Schouwspel
de hel"
Nat breder zicht
=>p geschiedenis
Thrillers en
politieromans
Nacht und Nebel"
Slaan
Brood
Onze Jood
Bad
Picasso's verlaten atelier
I.: 3
lig-
j°r-1 het komende, achtste deel van „Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Werel-
,t.k.J j j Löude Jong in het bijzonder aandacht besteden aan de lotgevallen van
ederlanders in de Duitse concentratiekampen en gevangenissen,
e directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie heeft aangekondigd dat in
^:.van werk verslag zal worden gedaan van verbijsterende, gruwelijke, niet voor
ceie ogelijk gehouden ervaringen van die gevangenen.
Telen hebben in die kampen onherstelbare psychische schade opgelopen en er is, vrees
welhaast niemand doorheen gegaan die er niet ervaringen opgedaan heeft waarvan men
ggen moet dat zij wezenlijk nimmer volledig verwerkt kunnen worden. Er is intussen
n vorm van verwerking die iets van uitkomst kan bieden: het zich er over uiten, de
:pressie m woord, geschrift of beeld" - deze woorden van dr. De Jong staan geschreven
n geleide van het boek „Nacht und Nebel", dat deze week bij Deltos-Elsevier is versche-
„Je zou een handboek kunnen
schrijven over het slaan. Het
slaan op mensen door men
sen. De gelaatstrekken van de
sadist. Het geluid dat een
knuppel maakt in aanraking
met vlees, met bot. De fantas
tische geluiden, die de gesla
gene maakt Zijn bewegin
gen. Misschien zijn er toch
voorvallen die niet beschre
ven mogen worden? De arm
en schouderbewegingen van
de sadist, die toeslaat en blijft
toeslaan zijn huiveringwek
kend. Het slaan komt via de
ogen uit het binnenhoofd,
haast zichtbaar uit de her
sens, en verloopt via de
schouders naar de arm, de
meestal zeer gespierde arm,
een soort levende boomstam,
verlengd met het dode knup
pelhout. De bewegingen zijn
eerst nog persoonlijk, slag na
slag te bezien als afzonderlijk.
Maar wat later wordt het een
machine. De sadist blijkt een
dolgedraaide machine ge
worden die niet meer kan
stoppen.
De arm rijst, de schouder rijst,
de schouder daalt, de arm
suist neer met de verlengde
arm: het eind hout. Omhoog,
omlaag, omhoog, omlaag,
vele malen. Het geluid van
hout op mens verandert in het
smakkende, natte geluid van
hout in mens, in vlees, in spie
ren, in organen. Het kleine
rood wordt groot rood, over
stelpend rood. overal bloed.
De machine gaat door. gaat
maar door, gaat maar door.
weet van geen ophouden-
meer.
Het gillen is allang verstomd.
Het slaan is zelfstandig ge
worden. een zaak op zichzelf.
Een systematische oefening
om zichzelfs wille. Het men
selijke karakter - een mens
vermoordt een mens. daar - is
verloren gegaan. De spieren
machine verbrijzelt vlees,
maakt er gehakt van. Het i-
s een slagerij geworden.
Als de spierenmachine geen
brandstof meer heeft, staat ze
stil. Ze neemt langzaam weer
een menselijke gedaante aan.
Die van de moordenaar.
Fertigmachen noemde de mof
dit".
,,Als je in hongersnood ver
keert, is de uitwerking van
voedsel na enkele minuten li
chamelijk merkbaar. Een uit
gemergelde hongerlijder kon
bijna tegen een kachel aan
gaan zitten en toch ijskoud
blijven van binnen. At je
brood, had je brood gegeten,
dan voelde je letterlijk hoe het
voedsel zich daarbinnen om
zette in warmte. Naarmate je
meer brood at. bij voorbeeld
als je iets extra's had gekre
gen of verdiend, hield die
warmte ook langer aan.
Evenwel, daarbij bleef het
niet. Zoals hongersnood eerst
vergeestelijking opwekte,
zelfs een verlangen om
..monnik" te worden en een
afsterving van de wereld te
beleven, maar in een verdere
fase leidde tot de beschreven
..halfzachtheid" eerst, versuf
fing daarna, zo leidde een ge
leidelijk verdwijnen van de
honger eerst naar een wat rea
listischer kijk op dingen en
mensen van achter de veilige
verschansing der buik, en
vervolgens naar een gedeelte
lijke (geenzins gehele) terug
keer van de intellectuele
vermogens"
„Er was onder ons een Jood.
Hoe kwam hij bij ons ver
dwaald? Welke Duitse gril,
welk soort Duitse humor was
er de oorzaak van dat er een
Jood was in het NN-Laggr
Natzweiler? Het was duide
lijk dat hieraan iets gedaan
zou worden.
Er wordt iets aan gedaan. De
galg is opgericht. Een zwarte
doodkist staat ernaast. Met
veel verkneukeling wordt de
Jood, onze Jood, uitgenodigd
in de kist te gaan liggen. Dat
doet hij. Hij krijgt nu drie uur
de tijd om aan zijn toekom
stige omgeving te wennen, zo
zegt men hem. Daarna wordt
het deksel gesloten.
Drie uur later, het hele kamp
aangetreden voor appèl,
hangt men hem op. Het gaat
vlot deze keer. Onze Jood
breekt direct zijn nek".
„Er kwam een frisse voorjaars
dag, 16 maart, waarop ik met
tientallen anderen de quaran
tainebarak verliet en naakt in
de zon naar buiten strom
pelde op weg naar het Bade-
raum, 'n schuur met tiental
len douches. Voor 't eerst za
gen wij daar weer SS, althans
moffen. Ze zaten slikzat op
een bank toe te kijken
hoe wij onder de douche gin
gen. Aan hun voeten stond
een grote teil. Toen een twin
tigtal levende skeletten onder
de douche stond, werden de
kranen geopend. Een zwak
gekrijs volgde direct. De ske
letten begonnen met onge
wone levendigheid te bewe
gen: het water bleek bijna ko
kend. In een oogwenk stond
het hok vol stoom terwijl wij
als gekken heen en weer sto
ven. Sommigen lagen al gauw
over de stenen vloer te crepe
ren. Een van hen werd door
de moffen in de teil halfvol
kokendheet water gestopt en
als een kat verzopen. Het
moet een schouwspel direct
uit de hel zijn geweest".
de ad Wagenaar
it boek is geschreven door de
thans 61-jarige Floris B. Bakels,
een man die drie jaren en een
maand - van 9 april 1942 tot 9 mei
1945 - doorbracht in twee gevan
genissen en zes concentratie
kampen.
ikels hield in die jaren een dag
boek bij; het werden drieduizend
bijna onleesbare velletjes met be
levenissen, beschouwingen,
<oms literaire schetsen, herinne-
ringen aan vooroorlogs geluk. Op
3eze notitis „in verheerlijkende
Viefde" gericht aan zijn vrouw, is
k\iet verhaal gebaseerddat Bakels
\#uim dertig jaar na zijn bevrijding
yi het concentratiekamp Dachau,
)p papier kreeg.
Irtig jaar: een afstand in tijd die
liet verwijderend werkt. De noti-
ies van toen, nu bewerkt, zijn
iteeds weer de poort, waardoor
Ie schrijver zijn lezers meevoert
de onmenselijke wereld van de
CZ-Lager met hun onvoorstel-
)are verschrikkingen. De in het
leden geschreven beschouwin-
K-K*(en over die verleden wereld,
jur lieden de l^zer nauwelijks rust.
acht und Nebel" is een boek met
le kracht van een blikseminslag.
Ules wat je eerder gelezen hebt
W'n.ver de kampen, vervaagt. Het is
u liet het „zoveelste" boek over de
lelse achterkamer van het Derde
K,K' tijk, maar het lijkt wel het eerste
ka" aanduiding „Nacht und Nebel"
nacht en mist) was door de
K,K')uitse bezetter bedacht voor die
ategorie van politieke gevange-
len, waardoor de justitie om een
f andere reden geen gronden
"oor een doodvonnis en evenmin
oor vrijspraak kon vinden. De
'licherheitspolizei nam daarna
i ennaatre®e^en naar goeddunken;
)k neestal was dat „Nacht und Ne-
">el": men liet de gevangenen
^^poorloos verdwijnen naar con
centratiekampen in Duitsland,
waar zij uitzonderlijk slecht be
handeld werden tot vaak de
dood daarop volgde.
Het NN-lager Natzweiler in de Vo
gezen was een der beruchtste
kampen. Floris Bakels heeft daar
twintig maanden in gevangen
schap. doorgebracht.
Bakels, in mei 1940 een jong advo
caat in Rotterdam en telg uit een
welgestelde familie, werd op 9
april 1942 door de Duitse politie
gearresteerd na verraad van een
provocateur. Het illegale werk,
dat hem verweten werd, is gezien
in het licht van de latere oorlogs
jaren, van nog onschuldige aard:
het opstellen en verspreiden van
pamfletten, luisteren naar de
verboden BBC, pogingen om een
wapenvoorraad aan te leggen.
Via de Polizeigefangnis Scheven-
ingen. het Durchgangslager
Amersfoort en de Kriegswehr-
machtsgefangnis Utrecht, komt
hij op 10 juli 1943 in Natzweiler.
Vandaar wordt hij nog in drie van
Natzweilers „Aussenkomman-
dos" geplaatst. In de maand april
1945 bevindt hij zich in het KZ-
Lager Dachau, waar hij op 29
april door de Amerikanen wordt
bevrijd.
„Ik kon mij daar staande houden
omdat God mij de kracht daartoe
gaf: omdat ik - behoudens een to
tale inzinking - absoluut wilde le
ven; omdat ik mijn vrouw en
naasten te zeer liefhad om het te
kunnen opgeven; omdat ik een
sterk gestel had meegekregen;
omdat ik vele voortreffelijke
vrienden had die mij erdoor hiel
pen; en omdat ik mijn ziel kon
ontlasten door van medio juli
1942 af onder de onmogelijkste
omstandigheden en met leven
sgevaar een dagboek bij te hou
den", schrijft Bakels.
Op een zelfs voor de meest ver
stokte godsloochenaar aan
vaardbare wijze, haalt Bakels in
zijn boek breed uit over zijn groei
in geloof in God en de waarheid
van de Bijbel. In de epiloog,
waarin de schrijver inzicht geeft
hoe hij de jaren van „Nacht und
Nebel" verwerkt heeft, schrijft
hij: „Ik heb, zoals zovele overle
venden. nu en dan last van een
soort post-KZ-syndroom. Mijn
remedie is duidelijk. Wie ge
kweld wordt door de herinnerin
gen aan zijn lijden in het KZ, late
zich troosten door zijn andere
herinneringen aan het KZ: Gods
directe nabijheid".
Enkele fragmenten uit „Nacht und
Nebel" (Uitg. Deltos-Elsevier,
24.50) staan hierboven.
ïel VIII van de Universele
ireldgeschiedenis: „De
gentiende eeuw", onder
ïactie van Golo Mann
ropylaen Weltgeschichte),
gegeven door Scheltens
Giltay, Den Haag.
t de Universele Wereldgeschie-
enis is men nu gevorderd tot
eel VIII. Al eerder verscheen
eel IX, dat betrekking heeft op
et eerste gedeelte van de twin-
gste eeuw. Wat nu nog rest, zijn
e twee delen waarin „de wereld
an heden" wordt belicht, en een
ïgister.
lis al eerder vermeld, is de Uni-
ersele Wereldgeschiedenis geen
istorische encyclopedie, waarin
len van trefwoord naar tref-
'oord en van oorlog naar oorlog
nelt. Onder redactie van prof.
lann is gepoogd de samenhang
an een aantal dingen en gebeur-
tnissen aan te tonen,
l goed voorbeeld daarvan in deel
UI, betrekking hebbend op de
egentiende eeuw, is het hoofd-
:uk van Robert Palmer van de
niversiteit van Washington,
ver de invloed van de Amen-
aanse revolutie op Europa,
'aarin legt hij met grote helder-
eid de vervlechtingen van de
Best van de tijd en de verschillen
t omstandigheden bloot.
was Amerika nu eigenlijk?
Europa zonder ancien regime",
Iteert Palmer een al in de vorige
eeuw in Frankrijk levende opvat
ting.
De befaamde Amerikaanse „Bill of
Rights" van 1776, fonkelnieuw
voor de wereld, bood Franse
schrijvers, filosofen en politici,
op zichzelf weinig nieuws. Ze
kwamen er de ideeën in tegen die
in Frankrijk al eerder hadden ge-
cirkuleerd. Nieuw én inspirerend
was dat de Amerikanen die ge
dachten praktisch hadden ge
bundeld. En dat kon weer om dat
men in Amerika niet gehinderd
was door al eeuwen bestaande
hiërarchische structuren, door
vernederende verschillen in sta
tus en levensomstandigheden en
door een macht van regelingen
die beoogde mensen van elkaar
gescheiden te houden.
In Europa, met als voorloper
Frankrijk, kwam dus veel meer
kijken om in 1789 te komen tot de
„Verklaring van de rechten van
de mens" dan in de V.S. in 1776
voorde „Bill of Rights". Er moest
een „ancien regime" met al zijn
wortels en vertakkingen voor op
zij worden gezet. Dat verschil in
achtergrond, die enerzijds hele
maal niet en anderzijds juist wel
door historische omstandighe
den bepaalde gebeurtenissen,
markeren eigenlijk tot op de dag
van vandaag de verschillen bij tal
van kwesties tussen zeg west-
Europa en de V.S. van Amerika.
Ik heb dit voorbeeld aangehaald
om even concreet aan te geven
wat de Universele Wereldge
schiedenis beoogt met die sa
menhang der dingen. Wat men
krijgt opgediend is gedegen, niet
zelden zware kost. Maar men
krijgt wel een breder zicht op de
historie dan in het merendeel van
andere geschiedeniswerken.
RUUD PAAUW
Onder de fotoboeken van de we
reldberoemde Amerikaanse foto
graaf David Douglas Duncan
nemen de boeken over zijn op 8
april 1973 gestorven vriend Pablo
Picasso een zeer belangrijke
plaats in. Al vanaf 1956 is Dun
can hecht bevriend geweest met
één van de grootste kunstenaars
van deze eeuw.
Tijdens deze relatie met Picasso
mocht Duncan vrijelijk foto's ne
men van het atelier, het gezinPi
casso werkend, zijn schilderijen
etc. Er zijn reeds drie boeken ver
schenen waarin deze unieke mo
menten uit Picasso's leven zijn
vastgelegd.
Nu is er door Elsevier een vierde fo
toboek uitgegeven met foto's die
Duncan maakte van het atelier
(foto)Notre-Dame de Vie te Mou-
gins in Frankrijk, zoals Picasso
het achterliet toen hij stierf. Ech
ter, deze keer was Duncan offi
cieel aangesteld om het gehele in
terieur vast te leggen voor de erf
genamen van Picasso en voor een
commissie van onderzoek van de
Franse regering.
leder voorwerp uit Picasso's bezit
moest getaxeerd worden, kuns
thistorici moesten het hele bezit
catalogiseren, en dit gehele on
derzoek nam "slechts" twee jaar
in beslag.
Duncan heeft er een boeiende repor
tage van weten te maken. Geen
Van de foto's is saai of oninteres
sant, steeds voel je de aanwezig
heid van Pablo Picasso en vooral
de foto's van enkele schilderijen
geven de indruk of ze zojuist door
de kunstenaar zijn voltooid.
In tegenstelling tot vele andere fo
toboeken die men na een keer in
kijken wel gezien heeft, is dit een
boek wat men telkens weer ter
hand zal nemen. Dit is niet alleen
te danken aan het gevoelig oog
van David Douglas Duncan, als
wel aan de grote persoonlijkheid
van Pablo Ruiz Picasso.
David Douglas Duncan, "Picasso's
verlaten atelier", uitgegeven door
Elsevier Nederland BV, prijs:
J 39.50.
Jumaan VAN KRANENDONK
Spannende jacht
"De toorts van het verraad" door Ib Melchior. In de vertaling van Nel
Merle verschenen bij Elsevier Nederland in Amsterdam (f 19.50).
Ib Melchior weet in zijn spionageverhalen maar al te goed waar hij over
praat. Tijdens de tweede wereldoorlog was hij in dienst van de Ameri
kaanse inlichtingendienst en de contra-spionage. Het desolate naoor
logse Duitsland, dat hij in zijn nieuwe boek ten tonele voert kent hij uit
eigen aanschouwen. Hij heeft dat al eens beschreven in "Operatie
Weerwolf', dat gebaseerd was op zijn eigen ervaringen. Dat vreemde
relaas van het oprollen van een fantastische actie tegen het leven van
generaal Eisenhower.
Nu komt hij weer met zo'n wanhoopsformule, waarmee de nazi-Duitsers
willen trachten hun vuur smeulende te houden, zodat het eens nieuw
leven zal kunnen worden ingeblazen.
Een "groots" plan, waarin een jonge SS-er de hoofdfiguur moet zijn. Maar
een inlichtingenofficier van het geallieerde leger stuit bij ondervraging
van gevangenen op de vele vragen, die gaan naar dat ene complot. Zelfs
in eigen kring kan hij geen geloof vinden, maar hij zet zijn jacht door.
Het is fascinerend de spijkerharde omstandigheden te leren kennen,
waaronder figuren uit dat wereldje moeten leven. Als men het althans
leven wil noemen. Het is een spannende jacht, maar boeiender dan die
jacht is het zien en beleven van de chaos en verslagenheid in het verplet
terde Duitsland. Vooral verpletterd door de wetenschap, dat het toch
verpletterd kon worden.
Ib Melchior heeft het knap getroffen.
Boeiend beeld
"De man met de wandelstok" door Roger Borniche. In een vertaling van
Margreet Hirs verschenen bij Elsevier Nederland (f 16.90)
De nu bijna 58-jarige Roger Borniche is van huisuit politieman. Vandaag
de dag leidt hij een particulier detectivebureau, maar zijn opleiding voor
dit werk heeft hij in politiedienst gekregen. Het zou teveel zijn om te
zeggen, dat hij zijn talent voor schrijven ook als politieman heeft ont
wikkeld maar volgens zijn eigen zeggen heeft hij de gegevens voor zijn
met veel gevoel voor humor en nog meer voor detail geschreven verha
len uit het rijke alledaagse leven van de politiespeurder geplukt.
Hij zegt, dat deze verhalen op werkelijke leest zijn geschoeid, maar dat hij
alleen een aantal namen heeft gewijzigd. Om niemand in moeilijkheden
te brengen. Dat zou kunnen kloppen, want aan het einde van zijn boek
vertelt hij, dat hij persoonlijke vriendschap heeft aangeknoopt met de
intelligente gangster, die hij eens heeft kunnen arresteren.
Dit is geen verraden van de ontknoping. Want iedereen, die dit boekje van
Borniche ter hand neemt weet na enkele bladzijden al hoe het zal aflo
pen. Natuurlijk zal hij de hand weten te leggen op Rene Girier, maar het
totaal van over de 300 bladzijden laten de lezer tevens weten, dat het nog
heel wat politievoeten in de aarde zal hebben.
Dat klopt. Girier is een heel pientere knaap en het duurt heel lang voor de
jagende politiemannen hem schaakmat hebben. Maar we krijgen daarbij
een boeiend beeld van de twee zijden van het gevecht. Van de mense
lijkheden van de politiemannen. Maar ook van de even menselijke mis
dadigers.
Juist die tweezijdige belichting en de humor en het relativeringsvermo
gen, die men voortdurend in Borniches werk proeft, maken het tot zulk
bijzonder prettig leesbare lectuur.
Maritieme thriller
"Fatale lading" door Hammond Innes. In de vertaling van W. H. Barn-
hoorn verschenen bij Elsevier Nederland-Amsterdam (f 12.90).
Hammond Innes schrijft maritieme thrillers. Haast al zijn avonturenver
halen hebben wel iets met de zee te maken. "Fatale lading" natuurlijk
ook. Het verhaal begint tegen het einde van de tweede wereldoorlog.
Een krikkemikkerig schip "De Trikkala" vertrekt met een aantal solda
ten en een lading uit Moermansk op weg naar huis. Naar Engeland
Maar het gaat fout onderweg. Onder nogal geheimzinnige omstandighe
den lijkt het schip ten onder te gaan. Zy die het overleven worden bij
aankomst in Engeland gearresteerd. Wegens muiterij. Zy laten het er
niet bij zitten. Na hun veroordeling ontsnappen zij en ontrafelen het
kunstige netwerkje van onwaarschijnlijkheden, dat Innes gladjes in
elkaar heeft gedraaid.
Hij weet zelf ook niet altijd meer waar de kop en de staart zit. Maar het laat
zich als ontspanningslectuur lekker lezen en daar gaat het by zulke
"thrillers" maar om.
Verwijt aan maatschappij
"De helft van de tijd", de memoires van een beruchte kraker. Door Frans
de Kleerkast. Verschenen bij Elsevier Nederland in Amsterdam.
Hij is menigmaal psychopaat genoemd. Door diverse psychiaters. Door
diverse rechters. Hij is talloze malen veroordeeld. Hy zit nog vast. Als
krankzinnige. Voor het leven.
Dit boek is zijn aanklacht. Een fel verwijt aan de maatschappij, die heeft
hem en hy heeft haar niet aangekund. "De helft van de tijd" heeft hy in
cellen doorgebracht. En het begon allemaal in zyn dertiende levensjaar.
Men vond, dat hy sexueel niet voldoende van materiaal was voorzien.
Daarom werd hy met hormonen ingespoten. Tot het zijn neusgaten
uitkwam, om zo te zeggen. De energie baande zich echter op verkeerde
wijze een weg. Het eerste begrip, dat hem nog had kunnen redden
ontbrak en de beruchte inbreker van Belgie begon zijn carrière.
Het is griezelig om te lezen en door de bloemrijke taal van de verteller
intens te ervaren, dat een mens maar al te gemakkely k kan wegglijden in
het criminele. Frans de Kleerkast werd een begrip. Een begrip voor in-
en uitbreken. Telkens kwam hy opnieuw met de rechter in aanraking
Het werd een onstuitbaar proces. Man, vrouw en kind werden meeges
leept door niet te keren krachten. Het is tenslotte krankzinnigheid ge
noemd.
Nu ligt er een boek van die krankzinnige. "De opgelegde vernederingen
en kwellingen, die ik al die jaren te vreten heb gekregen in verbeterings-,
tucht- en gekkenhuizen heb ik filosofisch verwerkt en er mest van ge
maakt" zegt Frans de Kleerkast in zijn voorwoord.
Het boek eindigt "Doornik, juni 1975. in het krankzinnigengesticht'
Maar het verhaal eindigt niet. Teveel vragen staan open. Temeer omdat
België zo vlakby ligt.
KOOS POST