ZATERDAG 7 MEI 1977
In de rij i
r nog
wat aanvullende
informatie. Veel
aspirant
studenten en
studentes hadden
aan de toelichting
in de collegezaal
niet voldoende.
LEIDEN - "Beste, brave i
den jullie het nu echt wel gaan doen?
Weten jullie waaraan je begint. Straks
kunnen jullie fluiten naar die luie
armstoel met warme pluche, naar dat
gezellige tv-programma, naar die
hond aan je voeten, naarje wederhelft
vlak naast je op de driezitsbank. Als
jullie hiermee doorzetten verhuizen
jullie naar dat kleine kamertje boven,
met dat rare behang en die enge witte
formica. Voorlopig voor een jaar of
vijf en als het tegenzit nog wat lan
ger".
Een van de collegezalen van de Leidse
universiteit in de Hugo de Groot
straat. Wie vanaf het balkon een blik
werpt op de tot de laatste plaats be
zette zaal telt in elke bank wel een
paar grijze haardossen c.q. kalende
hoofden. Zo te zien zijn heel wat aspi
rant studenten en studentes de drie
en vier kruisjes gepasseerd. Op het
spreekgestoelte heeft plaatsgenomen
de vanwege zijn eenvoudige woord
keus uitgekozen stafdocent belasting
recht mr. Van Lieshout, die een in
leidend praatje houdt. Zijn aandach
tig gehoor bestaat uit ruim 200 leer
gierigen die geïnteresseerd zijn in de
populair aan het wordende avondop
leiding rechten. Op deze voorlich
tingsochtend krijgen ze te horen wat
hen te wachten staat als ze besluiten
aan het grote karwei te beginnen.
Een beste
Aan Van Lieshout hebben ze wat dat
betreft een beste. De voormalige be
lastinginspecteur behaalde zelf zijn
titel door zich in de avonduren op
zolder af te zonderen en daar de niet
licht verteerbare studiestof tot zich te
nemen Een voorbeeld dus hoe het in
de praktijk moet. Een man die tips
aandraagt, vertelt hoe men die jaren
zonder studie-~en familieproblemen
kan doorkomen. Zijn betoog is aan
vankelijk weinig optimistisch. "Met
opzet", zegt hij". Want er zijn nogal
eens mensen die denken dat een titel
halen in de avonduren een gezellige
vrijetijdsbesteding is. Mijn ervaring
is anders. De studie die u wilt vol
brengen is te vergelijken met de be
klimming van de Himalayaberg. Dis
cipline en doorzettingsvermogen,
daar komt het een paar jaar op aan"
Op de bonnefooi
In september '74 ging in Leiden de eer
ste volwaardige avondopleiding
rechten van start. Tot dan kon er in de
avonduren weliswaar aan de univer
siteit gestudeerd worden maar dat
was meer op de bonnefooi omdat do
centen niet verplicht waren avond
onderwijs te geven. Sommigen de
den het wel, anderen niet. Tot de fa
culteitsraad van de universiteit het
geven van onderwijs in de avonduren
verplicht stelde. Aanleiding, de snel
stijgende animo voor deze studie.
De voorlichtingsochtend dit jaar (vol
gend op een advertentiecampagne in
negen grote dagbladen) trok we
derom een "volle bak". Om precies te
zijn 230 man. De verwachting is dat
daarvan zo'n 140 ook werkelijk van
start gaan. Gemiddeld een derde
houdt het na die voorlichtingsbijeen
komst wel voor gezien.
Een een deel valt ook af omdat men niet
door het colloquium doctum komt,
een toelatingsexamen dat moet wor
den afgelegd als men niet de gewen
ste vooropleiding (HBS, gymnasium,
atheum) heeft. Dit jaar zijn dat er 35.
Zij moeten minimaal MULO hebben.
Het colluquium doctum nekt de mees
ten. Studieadviseur Van Iterson:
"Ten opzichte van de cd-klanten zijn
we vrij kritisch. Leiden heeft met de
grootste juridische faculteit een
enorme aantrekkingskracht. Ieder
een die in de wijde omtrek woont en
maar een beetje denkt dat die studie
iets voor 'm is, komt er op af. Ons
standpunt is echter dat het niveau
behoorlijk moet blijven. Daarom ook
moeten er hoge toelatingseisen wor
den gesteld".
Eigen eisen
Wat het colloquium doctum betreft; de
Nederlandse universiteiten met een
opleiding rechten hebben vergevor
derde plannen om het toelatings
examen landelijk te administreren en
te regelen. Momenteel is het nog zo
dat elke universiteit zijn eigen eisen
stelt. Om maar eens wat te noemen.
Rotterdam neemt in het colloquium
doctum het examenvak wiskunde op,
omdat in de rechtenstudie ook nog
een forse portie economie moet wor
den doorgeworsteld. Maar Leiden
doet het zonder wiskunde. En zo ver
schillen de universiteiten onderling
nogal van niveau.
"De vrij grote toeloop is ook een gevolg
van het feit dat sommige instanties
het doen voorkomen alsof een rech
tenstudie een fluitje van een cent "is.
Neem bijvoorbeeld de Utrechtse
Kring van Repititoren. Per adverten
tie beweert die kring dat je in twee
jaar tijd als meester in de rechten
kunt afstuderen. Flauwekul. Alleen
al examentechnisch is dat een onmo
gelijke zaak. In Leiden hebben we
een paar jaar geleden te doen gehad
met een uitzonderlijk begaafde stu
dent. Die had het in driejaar voor el
kaar. Maar dat is een hoge uitzonder
ing".
Minstens 23 jaar
De avondstudie rechten (men moet
minstens 23 jaar oud zijn en een vol
ledige dagtaak hebben) trekt vogels
van diverse pluimage. Het gros heeft
een administratieve baan waarmee ze
op een behoorlijk niveau zitten.
Meestal werkzaam op een departement
of bij een gemeentelijke instelling,
maar ook wel mensen uit het bedrij fs-
leven. Onder de aanmelders zijn er
ook vrij veel die er al een universitaire
studie achter de rug hebben. Veelal
HTS'ers die in Delft afstudeerden en
die in de praktijk hebben ondervon
den dat dat een juridische naast een
technische opleiding een voortreffe
lijke combinatie kan zijn.
Nog een andere categorie. Notarissen
op leeftijd, die hun maatschappelijke
carrière er zo goed als of al op hebben
zitten. Die volledig bevoegd zijn in
het notariële recht maar die geen
meester voor hun naam hebben staan
omdat in hun tijd de studie nog werd
afgerond met een staatsexamen ter
wijl het nu een universitaire oplei
ding is. "Het is de enige groep", zegt
Van Iterson, "die zuiver voor de lol
studeert".
Van de studenten en studentes die aan
de avondstudie beginnen vallen er
tussentijds weinig meer uit de boot
Het percentage is kleiner dan bij dag
studenten (voor beide groepen geldt
overigens hetzelfde onderwijspro
gramma). "Avondstudenten", zijn
veel gemotiveerder", zegt Van Iter
son. Ze hebben ook het voordeel dat
ze over het algemeen wat sneller leer
stof opnemen omdat ze veel meer
maatschappelijk gevormd zijn. Vaak
zijn ze ook verschrikkelijk enthou
siast met hun studie bezig. In tegen
stelling tot dagstudenten komen ze
bij wijze van spreken fluitend naarje
toe als ze een studieadvies nodig
hebben. Ze studeren met groter ple-
spits af voor een studie waarmee ze
naast hun dagtaak, minstens tot 1982
zoet zullen zijn? Docent van Lieshout
heeft er een aantal theoriën voor op
gebouwd, die hij tijdens de voorlich
tingsochtend vervatte in wat kern
achtige consumptietaai. Men gaat s
avonds studeren om "een cultureel
opgedwongen leegte op te vullen",
om "de persoonlijke vertrossing te
verdrijven", om "jezelf de nominale
verplichting op te leggen bij de buis
vandaan te blijven".
Nog een paar. Studeren is "de wraak
van een intellectuele onnozel die door
het behalen van een titel zijn omge
ving wel eens een poepie wil laten
ruiken", of "het formaliseren datje op
een bepaald moment op gelijk niveau
bent gekomen met een academisch
geschoold collega".
Nog een laatste: Je begint aan de
avondstudie rechten "uit winzucht
en mensen die dat wellicht veroorde
len zijn ethische treutelaars".
Aan het luchtig gestrooi met studiemo
tieven voegde Van Lieshout ook nog
een goede raad toe: "Wie hier aan be
gint moet de persoonlijke hardheid
t.o.v. zichzelf zoveel mogelijk zien op
te voeren, zonder echter de relaties
met partner, buur of kennis te laten
verwateren. Anders heeft U over een
paar jaar wel een titel maar geen rela
ties meer".
,En dan die waarborgsommen,
die we vantevoren moeten
storten. Dat is voor elke ge
meente waar we spelen toch
een bedrag van tussen de dui
zend en de vijfentwintighon
derd gulden. En dan moet je
soms zien, wat voor afgrijse
lijke terreinen je krijgt. Zo'n
gestorte waarborgsom krijgje
bovendien pas maanden en
maanden later terug. Daar zit
soms wel een jaar tussen. En
we komen dit seizoen in zo'n
tweehonderd plaatsen.
Vergunning
De toernee door Nederland
staat grotendeels vast. Het
contact met de gemeenten is
vooral Pauls aandeel in het
familiebedrijf, waai- vader
Herman nog altijd de paarden
voorbrengt, dochter Hannie
en haar man de kantine drij
ven en de zuster van Herman
van der Vegts tweede echtge
note een trapezenummer
brengt.
De concurrentie tussen de Ne
derlandse circussen om de
gunst van de gemeenten is
groter dan de laatste jaren het
geval is geweest. Sommige
gemeentebesturen geven
maar een speelvergunning
per jaar af en er reizen op het
ogenblik vier volwassen on
dernemingen door Nederland
en minstens even zoveel kin
dercircussen.
Bovendien komt Althoff dit sei
zoen nog naar Nederland. Zo
speelt Renz dit jaar niet in
Maastricht, waar het altijd-
veertien dagen stond.
„Ze hebben het zo eerlijk moge
lijk willen doen", vertelt Paul.
„Er waren zoveel aanvragen
voor Maastricht, dat ze geloot
hebben. En wie kwam er uit
de hoed? Mini, het allerklein
ste kindercircusje dat Neder
land kent.
Andere gemeenten honoreren
weer elke aanvraag. Die ge
ven soms zes vergunningen
uit. Nou, als je dan ais vierde
of vijfde circus aan de beurt
bent, dan kan je *het in zo'n
plaats wel vergeten. Dan
komt er niemand meer. Dat is
dus ook niet goed".
Renz reist verder. Want vanaf
vader Herman zit het circus
de Van der Vegten in het
bloed. „Als ik hier nog een
geeltje per dag kan verdienen,
waarom zou ik dan wat an
ders gaan doen?" zegt Paul.
In de vroege avondschemering, op een moment, dat in
de kleurrijke circustent het applaus van het hoog
geëerd publiek had moeten klateren, rijden ze tussen
Maassluis en 't Zuidhollandse Valkenburg: de vracht
auto's, aanhangers en woonwagens van circus Renz.
Een ongewoon tijdstip voor transport. Over pech heeft
Renz dit seizoen dan ook niet te klagen.
Dat op deze bewuste avond een
reclamewagen van circus
Boltini op een Haags kruis
punt voorrang verleent aan de
karavaan van Renz is louter
toeval en niet symbolisch.
Dat is wel de goeddeels uit
gebrande oplegger, die wordt
meegevoerd. Geblakerd be
wijs van tegenslag. En dat is
dan nog maar een voorbeeld.
Maar de derde Renz-generatie is
niet klqin te overtuigen.
Nederland heeft zijn circus
Renz - dat vandaag de dag tot
de grotere ondernemingen
gerekend mag worden - te
danken aan opa Arnold van
der Vegt, in 1954 op 71-jarige
leeftijd overleden. Het was
deze Rotterdammer, zoon van
wat toen heette „gegoede ou
ders", die zich in 1911 de re
putatie van het zwarte schaap
der familie op de hals haalde.
Hij begon een circus. En ei
gende zich gemakshalve de
naam Renz toe, die eigenlijk
toebehoorde aan een niet
meer bestaand maar nog al
tijd befaamd Oostenrijks cir-
Dat leidde natuurlijk tot een
proces, dat opa Van der Vegt
verloor. Maar die was niet uit
het veld geslagen. Hij zette
gewoon puntjes achter de let
ters en verklaarde dat
R.E.N.Z. de afkorting was van
„rasechte Nederlandse zwer-
Zesenzestig jaar later is klein
zoon Arnold (35), samen met
andere familieleden druk be
zig de afstand tussen ziin cir
cus en dat van „reus" Boltini
kleiner te maken. Niet zonder
trots vermelden de affiches
en het programma: „Steeds
mooier, steeds groter". Een
groei die zich aftekent na een
ruime halve eeuw met wisse
lende successen.
Zo kunnen velen zich nog de
houten kiosk met het linnen
dak herinneren, waarmee
Renz in de naoorlogse jaren
ook op kermissen verscheen.
Herman van der Vegt, zoon
van de grondlegger, werd in
1954 directeur. Om gezond
heidsredenen droeg hij de
leiding zo'n twaalf jaar gele
den over aan oudste zoon-
Arnold.
Renz groeit. Maar op een ma-
niër, die inherent is aan het
onzekere circusbestaan. Met
vallen en opstaan.
„Ontmoedigd door tegensla
gen?", herhaalt Paul van der
Vegt (32) de vraag.
„Nee hoor. Vroeger misschien
wel, maar nu niet meer". Ziin
woonwagen staat ingepakt
tussen het andere zojuist
gearriveerde rijdend mate
rieel op een Zuidhollands
dorpspleintje. Hij is de broer
van Arnold, die nog onder
weg is met de mastenwagen,
waarop ook de tent in opge
rolde toestand is gemonteerd.
Paul dringt bier-uit-blik bij een
verlate avondmaaltijd, die
bestaat uit haastig uit een ca
fetaria
Pech
„Ja, we hebben wat pech. Op
een van de eerste dagen dit
seizoen raakte onderweg een
deel van de tent los. Dat merk
je natuurlijk niet, als je achter
het stuur zit. De zaak sleepte
over de grond. We zagen het
toen we 's nachts in een
nieuwe speelplaats aankwa
men. Het doek zat vol gaten.
We konden niet opbouwen".
De klap kwam des te harder
aan, omdat het kostbare cha-
piteau (waarde: bijna hon
derdduizend gulden) splin
ternieuw was. Er stond
slechts een ding te doen: de
tent in een vrachtwagen laden
en terug naar de fabriek van
Canobbio in Italië, die voor
zeer veel Europese circussen
de tenten maakt. Twee
weken geleden sloeg het
noodlot opnieuwe toe. De
oplegger met een groot deel
van de zitinstallatie en met de
stormpalen van de tent raakte
in Krimpen aan den IJssel
onklaar. Terwijl de rest van
het circus op weg ging naar de
nieuwe speelplaats Maassluis
voerden de achterblijvers
midden in de nacht het nood
zakelijke laswerk onder de
een band in brand en de mas
tenwagen staat met een klap
band langs de weg". De me
dedeling roept nauwelijks
reactie op. Tegenslag lijkt in
het circus tot
Overheid
Nee, de echte problemen die wij
hebben, zeggen ze bij het cir
cus, worden in stand gehou
den door de overheid. Die
weigert subsidie te verstrek
ken aan een eeuwenoud
volksvermaak. En plaatse
lijke overheden hebben dan
veelal wel de vermakelijk
heidsbelasting afgeschaft,
maar daar staat tegenover dat
precariorechten en staangeld
omhoog zijn gegaan.
,Een plaatsje waar je vroeger
voor vijf tientjes terecht kon,
daar betaal je nu zo maar even
vijfhonderd gulden", zegt
Paul van der Vegt bij wijze
van voorbeeld.
Herman van der Vegt en zoon Paul: niet ontmoedigd
wagen uit. Ze kwamen er pas
weer onder vandaan toen de
wagen al in lichter laaie stond.
Er was een vonk overge-
SDrongen
't In de wagen gebouwde licht-
agregaat en de daarbij beho
rende grote olietank bleven
voor de vlammen gespaard,
maar het verlies van de
stormpalen maakte het op
nieuw onmogelijk om de tent
op te bouwen. Drie speelda
gen kostte het dit keer. Toen
was Arnold er in geslaagd bij
Staatsbosbeheer een flink
aantal, meters lange, denne-
stammen te krijgen.
„Ach nee", herhaalt Paul, zoiets
kost natuurlijk wel veel geld.
maar het ontmoedigt je niet".
Hij lacht ontspannen. „Opa
zei altijd al: als je door God
gestraft wil worden moet je-
met een circus gaan werken"
Om de hoek van de deur ver
schijnt een hoofd: „Bij Ma
rina vloog onderweg bijna