jppi Visserij zou veel
HÈ kunnen doen voor
1§^[ de Westafrikaanse
Hpy landen-in-opbouw
Comité wil ereschuld inlossen in Lerwick
'Natuurlijk
is er een
link met
Katwijk'
jflH
Oud-directeur Aschmoneit
Katwijkse Visserijschool
adviseert bij oprichting
van 'n school in Liberia
ZATERDAG 30 APRIL 1977
Door
Jos van der Meer
W-T
N 'i.'" 'ft - --
De landen Liberia en Sierra
Leone langs de westkust
van Afrika gaan gezamen
lijk een visserijschool
bouwen, waarvan het le
sprogramma vrijwel iden
tiek wordt aan dat van de
"School voor de Zeevis
vaart" in Katwijk aan Zee.
De voormalige directeur
van deze Katwijkse on
derwijsinstelling, Hage
naar H. Aschmoneit (65),
kwam dezer dagen terug
van een missie naar beide
landen.
Zijn taak was het overkoe
pelend regeerorgaan van
de twee Afrikaanse staten
-de Mano River Union-te
adviseren over leerplan,
inrichting en kostenaspec
ten van de binnenkort in
Marshall (Liberia) te bou
wen school. Op basis van
dit advies heeft de union
inmiddels een definitief
plan voor de visserijschool
vastgesteld.
De heer Aschmoniet heeft zijn
werk gedaan op verzoek van de
Nederlandse minister Van der
Stee (landbouw en visserij) en
onder auspiciën van de Ver
enigde Naties. Hij heeft zijn reis
gemaakt onder verantwoorde
lijkheid van het ministerie van
buitenlandse zaken in Den Haag.
Een luik
De heer Aschmoneit nu over dit ab
stracte stuk Katwijk dat hij in Af
rika heeft achtergelaten: "Na
tuurlijk bestond bij het ontwer
pen van die school een link met
Katwijk. Bovenaan het pro
gramma stond namelijk de inge
bruikneming vaneen oefenschip,
een soortgelijk schip als waar
Katwijk de beschikking over
heeft in de haven van IJmuiden.
De lesprogramma's zullen vrij
wel hetzelfde zijn, alleen
woorden de Afrikaanse yerkorte
De mensen daar krijgen louter be
roepsgerichte vakken op. nau
tisch en technisch gebied en
vooral visserijkunde. In Katwijk
krijgt men ook werktuigkunde
en natuurkunde, vakken die we
er daar hebben uit gelaten omdat
de opleiding sneller en prakti
scher moet worden".
Achterstand
Wij praten na met de heer Aschmo
neit op voor hem welbekende
bodem: de directeurskamer van
de "School voor de Zeevisvaart"
in Katwijk. De tropisch ge
bruinde adviseur spreekt zelfver
zekerd en enthousiast, bijna
haastig, over zijn gewichtige mis
sie van ruim een maand door
twee Afrikaanse landen-in-
opbouw. Driftig manipulerend
met in het Engels gestelde rap
porten vertelt hij in deze bijna-
spartaans eenvoudige omgeving
- ingetogen meubilering, karige
wandversiering - over zijn bui
tenlandse trip.
De jong-ogende Aschmoneit: "De
'sister-countries' Liberia en
Sierra Leone zijn betrekkelijk
arm maar proberen hun achter
stand zo spoedig mogelijk in te
halen. Dat gebeurt met Neder
landse hulp op diverse gebieden.
Ik heb daar landbouw- en eco
nomische experts ontmoet en
mensen dïe daar het hele tele
communicatiesysteem aan het
opzetten zijn".
"Dat zijn de drie belangrijke pro
jecten daar, die dit jaar echter ge
heel worden overvleugeld door
de belangstelling voor de visserij.
Die visserij is nu nog geheel in han
den van buitenlanders. Russen,
Koreanen en Japanners. Sierra
Leone heeft praktisch geen eigen
visserij. Alleen maar een stuk of
acht kleine kustvissersscheepjes.
In Liberia is slechts één grote vis
serij maatschappij die een mono
poliepositie inneemt. Haar sche
pen worden bovendien nog be-
mahd door Panamezen, Korea
nen en dergelijke".
„De bedoeling van die landen is de
visserij in de toekomst geheel zelf
in handen te gaan nemen. Zoals
gebruikelijk in deze landen, waar
de mensen een ongelooflijke in
teresse in kennis hebben, wil
Tussen 1875 en 1927 werden op de
begraafplaats van Lerwick, de
hoofdstad van de Schotse Shet-
landeilandengroepzesenveertig
Nederlandse vissers begraven.
Een flinke dertig daarvan waren
Scheveningers en het is vooral
daarom, dat de Scheveningse
dominee Jac. de Vries naar Ler
wick ging om de staat, waarin de
begraafplaats thans ver
keert. eens nader te bekijken.
,Jiet is schandaligzoals de gra
ven van de Nederlanders er nu
bijliggen", vertelt dominee De
men beginnen met een uitge
breide school met het accent
aanvankelijk op de visserij die la
ter zal uitgroeien tot een instel
ling voor hoger nautisch onder
wijs. Vaststaat nu al dat er een
enorme animo bestaat voor de
school, die over ruim een jaar zal
beginnen".
Dat de twee landen hun eerste aan
dacht richten op de visserij is niet
toevallig, legt de heer Aschmo
neit uit. ,,De bevolkingen hebben
nu een groot gebrek aan proteïne
en wat ligt dan meer voor de hand
om zelf het vissen ter hand te
gaan nemen. Liberia alleen al
heeft 150.000 kilo proteïnerijke
vis per dag nodig voor de bevoor
rading van de eigen bevolking.
Vries na zijn bezoek. .Jiet is ver
vallen en verwaarloosd. Grafste
nen liggen verspreid over het
veld. De stenen die nog staan,
staan schots en scheef. Het is-
geen gezicht."
De dominee, die met ondermeer
twee begrafenisondernemers uit
Scheveningen naar Lerwick
ging, had aanvankelijk het idee
om tot herbegraven over te gaan.
,JJat bleek echter onmogelijk",
zegt hij. „Van die stoffelijke over
schotten is niets meer terug te
vinden. De meeste graven zijn
Een dergelijk gewicht is nooit
met een louter lokale visserij
haalbaar".
Grandioos vacuum
Ter voorbereiding op het uitbren
gen van zijn advies voerde de
oud-gezagvoerder van Shell-
schepen diverse gesprekken met
vertegenwoordigers van de over
heden en het visserij
bedrijfsleven van Sierra Leone
en Liberia. Tijdens deze ge
sprekken deed de heer Aschmo
neit een ontdekking, die hem
deed beseffen dat de school
noodzakelijk is voor beide landen
en tevens dat er verschillende
cursussen aan de school moeten
worden gegeven.
niet eens te identificeren, want
slechts een enkeling heeft er des
tijds een steen op laten zetten.
Vergeet niet dat die vissers-
zo arm als de mieren waren."
Het comité, dat zich voor deze
„ereschuld" druk maakt, wil nu
een monument op het kerkhof la
ten plaatsen. Lerwick is onder de
Scheveningers een bekende
naam. Tegenwoordig heeft het
geen belang meer voor de visserij.
Er wordt daar in de buurt niet
meer gevist en voorraden behoeft
men niet meer in te slaanAlles is
Onze druk gesticulerende gesprek
spartner: „Ik ontdekte dat de
topmensen in deze landen erg
deskundig zijn. Velen studeer
den in Amerika of Zwitserland.
Daarnaast ontdekte ik dat er on
der deze top een grandioos va
cuum is met als gevolg dat de
middenstand in deze landen
wordt ingenomen door buiten
landers. Dat speelt zich ook af op
hét gebied van de visserij. De
school heeft daarom de bedoe
ling om alle buitenlandse krach
ten te kunnen vervangen door ei
gen mensen. Daarom komen er
naast de vissersopleiding cursus
sen voor de koopvaardij, voor de
lokale visvangst en voor officie
ren op de vissersvloot. De eerste
en de laatste opleiding waren
eerst samengevoegd, maar het
gezamenlijk regeerorgaan heeft
besloten deze te splitsen".
Deze vier cursussen worden gege
ven volgens een systeem dat
Aschmoneit graag ook in Neder
land had zien doorgevoerd. Hij
vertelt: „De leerlingen gaan eerst
een jaar varen onder een krach
tige begeleiding en dan een jaar
naar school.
Vervolgens gaan ze weer varen en
tot slot worden ze klaargemaakt
voor het examen. De behoefte
aan kaderpersoneel op schepen
blijkt nu zo groot te zijn, dat men
al een vaarprogramma voor jon
gens heeft opgesteld op Russi
sche schepen. Die knapen zijn
daar al mee bezig en kunnen
zodra die school er is het tweede
,Het aardige hierbij is dat ik er in
Nederland jaren voor heb ge
knokt om dat systeem van eerst
varen en dan naar school te ver
wezenlijken. Dat is' belangrijk.
Alleen al op het punt van de zee
ziekte. Dat systeem stuitte echter
altijd op bezwaren, reden
waarom ik het niet in mijn advies
had betrokken'. Opvallend was
toen dat die kerels tijdens de con
ferentie van de Mano River
Union bij mijn advies meteen de
aantekening maakten van: Me
teen naar school is fout, men
moet eerst gaan varen. Dat is
principieel goed gezien van die
mensen, terwijl ze niet eens ex
perts zijn. Op hun manier kan er
een heel goede selectie plaats
vinden".
Samenwerking
Buiten het feit dat het bezoek aan
deze Afrikaanse landen de heer
Aschmoneit enkele extra op
drachten heeft opgeleverd -
„Men wil nog van mij weten wat
er precies nodig is voor de inrich
ting van de school en van het oe
fenschip. Verder heeft men mij
gevraagd of ik over een jaar wil
terugkomen om de hele organisa
tie van de school op poten te zet
ten. Ook zal hij het ministerie van
Buitenlandse Zaken in zijn rap
port enkele voorstellen onder
andere tot samenwerking met de
landen doen.
De Haagse adviseur: „Wat zeer be
langrijk is - en ik ben van plan in
mijn rapport aan het ministerie
daarop een accent te leggen - is
dat TNO-IJmuiden in die landen
visserij-onderzoek g^at doen.
Daarnaast is mij meermalen ge
vraagd of het niet mogelijk is Ne
derlandse vissersschepen daar
voor enkele maanden te statione
ren met het doel te laten zien wat
de mogelijkheden zijn met de
grote ervaring die Nederland op
het gebied van de visserijTot slot
zullen die twee landen ons gaan
vragen om technische hulp wat
betreft de ontwikkeling van hun
vissérijbenodigdheden. Uit dit al
les zou een .joint-venture" tus
sen die landen en Nederland
kunnen ontstaan".
nu toch aan boord. Vroeger kon je
een dode ook niet mee terugne
men. Ze moesten er twee tot drie
weken over doen om terug te zei
len als het een beetje tegenzat. Het
vorig jaar zijn er niet meer dan
dertien Nederlanders de baai van
Lerwick binnengevaren. In
plaats van vissersschepen komen
er nu olietankers."
Doordat Lerwick als oliehaven
belang heeft gekregen, komen er
nu veel buitenlanders op dat
kerkhof. Het is toch een schandaal
als die Nederlanders er dan zo
Tot slot wijst de voormalige direc
teur van de Katwijkse visserij
school erop dat zijn advies kan
gaan leiden tot industrialisatie in
de Afrikaanse landen. De heer
Aschmoneit: „Tja, je kuilt na
tuurlijk wel mensen gaan oplei
den maar een van de grootste
problemen die ik daar ben tegen
gekomen is het gebrek aan sche
pen. Naast de vraag waarom die
mensen het zich moeilijk zouden
maken wanneer wij in Nederland
toch een surplus aan schepen
hebben, zal ik in mijn rapport zet
ten dat er internationaal be
kwame mensen naartoe moeten
en dat het dan noodzakelijk is dat
er een vloot komt. Die moet wor
den bemand door stafleden van
alleen de eigen nationaliteit. De
wetten moeten daaraan worden
aangepast".
„Mijn advies zal derhalve kunnen
leiden tot de bouw van scheeps
werven. Men moet havens heb
ben. Er dienen koelhuizen en
dergelijke te komen. Kortom, de
gehele infrastructuur van die
landen zal ingrijpend moeten
worden aangepakt. Nu is er nog
een geweldige werkloosheid in
die landen maar de visserij kan
een belangrijke bron van inkom
sten gaan betekenen. De visserij
zou een stuk industrialisatie op
grote schaal met zich kunnen
meebrengen. Maar niet alleen de
visserii. Het schoolprogramma
moet zodanig worden ingericht
dat de mensen ook geschikt zijn
voor sleepboten, de kustvaart en
voor het vak van loods".
DOOR JOS VAN DER MEER
liggen. Er zijn ook graven van
Canadezen en Amerikanen. Al
lemaal even keurig. Maar ja,
daar staat een comité achter.
Deminee Jac. de Vries meent voor
een gedenkteken zo n 18 tot 20.000
gulden nodig te hebben. Het mo
nument zal in Aberdeen worden
gemaakt.JSriseen speciaal soort
gramelsteen voor nodig dat tegen
dat klimaat bestand is. In Vlaar-
dmgen en Katwijk zal ook actie
worden gevoerd om dat geld bij
elkaar te krijgen. Ik denk dat
het wel vrij snel zal lukken.'"
GHANESE
INTERESSE
VOOR VIS
NETTEN
De reis naar de West-Afrikaanse
landen Sierra Leone en Liberia,
die de heer Aschmoneit (65) uit
Den Haag kortgeleden als advi
seur van de Verenigde Naties
maakte, gaat wellicht Ghanese
orders voor Nederlandse aan de
visserij verwante bedrijven ople
veren. De Ghanezen, die de heer
Aschmoneit op zijn missie ont
moette, toonden belangstelling
voor de vismethode „pur sang" uit
Nederland. Zij willen de netten
die daaarvoor nodig zijn even
tueel in Nederland laten fabrice
ren. de methode „pur sang" is een
soort ringvisserij, waarbij wordt
gewerkt met netten die worden
samengetrokken in een ringvorm.
De heer Aschmoneit zal in zijn
rapport aan het ministerie van
Buitenlandse Zaken in Den Haag
melding maken van deze belang
stelling voor een handelsovereen
komst. Het is dan aan het ministe
rie om eventueel verdere stappen
te ondernemen.
De heer Aschmoneit, oud-
directeeur van de „School voor de
Zeevisvaart" in Katwijk, was in
Afrika om te adviseren over de
bouw van een visserijschool voor
de twee genoemde landen.
Als het monument er is, zal het
aan de rand van de begraaf
plaats komen te staan. Vlak aan
de baai. Het mooist zou de domi
nee het vinden, wanneer er een
grote groep nabestaanden bij de
onthulling zou kunnen zijn. Er
bijvoorbeeld vanuit Schevenin
gen naartoe varen. .Maar dat zal
wel niet lukken Zoiets wordt veel
te duur. Als de boel er voorlopig
maar netjes bij komt te
staan. Nu is het echt een
rotgezicht."