eerste tientallen jaren schijnen we nog genoeg te kunnen putten uit fossiele brandstoffen: olie, gas en kolen. Maar niet zonder Meer energie Het besparen van energie met be houd van het nuttige effect, b.b. door betere woningisolatie e.d. kan alleen een fractie van de wereldbe hoefte verlichting geven. We heb ben derhalve om rampen te voor komen meer energie nodig. Voor de produktie daarvan moeten we naar nieuwe technieken grijpen of rela tief in zonne-energie klein al toege paste technieken produktiever maken. Alternatieve technieken als zon- neenergie en windkracht kunnen ook niet meer dan lapmiddelen zijn. Voor windenergie zou met de thans bekende technieken een ge bied zo groot als de provincie Utrecht met hypermoderne lelijke rotoren volgebouwd moeten wor den om in de Nederlandse energie behoefte te voorzien. En dan nog in een windrijk gebied, b.v. ten noor den van de door milieubescher- rners heilig verklaarde Wadden. Zonneenergie zou slechts belang rijk kunnen bijdragen wanneer die in de ruimte gewonnen werd en naar de aarde overgestraald. Dat is een techniek die het risico van cata strofes inhoudt zolang we in een wereld leven waarin de ene helft •van de mensheid de andere naar het leven staat. Zeebodem De oliewinning zal de verdere uit putting van de bronnen op land -steeds meer moeten geschieden uit de zeebodem zoals uit de Noordzee. Niet alleen wordt de energiebron daardoor veel duurder en dienten gevolge minder rendabel, het risico wordt daardoor veel groter. On langs zijn zij nog getuige geweest van het optreden van een "spuiter" voor de kust van Noorwegen. Door toevallige omstandigheden (sterke wind en hoge golfslag) is het effect van dat ongeval gering gebleven, maar het is onvermijdelijk, dat zich op de Noordzee of elders binnen af zienbare tijd ernstige milieuram pen zullen voordoen, die door ver nietiging van de visstand en andere natuurlijke schakels in de voedsel keten zeer goed een "sluipende" ca tastrofe voor de mensheid kunnen veroorzaken. Over de milieuvijandige aspecten van steenkool, als energiebron, al thans in de klassieke vom, hoeven we nauwelijks te discussieren, daar het aantal doden, ernstig gewonden en zwaar verminkten van mijn rampen alleen al in deze eeuw in de vele, vele tienduizenden loopt. Al leen het milieu en de volksgezond heid zouden in vergelijking daar mee iets gebaat zijn bij een nieuwe behandelingstechniek van gewon nen steenkool, de vergassing, waardoor echter nog deugdelijke technieken ontwikkeld moeten worden. Gasrisico Een uitermate belangrijke energie bron zal de eerste tientallen jaren het aardgas blijven. De aanwen ding daarvan en de produktie van energie uit kernsplitsing vallen beide onder de gevaren-categatie waarvoor geen risico-analyse mo gelijk is doordat er geen statistische gegevens over kleinere ongelukken en grote rampen bestaan. Die risico's betreffen ook het aard gas, dat steeds meer in vloeibare vorm vervoerd zal moeten worden in mammo^ttankers van de vind plaatsen naar de gebruiksoorden, die veelal ver uiteen liggen. Neder land beschikt toevallig als geïndus trialiseerd land over een grote voor raad, die via een buizenstelsel ter beschikking komt van de verbrui ker. Zelfs in een groot deel van Eu ropa. De Nederlandse voorraad is echter beperkt. De Westeuropese reserves bedragen volgens de jong ste schattingen 5000 miljard ku bieke meter waarvan 48 procent onder het vasteland en 52 procent onder de zeebodem. Van die 5000 miljard kubieke meter bezit ons land er 40 procent, Engeland 28 procent, Noorwegen 14 procent, Italië 5, Est Duitsland 5. Frankrijk 3 en andere landen 4 procent. Het wereldverbruik is per jaar 1000 mil jard kubieke meter, waarvan Nord Amerika 51 procent opsoupeert. De wereldreserve bedragen 63500 mil jard kubieke meter. Waarvan het grootste deel'per tankeT moet wor den vervoerd. Drijvende bom Dat tankervervoer kan niet in gas vorm maar moet geschieden in vloeibare vorm bij een temperatuur van minstens 161 Graden Celsius onder nul, en is alleen efficient in mammoettankers. In die mammoettankers, die vaak (nu al) langdurige reizen maken kan het LNG' (liquid natural gas) door goede isolatie op lage tempera tuur blijven. Het hoeft daarbij niet gekoeld te worden. Maar zo'n tan ker is wel een drijvende bom van onvoorstelbare verwoestende kracht. Ongelukken daarmee bij het navigeren en de afhandeling in de aanvoerhavens kunnen op den duur niet uitblijven. De vliegtuigramp op Tenerife (overigens ook een „aanvaardbaar risico" want het aantal boekingen voor vliegreizen is er niet door ver minderd) heeft aangetoond dat geen enkel veiligheidssysteem wa terdicht is. Datzelfde zal het geval blijken te zijn met de drijvende bommen met LNG. Heeft zo'n ex plosie door een navigatiefout en aanvaring plaats in een havenge bied als b.v. Rijnmond dan is het aantal slachoffers niet te schatten. Vandaar dat risico-analyse voor dit soort energiewinning niet uit te voeren is. Vandaar ook dat men de aanvoerhaven voor ons land b.v. wil verleggen naar een kunstmatig industrieeiland in de Noordzee, maar dat is wel een industriecluster met vele andere gevaarlijke indus trieën en een permanente bevol king van 28.000 mensen, waarvoor geen evacuatiemogelijkheid bin nen een uur of wat mogelijk is. De omvang van genetische schade bij de mens door grote doses radioactieve straling is nooit zonneklaar vastgesteld. Er zijn ook geen duidelijke verschillen tussen, bevol kingsgroepen die van nature geheel verschillende doses van deze straling ontvangen. Bo vendien meent men uitslui tend op theoretische gronden en dan proeven op dieren (ui teraard niet op mensen) dat mutaties, erfelijke veranderin gen, vrijwel uitsluitend ver slechteringen zijn. Het is ge enszins bewezen dat er geen gunstige mutaties kunnen op treden. Daarbij mag niet wor den vergeten, dat er geen en kele aanwijzing is (integen deel!) dat de mens het einde van de evolutie zou zijn en dat die evolutie op den duur zou kunnen leiden tot een "hogere" levensvorm. Een wat gewaagde maar toch ook wel reële suppositie is zelfs dat de mens als zodanig is ontstaan uit „lagere" vormen door een grote dosis radioac tieve straling. Die veronder stelling berust op de volgende feitelijke gegevens. In Afrika zijn onlangs de res ten teruggevonden van een inmiddels uitgewerkte na tuurlijke kernreactor, d.w.z. een concentratie van uraniu merts dat toevallig zodanig "verrijkt" was dat er een spon tane kettingreactie plaats had met de bijkomende sterke ra dioactieve straling. Dat moet volgens onderzoekingen mil joenen jaren geleden gebeurd zijn. Inmiddels zoekt men in ruwweg datzelfde deel van Af rika naar de „missing link", de duidelijke overgang van een lagere diersoort naar de mens, aangezien nog altijd niet een geleidelijke overgang volgens evolutiebeginselen is gevon den. Die ontbrekende schakel denkt men op het ogenblik eenzelfde ouderdom to€ als de natuurlijke kernreactor. Zou het al te gewaagd zijn een ver band te leggen tussen deze ver schijnselen en het vermoeden te uiten dat de mens als zoda nig ontstaan is door een gun stige mutatie door radioac tieve straling van een „lagere" diersoort? Natuurlijk geen reden om dan maar met radioactieve stra ling te gaan strooien in de hoop dat we daar beter van worden, maar al te eenzijdig moet men deze zaken toch ook niet be schouwen. Zeker niet zolang er geen keiharde bewijzen zijn, dat radioactieve straling per definitie genetisch verderfe lijk is. Daarbij kont nog, dat ook op volle zee navigatiegevaren dreigen en dat de kans op spontane explosie niet is uitgesloten. Er ontstaan al tijd turbulenties in zo'n massa vloeistof, die tot spanningsver schillen van statische elektriciteit kunnen leiden, die zich weer door vonken kunnen ontladen, zoals de bliksem zorgt voor ontladingen in luchtturbulenties en luchtmassa's met verschillende elektrische spanningsvelden. De kans op het optreden van zo'n catastrofaal on geluk in de haven of op zee is niét te berekenen. De omvang van de ge volgen evenmin. Nabootsing op la boratoriumschaal is bij dergelijke verschijnselen niet mogelijk. Dat laatste geldt ook voor het geval met de uitgebreide toepassing van kernsplijtingsenergie. Men kan op grond van theoretische berekenin gen wel gefundeerd fantaseren over de ergste gevolgen die moglijk zijn wanneer er eens alles, maar dan ook alles mis zou gaan in een cen trale. Wanneer alle denkbare mens elijke fouten in één incident opeen gestapeld worden en wanneer alle ingebouwde veiligheidsmaatrege len het gelijktijdig laten afweten. Dan doet zich een onvoorstelbare ramp voor, maar hoogstens verge lijkbaar met de zwaarste bekende aardbeving. Genetisch Tegenstanders van kernenergie wijzen vooral op het risico van een heel apart en uniek soort schade, de genetische schade die tot in een ver nageslacht voelbaar zou zijn. Over deze risico's elders meer, maar op deze plaats nog even afwe ging van dit gevaar tegen een andér op hetzelfde niveau. Een wetens chappelijk vastgesteld feit is, dat ondervoeding met vooral een eiwit tekort bij vrouwen die in verwach ting zijn onherstelbare schade ver oorzaakt bij de geestelijke ontwik keling van de te baren kinderen. Die afwijkingen van de norm zijn erfelijk, dwz. dat het ook geneti sche veranderingen zijn. Blijft een groot deel van de wereld in dit opzicht ondervoed, dan ont staat na enige generaties een ander mensenras met minder intellec tuele vermogens. Dat is niet een ri sico maar een zekerheid wanneer we de welvaartskloof tussen rijke 1 en arme landen niet geheel of ge deeltelijk op korte termijn kunnen dichten. En voor dichting van die kloof is energie nodig om de samen leving in de achtergebleven gebie den op peil te brengen. We zijn er niet met alleen eiwitrijk voedsel zenden, want dat is een tij delijk lapmiddel en geen therapie. Waaruit weer moge blijken dat risico-analyse en risico-afweging uiterst gecompliceerde zaken zijn, die we niet met kretologie kunnen oplossen. Terroristen De dreiging van misbruik van kernbrandstof voor terroristische doeleinden is minder groot dan men wel eens voorgeeft. Het is be paald niet eenvoudig om aan die radioactieve grondstoffen te ko men die geschikt zijn voor de fabri cage van bommen. Bovendien is de behandeling daarvan zeker niet eenvoudig. Niet direct voor bom men geschikt materiaal kan slechts in wel bruikbaar materiaal worden omgezet in forse industriecomple xen, die onmogelijk aan de aan dacht kunnen ontsnappen. Een iets ernstiger probleem lijkt de veilige opberging van het radioac tieve afval. Dat is echter een oplos baar probleem voor de betrekkelijk korte tijd dat men er mee zit opge scheept. Over enige tijd is de ruim tevaarttechniek ver genoeg gevor derd om al dit gevaarlijke spul de ruimte in te schieten. Niet om die te vervuilen maar om het in de zon te laten vallen, waar het schadeloos tot elementaire deeltjes verbrandt en gaat deelnemen aan de kernpro cessen, die de zon brandende hou den en het leven op aarde mogelijk maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 23