Henk Uiterdijk: „De laatste der Mohikanen..." Ik had een j psychiater mee moeten nemen naar Feyenoord..'.' j Brzezanczyk niet haatdragend Door Ad van Kaam ZATERDAG 14 MEI 1977 EXTRA PAGINA i7 Brzezanczyk bij Rapid Wien: "Ik zal nooit genoeg krijgen van voetbal, maar wél van clubbestuur- m m m m u m Ineengedoken op het bankje aan de rand van het veld zit hij wat on verstaanbaar te brom men, geeft met ver moeide gebaartjes aan, wat zijn spelers alle maal verkeerd doen. Herr Antoni ziet er plosteling echt uit als- een man van 57. Deels door de uiterlijke her inneringen aan het zware auto-ongeluk begin februa ri, elf kilo lichter, zonder snor, zonder pijp, lijkt deze Brzezanczyk in de verste verten niet op die levenslus tige kleine Pool, die vorig jaar zo bedroefd was toen hij als eerste trainer in de ge schiedenis bij Feyenoord op straat werd gezet. Naast die littekens in zijn gelaat, zijn echter ook de groeven dieper geworden, maakt Herr Antoni hoewel hij lichamelijk weer zo goed als hersteld is een erg ver moeide indruk, lijkt het alsof hij het voetbal zat is. Door Peter Dijkgraaf Hij strekt de smalle rug en zegt fel: „Ik zal nooit genoeg krijgen van voetbal, maar wel van clubbe stuurders en van die mensen die er omheen hangen en wat dat be treft kom je op een slecht mo ment." Een dag later met een frivool sjaal tje om de nek geknoopt in een getailleerd overhemd heeft hij zich duidelijk gewapend. Op het terras van de schitterende sauna (Poolse eigenaar, naast het Prater-station) waar de scherpe geur van seringen de lucht van benzinedampen verdrijft, daar krijgt Brzezanczyk weer iets van die levensgenieter, zoals wij hem ons uit die ongelukkige Neder landsejaren herinneren. Hoe hij bij het afscheidsfeest van een onzer sportredacteuren als een van de laatste gasten de deur uitwaggelde met de opmerking: „Wat een fijne avond. Er zijn in Nederland toch ook nog erg aar- dige mensen". Psychiater In eerste instantie krijg ik nauwe lijks de kans om vragen te stellen over hemzelf, over het auto ongeluk, over het Oostenrijkse voetbal. Hij pakt zijn antwoorden zo handig in dat we toch iedere keer opnieuw bij Feyenoord te recht komen. „Wat is er toch met Wim Jansen, een van de weinige spelers bij Feyenoord die nauwelijks aan geld denkt, die werk en spel vreugde kan combineren. Wat? Geopereerd door een Joegoslavi sche specialist. Ja, dat is de op lossing. Nu weet ik pas wat ik fout heb gedaan bij Feyenoord. Ik had een Poolse psychiater moeten laten overkomen en die sterspelers en ook een paar be stuursleden laten behandelen. Stom dat ik daar nooit aan ge dacht heb". De grap klinkt erg cynisch uit de veranderde mond, waar de snor moest verdwijnen op de op twee plaatsen ingescheurde bovenlip. Antoni lacht als hij leest dat Feyenoord onder Boskov veel minder punten had dan onder hem, dat Ajax op eèn slof en een oude voetbalschoen kampioen is geworden en dat het zelfs hele maal niet zeker is of Feyenoord volgend jaar wel mag meedoen aan Europees voetbal „Dat wil nu niemand geloven, maar het doet me verschrikkelijk veel pijn. De spelers van Rapid weten het al. Als ik een slechte bui heb zeggen ze. Feyenoord heeft zeker weer verloren". Haatdragend is hij zeker niet, deze Brzezanczyk, zegt nog wel een paar keer dat de Rotterdammers een koopje aan hem hebben ge had, dat hij nu bij Rapid het dub bele verdient, maar wil verder niet naschoppen en zeker niet te gen Guus Brox. „Een goede man, een echte clubman. Weet je, als het aan Brox had gelegen was ik nooit halverwege het seizoen ontslagen. Die Kerkum heeft het ontslag doorgedrukt, wist alles- beter". Met felle oogjes oprecht vervol gend: "Belachelijk dat die Step hen de nieuwe manager wordt bij Feyenoord. Als er dan niemand anders is te vinden kan je toch honderd keer Brox hebben en- houden". Zelfkritiek Terwijl hij voorzichtig voor de ge zelligheid een sigaret opsteekt en een borrel bestelt - „Ik heb eigen lijk nog vier maanden onthou ding voorgeschreven gekregen van de artsen" - zegt hij peizend: „Nederland boekt internationaal nu nog wat successen, maar daarna gaat het precies dezelfde kant op als hier in Oostenrijk met het voetbal. Ik draaide met Rapid toch leuk mee dit seizoen, maar er kwamen zelden meer dan vijf a zesduizend toeschouwers. In het duel tegen koploper Innsbruck werd met 12.000 een record ge boekt. Speciaal de inwoners van Wenen zijn zeer kritisch, maar missen helaas iedere vorm van, zelfkritiek". Het bestuur van Rapid is* in ieder geval zeer goed te spreken over de Pool en verlengde onlangs zijn contract..Vorig jaar was de club met het naargeestige stadion op de Wiener-berg in het westen van de stad diep weggezakt en ein digde op de achtste plaats in de- competitie. Brzezanczyk beloofde het bestuur te mikken op de derde plaats, die in ieder geval recht geeft op deel neming aan het toernooi om de UEFA-Cup. En Rapid staat nu zeer stevig op die derde plaats, heeft zes punten voorsprong op nummer vier en verknoeide pas kortgeleden zijn kansen op de titel. Na de topper tegen Innsbruck beledigden de sters pelers Hans Krankl en Persidis op weg naar de kleedkamer de scheidsrechter en werden vöor twee wedstrijden geschorst. Het kostte Rapid twee verliespunten in de competitie waardoor een onoverbrugbare kloof van zes punten met Innsbruck ontstond. Bovendien verloor Rapid in de achtste finales van de strijd om de Oostenrijkse be ker andermaal zonder Krankl opnieuw met 3-1 van Innsbruck. Hans Krankl. zijn naam is geen dag uit de Oostenrijkse kranten weg te denken. De spits van Rapid scoorde afgelopen zondag zes van de negen doelpunten voor Oostenrijk in de kwalificatie wedstrijd voor de WK tegen Mal ta. Die 9-0 is de hoogste score die Oostenrijk ooit in een interland boekt'? en volgens de Oosten rijkse collega's die het allemaal haarfijn hebben uitgezocht heeft er in Europa nog nooit een voet baller zes doelpunten gemaakt in een interland. Brzezanczyk glimlachend: „Hoe wel ik weet dat bij ieder doelpunt dat der Hansl maakt, de kans gro ter wordt dat ik hem bij Rapid kwijt raak. geniet ik er toch van. Toen ik hier kwam had het grote talent Krankl al in twee sei zoenen geen doelpunt meer ge scoord met de rechtervoet. Deze competitie maakte hij veertien doelpunten met de rechters choen en tegen Malta twee van de [n Alkmaar zullen ze de immer stij gende marktwaarde van Hans Krankl met gemengde gevoelens volgen. Ruud Bonewit, de snel ontslagen manager van AZ'67, reisde vorige zomer al naar We nen. De gebroeders Molenaar en Hans Kraav volgden in oktober. Heer Antoni: "Toen boden zij al tien miljoen shilling (ongeveer 1.7 miljoen gulden) voor Hans. Ik maakte nog een grapje in de trant van: de verhoudingen liggen hier in Oostenrijk wel iets anders, ik ben tevens manager en als ik nee zeg valt er niet te praten. Die Mo lenaars boden mij toen ook on middellijk geld. Maar er viel echt helemaal niet te praten, want Oostenrijkse spelers mogen nog altijd niet voor hun 26ste jaar het land uit en Krankl wordt nu pas 25. Er bestaat echter de moge lijkheid dat dit verbod dit jaar wordt opgeheven. Ik ga er echter van uit, dat ik Krankl nog een jaar bij Rapid hou. Vooral ook omdat hij zo dolgraag met het Oosten rijkse team naar Argentinië wil (daarvoor moet in het najaar van Oost-Duitsland worden gewon nen). Volgend jaar moet Rapid het dan gaan maken. Ik heb een vrij jong team, tien van de acht tien contractspelers zijn jonger dan 22 jaar, maar de afgelopen weken is bewezen dat we zonder Krankl op dit moment nog weinig presteren en die eige nwijze bestuurders weigeren, er een of twee spelers bij te kopen. Vandaar ook mijn slechte hu meur van gisteren. Verder heb ik het hier best naar mijn zin, "die Weense gemütlichkeit ligt me toch wel. Moet je maar eens opletten. Ze kankeren hier altijd lachend. Alle spelers kwamen met grote regelmaat op bezoek in het zie kenhuis en dat heeft me ver schrikkelijk veel goed gedaan. Trouwens, ik heb ook leuke reac ties uit Holland gehad. Jazeker, ook van Feyenoord". Het ongeluk. Op 5 februari raakte Brzezanczyk in zijn auto op weg naar de training betrokken bij een gecompliceerd ongeval. Na dat de Pool uit het wrak was ge zaagd had hij grote wonden aan zijn hoofd, was zijn linkerarm op twee plaatsen gebroken en aan een kant alle ribben, waarbij er twee in zijn longen waren ge drongen. "Ik had zo'n drieneenhalve liter bloed verloren en bleef vijf dagen buiten bewustzijn. De professor die me heeft geopereerd vertelde me later dat er bij een dergelijke ingreep vijftien procent kans op overleven is. Hij wilde me tot 20 april in het ziekenhuis houden. Toen heb ik gezegd dat er dan 85 procent kans bestond dat Antoni Brezezanczyk alsnog zou over lijden. Hij liet me toen eind maart al gaan op een vrijdag met de strikte opdracht het nog een maandje rustig aan te doen thuis. Dezelfde dag was ik bij een com petitiewedstrijd en 's maandags leidde ik de training. Die pro fessor aan wie ik natuurlijk erg veel dank verschuldigd ben, ligt nu zelf in het ziekenhuis. Bij een ongelukkige val tijdens het skiën zijn zijn armspieren van het bot gescheurdIk heb hem deze week opgezocht en advies gegeven zo snel mogelijk het ziekenhuis te verlaten". Van de zomer moet Brezezanczyk nog een keertje terug, dan moet zijn sleutelbeen opnieuw worden gebroken en rechtgezet en bo vendien kan hij met zijn linker hand nog geen vuist maken. "Maar dat ligt me toch niet zo, heb ik hier ook niet zo nodig". We zijn indirect toch weer bij de rode draad in het gesprek, bij Feyenoord. "Weet je wat het grote verschil is tussen Rapid en Feyenoord, hier verdienen de jongens Veel min der en spelen met veel meer ple zier (er zijn maar vijf spelers full- prof). Ik heb voor mezelf een identieke uitgangsstelling, ple zier in het werk is veel belangrij ker dan geld. Daarom geloof ik ook niet dat de Nederlandse clubs op de goede weg zijn met de Joegoslavische trainers. Die zijn puur zakelijk ingesteld. Denken in eerste instantie vooral aan zichzelf. Je kan sportlieden niet altijd als zakelijk object zien. Je moet er soms ook menselijk te gen kunnen praten. Joegoslaven zijn ook altijd in spelers aan het handelen. Ja, ik weet dat in Ne derland een paar bladen over dit soort praktijken hebben ge schreven. Jouw krant ook? Te recht. Ik heb twee jaar in Joegos lavië gewerkt en zou er mooie staaltjes van kunnen vertellen. Voetbalkennis Half in zichzelf: "Misschien ben ik inderdaad wel geen echte pro fessional. Maar dat maakt vol gens mij niet zoveel verschil. Vo rig jaar had Feyenoord op de voorlaatste wedstrijd kans op het kampioenschap. Sterker, ik ben er nog altijd van overtuigd dat Feyenoord kampioen zou zijn geworden, als ik niet voortijdig was weggestuurd. Kennis van voetbal kan me toch niet. worden ontzegd. Per slot van rekening heb ik ook die Korput gelanceerd en heb ik een vurig pleidooi ge houden voor de aankoop van die sierlijke stevige rechterspits van FC Den Haag, ja, ja! Ling. Maarja, ik had vergeten een Poolse psy chiater mee te nemen". LEIDEN - Hij heeft "maar" twintig jaar niet in het bestuur gezeten. En als je club dan vijftig jaar bestaat, leert een eenvoudig rekensom metje dat Henk Uiterdijk al een knap tijdje bezig is zijn beste krach ten aan de voetbalvereniging Roodenburg te geven. Dertig jaar bestuurslid. Je komt ze tegenwoordig niet veel meer tegen, deze "getrou wen" van het eerste uur. In een tijd dat verenigingen stad en land afzoeken naar men sen die een bestuursfunctie op zich willen nemen en even tuele gevonden kandidaten zich dan "hooguit vijfjaar ge ven" zijn mensen als Uiter dijk bezienswaardigheden aan het worden. Onderhand geschikt om bijgezet te wor den in één of ander r Beetje zat Wie dat nu vervolgens asso cieert met het woord "an tiek", heeft het mis. Net zo oud als zijn jubilerende ver eniging weet Uiterdijk don ders goed wat er in deze woe lige tijd te koop is, wat er momenteel van een voorzitter geëist wordt. Dat hij het in middels een beetje zat is, is een heel andere zaak. Eigenlijk wilde hij niet eens voorzitter worden. Als secre taris vond-ie zichzelf veel be ter geschikt. Twaalf jaar lang oefende hij die functie bij Roodenburg met veel plezier uit. Dacht net aan stoppen, toen men hem naar voren schoof als de nieuwe voorzit ter. De vierde die Roodenburg in vijftig jaar versleet. Want hij is het nog. Wilde toen geen nee - zeggen, in het belang van de vereniging. Zit er nu nog in het belang van de vereniging. Een trieste glimlach. Alsof hij '.wil zeggen: "Ik ben er toe ntertijd mooi ingetuind". Zegt dan fier: "Maar dit wordt echt mijn laatste jaar. Valt het afscheid net mooi samen met het jubileum. Ik blijf natuur lijk nog wel verbonden aan de club, die kan ik toch niet zo maar loslaten. Ik zal heus wel ergens een plaatsje vinden". Vraag: en als er geen ander te vinden is die nummer vijf wil worden? Op naar zijn ju bileum? "Tja, daar zeg je wat. Zit er wel in, hè. De boel zomaar achter laten kan ook niet. Daar ben je teveel clubman voor". Motief Hoe hij het ondanks alles zo lang heeft uitgehouden en waarom hij vermoedelijk zijn jubileum toch wel zal vieren laat zich niet moeilijk raden. Een uitgesproken passie voor het voetbal - hetgeen bij voorbeeld een motief zou kunnen zijn - valt bij Henk Uiterdijk niet te bespeuren. Hij bemoeit zich binnen zijn vereniging nauwelijks met het gebeuren op het veld. Geen haar op zijn hoofd denkt er ook maar aan een kleed kamer binnen te stappen. Geen vezel van zijn stemban den trilt als hij, achteraf staande, een wedstrijd van zijn jongens volgt. Nee, hét motief wordt pas dui delijk als hij praat over zijn functie van voorzitter van de jeugdstrafcommissie Afde ling Leiden. Niet dat dan zijn ogen oplich ten, integendeel, zijn stem klinkt somber en als hij die strafcommissie vandaag nog kon opheffen zou hij dat niet nalaten. Blijft over de jeugd. Daar draait het bij Henk Uit erdijk om. Zelf spreekt hij dat nietnadrukkelijk uit, maar hij praat bijna over niets anders. Fundering Een voetbalvereniging. Henk Uiterdijk vergelijkt die met een huis en noemt de jeugd de fundering. Roodenburg. Be staat vijftig jaar. Het huis staat stevig: de organisatie is goed, de prestaties niet veel minder. En Henk Uiterdijk zit nog steeds in dat huis. Nadrukke lijk te waken, dat niemand het in zijn hoofd haalt om de fun dering te ondergraven. Want de jeugd is hem lief. Luister maar naar wat hij zegt over wat hij noemt: "de zwarte bladzijde in onze his torie". "Dat was het jaar '51-52. Toen heerste binnen de club een geweldige rompslomp. Uit eindelijk werd er een nieuw, sterk veijongd bestuur ge formeerd, vuaarin ik als secre taris zitting had. Geweldige tijd daarna. Orde op zaken ge steld. Al die ouderen er uit gewerkt, allemaal jonge men sen er voor in de plaats aange steld. Daarna heeft de jeugd altijd voorrang gehad. Hier in Lei- den-Noord vooral belangrijk, want juist in deze recreatie- arme wijk kan je als voetbal vereniging een grote rol spe len, wat betreft de opvang van de jeugd". Merkwaardig Dat er nog wel eens merkwaar dig, zelfs zeer afwijkend ge dacht wordt betreffende op vang en begeleiding van de al lerjongste voetballertjes, daarover kan Henk Uiterdijk wel een boekje open doen. Meewarig het hoofd schud dend: "Ongelooflijk wat ik soms meemaak bij die zittin gen van de strafcommissie. Jeugdleiders die het niet met de scheidsrechter eens zijn en hun elftalletje voortijdig de kleedkamer laten opzoeken zodat de wedstrijd gestaakt moet worden. Twee turven Zes van dit soort gevallen had ik vorige week. Dat gebeurt dan bij de allerkleinsten, jonge tjes van acht jaar. Of arbiters die zo'n ventje uit het veld sturen, omdat deze hem een niet zo vriendelijk woord toe voegde. En dat komt dan bij ons. Twee turven hoog, net met z'n hoofd boven de tafel Vraag je zo'n manneke wat hij gedaan heeft, gaat-ie huilen. Daar zit je dan. Die grote mensen, vooral ouders ook, die er bij betrokken zijn snappen er vaak niets van. Dat prestatiebewuste, dat moet er vanaf. Jeugdelftallen moeten ook niet in competitie-verband spelen. Gewoon, onderling. Dat is veel beter. Neem die Kooi-cup. Sommige clubs zetten oudere spelertjes in, alleen met het doel om die beker te winnen. Nou, van mij kunnen ze hem vooraf komen halen. Belachelijk toch". En haastig: "Nee, bij ons komen zulke excessen niet voor. Daar wordt streng op toege- Het is niet de enige problema tiek waarmee Uiterdijk zich bezig houdt. De man die bij Roodenburg terecht kwam toen zo'n 35 jaar geleden een zieke buurman hem eens vroeg de contributie op te ha len (en meteen maar bleef), maakt zich ernstig zorgen over het gebrek aan kader en de financiële aspecten van de zaak. "Het valt in deze huidige tijd van welvaart niet mee om mensen te porren voor eén of andere pro deo-baantje bij een club. Vroeger had je een bestuur van drie man. Die re gelden alles. Dat kan nu niet meer. De zaak is dermate complex geworden, dat je tientallen vrijwilligers nodig hebt. Bij ons gaat het nog wel. Maar ik vrees voor de toekomst. Dat geldt ook voor de financiële huishouding. De kosten van terreinhuur, trainers, mate riaal e.d. rijzen de pan uit. Henk Uiterdijk, nu 30 jaar bestuurslid: "jeugd is de fundering bij Roodenburg..." Tienduizenden guldens gaan er tegenwoordig in een ama teurclubje om. Het wordt steeds moeilijker om de eindjes aan elkaar te kno pen. Fuseren, grotere vereni gingen, betaalde krachten, daar moet het toch wel heen, dacht ik". Maarten Het is niet daarom of omwille van de jeugd - hoewel hij juist graag plaats zou maken voor een jeugdiger gezicht - dat Henk Uiterdijk met smart uitkijkt naar de komst van de nieuwe leider. Hij vindt het gewoon welletjes, wil niet al te nadrukkelijk zijn stempel op de vereniging drukken. Hij zou eindelijk eens wat meer uurtjes bij moeder de vrouw willen doorbrengen, want door dat alsmaar op pad zijn is zij wel wat tekort gekomen. Kortom, ook deze "laatste der Mohikanen" geeft de pijp aan Maarten. Als Maarten tenminste zin heeft om op te staan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 17