Kind van een (onbekende) ander
umum.
"P© (M)<I>(n)§@[n) IbxS®®!®^ ffïfelf dtert'
lkS[fii(al@[f©[ni dlo® VB© tomtfffifiiQiffif®
5iM®fnnto<2rti,i® W@ff<sl®(n) V®ffW©fetfr
lhi®if (^©©gtf fsw©^ gojim o o
ZATERDAG 14 MEI 1977
PAGINA 15
„Dood sperma. Kan geen kinderen
verwekken... Geloof me, dat komt
keihard aan. Je bent op zoiets niet
berekend. Een klap in je smoel.
Erger nog. Je weet niet watje moet
zeggen. Je verlangt allebei
ontzettend naar kinderen en dan
hoor je dat het niet kan. Ik ben
naar de huisarts gegaan.
Kalmerende pillen, 'n gesprekje. Nou
ja, je kent het wel. Je moet het
maar zien te verwerken. Nu heb ik
er geen moeite meer mee. Dat
gevoel van eh... ik ben gekraakt...
slijt ook weer".
Hans (41) is ruim tien jaar
getrouwd met Anneke (29). Zij
verwacht het tweede kind, dat net
als het eerste (een jongetje van 3)
is verwekt via kunstmatige
inseminatie met sperma van een
onbekende donor.
Aan de telefoon had ze gezegd: „Ik
betwijfel of Hans ook wil praten".
Laatst, toen ze vanwege hetzelfde
onderwerp voor de televisie hun
verhaal vertelden, stond hem het
water in de handen. Zij was toen
bang dat ze door het Nederlandse
publiek tot k.i.-moeder zou worden
gedoodverfd.
Anneke: „Toen we wisten dat we
samen geen kinderen konden
krijgen, hebben we het toch niet
opgegeven Hebben even over
adoptie gedacht. Daarna over
kunstmatige inseminatie. Ik heb
Hans daar helemaal in vrijgelaten.
Hij vond het goed. Voor adoptie
voelde hij niets. Het is meestal een
lijdensweg en zo'n kind blijft vaak
onder voogdij. Dus het blijft ook
andermans kind".
Jeroen van 3 niet. Die heeft dan wel
„het bloed" van moeder en niet van
vader, maar hij is en blijft toch zijn
eigen kind.
Anneke: „Uiterlijk lijkt hij zelfs op
Hans. Daar houden ze bij het
uitzoeken van een donor wel
degelijk rekening mee. In de eerste
plaats letten ze er op dat zo'n man
gezond is. Dan wordt zo goed als
mogelijk gekeken naar uiterlijke
dingen. Het zou natuurlijk vreemd
zijn als wij plotseling een heel
donker kind of eentje met knalrode
haren zouden krijgen".
Even later: „Die donors? Ik
respecteer ze om wat ze doen.
Verder doet het me niets. Ik houd
van Hans en de kinderen zijn van
ons beiden. In de tijd dat ik word
geinsemineerd, hebben we ook
samenleving. Dan accentueer je dat
je samen een kind wil. Maar je
moet er allebei wel heel positief
tegenover staan. Anders moet je er
nooit aan beginnen. Wordt het kind
alleen maar ongelukkig".
Anneke en Hans zijn gelovige
mensen. Vaak wordt gezegd dat „de
kerk" tegen k.i. is. Geldt dat ook
voor hun geloofsovertuiging?
Anneke: „Ik weet het niet. Ik
begrijp ook niet datje ertegen kan
'zijn. Wij hebben dat nooit gemerkt.
Dominee heeft ons zelfs goede
adviezen gegeven. En de mensen
beseffen niet dat kinderen die via
kunstmatige donorinseminatie
worden verwekt, de meest gewenste
kinderen zijn".
Maar voordat Anneke en Hans hun
felbegeerde kind kregen, hebben ze
veel ellende moeten doorstaan. In
die tijd konden ze in Nederland
nergens terecht, terwijl k.i. al meer
dan een kwart eeuw wordt
toegepast. In Duitsland kon het wel.
Maar dan moesten ze eerst
tienduizend gulden op tafel leggen.
'Ze hebben gespaard en leningen
gesloten totdat het geld er was.
„Achteraf bleek het voor niets te
zijn geweest", zegt ze. "Ik raakte
helemaal niet in verwachting. Het
geld was op. Er waren overigens
mensen die nog meer moesten
betalen dan wij. En toen we
helemaal berooid waren, het
eigenlijk niet meer zagen zitten,
konden we uiteindelijk toch in
Nederland worden geholpen. We
hebben er geen spijt van".
Hans knikt. „Daar kun je zeker van
zijn".
„Kunt u de dokter zeggen dat ik
pas na de vakantie weer kom?
Ik ben al beneden geweest.
Blij dat ik vanavond zo-
vroeg was. Dag".
Blijkbaar in de veronderstelling
dat ik vakmatig iets met de
medische gang van zaken te
maken hebn duwt de man me
een visitekaart in de handen.
De blanco kant naar boven.
Zijn naam gaat me kennelijk
niets aan. Een donor voor de
zaadbank dus.
In de komende uren vult de
kleine bar in de hal van de
Stichting medisch centrum
voor geboorteregeling aan het
Kort Rapenburg in Leiden-
zich met mannen.
Het is donderdagavond. Een
keer in de twee weken be
stemd voor donors. Voor het
produceren en het invriezen
van hun sperma, dat wordt
gebruikt om wouwen
kunstmatig mee te insemineren.
Op deze manier worden heel
wat echtparen in Nederland
geholpen aan een kind. Ze
zijn gedwongen kinderloos,
omdat het sperma van de ei
gen man in die zin onderont
wikkeld is, dat het geen
zwangerschap kan opwek
ken. Het heet dan dat de be
weeglijkheid van de sperma
tozoïden te gering is. Normaal
is het bewegingspercentage
van zestig tot tachtig. Maar
niet alleen getrouwde vrou
wen, ook alleenstaanden en
vrouwen met een lesbische
relatie laten zich kunstmatig
bevruchten, omdat zij intens
naar een kind verlangen.
Het medisch centrum in Lei
den, de jongste polikliniek in
ons land voor geboorterege
ling (v.a. april 1976: late abor
tus, sterilisatie van vrouw
en man beschikt over twintig
donors. Het aantal vrouwen
dat voor kunstmatige donor
inseminatie komt is hoger. In
de korte tijd dat het centrum
dit doet (sinds begin 1977)
zijn het er al 26.
Het bezoek van de vrouwen aan
het centrum is geheel afhan
kelijk van de vruchtbaar
heidsperiode. In die tijd kun
nen ze komen om enkele ke
ren te worden 'bevrucht.
Komt er geen zwangerschap
van, dan wordt bij de vol
gende cyclus opnieuw een
poging ondernomen. De
vrouwen kennen en zien hun
donors niet. In de praktijk
blijkt dat het met de weder
zijdse nieuwsgierigheid reuze
mee valt. De meeste donors
willen wel graag weten of hun
sperma goed bruikbaar is.
Geven is vaak gemakkelijker
dan krijgen. Dat geldt in dit
verband ook. Er zijn vrouwen
die eindeloos proberen om
via kunstmatige donor
inseminatie zwanger te wor
den. Ze hebben er alles voor
over. Ze willen er zelfs een
zeer hoge prijs voor betalen.
Uitgezonderd de ziekenhuizen
en centra (ongeveer tien in to
taal) wordt in sommige prak
tijken (angstvallig wordt ver
zwegen waar) alleen al een in
schrijfgeld van 1500 gulden
gevraagd.
En dan begint het pas. In het
medfsch centrum in Leiden
kost kunstmatige donor
inseminatie (gedurende zes
cycli) 500 gulden. Afgezien
van het geld zijn er heel wat
vrouwen die zich telkens
weer op lange wachtlijsten
(moeten) laten zetten, omdat
er veel aanvraag is, kunstma
tige donor-inseminatie lang
niet altijd onmiddellijk lukt
en er bijna overal een chro
nisch tekort is aan donors.
Het centrum in Leiden kan
ook nog heel wat donors ge
bruiken.
„Misschien komt dat", zegt een
donor aan de bar in het Leidse
centrum, „omdat het hier ge
zellig is. Ik geef nu al vier jaar.
En bijna overal maak je mee
dat je met een potje naar het
toilet moet. Dat is ook niet al
les".
In Leiden is het anders gere
geld. Er is een zeer smaakvol'
ingerichte kamer met douche
en porno voor donors, die in
deze omgeving ook worden -
gestimuleerd om hun vrouw
mee te nemen. Sommigen
doen dat. Anderen vinden
dat niet nodig.
Regel is dat alle donors de reis
kosten krijgen vergoed. Meer
wordt meestal ook niet ge
vraagd. Veel van de mannen
die bereid zijn om sperma af
te staan, zijn ook donor voor
de bloedbank van het Rode
Kruis. En dat betaalt immers
ook niet.
Hun motivatie om te „geven"
hangt vaak sterk af van de ei
gen ervaring. Een aantal
mannen kent het probleem
van het kinderloze huwelijk
van nabij. Daarom melden ze
zich als donor. Anderen wor
den gevraagd als ze toevallig
met een arts in aanraking
komen of een kennis hebben
die al donor is. Weer anderen
reageren op een advertentie.
De ene advertentie wordt ge
bracht onder het kopje „Help
een echtpaar". Een ander
blad zet erboven „Geef met
gulle hand". Aanleiding aan
de bar voor een paar opmer
kingen. „Hoe meer hoe be
ter", zegt iemand. „Daarom
wordt er van je gevraagd om
van tevoren drie dagen te
onthouden. Maar ook weer
niet te lang. want dat schijnt
weer averechts te werken".
Praten ze er wel eens met ande
ren over?
r Het medisch centrum in Leiden. Direct nadat de donors hebben 'gegeven' wordt het sperma ingevroren
„Nou ja, als het zo uitkomt.
Vroeger durfde je er je mond
niet over open te doen. Nu zeg
ik het gewoon op m'n werk.
En dan zul je zien dat de om
geving er heel gewoon op rea
geert".
Een van de donors merkt op dat
hij zelf nooit een kind „van
een ander" zou willen heb
ben. Dat hij niettemin begrip
heeft voor het probleem en
dat hij het beslist niet anders
ziet dan het afstaan van-
bloed.
Intussen is het laat geworden.
De donors zijn allemaal 'n
keer weg geweest. Of „naar
Door
Madeleine Roumen
beneden", of door een zijdeur
naar een wat meer cleane om
geving „omdat het wachte-
n anders te lang is".
Het eigenhandig in de potjes
geproduceerde sperma is dan
aan het einde van de avond
klaar om te worden ingevro
ren. Het volgende proces be
gint. Monsters van het
sperma worden onder de mi
croscoop bekeken op onder
meer bewegingspercentage.
Heel veel hoeft er dan niet meer
te worden onderzocht, omdat
de donors alvorens zij sperma
afstaan, al een onderzoek
hebben gehad. Een
„intake"-gesprek. waarin op
genomen een waslijst met
vragen over eventuele ziek
ten, afwijkingen, gezond
heidstoestand in het alge
meen, familie, stoornissen in
de familie, motivatie, enzo
voorts. Om helemaal zeker te
zijn van de kwaliteit, wordt
het sperma na het invriezen
(althans een monster) weer
ontdooid en onderzocht op
fertiliteitskansen.
Dat goed sperma barst van de
beweeglijke spermatozoïden
die razendsnel langs elkaar
heenschieten, kun je zien on
der de microscoop in het la
boratorium van het centrum.
Cees van Voorst, laborant van
het academisch ziekenhuis in
Leiden (daar heeft men de
langste ervaring met k.i.) ver
zorgt in het medisch centrum
het invriezen van het sperma.
Dat gebeurt direct nadat de
donors hebben „gegeven".
Het sperma wordt verdeeld
over rietjes van eenvierde
milliliter. Iedere donor heeft
een eigen kleur rietje, dat aan
beide zijden wordt afgeslo
ten. Dan begint het invriezen.
Eerst een kwartier tot een
temperatuur van min nege
ntig graden. Daarna in een vat
met vloeibare stikstof, waar
het spul wordt ingevroren tot
min 196 graden.
Waarom geen vers sperma in
semineren?
Cees van Voorst: „Vroeger ge
beurde het wel en misschien
doen sommige artsen het nog.
Maar het is veel te arbeidsin
tensief. Je moet dan de donor
en de vrouw die geinsemi
neerd wil worden bij wijze
van spreke op hetzelfde tijd
stip bij de hand hebben. Door
het invriezen gaat er wel iets
van de kwaliteit van het
sperma verloren. Maar dat is
niet zo erg als het goed
sperma is. Bij ingevroren
sperma ligt de beweeglijk
heid ongeveer vijftien tot
twintig procent lager dan bij
vers sperma. Maar invriezen
is eigenlijk de enige methode
die bestaat. Bovendien is het
natuurlijk niet alleen de do
nor die bepaalt of iemand
zwanger wordt".
Van Voorst vertelt dat momen
teel wordt geprobeerd om zo
te insemineren, dat heel
weinig of niets van het
sperma verloren gaat. Nor
maal wordt het sperma met
een spuitje tot in de baarmoe-
dermond gebracht. Bij de
nieuwe methode wordt over
het schedegedeelte van de
baarmoeder (portio) een
kapje gezet dat „weglopen"
van spermatozoïden voor
komt.
De omvang van de zaadbank in
Leiden is groter dan ver
wacht. Is er zoveel sperma
nodig?
Cees van Voorst: „We bewaren
niet alleen het sperma voor
kunstmatige donor insemina
tie. Er zijn ook mannen die
wel goed sperma hebben,
maar die alleen 's nachts in
hun slaap een zaadlozing
kunnen krijgen. Als die man
nen toch bij hun vrouw een
kind willen verwekken, van
gen ze hun sperma op in een
zakje, vermengen het met een
beschermende vloeistof en
bewaren het in een soort
thermosbeker in de ijskast
totdat ze het hier afleveren.
Dan zijn er ook nog mannen
die sperma willen laten op
slaan, omdat ze zich laten ste
riliseren of omdat ze een ope
ratie moeten ondergaan,
waardoor ze noodzakelijker
wijs steriel worden".
Het medisch centrum vraagt
100 gulden voor het invriezen
van het sperma en 25 tot 50
gulden voor het (per
jaar) bewaren ervan.
Kunstmatige inseminatie en al
les wat eraan vooraf gaat is
geen kleinigheid. Wat is uit
eindelijk het succes?
Kees van Schie, arts van het
medisch centrum, onder
wiens zorg de afdeling k.i.
valt: „Dat is moeilijk te zeg
gen. Met deze methode is het
mogelijk een succespercen
tage van vijftig procent te be
reiken gedurende het eerste
jaar. Maar dat wil niet zeggen
dat vrouwen die er langer
overdoen niet in verwachting
raken. Alleen wordt de span
ning bij die vrouwen natuur
lijk groter. Ben ik wel in ver
wachting of niet, enzovoorts.
Per cyclus wordt vier a vijf
keer geinsemineerd. Als het
binnen een half jaar nog niet
is gelukt, doen we opnieuw
een onderzoek. Maar er zal al
tijd een groep vrouwen
blijven bestaan die niet
zwanger worden. En je weet
niet waarom. In Utrecht be
staat het plan om een onder
zoek te doen naar allerlei fac
toren die vrouwen belemme
ren om zwanger te worden".
Volgens Kees van Schie spelen
bij kunstmatige inseminatie
enorm veel factoren mee, ook
psychische. Een echtpaar
geeft aan dat het dolgraag een
kind wil. Of de man van de
vrouw die voor kunstmatige
inseminatie komt het er wel
of niet moeilijk mee heeft, is
moeilijk te peilen. En of de
reactie van de man weer de
vrouw beïnvloedt is ook niet
helemaal duidelijk. Daarom
vindt Van Schie het belang
rijk dat vrouw en man samen
naar het centrum komen.
Want al lijkt kunstmatige inse
minatie technisch gezien een
fluitje van een cent, de be
handeling kan door allerlei
dingen worden beïnvloedt Zo
kan het ovulatietijdstip van
de vrouw verschuiven omdat
ze bijvoorbeeld nerveus is.
Een psychische factor, waar
door de kans op bevruch
ting kleiner kan worden.