Hypotheek en de fiscus KOPEN VAAK ONNODIG INGEWIKKELD DINSDAG 10 MEI 1977 Nederland is de laatste jaren druk bezig de achterstand goed te maken, die hier in ver gelijking met het bui tenland bij de verhou ding kopen-huren be staat. De vraag n-ar koopwoningen over treft op het ogenblik ver het aanbod. Bouwondernemingen dringen er bij minister Gruijters (volkshuis vesting en ruimtelijke ordening) met klem op aan de bouw van meer premiekoopwoningen mogelijk te maken. Van Gruijters hoeven de bouwers op niet al teveel tegenstand te reke nen. De D'66-minister en zijn twee PvdA-staatssecretarissen Schaefer en Van Dam hebben niets tegen het eigen huis. Minister Gruijters heeft 1 zelfs tijdens een van de begrotings debatten in voorgaande jaren ver kondigd, dat hij de verhouding koop-huurwoningen het liefst had op 2/3:1/3. Dus op ieder huurhuis twee eigen huizen. In zijn visie moest dit in 1990 geregeld zijn. Over een dikke tien jaar zijn we dan in Nederland op een verhouding, die nu bijvoorbeeld al in de Ver enigde Staten of Belgie bestaat. In Scandinavië gaan ze nog verder en I is tachtig procent van de bevolking behalve bewoner ook eigenaar- van zijn huis. In het bouwprogramma is de posi tie van het eigen huis eveneens ver stevigd. Vorig jaar deed het feit zich voor dat er meer koophuizen wer den opgeleverd dan huurhuizen. In het voorgestelde woningbouwpro gramma voor 1977 zet deze trend zich voort. Niet alleen met het opstellen van het bouwprogramma (het bepalen van het aantal woningen) heeft de rijksoverheid de mogelijkheid om het eigen woningbezit te stimule ren. Er zijn in de afgelopen decen- nia tal van (subsidie) regelingen ontworpen om mensen warm te maken voor het kopen van een woning. Subsidies De „Beschikking geldelijke steun eigen woningen" voorziet in de mogelijkheid van subsidies, wan neer iemand een nieuw huis koopt of laat bouwen. Om voor deze subsidie in aanmer king te komen, moet het te kopen huis wel aan een aantal voorwaar den voldoen. Het mag niet te duur zijn en men zal het huis tien jaar lang als eigenaar moeten bewonen. De subsidie wordt toegekend in tien jaarlijkse termijnen, die ieder jaar met tien procent van het oor spronkelijke bedrag worden ver minderd. Bij een huis van 93.000 gulden, zal de subsidie in totaal tien jaar een totaalbedrag van 28.600 gulden opleveren. „Dat is een niet te versmaden bedrag", zegt het mi nisterie van volkshuisvesting zelf triomfantelijk in de folder „eigen huis, ook voor u", waarin de rege ling wordt uiteengezet. Daarnaast bestaat er het „bezits vormingsfonds", dat bij de aan schaf van een nieuwe woning tot een prijs van 90.000 gulden en een oud huis tot 60.000 gulden aan de koper een renteloze lening ver strekt van 2400 gulden. De aanvra ger moet dan niet ouder zijn dan 35 jaar en in 1975 niet meer hebben verdiend dan 32.000 gulden. De af lossing van de renteloze lening mag acht jaar duren, terwijl de eerste twee jaar niets hoeft te worden te rugbetaald. Garantie instituut gemeentegarantie. Bij de koop van een bestaand huis zijn banken meestal niet bereid de vol ledige koopsom te financieren. In dit soort gevallen stelt de gemeente zich dan garant voor de rente en af lossing van de hypothecaire lening, waardoor de banken wel de volle dige honderd procent van de ver wervingskosten willen financieren. Voorwaarden zijn: aanvrager moet meerderjarig zijn, de verwervings kosten mogen de 115.000 gulden niet te boven gaan. Gemeenten maken uit of de garantie wordt ver leend. Belangrijk daarbij is of de aspirant-koper draagkrachtig ge noeg is om aan zijn financiële ver plichtingen te voldoen. Beschut Een poging om het eigen woning- bezit ook bij de lagere inkomens groepen mogelijk te maken en te stimuleren is de door staatssecreta ris Marcel van Dam ontworpen „re geling voor beschut eigen woning- bezit". Door een speciale wijze van finan cieren van de bouw en het ver strekken van extra subsidies aan de koper, zouden volgens Van Dam de maandelijkse woonlasten (in 1975) ongeveer 150 gulden bedragen. De staatssecretaris stelde voor in 1976 5000 van deze „beschutte" wonin gen te bouwen. Dit getal is bij lan ge na niet gehaald. Er is vorig jaar begonnen met de bouw van een kleine duizend wo- Door Paul Sneijder ningen volgens deze regeling. Over het algemeen blijken de bereke ningen van Marcel van Dam wat aan de al te optimistische kant te zitten. Veel succesvoller is daarentegen de veel langer bestaande en al ge noemde subsidieregeling „be schikking geldelijke steun eigen woningen". In 1969, een jaar na het inwerking treden van de regeling, keerde het ministerie 6,8 miljoen gulden aan premies uit. De subsi diebedragen zijn de afgelopen ja ren bijgesteld, maar de 314 miljoen gulden, die vorig jaar werd uitge keerd, is toch wel een heel behoor lijke stijging in vergelijking met 1969. Onderhoud Ondanks al deze forse bedragen komt uit verschillende richtingen vaak het geluid, dat de overheid onvoldoende doet aan het stimule ren van het eigen woningbezit. Een van de felste punten van kritiek is het afschaffen van de aftrekbaar heid van onderhoudskosten voor de belastingen. Deze kwestie duikt tegenwoordig weer vaak op in ver band met werkgelegenheid. Beweerd wordt, dat veel huizenbe zitters het onderhoud zouden laten uitvoeren uitvoeren (en daarmee de werkgelegenheid bevorderen), wanneer de kosten hiervan fiscaal aftrekbaar zouden zijn. Ook de beunhazerij zou hierdoor beter de kop in kunnen worden gedrukt. Minister Gruijters heeft dit echter laten onderzoeken en kwam tot de conclusie, dat er bij het herinvoe ren van de fiscale aftrekbaarheid niet meer onderhoudswerk zal worden uitgevoerd en het nog maar zeer de vraag is of de hulp van va klieden vaker zal worden ingeroe pen. De herinvoering maakt de sondanks bij een volgend kabinet weer een kans nu ook de PvdA mo gelijk deze belastingmaatregel in het verkiezingsprogramma zal op- Politiek Een wonderlijke i PvdA, omdat binnen de gelederen nog lang geen eenstemmigheid be staat over de vraag: wel of niet ei gen huis. Bij de VVD wel. Onder het motto „bezit maakt vrij" stellen de liberalen, dat het eigen huis de hoeksteen van hun huisvestingsbe leid zal zijn. Het CDA heeft ook niet zoveel moeite met het eigen wo ningbezit, D'66 in het geheel niet, maar de PPR juist wel. Over de voordelen van het eigen woningbezit zijn de meeste partijen het in grote trekken wel eens. Een bewoner-eigenaar onderhoudt zijn bezit veel beter dan huurder en verhuurder in dezelfde situatie sa men zouden doen. Een huurder is sterk afhankelijk van zijn huisbaas en heeft geen en kele zeggenschap over het huis, waarin hij woont. De bewoner- eigenaar is daarentegen „baas in ei gen huis". Uit bewonersonderzoe- ken is ook gebleken, dat een bewoner-eigenaar over hetzelfde huis veel tevredener is dan de- huurder. Voor socialisten is het eigen wo ningbezit (privebezit) in principe moeilijk verenigbaar met de ideeen over gemeenschapsbezit, die leer meesters Marx en Engels uitdroe gen. Daarentegen is de afhanke lijkheid van de huurder van zijn huisbaas in schrille tegenspraak met het streven naar meer zeggen schap van de burgers. Het meeste verzet tegen het eigen woningbezit richt zich echter tegen speculatie. Omdat de vraag nu eenmaal het aanbod overtreft kunnen de prijzen van huizen worden opgedreven. Iemand, die een aantal jaren gele den een huis heeft gekocht, waar voor de overheid subsidie verstrek te, zal bij verkoop ervan een hogere prijs vangen dan hij betaald heeft. Op die manier krijgt hij het door hem geinvesteerde bedrag dubbel en dwars terug, terwijl hij de over heidssubsidie - die de aankoop van het huis mogelijk maakte - nog- eens extra in zijn zak steekt. Rente Een andere maatregel, die tot onre delijkheid leidt, is de mogelijkheid de rente, die over de hypotheek wordt betaald van de belasting af te trekken. Hoe hoger het inkomen, des te gunstiger zijn de aftrekmoge lijkheden. Onredelijk vinden de so cialisten. Bij huursubsidie is het zo, dat wanneer iemand meer verdient de subsidie omlaag gaat. Bij de eigenaar-bewoner betekent stij ging van zijn inkomsten verlaging van zijn woonlasten. Dat belasting voordeel zou volgens de PvdA be ter aan het inkomen gekoppeld moeten worden. Het fiscale voordeel als gevolg van de aftrekbaarheid van de hypo theekrente is eigenlijk een ver kapte vorm van overheidssubsidie. Bij het ministerie van financien is niet na te gaan hoeveel belasting er jaarlijks op deze wijze „verloren" gaat. Dick Hamersma berekende voor de Nationale Woningraad, dat in 1973 door deze aftrekmogelijkheid 615 miljoen gulden aan „fiscale subsi dies" werden verstrekt. Als dit be drag wordt geteld bij de directe subsidies voor het kopen van hui zen, trok de overheid in 1973 meer geld uit voor het eigen huis dan voor het huurhuis. Gezien het ver anderde prijspeil en verschuiving binnen de verhouding koop en huurhuis zal nu het voordeel hele maal uitslaan ten gunste van he- t eigen huis. Een ander bezwaar van het eigen huis is de honkvast-heid van de bewoner. Huurders verhuizen veel vaker, hetgeen de doorstroming ten goede komt. Eigenaar-bei* oners blijven over het algemeen veel la ger (of altijd) in hun huis zitten, terwijl zij gezien hun inkomsten best meer zouden kunnen verwo- Af en toe duiken er wel eens ideeen op voor een systeem dat tussen ko pen en huren inligt. Het bouwfonds Nederlandse gemeenten experi menteert op het moment met het bezitshuis. Dit is een project, waar bij vijftig bewoners zich inkopen in een coöperatie, die de woningen beheert. De bewoners hebben de volledige zeggenschap over hun eigen huis, maar zijn voor wat de risico's ge dekt door de coöperatie. Eenzelfde gedachtegang speelt bij de PvdA in de vorm van woningraden. Het zijn tot nu toe slechts 'initiatie ven, die in zo geringe mate werke lijkheid worden, dat ze de discussie over „welles-nietes eigen huis" nauwelijks beinvloeden. Die dis cussie is trouwens toch maar van betrekkelijke waarde, omdat de praktijk het pleit ten gunste van het eigen huis lijkt te beslechten. De vereniging Eigen Huis in Amersfoort heeft niet zoveel be hoefte de boer op te gaan om het eigen woningbezit te prediken. Daarvoor heeft men het te druk met het beantwoorden van de vele vragen, die er over het eigen woningbezit bij de vereniging binnenkomen. Het ledental van 'Eigen Huis' ligt momenteel rond de- 30.000, ter- wijl er iedere maand zo'n 2000 aanmeldingen binnenkomen. De vereniging beschikt over een aantal financieeljuridische en bouwtechnische deskundigen, die een aspirant-koper over de 1 drempel helpen bij de aanschaf- van een huis. Bij de vereniging kan men terecht om uit te laten zoeken welke hy potheek het voordeligst is en an dere problemen van financieel juridische aard. Het meest suc cesvol bij de vereniging is op het moment 'techno-service'. Bij de vereniging zijn een aantal bouw kundigen in dienst, die tegen een vergoeding de bouwtechnische staat van het te kopen huis beoordelen. Zij kunnen ook aangeven wat het kost om een bepaalde verbou wing in dat te kopen huis uit te voeren. „We geven per jaar zo'n 3000 bouwtechnische adiezen", vertelt drs H. J. van Herwijnen, econoom en directeur van de ver eniging, „twee druppels op een gloeiende plaat, meer niet Een binnenkort te starten activiteit is de verbouwingsservice. Wie zijn huis ingrijpend wil laten ver bouwen kan bij de vereniging te recht voor het adres van een „verbouwingsdealer" (een kleine aannemer), die het karwei aan het huis onder supervisie van de bouwkundigen van Eigen Huis uitvoert. Op deze wijze kan een bewoner-eigenaar voorkomen, dat hij een malafide aannemer voor het karwei inroept en zijn huis voor veel te veel geld slecht laat opknappen. Dagelijks geconfronteerd met de problemen van de aspirant- koper, ziet de vereniging het best voor wat voor problemen men bij de aanschaf van een huis is ge steld, welke barrières moeten worden overwonnen. Een verve lende zaak, want een huis koopje niet iedere dag en het is toch wel een van de belangrijkste beslis singen uitje leven. Volgens drs Herwijnen is het on nodig ingewikkeld. „Die subsi dieregels zijn zo ingewikkeld, dat we hier bij de vereniging maar een man hebben, die ze allemaal kent. We nemen ook wel eens de proef op de som en bellen als me neer J ansen naar de een of andere gemeente. We vragen dan, als we dat en dat huis kopen, of we dan voor subsidie in aanmerking ko men. Je krijgt dan even vaak ja als het nee moet zijn en nee als ze ja hadden moeten zeggen'. Als de overheid het eigen woning bezit serieus wil bevorderen, zal men moeten beginnen met een sterke vereenvoudiging van de regelingen en procedures, stelt drs Herwijnen. Er zijn veel maat regelen denkbaar, die geen geld kosten maar het kopen van'het eigen huis een forse duw in de rug geven. „Neem nou die gemeentegarantie. Een prachtige uitvinding, maar waar koopje vandaag de dag een redelijk huis onder de 115.000 gulden. De overheid kan die grens makkelijk laten vallen, omdat het in de praktijk toch nooit voorkomt dat de overheid voor de financiële consequenties moet opdraaien", meent de Eigen Huis-directeur. Voor een koelkast krijg je garantie, voor een huis (meestal) niet. Er bestaat sinds een halfjaar een ga rantieinstituut voor de woning bouw. Bouwers, die zich bij dat instituut inschrijven, geven ga rantie over de eerste zes jaar van het door hun geleverde huis. Daarnaast kan men op het insti tuut terugvallen bij faillisse ment tijdens de bouw. „Waarom wordt er nou niet een zinnetje in de subsidieregeling voor koophuizen opgenomen, dat een bouwer die van deze rege ling gebruik wil maken, inge schreven moet zijn bij het garan tieinstituut. Een kleine maatre gel, die veel onnodige risico's bij de koper weg zal nemen", al dus drs. Herwijnen. Drs Herwijnen heeft zo wel meer verlangens in zijn hoofd. De verplichting om aspirant kopers twee weken de tijd te ge ven alvorens tot de koop te be slissen. Een in Belgie gebruike lijke handelwijze, thans in studie op het ministerie van volkshuis vesting. En: een beter toezicht op de kwaliteit van de woningen door de dienst bouw- en woning toezicht. „Al zouden ze maar wat vaker prikacties uitvoeren. Dan krijgt men wel de schrik te pak ken. "Bij ieder stoplicht staat toch ook geen agent". Moed Een laatste wens; het subsidiesys teem flexibeler maken om de schommelingen van de hypo theekrente beter te kunnen bij benen. „Een procent meer hypo theek heeft dezelfde invloed op de totale prijs van een huis als een Verenigingsdirecteur drs H. van huizenkopers" van Herwijnen: Jk bewonder de moed bouwprijsstijging van zestien tot twintig procent. Waarom de sub sidie niet afstemmen op de op het moment van aankoop gebruike lijke hypotheekrente", vraagt flrs Herwijnen zich af. „Als ik nu zie onder welke omstan digheden mensen tot de koop van een huis beslissen, heb ik nog steeds bewondering voor de moed, die voor een dergelijke stap nodig is". Steeds meer mensen denken er over een huis te kopen. Niet hele maal ten onrecht trouwens, want als de jaarlijkse huurverhogingen in hetzelfde tempo doorgaan - en niets wijst voorlopig op het tegen gestelde - betaalt men in 1987 ruim tweemaal zoveel huur als nu. En hoewel de lasten van een huis doorgaans beslist niet aan de lage kant zijn, blijken ze door allerlei tegemoetkomingen voor velen toch rede lijk te aragen. De meesten zullen een lening moeten aangaan om het huis van hun keuze te kunnen kopen. Zo'n lening noemt men een hypothecaire lening, omdat een onroerend goed als "onderpand" voor regelmatige nakoming van de verplichtingen dient. Het aantal mogelijkheden is vrij groot, maar in het algemeen krijgt u offertes onder ogen van de drie meest gangbare: 1. de lening met lineaire aflossing. 2. de lening op annuiteitenbasis. 3. de lening op basis van een levensverzekering. De laatste jaren zijn er ook instellingen die werken met een "groei"- hypotheek - de lasten nemen in de loop van de jaren toe. Zwaardere lasten, die door de geldontwaarding vaak nauwelijks merkbaar zijn. Ook zijn er mogelijkheden om een voorschot op de rijkssubsidie in de hypotheek te verwerken. De lening met lineaire aflossing is de bekendste hypotheek vorm. Het kenmerk is dat ieder jaar een gelijk bedrag wordt afgelost. Nu is de hypotheekrente steeds verschuldigd over het nog niet afgeloste deel. En dat stuk wordt steeds kleiner, zodat de som van aflossing en rente met het jaar daalt. Bij een annuïteitenhypotheek betaalt u ieder jaar eenzelfde bedrag. In de eerste jaren bestaat dat bedrag uit veel rente en weinig aflos sing. Aan het eind geldt het omgekeerde, dan betaalt u veel aflossing en weinig rente. De derde hypotheekvorm is de lening op basis van een levensverze kering. Deze verschilt op een belangrijk punt van de voorgaande hypotheken. U hoeft namelijk niets af te lossen. U betaalt dus alleen rente, ieder jaar natuurlijk over het volle bedrag van de lening. Om de lening toch eens af te kunnen lossen wordt de lening gekop peld aan een gemengde levensverzekering. Deze verzekering komt aan het eind van de looptijd van de lening, of bij eerder overlijden, tot uitkering. Met het kapitaal dat dan beschikbaar komt wordt de le ning in één keer afgelost. De premie voor de verzekering en het rentebedrag wijzigen niet zodat de jaarlijkse uitgaven ook bij deze hypotheek steeds gelijk zijn. Een voordeel is ook, dat verdere premiebetaling meestal kan worden gestopt als u invalide zou worden, waardoor een belangrijk deel van de lasten vervalt. Belastingen Het kopen van een huis is een belangrijke gebeurtenis. Ook fiscaal gezien. Volgens de huidige belanstingregels zijn de hypotheekrente en de erfpacht voor de inkomstenbelasting aftrekbaar. En in de eerste jaren geldt dat ook voor de kosten die voor het aangaan van de hypotheek worden gemaakt, zoals de kosten van de hypotheekakte, de taxatiekosten, eventuele afsluitprovisie over de hypotheek en de kosten van de aanvraag van de gemeentegarantie. Notariskosten, makelaarscourtage, btw en overdrachtsbelasting zijn niet aftrekbaar, evenmin als de kosten van het onderhoud. Als eige naar van een woning moet u de zogenaamde economische huur waarde als inkomen aan de fiscus opgeven. Deze waarde wordt be paald aan de hand van het bedrag dat het huis bij vrije verkoop zou opleveren. Een ander stukje "inkomen" is de eventuele rijksbijdrage bij aan koop van een nieuw huis. Door deze posten gaat een deel van het belastingvoordeel weer verloren, maar meestal blijft de aftrek toch g Her dan de bijtelling. Als u in loondienst bent betaalt u in dat geval waarschijnlijk te veel loonbelasting. Dat kunt u met een T-biljet terugvragen,-maar de belastingdienst verricht de terugbetaling pas na zo'n half jaar. Wilt u snel van het belastingvoordeel profiteren, dan kunt u de fiscus vragen om een loonbelastingbeschikking. Als deze wordt afgegeven is de werkgever gemachtigd om minder loonbelasting in te houden. Voor zelfstandigen bestaat deze mogelijkheid helaas niet, terwijl het voor (semi-)ambtenaren niet altijd voordeliger is. Juist met zware hypotheeklasten in de eerste jaren is de regeling aantrekkelijk. Bo vendien: de fiscus geeft wel teveel betaalde belasting terug, maar vergoedt er geen rente over. Welke hypotheek? Bij de keuze van een hypotheek wordt vaak de nadruk gelegd op het fiscale voordeel. Bij de meeste leningen wordt dit voordeel echter steeds kleiner en bovendien veranderen belastingregels sneller dan uw loon. Het sala ris moet daarom bij de keuze het zwaarst wegen. Bij de hypotheek met lineaire aflossing betaalt u, over het geheel geteld, de minste rente. Maar u heeft alleen in het begin veel rente kunnen aftrekken. Voor jonge mensen heeft deze hypotheek nog het nadeel, dat zij op het moment dat zij "weinig" verdienen de hoogste lasten moeten opbrengen. In het algemeen is deze lening daarom vooral van belang voor men sen die niet meer zo zeer aan hun carrière behoeven te denken. Een voordeel van deze hypotheekvorm is wel dat men naar het eind toe meer ruimte krijgt om de dan noodzakelijke reparaties en verander ingen uit te laten voeren. Bij een lening op basis van annuïteiten profiteert men vooral in de eerste tien jaar van het fiscale voordeel. Uit allerlei onderzoekingen bleek dat deze hypotheekvorm vooral bij jongere echtparen in de belangstelling staat. De hypothecaire lening op basis van een levensverzekering levert de gehele looptijd het meeste fiscale voordeel. Hij wordt in het alge meen interessant bij een huidig inkomen van f35.000. Als de belas tingvoorstellen van staatssecretaris Van Rooijen (financiën) onge wijzigd door de Staten-Generaal worden geaccepteerd wordt deze lening waarschijnlijk minder interessant voor mensen die ouder dan 50 jaar zijn, daar dan de uitkering van de verzekering voor een deel belastbaar wordt. Ook als u weet dat u binnen tien jaar toch weer een ander huis koopt, of wellicht gaat verhuizen naar een huurwoning kunt u beter een andere hypotheek kiezen. Het overlijdensrisico dat door deze verze- keringsvorm uiteraard wordt gedekt kan bij de andere hypotheek- vormen worden ondervangen door een overlijdensrisico- verzekering. De aflopende vorm is het voordeligst de uitkering bij overlijden is dan gelijk aan het nog resterende bedrag van de hypo theek. Nu is het zo, dat de condities waaronder hypotheken worden verstrekt nogal uiteenlopen. Rentepercentage, aflossingsvoorwaar- den (boete bij vervroegde aflossing!) en - niet te vergeten - bijko mende kosten vertonen per geldgever belangrijke verschillen. Vooral het rentepercentage is van belang, want een kwart procent kan per jaar een verschil van enkele honderden guldens betekenen. Voorlopige koopakte Op het moment dat u het huis "naar uw hart" hebt gevonden hoeft u slechts de voorlopige koopakte te tekenen. Nog altijd gaan veel mensen er vanuit, dat deze akte eigenlijk niets te betekenen heeft. De voorlopige koopakte is echter beslist niet zo "voorlopig" als de naam doet vermoeden. Het is een overeenkomst en die is even definitief als de notariële "transportakte" die later volgt. Om de risico's zo veel mogelijk te beperken, dient u in een dergelijk koopcontract eigenlijk een aantal voorbehouden te maken. Zo moet er in staan dat u het huis voor eigen bewoning moet kunnen betrek ken (en niet dat u een huis koopt waar een huurder in woont, want het kost een hoop geld om er dan zelf in te gaan wonen) en dat de koop alleen doorgaat als u een woonvergunning krijgt en de ge dachte financiering (hypotheek) rond komt. Ook is het nuttig om te informeren naar bepalingen die de geldgever kunnen doen besluiten de hypothecaire lening niet, of voor een lager bedrag, te verstrekken. Er kunnen bijvoorbeeld bezwarende erf pachtbepalingen zijn. Of de beperking dat het huis alleen aan een mgezetene van de gemeente mag worden aangeboden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 21