Speciale prijs voor pracht tapijt bij Pander. Pander ÜSBF teinm Miwojin) afdelings secretaresse MTS-er werktuigbouw nu nu Pander is net zo'duur'als u wilt. 't Karrewiel r r 0VERDUIN VRIJDAG 22 APRIL 1977 VARIA PAGINA 23 door „Nu is het uit!" William Halewijn is nu echt boos. Hij is gaan staan. „Uit is het! Ik slik niks meer, ik heb de top bereikt, ik ben een officieel erkend museum, ik heb de koningin geschil- Aad Wagenaar derd, mijn werk heeft in de grootste musea van de wereld gehangen. Nu is het uit, zo is 't welletjes. Ik verkoop mijn collectie!" Hij is een lange, kale man, 49 jaar. Schilder Halewijn, de ^rooidmei'nLTsen^bier en grote miskende. Hü siddert, waar hij daarnet nog opgewekt sherrv en scheurt met de tanden was. „Mijn talent staat hier stil, in dit stomme gedoe. Ik ben twee pakken kroepoek open. Gaat de samenzwering beu. Ik ga naar Indonesië, naar Bali, om dan zitten en zegt, opmerkelijk een nieuwe, tweede collectie te schilderen. God, die me !3!!-im.oed.'g: ..Ze hebben me eigen mijn talent geschonken heeft, wil dat. En hij wil nog veel meer van me". In zijn met een hutspot van meube len volle woonkamer gaat William Halewijn nu weer zitten. „Ook Pierre Janssen heeft in zijn tijd nooit iets aan me willen doen", zegt hij. De woonkamer is een vertrek in het buiten Valkenburg in de heu vels gelegen kasteel Genhoes - de oudste delen ervan zijn nog van voor het jaar 1000. Tien jaar gele den kreeg Halewijn dit kasteel in huur van de Nederlandse Vereni ging tot Behoud van Natuurmo numenten. Hij vestigde er het William Hale wijn Museum in. „Een van de grootste schilders van onze tijd is stellig William Halewijn, wiens werken permanent te zien zijn in dit museum', verkondigt de folder. Van die werken zijn er 132; teke ningen en schilderijen, vervaar digd grotendeels in Indonesië (Ha lewijn is op 3 september 1927 te Jogjakarta geboren) en Jordanië. „Ik heb doelbewust mijn collectie gemaakt, mijn naam opgebouwd en toen ben ik ermee de wereld doorgeweest. Ik was in de grootste musea van Rome, Parijs, Londen, Los Angeles. Ik was de eerste LE VENDE schilder, die in Rome in het Palazzo delle Esposizioni met zijn collectie binnen mocht. De Romeinse adel had dat door mid del van een petitie voor me bereikt. Maar erkenning, hier in Neder land? Ho maar!" Techniek Na ons binnenkomen had heer Ha lewijn voorgesteld eerst maar „de collectie" te gaan zien. „Bent u van de kunstredactie? Nee? Alweer niet: jammer!" Hij ging ons voor door Ridderzaal, Kapel, Blauwe zaal, Maanzaal, Zonnezaal, Serre zaal, Trappenhuis, Thibaldzaal. Almaar wijzend, pratend zonder pauzes. „Mijn collectie heeft de hele wereld doorgereisd. De schil derijen hebben temperaturen doorstaan van veertig graden bo ven en vijftien onder nul - dat zegt toch iets van mijn techniek he Er is niemand ter wereld, die mijn techniek benadert. Ik schilder met eigenhandig gewreven verven. Mijn relieftechmek is fenome naal!" Hij wijst op een hoog schilderij van een lid van de woestijnpolitie van het Arabisch Legioen. Opgewon den: „Kijk toch naar die voeten, ze draaien gewoon met je mee. Laatst was hier de directeur van de New Yorkse VW. Hij riep uit: „Dit is real magic realistic art! Meneer Ha lewijn, u bent de modernste schil der van uw tijd. Ziezo!" Bij een portret van Simon Bolivar „Die komt minstens op een half miljoen dollar. Het is het mooiste schilderij ooit van Bolivar gemaakt". Even later, corrigerend: „Ieder los stuk uit de collectie komt op vijf miljoen, want 't doet de collectie uit elkaar vallen, he" En dan, staande voor een grote re- produktie van het schilderij dat hij maakte van koningin Juliana en prins Bernhard: „Het origineel is nu bij het reproduktiebedrijf. Het heeft hier alleen in de weekends gehangen en tweeduizend mensen trokken er reeds langs. Je moet het in 't echt zien en dan is het net of je met de koningin praten kunt". We durven te zeggen dat we de bo venarmen van de koningin iets te slank geschilderd vinden. Dat raakt Halewijn zichtbaar; hij wendt het hoofd af en mompelt: „Nee hoor". Samenzwering Daarna, in zijn woonkamer. Wil liam Halewijn, in spijkerbroek lijk doodgezwegen, altijd, hier Holland". Hij reisde van 1954 tot 1966 met zijn in kisten verpakte en 9000 kilo we gende collectie door het Midden- Oosten Frankrijk, Italië, Engeland en: „Overal had ik de grootste mu sea, zalen waar anders een nog LEVENDE schilder zijn werk nooit ten toon mocht stellen. En tenslotte kom ik in Nederland en dan blijk ik niet in de trend te pas sen. In 1966 was het hier helemaal nog abstract dat bejubeld werd en mijn werk is figuratief. Dat mocht niet". Samenzwering: „In 1964 wilde de Nederlandse ambassadeur in Londen Van Royen, mijn expositie in de Royal British Art Galleries openen. Maar opeens kwam er uit Nederland een seintje van juf frouw Klompé dat 't niet door mocht gaan. Waarom toch? Ik vecht toch ook voor mijn Neder land met mijn kunst? Als ik in het buitenland geëerd word, dan wordt toch de hele natie geërd?" De schilder voor het Willem Halewijn-museum Bitten „En elke expositie kost me zeker twintigduizend gulden..." Hoe hij dat betaalt? Halewijn kijkt verbaasd. Weten we dan niet dat hij een internationaal veelgevraagd portretschilder is? Laatst de vijf directeuren van het bankiershuis Pierson en Heldring in olieverf vereeuwigd. En eigenlijk zou hij op dit moment in Indoniesië moeten zijn, waar hem twee staatsopd rachten wachten. „De prijs voor een portret is nu: 10.000 dollar voor alleen de kop, 20.000 met de armen erbij en 30.000 ten voeten uit", deelt hij mee, „dat is internationaal gezien nog vrij voordelig". „De expositie in Los Angeles heeft me een ton gekost", hervat hij. Dat was drie jaar geleden. Hale wijn, het vochtige kasteel in Val kenburg meer dan zat, pakte de hele collectie in („Ik had de groot ste container die ik in Rotterdam kon krijgen") en verscheepte de zaak naar Californie. „Een dender end succes, die tentoonstelling daar", zegt hij. „Ik kreeg een grote fabriekshal, van binnen helemaal met schotten tot expositieruimte ingericht, schitterend, en daar hebben mijn schilderijen een half jaar gehangen". „Ik kreeg twee aanbiedingen om voorgoed te blijven, een uit Hawai en een uit Los Angeles zelf. Ze wil den een nieuw museum voor me bouwen, uitkijkend overzee. Twee miljoen dollar trokken ze uit: een miljoen voor gebouw en grond en een miljoen voor reclame op de teevee, iedere dag! „See the fa mous William Halewijn Museum, the worlds greatest living contem porary artist!" „Nou, u begrijpt dat ik dolgelukkig in Nederland terugkwam. Ik heb een bordje op het kasteel gehan gen: „Tot ziens in Los Angeles". Vernedering „En toen" - hij zegt het nauwelijks bedroefd - „kwam Watergate en Nixon draaide de kredietkraan dicht met zijn anti-inflatiepolitiek. Niemand kon meer geld lenen voor mijn museum. En daar stond ik dan met mijn collectie; in ander halve dag heb ik hem ingepakt omdat ze die fabriekshal weer no dig hadden. Ik terug naar het voch tige kasteel in Valkenburg". Stilte, pas verstoord als Halewijn een hap kroepoek neemt. „Het was een vernedering eigen lijk, toen ik hier weer terug kwam..." toen ik thuis hier weer terug kwam ik heb al zoveel meegemaakt in mijn leven..." „Uiteindelijk was Valkenburg toch dolgelukkig dat ik er weer was, want de Eurohal was al ver trokken en het dierenpark van Klant. Niet dat ze in dit gemeen- tetje benul hebben van mijn kunst... „Hij met z'n schilderijtjes" zo praten ze over mij". „Terwijl ik in de grootste steden van de wereld..." Woedend nu: „Ik kon in Parijs het Musee Nationale d'Art Moderne krijgen. Als eerste LEVENDE schilder, opnieuw! Er was alleen nog een briefje nodig van de ambassade. Maar de cultu reel attache Sadi de Gorter ver domde dat briefje te schrijven. Omdat hij Jood is en mijn Arabi sche schilderijen had gezien. Alsof ik, kunstenaar, mij met politiek zou bezighouden of Palestijnse propaganda!" Hij bedaart ween „Historisch ge- Het door Halewijn geschilderde -portret van koningin Juliana en prins Bernhard zien, was 't toch mijn grootste overwinning, daar in Parijs te mo gen exposeren, in dat museum. Ook al is 't niet doorgegaan". Terug naar Valkenburg, waar hij drie jaar geleden het kasteel weer betrok. Hij praat over een conflict met Natuurmonumenten over de aanleg van centrale verwarming („verloren"), veert op als het over de erkenning van zijn museum te spreken komt „Ik sta nu in de offi ciële museumgids, mijn museum is nu ook een meneer"! Verdere erkenning: „Nee, de Lim burgse kunstenaars blijven om me heen lopen, ze sluipen hooguit wel eens door het kasteel. Ik heb eens een groep kunstenaars uit de streek op een party uitgenodigd. Ik had sherry en hapjes op het voor plein van het kasteel. Men at en dronk en ik ging het museum in, zo van: ze volgen me wel. Maar nie mand kwam en toen ik naar buiten ging, was iedereen 'm gesmeerd". Hij heft beide handen in de lucht en roept „Ik tel in de Nederlandse schilderwereld niet mee. Terwijl IK de grote meester ben, die het in de wereld voor het vertellen heeft. NU IS HET UIT!" William Halewijn doet zijn collec tie van de hand. In Amerika heeft een zakengroep zich met de ver koop belast („want er zit voor mil joenen commissieloon aan vast..."); dertig musea zijn al aan geschreven. En er ging een kist met reproduk- ties per luchtpost naar de koning van Jordanië, omdat Halewijn het hof daar zeer geinteresseerd in zijn collectie wist. „Maar nauwelijks was die kist in Amman gearri veerd", verhaalt hij mistroostig, „of de koningin valt dood met een helikopter in een hagelbui. En wie heeft er dan nog belangstelling voor schilderijen..." City of God William Halewijn verandert plotse ling van gespreksthema. Hij begint te spreken over een Amerikaanse mevrouw Frances Klug, die hij heeft leren kennen. Door haar is God aan het praten geraakt. Alle openbaringen, die hij door de mond van Frances Klug doet, wor den opgetekend. Er zijn ook op drachten, zoals die om zuidooste lijk van Los Angeles een Bijbelstad te bouwen. „The City of God", gesitueerd op de St. Joseph Hill of Hope; de Heuvel van de hoop vande Heilige Jozef. „Het meeste geld dat ik door ver koop van mijn collectie ophaal, zal daar wel naar toe gaan, ja", vertelt Halewijn, met wegdromende ogen. „God roept me. Op 8 december vo rig jaar, toen ik net de schets van de koningin had opgezet, kwam er een telegram uit Los Angeles. Ik moest direct komen; God had me nodig. Ik ben gegaan en ik heb an derhalve maand bij Frances Klug gelogeerd. Ik heb toen acht ge bouwen voor onze City ontworpen, een hospitaal, een bejaardenhuis, een museum, prachtig allemaal, mijn hand werd bestuurd, ik had nooit eerder architectuur gete kend. Op 27 januari ben ik weer teruggekomen in Nederland, om het schilderij van de koningin af te maken. „Haast je", had mevrouw Klug gezegd, „doe het gauw en kom terug. Je bent hier nodig. Ja". Stilte en dan is Halewijn weer te rug in de woonkamer. „Mijn schil derij van de koningin... Men zegt dat het portret bij het mooiste hoort dat ooit van de Oranjes is ge schilderd. De drie mooiste dingen: het schilderij van de Vader des Va derlands in het Prinsenhof, het schilderij van Anthony van Dijck van Prins Willem II en prinses Ma ria Stuart en mijn schilderij van Ju liana en Bernhard". „Er was hier laatst een meisje van Aruba, een kapstertje dat jaren ge leden tien dagen lang de koningin had gecoiffeerd toen ze een bezoek aan de Antillen bracht. Ze zag het schilderij en ze schrok. Ze zei: „Meneer Halewijn, ik zie precies de ziel van onze koningin!" Is dat niet prachtig?" „Het volk staat achter Halewijn; het zou voldoende moeten zijn". Maar toch. Verjaarscadeau voor koningin „De gravin, die dacht: Den Uyl, die rooie, wilnatuurlijk wil natuurlijk doen aan het feit dat Hare Majesteit en de Prins op 7 januari hun veer tigjarig huwelijksfeest vieren. Gravin van Limburg Stirum wist toen nog niet dat het Hare Majes- teits eigen wens was om de gebeur tenis stil te houden". „Ze richtte een comité op, dat een nationaal geschenk voor het robij nen huwelijksfeest zou aanbieden, op Koninginnedag. Een schilderij van het koninklijk echtpaar. In no vember belde de gravin mij op: „Halewijn, jij moet dat schilderij maken, want alleen jij kunt de ziel van de koningin erin leggen! Ik schrok, maar ik heb de opdracht aanvaard". William Halewijn, kasteelbewoner te Valkenburg, maakte een 110,5 bij 87 cm groot portret van konin gin en prins. Op 29 april wordt het bij Soestdijk afgeleverd en de an dere dag mogen de gravin, de schilder en nog drie leden van het cadeaucomite het defile op Soest dijk openen. „De koningin wilde niet poseren, dat doet ze niet meer", vertelt de schilder, „ik heb toen met foto's moeten werken, die ik van ^e Rijksvoorlichtingsdienst kreeg. Op de 21e maart, de dag van de len te, had ik het voltooid. Met Gods hulp". Op Koninginnedag zal William Ha lewijn zich misschien voor het eerst in eigen land geëerd voelen Te laat, want hij heeft al besloten Nederland de rug toe te keren. „Ik ben het slachtoffer van een samen zwering. Men wil mij niet erken nen hier in het bedrogen land van Karei Appel". Pander presenteert, zolang de voorraad strekt, voor een bijzonder lage prijs een pracht kwaliteit polyamide tapijt. Met een fijngeschoren, velours struk- tuur met foamrug. Het tapijt is door een onaihankelijk onderzoekinstituut getest en goedbevonden waar het slijtvastheid, lichtechtheid etc. betreft. Het is zelfs geschikt voor intensief objekt- gebruik. Leverbaar in drie kleuren: zand, beige en bruin. Pander legt dit tapijt voor de genoemde f128,- per strekkende meter. In de meeste gevallen betekent dit "all-in" want bij goede gladde vloeren is ondertapijt niet nodig. Kom kijken bij Pander. Deze aanbieding geldt zolang de voorraad strekt. Wacht dus niet te lang. Leiden: Breestraat 146. Botermarkt 21 -22. HOTEL-CAFE-RESTAURANT STEENSTRAAT 55/LEIDEN 122509 Op aanvraao zenden wi| u graag Katoenen zomerblou808 lange mouw maten 36 tot 46 23.95 Katoenen dames kamizools vanaf 5.65 Juponsin 60 en 65 cm. lengte beier ondergoed? Hooigracht 62 bereikbaar met bus 13/14 - 60 Onze onderneming fabriceert apparaten voor de procesindustrie, stoomketels, afgassenketels en pijpleidingen. Daarnaast voeren wij in binnen- en buitenland montagewerken van complete fabrieksinstallaties uit. Voor de Ketelverkoopafdeling van ons hoofd kantoor in Leiden zoeken wij op korte termijn een Opleidingsniveau: HAVO-talenpakket, typediploma. Tevens zoeken wij voor deze afdeling een die zal assisteren bij de projecten in het aanvraagstadium, middels het verrichten van tekenwerk, onderhouden van contacten met toeleveranciers etc. Sollicitaties voor beide functies kunnen worden gericht aan de afdeling personeelszaken van de Nederlandsche Electrolasch Maatschappij bv, Zoeterwoudseweg 1 in Leiden. als dochter van Hollandse Constructie Groep deel uitmakend van HBG nv

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 23