heeft de
Nachtwacht
geschilderd?"
Eenvoud is ook in economie
kenmerk van het hele ware
„De Hemelvaart van Massimo": uitstekend stukje
werk
Een bekroning zit er
voor Högstrand niet in
Proefschrift over
dienstweigeraars
Overbodige
uitgave van
Heeresma;
rommel van
Andriesse
Het binnen
schip moet
varen,
elke dag...
Kassa rinkelt
voor Robnins
ZATERDAG 23 APRIL 1977
EXTRA
PAGINA 23
Voor iemand die zieh intensief be
zighoudt met onze vrolijke vader
landse letterkunde gaan na een
poosje alle boeken op elkaar lij
ken. Hij wordt op den duur waar
schijnlijk melancholiek van al die
duizenden verhalen over Neder
landers: neerslachtige, onder de
doem der godsdienst zuchtende
helden, schimmige heldinnen,
vlijtig door duizenden schrijvers
neergepend. Met die Neder
landse helden en heldinnen loopt
het, de eeuwen door, slecht af -
ook zo'n onuitroeibaar vader
lands trekje dat wel met de erf
zonde te maken zal hebben.
De lezer, beseffend dat al die boe
ken in wezen over hetzelfde gaan.
over narigheid, zet nu de vol
gende stap: hij gaat de manieren
WAAROP over dit onderwerp
wordt geschreven, herkennen:
een vrome manier Beets, Gezel-
Ie, Okke Jager), op een vrolijke
manier (Reve, Heeresma), op een
lusteloze manier (Mensje van
Keulen, Arthur van Schendel)
En dan valt hem hopelijk iets grap
pigs op: de meeste schrijvers zijn
te ijverig, ze leggen het er te dik
op, of met andere woorden: te
veel woorden om de sfeer aan te
duiden, waardoor het verhaal, de
loop der gebeurtenissen hele
maal op de achtergrond raakt.
In de meeste Nederlandse verhalen
en romans gebeurt domweg niets
van belang. De held eet een appel,
of hij loert naar het zich ontkle
dende dienstmeisje, en dat is al
les.
Om dit magere geraamte wordt dan
zoveel 'sfeertekening' aange
bracht (hoe voelt de held zich,
waar denkt hij aan, wat voor weer
is het enz.) dat de hele constructie
tenslotte als een pudding ineen
stort.
Natuurlijk kan het ook anders. En
die boeken, dat zijn vaak de aan
genaamste, om niet te zeggen, de
beste.
Hermans kan het, Heeresma kan
het, om er eens een paar te noe
men. Iemand die het ook kan is
een nieuweling op de boeken
markt: Oek de Jong, die een bun
del verhalen schreef, De Hemel
vaart van Massimo, die ik met
ontzettend veel plezier gelezen
heb.
Zó kan het ook, dacht ik, glashelde
re, uiterst leesbare verhalen,
waarin de addertjes behoorlijk
diep onder het gras zitten Hij
heeft een prima schrijftrant zon
der omhaal, nogal eens herinne
rend aan Bob den Uyl, en hij be
schrijft een aantal hoogst gro
teske situaties: oom Albert die
zich in een loopvogel verandert
en tenslotte leert vliegen, ae drie
firmanten in een ijsfabriek die tot
interessante konklusies komen
over het Wezen Aller Dingen (een
van hen wordt op grond van zijn
overtuiging tweehonderd jaar
oud), gebeurtenissen die op de
grens tussen het ongewone en het
bizarre balanceren.
Er is in deze verhalen geen be
wolkte hemel, geen geur van
'kroot met kaantjes' aanwezig die
de lezer het besef moet opdringen
dat het hier om iets treurigs gaat.
Integendeel, bijna alle gebeurte
nissen spelen zich af onder een
blauwe lucht, bij gunstig weer, en
er wordt niet onder stoelen of
banken gestoken dat het hier om
verhalen gaat, een trekje dat ook
bij Biesheuvel vaak aanwezig is.
Er zijn nog wel meer invloeden van
andere schrijvers te vinden (een
bepaalde scène uit De Daad lijkt
sterk op een beroemde scène uit
Ulysses, om maar eens wat te
noemen), maar dat geeft niks.
Oek de Jong is zonder enige twijfel
een echte schrijver, en daarmee
bedoel ik iemand die uiterst
nauwgezet, doch zonder aarzelen
een wereld op papier zet die be
volkt is met opwindende angs
taanjagende vertederende en be
lachelijke fabelwezens, mensen
genaamd. Dat is geen geringe
prestatie en vergeleken met de
huidige stand van zaken in het
jonge Nederlandse proza is het
zelfs uitzonderlijk. Koop, lees en
verheug u!.
Oek de Jong: De hemelvaart van
Massimo. Uitgeverij Meulenhoff
(Holland Maandblad reeks,
17,50.
Paul Marijnis
Economie in theorie en praktijk",
door dr. JE. Andriessenbewerkt
door dr. R. Schöndorff en drs. N.
Cohen (uitgave Elsevier, Amster
dam/Brussel, vijfde herziene
druk).
Het boek van Andriessen is een suc
cesnummer van nog betrekkelijk
jeugdige datum. De eerste druk
verscheen in 1964. Vooral in de
vierde druk onderging het een
drastische face-lifting en nu "is
men al aan de vijfde druk toe.
Tussen de voorlaatste en laatste
druk liggen vier voor de werelde
conomie hectische jarenDe prak
tijk heeft ze vooralsnog moeten
opvangende theorie schudt op de
grondvesten. Kennelijk heeft
Keynes toch minder diep geheid
dan twee naoorlogse generaties
economisten en de politici die hun
beleid op hen afstemden, hadden
gehoopt of tenminste vermoed.
Van de verwarring die zich op het
erf van de economisten heeft aan
gediend, is in deze nieuwe versie
van "Andriessen" nog niet zo heel
veel te merken, al dient te worden
genoteerd dat aan het hoofdstuk,
gewijd aan de geschiedenis van
het geld en de techniek van de
geldscheppingop zich Keyne
siaans geïnspireerd, een mone
tair model is toegevoegd.
Dat refereert aan de laatste jaren
steeds stijgende belangstelling
voor het geld en de geldhoeveel-
heid (vgl.de monetaire politiek in
de Bondsrepubliek) als categorie
van economisch sturen.
De denkbeelden van Nobelprijs
winnaar Moltin Friedman, die
een stijging van de geldhoeveel-
heid met een vast jaarlijks per
centage wil, blijven nog beknopt
in de handeling bij Andriessen;
deze moderne kwantiteitstheorie
zo schrijft hijwordt intussen als
te simplistischdoor velen be
streden. Maar och, misschien is
eenvoud op den duur ook in de
economie het kenmerk van het
hele ware.
Intussen is ook deze vijfde druk van
Economie in theorie en praktijk
weer een gelukkig gecomponeerd
handboek, dat niet ten onrechte
heel iiaak als verplichte stof
wordt opgegeven voor studenten
economie of rechten in de pre-
kandidaatsfase. Ook de krantele
zer die er steeds meer achter komt
dat hij de mens-en-
bedrijf pagina's niet meer kan
overslaan, kan er zijn voordeel
mee doen.
Ook al zijn,zoals boven aangestipt
de hoofdstukken nog niet vervuld
van de noodlotsfeer van een stag
nerende westerse economie in de
laatkapitalistische fase toch
blijkt uit de veranderingen in
vergelijking met de vorige druk
dat heelwezenlijke accenten aan
het verschuiven zijn. Zo is de op
kortere doeleinden gerichte con-
junctuurpolitiek enige ruimte
ontnomen, die nu ten goede komt
aan de problematiek van de
groei.
De positie van de ontwikkelings
landen krijgt gestalte in een
voortreffelijk geschreven vrijwel
geheel nieuw hoofdstuk. Veelbe
tekenend is ook dat in deze
nieuwe druk de planeconomie
van de Sowjet-Unie en enkele an
dere Oosteuropese landen in ver
gelijking met voorgaande versies
een veel zakelijker, veel minder
ideologische behandeling krijgt
en met modellen wordt verklaard.
Een verbetering van belang.
Het is niet alleen onmogelijk om
alle kunstenaars uit alle tijden te
kennen, het is dijkwijls moeilijker
om datgene wat al die kunstenaars
hebben gemaakt te begrijpen en te
waarderen. Wat is er nu mooi aan
een gothische kathedraal, of wat
moet je nou met zo'n doek van
Mondriaan?
Op de "Nachtwacht" is er tenmin
ste te zien wat het voorstelt, bij
Mondriaan zie ik alleen maar lijnen
en vlakken. Zelden zal men echter
het geld ervoor over hebben om een
boek aan te schaffen waar kunst in
uitgelegd wordt aan de hand van
kleurig platenmateriaal en een
makkelijk leesbare tekst, dit om de
simpele reden dat dit soort boeken
bijna onbetaalbaar zijn.
Is het boek betaalbaar, dan is zeer
waarschijnlijk de tekst te beperkt
of het platenmateriaal onvolledig.
Een boek wat hierop een uitzonder-
ing zou kunnen zijn is het onlangs
dend. Risico's heeft dat tegen de verschenen dikke boek "Grote
klok werken natuurlijk ivel en Kunstgeschiedenis", van Elsevier.
Andriessen cs. ontkomen er niet Zoals vele andere kunstboeken van
helemaal aan, want juist de al- Elsevier is ook dit boek oorspron-
lemieuwste en omstreden issues kelijk uitgegeven door Arnoldo
als vermogensaanwasdeling en Mondadori in Milaan. De Italiaanse
investeringssturing en -regeling titel is "Storia Universale dell 'Ar-
blijven daardoor te vaag gecon- te", en het boek werd geschreven
toureerd. door Gina Pischel, met een inlei-
De kracht van een boek op weten
schappelijk gebied dat ook voor
"de praktijk" pretenties koestert,
moet liggen een grote slagvaar
digheid en een permanent be
dacht zijn op actualiseren. And
riessen en zijn beide secondanten
hebben daar een gelukkige hand
Daarmee is het boek niet alleen zeer
verhelderend en informatief,
bovendien zeer onderhou-
Vergeleken met de voorgaande
druk is de nieuwe Andriessen zo'n
130 bladzijden dikker en hij ver
schijnt voor het eerst in twee de
len. Maar de verbeteringen zijn
ernaar. Soms kan men nog eens
blij zijn met de groei, zonder zor
gelijk naar geweten of de Club
van Rome te hoeven kijken.
HAN MULDER
Binnenschippers hebben het
moeilijk - zijn underdog - en
uit dien hoofde een dankbaar
onderwerp voor meer of min
der documentaire-achtige
boeken en filmpjes. Zoals ook
buitenlandse werknemers,
Surinamers en homosexue-
len dat zijn.
Het is de vraag i
zin heeft om c
i hoeverre het
dergelijke
groepen uit de samenleving
gedramatiseerde documen
taires te maken. Dat geldt ze
ker voor de binnenschippers.
Deze groep kent, dankzij het
feit dat het gaat om gezinnen
die hun leven voor het me
rendeel op gemiddeld twee
honderd vierkante meter va
rend plaatstaal doorbrengen,
zijn heel eigen levenswijze,
die met niets te vergelijken is.
Een binnenschip is in zekere
zin een "selfsupporting unit"
- het wordt gerund door het
gezin dat elkaar vrijwel dag
en nacht op de lip zit zonder al
teveel mogelijkheden om "er
eens uit te lopen". Bovendien
is het centrale thema in het
hele leven van een binnen
schipper dat zijn schip moet
blijven varen, ook op zondag,
ook op feestdagen. Hij heeft
ook geen woningbouwver
eniging die hij kan waar
schuwen als er een raam ka
pot slaat. Dat moet zelf ge
daan worden.
Het boek "Tussen wal en schip"
- gebaseerd op de gelijkna
mige Vara/BRT-televisieserie
- van Libera Carlier slaagt er
niet helemaal in om die aspec
ten naar boven te brengen, al
hoewel ik daarbij direct wil
opmerken dat er zeker een
goede poging is gedaan.
Het lijkt er echter op dat de pro
blemen van de binnenschip
pers, die behalve een vaak
moeilijk privéleven ook nog
dagelijkse perikelen met re
ders, bevrachters en rijkswa
terstaat kennen, pas door de
eerste schrijvende binnen
schipper werkelijk goed op
paier gezet zullen worden.
"Tussen wal en schip", Libera
Carlier (met veel foto's uit de
televisieserie), uitgegeven bij
boekenuitgerij L. J. Veen -
Wagijningen, prijs f 17,90.
HANS MEIJER
"Uit doorgaans betrouwbare
bron", door Olie Högstrand. In
een vertaling van J. Bernlef ver
schenen bij Elsevier in Amster
dam (f 12,90).
De journalist Olie Högstrand heeft
enkele uitstekende thrillers ge
schreven. Zijn eersteling "Voor
rekening van de minister
president" kreeg zes jaar geleden
zelfs de prijs voor de beste
Zweedse thriller.
Maar het niveau, dat Högstrand in
dat terecht bekroonde verhaal
bereikte, heeft hij daarna nooit
meer kunnen halen. Zeker niet in
het nu verschenen "Uit door
gaans betrouwbare bron". Daarin
maakt de auteur zich bovendien
een gewoonte eigen, die we al bij
verhalen zijn tegekomen. Ze
ken van hun hoofdpersonen
super-intelligente wezens, die
aan een half woord al genoeg
hebben om een hele zin en zelfs
nog meer te begrijpen.
Helaas bezitten de meeste lezers
strand dan nog eens terugkeert
naar mensen van vlees en bloed,
dan is hij goed te pruimen.
Maar het ziet er echt niet naar uit,
dat ook dit boekje bekroond zal
worden. KOOS POST
ding van Luisa Becherucci. In de
Nederlandse vertaling is dit "Else-
viers Grote Kunstgeschiedenis"
geworden, maar het boek ver
scheen eerder onder de titel "Het
rijk der kunst" bij een andere uit
gever. Aan deze nieuwe Elseviers
uitgave is echter een hoofdstuk
over hedendaagse kunst toege
voegd.
Het boek behandelt werkelijk elke
vorm van creatieve uitingen die de
mens in de loop der tijd heeft ge
had. Van graftombes tot kathedra
len, van miniaturen tot schilderij
en, van poederdoosjes tot plastie
ken, en nog veel meer.
De schrijfster Gina Pischel begint
bij de kunst van de Prehistorie,
komt via Mesopotamië, Egypte,
Kreta en Mycene bij de Grieken en
Romeinen en begint dan de weg te
bewandelen die zal leiden tot de
kunst van na 1960.
Zuid-Amerika, China, Japan, Indiê
en Afrika zijn ook vertegenwoor
digd. Beslist geen eenvoudige op
gave om duizenden jaren mense
lijke cultuurwerkzaamheid in één
Van het recente proefschrift van dr. Peter J. van Krieken, "Deserteurs,
dienstweigeraars en asielrecht" verscheen onlangs een commerciële
uitgave bh Van Gorcum, Assen/Amsterdam, met een inleiding van Van
Kriekens Utrechtse promotor prof. mr. B. V. A. Röling.
schrijvers van spionage- De schrijver van dit doorwrochte en uitgebreide boek behandelt uitslui
tend de gevallen van dienstweigering en desertie, die gegrond zijn op
gewetensbezwaren en zij, die zich willen laten voorlichten over de op dit
terrein bestaande rechtsposities, vinden hier "een betrouwbare gids",
zoals prof. Röling het uitdrukt, waarnaast de beoefenaars van het vol
kenrecht in dit gedegen werk uitgebreide informatie vinden over de met
het onderwerp samenhangende mensenrechten, het oorlogsrecht, uitle
vering en uitzetting, het vluchtelingen- en asielrecht.
i graad van intelligentie niet De hier aangesneden problematiek is actueel en dr. Van Krieken heeft e
en zitten zij zich verbaasd af te
vragen, wat die beste man - in
casu derhalve de auteur - in he
melsnaam zal bedoelen.
Het maakt het lezen er niet gemak
kelijker op. Bovendien duurt het
in dit boekje bijzonder lang voor
er echt wat gaat gebeuren. Maar
dan rollen de dingen stevig ach
ter elkaar
En
omvangrijke hoeveelheid materiaal uit verschillende landen bijeenge
bracht en die getoetst aan de opvattingen van gezaghebbende schrijvers
over het vluchtelingenrecht. Het zesde en laatste hoofdstuk behandelt
met name de praktijk tussen 1965 en 1975, waardoor dit boek uit de serie
"Polemologische studieën" (prijs ing. f 45) met recht up to date genoemd
kan worden.
C. J. Rotteveel
Dr. Peter J. van Krieken, Deserteurs, dienstweigeraars en asielrecht, uitg.
Högv Kon. Van Gorcum en Comp. N.V., Assen/Amsterdam.
Het is nooit te laat om te weten wie de "Nachtwacht" heeft
geschilderd. Hoewel het tegenwoordig niemand een zorg
zal zijn of dit statige tafereel nu van Rembrandt of van Van
der Helst is. Zolang het niet door de een of ander bekrast
wordt, en zolang we aan onze buitenlandse vrienden kun
nen zeggen dat "Ceci est le pluus grant tabloo du monde, du
pluus grant pijntre du monde, son nom je suis vergeten", is
er geen man overboord.
Een paar weken geleden werd in
deze rubriek het laatste produkt
van de kampioen van het leed
vermaak, Heere Heeresma, ont
vangen met "donderend gejuich.
En ziedaar, nauwelijks is de laat
ste echo van dit gedaver verstor
ven of er komt alwéér een Heer
esma uit: Enige portretten van
een mopperkont. Zelfde schrij
ver, zelfde taalgebruik, zelfde
omlijsting van idiote rijmpjes
maar bijlange na niet dezelfde
kwaliteit. En derhalve ook geen
"donderend gejuich" maar eer
der verontwaardigd gekreun.
Ik begrijp natuurlijk best dat Heer
esma zijn uiterste best doet om
een bruine boterham te verdie
nen, maar het lukraak bundelen
van een aantal oude gelegen
heidsstukjes werkt eerder
marktbedervend dan verkoop
bevorderend: een drie jaar oud
kulverhaal uit een Amsterdams
studentenweekblad (het vroeger
terecht beroemde, tegenwoordig
tot hinderlijke studentikositeit
afgezakte Propria Cures), een ne
gen jaar oud toneelstukje, en een
herdruk van een beperkt uitge
geven verhaaltje.
En ook de melige foto's bij het vier
jaar geleden al gepubliceerde
scheepsverhaal kunnen het boek
niet uit de lullige sfeer halen van
geldmakerij en totale overbodig
heid.
Als u, met andere woorden van het
werk van Heersema houdt, moet
u enige portretten van een Mop
perkont maar niet aanschaffen.
Het boek is een uitgave van Peter
Loeb, en het lijkt wel of deze on
oordeelkundige uitgever voor
namelijk zijn best doet het aantal
waardeloze- pleeboekjes in ons
koninkrijk zo snel mogelijk te
vermenigvuldigen, want niet al
leen deze treurige misser van
Heeresma komt voor zijn reke
ning, ook het nieuwste boek van
de - ik wil niet zeggen schrijver -
van de typist Peter Andriesse,
Andriesse hobbelt al jarenlang mee
in de achterste regionen van de
literatenstoet, en het was voor ie
dereen veel beter geweest als hij
op school een eerlijk vak had ge
leerd in plaats van mensen die
kunnen lezen lastig te vallen met
zijn troep.
Het lijkt een beetje op leden van
een lastige sekte, of noordafri-
kaanse bedeljongetjes, de manier
waarop Andriesse zich vast
klampt aan de voorbijgangers,
met zijn armen zwaait, met zijn
ogen rolt, en zijn idiote toren wil
vertonen.
Schrijven is moeilijk, volgens G. K.
van het Reve en Andriesse is het
levend bewijs van de stelling dat
het niet aan iedereen gegeven is
een boek te schrijven dat de
moeite waard is.
Het is de moeite van het lezen, ko
pen of bespreken niet waard -
mocht u het toevallig op uw ver
jaardag krijgen dan kunt u de
blaadjes nog altijd losscheuren
en ze in de plee van uw zomer
huisje hangen. Maar dat is wel
een dure methode, want de rot
zooi kost nog veel geld ook. Zand
erover lijkt me en moge de uitge
verij van Loeb dan tegelijk mede
bedolven worden.
Heere Heeresma: Enige portretten
van een Mopperkont: Athe-
neum/Loeb: 19.50. Peter And
riesse: Gezelligheid Troef: Peter
Loeb: 24.50.
Paul Marijnis
enkel boek samen te vatten. Het is
de schrijfster echter goed gelukt
om al de verschillende kunstvor
men te behandelen en uit te leggen.
De tekst is nergens onduidelijk, al
hoewel de moderne kunst meer
aandacht had kunnen hebben, en
geeft genoeg informatie om een
duidelijk overzicht te krijgen van
alle kunst.
Mede dankzij de bijzonder mooie
kleurenfoto's, in het gehele boek is
geen zwart-wit foto te vinden van
iets dat al niet in zwart-wit was, is
dit boek zijn prijs dubbel en dwars
waard. Er zijn maar weinig kunst
geschiedenisboeken te vinden
waar, en dit is voor kunst juist zo
belangrijk, alle bouwwerken,
schilderijen, sculpturen etc. in
kleur staan afgedrukt. Zowel de
leek, de liefhebber als de kenner
van kunst zullen veel plezier aan dit
boek kunnen hebben.
"Elseviers Grote Kunstgeschiede
nis", door Gina Pischel, prijs f
89.50.
'De droomfabrikanten" door Ha
rold Robbins. In herdruk ver
schenen bij de uitgeverij Elsevier
in Amsterdam (f 27,50).
Harold Robbins is de producent
van massa-lectuur. Leesvoer
voor een grote menigte. Zijn uit
gevers drukten het zo uit: "Elke
minuut rinkelt er ergens ter we
reld een kassa voor één van zijn
boeken". Dat heeft Robbins voor
alles te danken aan zijn vertelta
lent. Hij is een geboren verteller.
Dat treft vooral in zijn vroegere
boeken. Tegenwoordig is Rob
bins meer op de erotische toer.
Zijn laatste werken lijken eerder
technische verhandelingen over
erotiek-in-de-praktijk dan de
gemakkelijk en lekker leesbare
romans, die men vroeger onder
zijn signatuur vond.
Doe je dat dan zul je zelden zo'n
iemand zien lachen, behalve Rem
brandt misschien. Hoe vreemd het
ook klinken zal, kunst blijft een
moeilijke materie, ook al gaat het
om schilderijen of kunstenaars
zoals Rembrandt met zijn "Nacht
wacht".
Toch sta je wel vreemd te kijken
wanneer er iemand, staande voor
dit meesterwerk van Rembrandt,
aan je vraagt waar nu de "Night-
watch" te vinden is. Op dergelijke
momenten heb je dikwijls de nei
ging om iets heel geks te zeggen.
Zoals bij deze "Droomfabrikan
ten", waarin Robbins tegen een
decor van Hollywood-in-
opkomst een aantal verbeten
filmpioniers plaatst, scherp gete
kend en als mensen van vlees en
bloed in een geloofwaardige we
reld.
Juist die gemakkelijke herken
baarheid vormde de sleutel van
Robbin's succes. Dat begrijpt
uitstekend als men "Droomfa
brikanten" in eén adem uitleest.
KOOS POST
Het Strozzi-paleis, begonnen door Benedetto da Majano. Florence