ZATERDAG 19 MAART 1977 EXTRA PAGINA 15 een knopje (uiteraard tegen betaling) waarna een lampje aanfloept. Geen walm, geen vuiligheid. Pastoor Van der Kamp ziet die milieubewuste devotie niet zitten. "Als we dat in Den Bosch zouden moeten gaan doen, zou ik dat erg betreu ren. Want het opsteken van kaarsen hoort bij de St. Jan. Dat is hier niet weg te denken. Jong en oud stelde daar veel prijs op. Dus laten we het maar zo houden" Er is nog een reden om het stoken te continueren. De kaarsenopstekerij brengt aanzienlijk wat geld in het kerklaadje. Voor de St. Jan is dat een belangrijke bron van inkomsten. Ar chitect Teering: "Gebleken is dat ondanks alle ontkerkelij king vooral in de St. Jan toch steeds meer kaarsen worden opgestoken. Met andere woorden: de devotie stijgt hier nog steeds. Houvast Die kaarsen zijn voor veel kerk bezoekers een bepaalde hou vast. Daar moet je niet aan tornen. Je zou er bijvoorbeeld ook verkeerd aan doen het opsteken van een kaars duurder te maken om zo doende te bewerkstelligen dat er minder wordt gestookt. Dan haal je bewust de devotie omlaag en dat mag de bedoe ling niet zijn". Maar wat dan? De restauratie commissie is er nog niet uit. Zeker is in ieder geval dat de grote boosdoener de luchtcir- culatie is. Want de in verhou ding weinige kaarsen die bui ten de kapel in de kathedraal worden opgestoken hadden het interieur nooit zo kunnen vervuilen. Er moet dus in de toekomst worden voorkomen dat de vette walm vanuit de kapel verder de kathedraal in trekt. Gedeeltelijk of gehele afsluiting van de Mariakapel zou een mogelijkheid zijn (wordt ook sterk overwogen) of een sterke afzuiginstallatie die zich steeds bijtijds over de kaarsenwalm zou kunnen ontfermen. Een andere moge lijkheid is nog de aanschaf van een goedkope walm loze kaars, maar er heeft zich nog geen kaarsenfabrikant aan gediend die de St. Jan dit Ei van Columbus kan leveren. Kopzorgen Het zijn niet alleen de kaar sen waar de restauratie com missie zich zorgen over maakt. Binnen een jaar moet er ook door de commis sie een uitspraak worden ge daan over de vraag in welke kleuren het interieur van de kathedraal gesaust moet worden. Om de Bosschena ren alvast een indruk te geven hoe het er zou kunnen wor den zijn de schilders in de af gelopen maanden bezig ge weest met het in kleur zetten van het plafond en de bin nenmuren van de middento ren van de St. Jan. Gekozen is voor de kleur en vorm van de beschildering zoals die werd aangebracht in het begin van de 19e eeuw. r Het kleurenexperiment in de middentoren Heel wat Bosschenaren hebben m de afgelopen weken (de diensten gaan nog gewoon door in de kathedraal) alvast wat kunnen proeven van dat experimentele schilderwerk. En de meeste reacties waren positief. Architect Teering: "In de eerste week na de "onthulling" (wat er in die koepel door schilders werd gedaan was staads aan steeds oog van de kerkbezoekers onttrokken door afgedekte werksteigers) reageerde 80 procent enthousiast, 20 pro cent zei er nog wat aan te moe ten wennen en 20 procent (vooral ouderen) wezen de kleurencombinaties af. Mo menteel is de stand zo dat 80 procent positief tegenover de gekozen kleuren staat". Serieus Het oordeel van de regelmatige kathedraalgangers wordt door de restauratie commis sie erg serieus ge nomen. Want zo redeneert men: voor alles moet de St. Jan zijn functie als huis van liturgie, gebed en devotie be houden, liefst nog versterken. Voorkomen moet worden dat door de restauratie van het in terieur een vervreemding tussen gebouw en gelovigen ontstaan. Men moet zich er in thuis voe len, net zo goed als men nu gewend is aan de vrij donkere kerk. Teering: "De St. Jan moet zeker geen kunsthisto risch monument worden maar een levende kerk waarin onze generatie kan bidden en leven". Met het vaststellen van de te gebruiken kleuren is men er nog niet. Want welke verf soorten moet men gaan ge bruiken? De St. Jan is namelijk opge bouwd uit meer dan twintig verschillende soorten na tuursteen. Het zoeken is nu naar een verfsoort die op elk van de steensoorten houd baar is. Voorts moet men er duidelijkheid verkregen worden in de vraag of het ho rizontale en verticale vocht- transport door de muur een belemmering is voor de houdbaarheid van de aange brachte kleur. En dan nog het probleem van de akoestiek. Wordt die bein- vloed door de verflaag en zo ja: in hoeverre? De des kundigen die hierover zijn ge raadpleegd hebben nog geen afdoende antwoorden kun nen geven op die vragen. Vooral ook omdat ze in het verleden nog niet eerder voor problemen van die omvang als in de grote St. Jan zijn ge steld. Wel zal men het ko mende jaar alvast lering kunne trekken kunnen hoe de experimentele verflagen in de middentoren zich houden. De verflagen die onder het aan gekoekte roet tevoorschijn zullen komen zijn in ieder ge val niet meer bruikbaar om dat alle kleuren tezamen een onmogelijke combinatie In de afgelopen eeuwen heeft bijna elke generatie een stukje kathedraal gekleurd, dikwijls in de meest bonte tinten. De Noordelijke ring- beuken bijvoorbeeld blijken geelgroene ribben te hebben en gele kolommen, het mid denschip knalgele kolommen en rode ribben. "Verankerd" Die bonte kleuren zullen niet worden verwijderd maar met een soort hechtingsmiddel aan de natuurstenen "veran kerd". Nog geen enkele zekerheid be staat over wat zal worden ge daan met een aantal fresco's (muurschilderingen) dat zich in de St. Jan bevindt en nu nog schuil gaat onder lagen verf. Er zouden er ook bij zijn van Jeroen Bosch, de 16e- eeuwse schilder die vooral bekend is om zijn schilderijen waarop talloze wonderlijke gedrochten (samengesteld uit delen van mensen, dieren en voorwerpen) voorkomen. De bekende kunsthistoricus prof. Peeters en het Centraal Laboratorium die dit onder zoek naar de fresco's leiden hebben de aanwezigheid van muurschilderingen van Je roen Bosch nog niet kunnen bevestigen. "Als ze er inderdaad onder zitten dan zullen we alle moeite doen om ze bloot te leggen", zegt Tee- ning. "Alleen echter als we ook ze kerheid hebben dat we de fresco's afdoende kunnen con serveren door ze bijvoorbeeld achter glas te doen. Kan dat niet dan laten we ze net zo lief zitten totdat er wel een goede conserver ingsmethode is ontwikkeld. Zo goed als zeker zitten er ook fresco's in de St. Jan van minder bekende schilders. Daar doen we voorlopig niets f300.000,- De stichting Nationaal Monu ment St. Jan, die zich ten doel stelt de totale Icathedraal in stand te houden heeft sinds vorig jaar april al 300.000 gld. ingezameld. Dat bedrag zal worden besteed aan projec ten die niet worden gesubsi dieerd door de overheid. Die projecten zijn onder meer de restauratie van het lijdensal taar. het orgel en de inrichting van een schatkamer. Met die eerste twee projecten alleen al is 1,3 miljoen gulden ge moeid. Een schoongekrabde pilaar. De kathedraal St. Jan in 's Hertogenbosch op de vrij dagmiddag. Gelach, handgeklap, geroezemoes. Een paaV honderd mensen verdringen zich rond het hoofdaltaar. De blik is gericht op de man die daar met wijdse gebaren een licht verteerbaar verhaal afsteekt. Men is getuige van de one-man-show van pastoor Van der Kamp. De zeereerwaarde heer staat uitleg te geven over de huidige restauratie van "zijn" kathedraal. Aan het slot van zijn verhaal, als de aandacht dreigt te verslappen, kondigt de pastoor een filmpje aan dat hij zelf in de afgelopen maanden maakte met als thema uiteraard de restauratie. Op het altaar draait hij het af. Normaal zou er van het draaien van een filmpje in een kerk weinig terechtkomen. Althans, zonder te ver duisteren, zou het er te licht zijn om de filmbeelden duidelijk te kunnen volgen. In de St. Jan is dat echter geen probleem. En dat komt omdat het er zo opvallend donker is. Toevluchtsoord Wie de werkelijke oorzaak daarvan niet kent zou bij een bezoek aan de kathedraal al snel geneigd zijn te veronderstellen dat de trots van Den Bosch nog steeds een regelmatig toevluchtsoord is van in werkkledij gestoken mijnwerkers die, alvorens plaats te nemen in de kerkbanken, zich het gitzwarte kolenstof van de kledij kloppen waarna de luchtcirculatie er dan wel voor zorgt dat het interieur van de kerk langzaam maar zeker een donker jasje krijgt. De werkelijke boosdoeners zijn echter de honderdduizenden kaarsen die elk jaar weer ter intentie van wie-weet-wat in het interieur van de St. Jan worden gestookt met als ge volg dat m de afgelopen de cennia op alle pilaren, vaste beelden en gewelven zich een smerige roet laag heeft vast gezet. Het vinden van een manier om de zwarte ziel van de St. Jan weer rein te krijgen is een van de grootste pro blemen waarvoor de restaura tiecommissie zich momenteel geplaatst ziet. Elk jaar gaan er in de kathedraal zo'n 400.000 kaarsen in vlammen op. Hoofdzakelijk in de ruime Mariakapel, met als uitschieter mei, de maand van de Mariaverering. Dan is het er bar en boos. Boven de kaarsenbak vormt zich dan een brede vuurkolom die uitmondt in een dikke vettige walm. Meegevoerd door de luchtstroom bedoezelt die te pas en te onpas het imposante gebouw tot in de kleinste hoekjes. Een flop In het verleden is er wel wat geld uitgetrokken voor grote schoonmaakbeurten maar dat leverde nooit het gewen ste resultaat op De Bossche architect Teering, die de res tauratie leidt: "We hebben bij voorbeeld 'n keer het schoon maakbedrijf CEMSTO in de kathedraal aan het werk ge zet. Maar dat werd uiteinde lijk een flop. Met hun stella ges konden ze niet hoger ko men dan een dan of twintig, We hebben nog wel ge probeerd wat te stijgen maar dat bleek te gevaarlijk. Op een bepaald moment stond de hele installatie te zwieberen. Bovendien was het gewicht van die rijdende schoon- maakstellage zo zwaar ge worden dat een paar grafste nen in de kerkvloer doormid den braken. Financieel was het ook nauwe lijks te doen. Voor het schoonmaken van een klein gedeelte van de kerk waren we al 80.000 duizend gulden kwijt". Kost wat kost gaat de kathed raal nu wel verlost worden van de aangekoekte roetlaag. Dat moet omdat er vergevor derde plannen zijn het door Herman van Amsterdam complete interieur van de St. Jan te sauzen. Van wezenlijk belang is dan wel dat eerst een oplossing wordt ge vonden voor het kaarsenpro bleem. Dit om te voorkomen dat na het sauzen de kerk in een mum van tijd weer zwart geblakerd is. Alternatief Het meest rigoreus zou zijn in de toekomst de kaarsenop stekerij achterwege te laten en er een alternatief voor in de plaats te stellen. Men zou bij voorbeeld kunnen overscha kelen op het "Belgische sys teem". Daar maakt men in veel kerken gebruik van een voudige lampjes. In plaats van een kaars op te steken drukt men in de bidkapel op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 15