BELGISCH ONTZAG IS TANENDE Voor deze rotzooi moeten tienduizenden zeehonden dood "ALS ER MAAR GELD MEE IS GEMOEID, DAN MAG WREEDHEID KENNELIJK r>r> ZATERDAG 19 MAART 1977 LA BARDET - voor eigen eer? - Weerzien met het pakijs van de westelijke uithoek van de Atlantische Oceaan, maar wat voor ijs. De meeste schotsen zijn schotsjes, nauwelijks groter dan de kamers in ons houten hotel. Ze dansen op de helder blauwe golven, en wij dansen mee. Het schip, op een halve zeemijl van ons verwijderd, verdwijnt achter de besneeuwde ijsblokken op de rand van de swingende schots en komt weer tevoorschijn. Maar niemand klaagt over een opkomende zeeziekte. De laatste keer dat ik hier mijn sneeuwscooter over het subarcti- sche ijs liet rondbanjeren, vier jaar geleden, hadden we tenmin ste de ruimte. IJsschotsen, zo groot als drie of vier voetbalvel den achter elkaar. Sindsdien heeft de rossige Cana dees Brian Davies, die al twaall jaar verbeten tegen de jaarlijkse zeehondenjacht voor de oostkust van zijn land ten strijde trekt, ge leerd hoe hij persmensen veilig en wel naar de blinkerend witte jachtvelden moet brengen. Soms op honderd mijl van de kust- verwiiderd. JAN OTTENS Yvette Mlnleux (rechts) ging wél het onbetrouwbare pakijs op, waar de meedogenloze jacht op de zeehandjes is geopend. Slechts 1 op de 5 jonge dieren overleeft deze jaarlijkse slachting. Dit jaar verrast met lijkheden. De koudegolf die de voorbije winter de oostelijke sta ten van Amerika teisterde, hoort in normale winters thuis in New Foundland en omstreken en een normale winter betekent het be vriezen van hele stukken zeewa ter en op de aldus gevormde ijs- schotsen werpen ieder jaar begin maart de volwassen wijfjes van de zadelrobben ieder een baby. Tweehonderdduizend in totaal, volgens een ruwe schatting. Vier van elke vijf robbenpups mogen nog geen drie weken op dit on dermaanse rondkrabbelen. Een van elke vijf is zo gelukkig om geen doodsklap met een knuppel of pikhaak op zijn kop te krijgen. En dat laatste is iedere keer op nieuw een moment van verbijs terd afvragen: waarom toch? Rotzooi Brian Davies heeft een alom erkend (gewaardeerd of niet) gevoel voor ^publiciteit. Het was maandaga vond, de dag voordat de zeehon denjacht officieel mocht begin nen, de dag voordat de 42-jarige Davies dagelijks zeven, acht uur lang zou doorwringen achter de stuurknuppel van zijn blauw witte Bell Jet Ranger, een heli kopter, die hij Blue Goose (blau we gans) heeft gedoopt. In de basement van het motel - al het gebouwde hier is in zijn ge heel onderkelderd - stond hij op vanachter een wrakkig bureautje en gooide in goed geacteerde woede piepkleine pantoffeltjes en portemonneetjes, bekleed met grijs robbenbont, vanuiteen doos in het rond. Tientallen foto- en filmcamera's deden klikkend en zoemend hun werk. „Voor die rotzooi", riep Davies, „moeten tienduizenden jonge zeehonden sterven". Hij gooide per ongeluk een glas wa ter over een paar bontschoentjes. Keek er niet naar om. Inderdaad, wie ooit de ongewone schoon heid van pasgeboren zadelrobben-baby's onder ogen heeft gehad, kon die rimram (be kend van alle souvenirshops op Oost-Canadese vliegvelden) on mogelijk mooi vinden. bounties driehonderd Newfoundlanders, stoere mannen in hun warme overalls, wilden die Davies de volgende morgen niet naar zijn helikopter laten gaan. Bill Short, van de plaatselijke vis sersbond, trachtte ze via de me gafoon op te zwepen. Hij hield lange tirades tegen Davies. En hij had alle tijd. Want eerst waren de vijf gehuurde helikopters in schitterende slagorde in de blauwe lucht verdwenen, vervol gens hadden 85, van overal opge trommelde, en breedgeschou derde „Mounties" (The Royal Canadian Mounted Police) ver hinderd dat ook maar een New- foundlandse visserman Davies zou kunnen aanraken, maar tens lotte weigerde juist Davies' eigen helikopter hartgrondig elke dienst. Dat duurde meer dan een uur. En intussen laboreerde de welspre kende Short elk thema dat hij maar in verband met de „swiles" (zeehonden) kon bedenken. „Er zijn mooie vrouwen en er zijn lelijke vrouwen", riep Bill op zangerige toon. „Moeten we de le lijke vrouwen afmaken, omdat ze lelijk zijn? Moeten we de mooie vrouwen laten leven, omdat ze mooi zijn?? De mannen krabbelden in de sneeuw om hun voeten warm te houden; nu klapten ze ook in de handen en lachten om Shorts ge vatheid. Kort daarna verdwenen ze in hun grote, gedeukte, en be- modderde limousines en kleine trucks en we zagen ze nooit meer terug. BB Foundland. Beiden actrice, maar wat een verschil verder tussen die twee. Daar was aan de ene kant Yvette Mimieux uit Los An gelos, in de States vooral bekend door de televisieserie van Dr. Kildare, en daar was anderzijds Brigitte Bardot uit Zuid- Frankrijk. Yvette, een waarlijk lief wezentje dat als lid van Brian Davies' groep wist waarom ze hier was: uit eerlijke bezorgdheid voor het lot van alle soorten zeezoogdie ren. Een bescheiden vrouw die teneinde de ogen van anderen te openen zo vaak als zij maar kon als zendelinge langs de bloedspo ren op het pakijs trok. En dan Brigitte Bardot, die uit een vliegtuig stapte en onmiddellijk om volslagen onduidelijke rede nen geïrriteerd raakte en echt kwaad werd toen ze na een korte wijle van rust in het motel, die langer duurde dan was afgespro ken, ontdekte dat Brian Davies zijn klok niet naar haar wenste te schikken en de zes helikopters voor de zoveelste maal naar de ja gers op het ijs vertrokken - dan maar zonder La Bardot. Brian had al geweigerd om samen met haar op te treden voor de il lustrerende pers, die als uit de blauwe lucht gevallen plotseling twee keer zo groot bleek als een uur tevoren. Hij kreeg dus achte raf gelijk, want Bardot had niets gedaan om de indruk weg te ne men dat het haar in haar houding tegen de jacht op „bebe- phoques" (Frans voor jonge zee hondjes) veeleer ging om voor ei gen eer aangewende BB- phoques. Geen wonder dat de diep teleurges telde Franse reporters meteen de lelijkste dingen over haar gingen vertellen. Dat haar trip door een fotobureau en een televisiesta tion werd betaald en dat zij er zelf als multimiljonaire geen cent in had bijgedragen, spande wel de kroon. Schijnheilige We keken naar de Newfoundlandse televisie en hoorden hoe Richard Cashin, de voorzitter van de vis sersbond, die zo'n nette kerel leek, met een veelbetekenende blik in zijn ogen herinnerde aan het feit dat Davies International Fund for Animal Welfare hopen geld inzamelt. Brian schudde zijn roodverbrande kop, ze hadden hem op New Foundland al zo vaak schijnheiligheid verweten. Ze hadden al zo vaak gezegd dat hij niet echt wil dat er een eind aan de zeehondenjacht komt, omdat hij dan zelf ook meteen zijn baan kwijt zou zijn. Hele discussies bloeiden op over de vraag of de visserman in maart, als hij werkeloos is, voor de bij verdienste naar het soms zeer vijandige ijs gaat of omdat hij het een sport, een uitdaging, een overwinning van de mens op de materie vindt. Pikhaak „Geef mij mijn geld maar recht streeks in het handje, dan laat ik de zeehonden wel met rust", zei een jager en het klonk overtui gend. Hij sprong met behulp van pikhaak en touw van ijsschots naar ijsschots, knuppelde en vilde alle „whitecoats" die hij op zijn dodendans ontmoette en vloekte om het gevaar dat hij - dit jaar dan - moest lopen. Maar we kruisten evenzeer het pad van een Noorse jongeman die vlak bij de grens met Zweden een rustig leven leidt als spoorweg- Labrador-Golfstroom op zoek was naar avontuur, k was naar avontuur. Ergens tussen de ruige Newfound landers en de boven een spoor rails bijna ingeslapen Noor, daar moest de waarheid liggen. Is het wreed, jonge zeehondjes slachten, die nog gezoogd wor den, die zich niet kunnen verde digen en die niet kunnen vluch ten? „Wreedheid is geen punt", zei Brian Davies. „Als er maar geld mee gemoeid is, dan is wreedheid kennelijk toegestaan". Donderdag was rustdag. Gedwon gen, het slechte weer hield ons aan de grond. We hadden de vin ken de schitterendste drieklan ken horen slaan in de pijnbome nonder de zon, die hier al net zo hoog stond als in Nederland, maar zich nog wel weer door be rgen sneeuw zo groot als huizen heen moet branden voordat in mei of daaromtrent de zomer kan beginnen. Maar nu leek het wel of de winter nog een trap na wilde geven. De vinken hoorden je niet meer. Wel grote zwarte kraaien, die keffende geluiden maakten. Die dag overwonnen we te voet het moeilijk begaanbare ijs van de baai en voelden ons Hudson, Asmussen en Willem Barendsz tegelijk, al waren wij niet op zoek naar de noordelijke doorvaart en was het eerlijk gezegd bij lange na niet zo koud als toen zij nieuwe baaien ontdekten, de eerste vlag op de Noordpool plantten en overwinterden op Nova Zembla. Logboeken Intussen snuffelden ambtenaren van het Canadese ministerie van vervoer op de kamer van Brian Davies zijn logboeken door om hem onmiddellijk op de ge ringste overtreding te kunnen vatten. De Canadese regering blijft de man te vuur en te zwaard bestrijden. Vorig jaar nog werd zijn helikop ter in beslag genomen omdat hij binnen een halve zeemijl van een zeehondenkudde was geland, hetgeen niet geoorloofd is. Brian Davies deed het dit jaar rus tig weer, gewoon omdat hij voor voornoemde overtreding tot in hoogste instantie is vrijgespro ken, en het feit dat zijn provocatie tot op heden, donderdagavond, nog steeds niet tot een tweede in beslagneming heeft geleid, is hier feestelijk begroet als een bewijs dat hij al weer een ronde gewonnen kan hebben. "Tegen Nederland spelen we niet op een 0-0 resultaat gen buiten en waarom zou dat met de Belgische ploeg niet mogelijk zijn om een hoger aangeslagen tegenstander uit te sluiten?" Zo wacht Wellens met kloppend hart af welke zes spelers Guy Theys na het weekend een bedankbriefje stuurt. De knieval van Theys voor Hennes Weissweiler heeft tot het beschikbaar zijn van Roger van Gooi geleid. Zoals een fitte Raoul Lambert de Belgen intern opnieuw sterker heeft gemaakt. Dit even tueel ten nadele van Willy Wellens, zeker wanneer Theys voor een tweemansaanvalslijn kiest. Wellens: „Mijn prestatie tegen Feyenoord heeft me gemotiveerd. Ik kan het, vorig jaar nog zou de moed me in de schoenen zijn ge zonken bij een situatie met twee tegenstanders op de doellijn. Nu durf ik dat tegeneffect te geven, zoals ik bespeur dat vele Belgen het risico durven nemen om iets ver keerds te doen". Arrogantie Wanneer het Belgische nationale voetbalelftal straks in Argentinië WK-voetbal speelt ten koste van Nederland, is het laatste restje van het minderwaardigheidscomplex teniet gedaan. Waar Molenbeek en Anderlecht met beide benen in de Europese bekertoernooien staan en Club Brugge minuten voor tijd het hoofd boog in de ongelijke strijd tegen Borussia, daar is het Neder landse clubvoetbal uitgekieperd. Wellens niettemin bewonderend: „Maar toch die flair, die arrogantie van Feyenoord om elkaar de bal toe te schuiven. Een camouflage middel dat wel, maar bijna waren we erin getrapt. Wie zegt me dat het zelfvertrouwen van het Nederlands elftal niet eveneens rust op een laagje arrogantie? Als dat zo is prikken we erdoorheen. Ach, het zal een kwestie van mi niem verschil zijn, van geluk, of van het doelsaldo afhangen. Het nood lot heeft Belgie en Nederland in een poule gebracht en een zal moeten afvallen". Wanneer het Belgische nationale voetbalelftal straks in een dictatoriaal geregeerd land als Argentinië WK-voetbal speelt, wordt Guy Theys tot held der natie uitgeroepen. Verantwoordelijk voor die prog nose is Willy Wellens, aanvaller van Molenbeek, met amper 23 jaar de jongste van 22 Belgen, zoals bonds coach Theys ze deze week selec teerde voor de volgende week za terdag verwachte botsing in de Bo suil met Nederland. Het zijn aanvankelijk de enige woorden, die Wellens aan anderen besteedt, want Willy is een egotrip per, eerzuchtig en doorgaans slechts met een ding bezig: zijn ei gen carrière, die groot moet zijn en fonkelend: de eerste Belg die blaakt van zelfvertrouwen. Door Ger Stolk Zover is het echter nog niet, maar Willy heeft het in zich om het te worden: groter dan Van Gooi, die tot veler verbazing vorig jaar ineens een exportartikel bleek, voor een miljoen D-mark naar Keulen werd uitgevoerd en recentelijk vurig be geerd door Feyenoord. Niemand minder dan Jan Bos kamp is Wellens' pleitbezorger. Willy wordt zelfs door in Brussel wonende Nederlandse beroeps- voetballers als Jopie aangespro ken. Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig. Jopie is koosnaam voor Johan en Johan staat voor Cruyff. Boskamp: „Willy heeft alles. Wij noemen hem wel eens bloedserieus de Belgische Jo han Cruyff. Die jongen schopt het ver, wat zeg ik, heel ver". Toekomstmuziek, zoals een in Ar gentinië voetballend Belgisch elftal ook een wissel is op de toekomst. Het kan, maar het moet nog wel ge realiseerd worden. Zoals Willy Wellens ondanks een onmiskenbare dosis voetbaltalent binnen en buiten het veld (nog) aan persoonlijkheid een karikatuur is van de echte Cruyff, zo dient het theoretisch gunstiger beginnende elftal van Theys eerst in Antwerpen het hoofd maar eens boven de /loedlijn te houden van het circula- evoetbal dat -Nederland nog echts bij anwezigheid van J.C. uperstar, «/kt r- Kur-e spe'e" Zeis Niettemin valt aan e .aria an kleine voorvallen af te leiden dat het diepgewortelde Belgische ont zag voor voetbalnatie Nederland aan het afnemen is. Guy Theys zegt me ronduit dat het zonde is van zijn tijd om een wedstrijd als Molenbeek-Feyenoord by te wo nen. Wellens kent hij, „die jongen komt er wel en Feyenoord, ach Feyenoord, hoeveel internationals heeft Feyenoord nog? Ja Rijsber- gen, maar Rijsbergen is een zeis. Verschrikkelijk in de afweer, maar voetballend, ach, beter geen tijd te verdoen, beter naar hofleverancier club Brugge, welke club slag levert tegen de Borussen uit Gladbach". Wellens: "Tussen Goethals en Theys zijn karakterologisch enorme verschillen. Boskamp heeft me verteld dat jij hem met inspecteur Colombo hebt ver geleken, juiste typering, illustratief voor de doorsnee-Belg. Onder Goe thals debuteerde ik op 28 mei van het vorig jaar tegen Nederland, de manier waarop we speelden was typerend voor Goethals, zoals het huidige Anderlecht het karakter van Goethals opnieuw verraadt. Ik heb gelopen en gelopen, van Krol naar Suurbier en van Suurbier naar Krol. Wie ben ik dat ik=kritiek Haastig: „Nee, niet bij Molenbeek. Wel bij Lierse, waar ik driejaar ge leden vandaan ben gekomen. Jullie Hollanders zijn brutaal, ik heb veel van jullie geleerd. Na de interland tegen Italië hebben ze me kapotge- schreven, als oud vuil weggegooid. Met Dirk Beheydt stond ik moe derziel alleen in de spits, als een eenzame prediker in de woestijn. Wie zijn ze om zulke kritieken te schrijven? Dat laatste heeft Bos kamp me gezegd en Theys en ik ge loof ze. Ik ben de jongste, maar nomdeju, hoewel ik van binnen soms pijn voel heb ik leren afzien als een Hol lander te leren denken en praten. Ik vind het Hollandse voetbal nog al tijd groot, maar geloof me, het maakt me volgende week niet uit of ik tegen een Pigmee speel, tegen een Hottentot of tegen een Hollan der". Zo voltrekt zich in Belgie een pro ces waar het ontzag voor Nederland wegebt en juist de Nederlandse competitieinbreng het pepmiddel bij uitstek blijkt om optimaal ten strijde te trekken voor erkenning en een plaats bij 's werelds beste zestien voetballanden. Geloof Een moment uit Nederland - België. Vorig jaar won Holland nog met 5-0. De Belgen hopen echter de Nederlandse arrogantie zaterdag a.s. weg te spelen als er wordt gespeeld om een plaats bij de Wereldkam- pioenschappen in Argentinië. lever op een oefenmeester, maar ten aanzien van Theys ligt het alle maal net een beetje anders. Ik voorspel je dat we tegen Neder land niet op 0-0 spelen, Theys is niet van gisteren, die man weet dat we onszelf tegen Nederland bedriegen wanneer we geen initiatief nemen". Lef, flair Dit interview vindt plaats in de feestroes die Molenbeeks overwin ning op Feyenoord omgeeft. Tc zwaar opgemaakte vrouwen van bestuursleden, in moderne outfit gestoken echtgenotes van spelers en dik gegroeide notabelen van Brussels tweede voetbalclub dra gen felicitaties aan. Terecht wordt Wellens gezien als het talent dat Molenbeek uit het moeras deed opstijgen toen de naam van een afgetakeld Feye noord nog groot genoeg bleek om de Belgische opponent te verlam- -nen. Wellens: „Dank u, dank u, het was niets". Tot een verslaggever: „Hoe zal het morgen zijn? Vandaag ge louterd, straks gehoond. Ik heb dat in mijn oren geknoopt op de mo menten dat de Nederlandse voet ballers zo spraken hier. Ah, zij heb ben lef, flair, zoveel zelfs dat ze een groot salaris durven vragen met in hun achterhoofd de gedachte om zo weinig mogelijk te doen voor dat geld. De goeden niet te na gespro- ■^n". Niettemin vertelt Wellens opnieuw van zyn twijfel tegen Feyenoord, zyn blikken naar de klok, die wij zers, die als door een reuzenhand voortgeduwd naar de negentig draaiden, zonder dat de begeerde Molenbeek-treffer viel. Hij: „We zijn in Belgie op een punt aangeland, dat we kunnen concur reren met Holland en waarom niet. Maar we moeten geloof hebben, zoals het succes ons zes minuten voor tijd tegen Feyenoord ten deel viel, zo kan het ook straks in Ant werpen gaan. Theys heeft het kli maat ontspannener gemaakt, ge loof me, gebrek aan zelfvertrouwen leidt tot een stress-situatie. Geen li chamelijke maar psychische ver moeidheid nog voordat de bal rolt. Jawel Cruyff is groot, maar zowel Barcelona als Bayern Munchen lig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 19