'De mensen
zijn hier
gewoon niet
vriendelijk'
ZATERDAG 12 MAART 1977
PAGINA 17
Waarachtig polderleven in Leidens centrum
Waarom woon je eigenlijk niet
gewoon op het kamp?
"Kijk, als ik Oosterman nog een
keer in een vergadering hoor
praten over integratie van
woonwagenbewoners, loop
ik de kamer uit. Jongen, wat
wou je nou integreren daar.
Dat kamp ligt buiten de stad,
verder dan de tunnel bij de
Haarlemmerweg mag je niet
komen hoor. Iedereen loopt
er het liefst met een grote
boog omheen. De sociale con
trole is natuurlijk ook groot,
maar dat is niet het belang
rijkste. Als je daar zit, blijf je
altijd het gevoel houden datje
er niet bij hoort".
Blijft dat dan niet als je alleen
staat?
"Nee, zeker niet. Hier dat stuk-
kie grond, zelf op geknapt,
gewoon in de stad. Winkels in
de buurt, kinderen gewoon
naar school. Dat is integreren.
Wij gaan hier heel normaal en
goed met de mensen om. Ja,
toen we hier pas zaten was het
even moeilijk. Die jongens
van Sikkens deden alles op
slot. Dachten zeker dat wij
verf dronken. Later is dat ver
anderd. Werd het echt gezel
lig. Er werd daar vroeger
voortdurend ingebroken,
vanaf dat ik hier woonde niet
meer. Die jongens van Sik
kens waren verbaasd.
Iedereen denkt bij een woon
wagenbewoner direct aan au
towrakken en vuilnisbelten.
Nu zijn wij natuurlijk ook nog
een beetje donker. Die jon
gens konden hun ogen niet
geloven. Een woonwagenbe
woner die alle rotzooi op
ruimt, gras legt en bomen
plant, die de boel netjes gaat
maken. Dat kon natuurlijk
niet. Dat was nieuw voor die
"Woonwagenbewoner is hier in
Nederland een beroep ge
worden. De overheid heeft
het er zelf naar gemaakt. Wat
dacht je nou toch man. Jij
woont toch in een mooi huis,
is het niet. Als ze nou tegen
jou zouden zeggen: hier joh.
jij krijgt van mij het landgoed
Beukenrode, daar aan de
Rijksstraatweg, nog mooier,
je krijgt al die grond er bij,
zwembad in de tuin, Ameri
kaan voor de deur. Daar trap
je dan toch in. Je zou wel gek
zijn. Zo is het met de woon
wagenbewoners net zo ge
gaan. Die mensen kregen
vroeger geen cent van de
overheid. Die hadden alle
maal baantjes, overal en ner
gens. Ze waren ambulant. Za
ten in Zeeland in de suiker
bieten en in de Betuwe pluk
ten zé kersen, of slepen scha
ren en messen. Toen kwam de
overheid en die zei: we moe
ten grote regionale kampen
hebben, met veertig of vijftig
plaatsen. Gaan jullie, daar
nou maar op staan, dan krijg
je van ons een mooie wagen
en vind je daar dan geen werk
meer, nou dan kun je meteen
de bijstand in. De ellende is
dat iedereen er in gevlogen
Waf is dat voor julliede sfeer
vaii een wagen. Dat moet toch
belangrijk zijn, als je dit er
allemaal voor over hebt?
Tourcaravan
"Wat is het? Wat is het? Ik weet
het niet. Oosterman heeft ge
lijk als hij zegt, dat ze daar in
Roger de Jager was vorig jaar de leider van de
actie van woonwagenbewoners op het Leidse
Stadhuisplein. Inzet was het afdwingen van
extra staanplaatsen in de regio Leiden. De Ja
ger zelf kwam tot twee keer toe met het ge
meentebestuur in conflict. Eén keer omdat hij
een vergunning wilde hebben om zijn werk als
ijsventer te kunnen doen, en één keer, omdat hij
met zijn caravan buiten het kamp staat en voor
die plaats een ontheffing moet hebben, om er te
mogen blijven. De Jager is vast medewerker
van woonwagenblad "Het Wiel", houdt lezin
gen over het woon wagenwerk en zit samen met
de Leidse wethouder Oosterman (maatschap
pelijke aangelegenheden) in het bestuur van de
Stichting Samenlevings Opbouw Regionaal
Woonwagenkamp Leiden.
LEIDEN - "Die Boekowski hè,
dat is dan zo'n Russische dis
sident. Die man hebben ze
daar in een inrichting vastge
houden, zonder dat ie gek
was. Nou jongen, daar lopen
ze zich hier platvoeten voor,
platvoeten, werkelijk. Dan
komt die man hier aan en dan
zie je zo'n Vis en wethouder
Waal, met allemaal universi
teitsfiguren. Lieve Boekows
ki, kom alsjeblieft bij ons stu
deren. Ga niet naar Cambrid
ge, blijf bij ons, hier is het
leuk. Wat? Spreek je geen
Nederlands. Helemaal niet
erg joh, komt best voor me
kaar. Maken wij wel in orde".
"Daar word je toch ziek van.
Voor ons doen ze niets. Ze
schrijven zich alleen kromme
vingers om mij hier weg te
krijgen. Wat is dat dan voor
achterlijke omgekeerde we
reld hier. Ik begrijp er niets
van. De maatschappij is zo
langzamerhand een open
psychiatrische inrichting,
waar geen ontsnappen meer
Een lentemorgen in de winter.
Voorbij Eigenzorg, rechtsaf,
een slecht bestraat weggetje
in. Een geit, aan een paal ge
bonden, kijkt wantrouwig,
maar beweegt niet. Pluimvee
kondigt het bezoek aan.
Twee caravans zijn zichtbaar
geworden. Haaks op elkaar,
schuren er naast, tuin er voor.
Links uitzicht op de flat met
die niet te slijten kantoor
ruimten, verderop een lagere
school. Stationsgeluiden
dringen er niet door. Waar
achtig polderleven in Lei
den's centrum.
Pretogen
Een Bourgondiër in spijker
broek, kort en dik, bebaard en
met levenslustige pretogen,
staat in de deuropening. Even
later, zit ik binnen, tegenover
hem op de gebloemde bank,
een imitatie Louis Seize ta
feltje met een door vier engel
tjes getorste plant er op, staat
tussen ons in.
Op een andere tafel worden de
kinderen in de wasteiL ge
baad. Er wordt koffie ge
schonken en Roger de Jager,
het enfant terrible voor de
Leidse schepenen, steekt van
wal. De komende paar uur
zijn ingeruimd voor zijn on
genoegen: de strijd van een
woonwagenbewoner voor
een menswaardig bestaan.
"Voor een toekomst voor
mijn kinderen", zoals hij zelf
zegt.
"Mijn woonwagen is afgekeurd.
Er waren speciale regels voor.
Je moest 2'/2 vierkante meter
per persoon hebben en dat
werd toen veranderd in vier.
Ik heb voor de lol de strafge
vangenis van Scheveningen
eens opgebeld en gevraagd
hoe groot die cellen daar zijn.
Tien vierkante meter meneer,
alsjeblieft".
Ooit aan gedacht om daar met
je gezin heen te gaan?
Zijn vrouw; die tot dan toe
zwijgzaam het gesprek volg
de: "Ik zou wel willen. Lekker
dicht bij het strand. Maar dan
moet ik er wel uitkunnen, als
ik wil".
ROGER: "Ik heb in België ge
staan, in Den Haag en Wate
ringen. We hadden een
draaimolen, dus we zijn altijd
trekkend geweest. Op een ge
geven moment zocht ik een
vaste plaats en toen zei een
collega-kermisexploitant dat
ik naar Hazerswoude moest
komen. Het is hier heerlijk,
zei hij, vrij en op het platte
land. Je had toen ook net die
rage, weg uit de stad, hup naar
de polder. Dus daar zijn we
toen heen gegaan. En het was
er ook heerlijk hoor. Maar
toen dat op een bepaald mo
ment ging doorstromen en er
andere mensen kwamen,
werd het minder. Er kwamen
schroothopen en autowrak
ken. Kijk, die mensen moeten
natuurlijk ook hun brood
verdienen en als schroot je
brood is, erger je je minder
aan zo'n stapel voor de deur.
Voor anderen is het natuur
lijk niet leuk. En het waren
ook een beetje rouwdouwers.
De hele dag schreeuwen,
weet je, kanker, tering enzo.
Die kleine van mij moest toen
net leren praten en ik dacht:
moet dat hier gebeuren. Moet
ik mijn kinderen hier laten
opgroeien. Het antwoord was
natuurlijk nee".
Ingestudeerd
"Ik had in die tijd een kantoor
van Delta Lloyd aan de Sta
tionsweg in onderhoud en
had zo dit terreintje ontdekt.
Ik ben naar algemene zaken
op het stadhuis gegaan en heb
daar met De Raat gesproken.
Zo'n kerel heb je niks aan,
draait een of ander ingestu
deerd verhaaltje af, dat het
niet kan en niet mag, dat er
gebouwd moet worden en
weet ik allemaal meer. Toen
gingen ze hier die flat van Za
delhof bouwen en zag ik een
kans. Ik ben naar die man van
de bouw toegestapt en heb
gevraagd of hij geen bewaker
kon gebruiken. Hij zei: best,
kom maar. Ik zei nog: krijgt u
"In "Het Wiel" ja, het blad voor
woonwagenbewoners. Ik heb
daar een rubriek in, waarin ik
vragen beantwoord. We zijn
nu met het landelijk woon-
wagenwerk bezig met een
project ombudsman. We krij
gen er geen overheidssubsi
die voor, misschien wel van
het Julianafonds".
Je hebt ook in ijs gedaan?
"Dat is een verhaal apart. Ik heb
hier zo'n dik dossier met alle
correspondentie die daarover
geweest is. Ik kreeg vorig jaar
juli eindelijk een vergunning.
Toen lag het al op zijn kont.
Toen ik naar Leiden kwam
had ik vijftienduizend gulden
gespaard van de kermis. Ik
had daar een pracht woonwa
gen van kunnen kopen, maar
ik dacht; laat ik het niet doen.
Laat ik het investeren in een
baantje. IJs leek me wel wat.
Ik heb een cursus gevolgd, in
Amsterdam. Dat was niet
echt nodig, maar als ik aan zo
iets begin wil ik er ook alles
van weten. Ik wilde zelf ijs
maken, dus ik heb die vijf
tienduizend gulden in allerlei
spullen gestopt. Achteraf zeg
ik, dat ik het verkeerd ge
taxeerd heb".
Je stond op de Haarlemmer
straat.
"Je kon daar voor Schnitzler op
zaterdag een leuk ijsje verko
pen. Ik had het daar best,
kreeg een kopje thee en soms
een pilsje. De mensen vonden
het leuk, ik verkocht ook sla
groom en chocolade met no
ten. Dame Blanche op straat,
dat was nog nooit gedaan en
dat sloeg in. Ik kreeg een tij
delijke vergunning, maar die
werd na veertien dagen weer
ingetrokken. Op een gegeven
moment komen er twee
politie-agenten. Of ik maar
even mee wou gaan naar het
bureau. Ik zei: dan zul je de
brandweer moeten halen om
me weg te takelen, want uit
vrije wil ga ik hier niet van
daag".
Bijzondere wetten
"Ik zei: ik ben hier niemand tot
last, ik sta geen mens in de
weg. Ik heb drie kwartier met
die agenten staan praten. Het
waren echt hardstikke rede
lijke jongens en vriendelijk
ook. Ik vroeg nog: wie heeft er
dan geklaagd? Dat wisten ze
ook niet. Later bleek dat het
iemand van bijzondere wet
ten was geweest. Je ziet daar
op straat iedereen maar fiet
sen en kinderen om ver rij
den. Ik heb toen besloten om
toch maar naar het bureau te
gaan. Heb wel eerst een advo
caat gebeld, mr. Spijker. Toen
ik hem vertelde dat ik al een
vergunning had aangevraagd,
zei hij, dat ik een tijdelijke
schikking moest zien te krij
gen. Dat heb ik later gepro
beerd, maar het zat er niet in".
"Nu heb ik Spijker weer, voor
die artikel 10 kwestie. Ik heb
van die man ontzettend veel
geleerd. Ik zou best rechten
willen studeren".
En het ijs dan?
"Het staat allemaal nog opge
slagen in een pakhuis in de
Noordrundersteeg. Ik zit nu
in de bijstand. Het kan niet
anders. De stap om de hele
boel te verkopen, neem ik
toch moeilijk. Maar het zal er
wel van komen. Voor rechten
moet ik eerst een Colloqium
Doctum doen, omdat ik geen
middelbare school heb. Nee,
ik heb alleen middenstands
diploma, een" horecavakdi-
ploma en dan die cursus over
het ijs. Ik zou dan nu de
vreemde talen moeten doen
en de geschiedenis vanaf de
Franse revolutie. Als je dat
hebt gedaan kun je gaan stu
deren. Maar ik zou dan toch
steeds het gevoel houden, dat
ik te weinig weet, dat anderen
een streepje voor hebben. So
ciale Academie, daar speel ik
ook wel eens mee. Ik kom nu
twee keer in de week bij Mi
chel van der Putten, die filo
soof. Die zaagt me dan door
over van alles. Ik leer er vrese
lijk veel van, dingen waar ik
nog nooit bij stil heb gestaan.
En verder doe ik wat aan so
ciologie en opbouwwerk".
Jaren
"Ik begrijp het echt niet. Ik lig
hier al jaren in de clinch, om
gewoon normaal te kunnen
leven. Nu ik ook kinderen
heb, denk je daar toch steeds
aan. Je wil*ze toch, net als ie
dere vader een betere startpo
sitie geven, dan je zelf hebt
gehad. Dat is allemaal lo
gisch. Je moet procederen om
je recht te krijgen, voor een
plekje, om te wonen, voor een
plekje om te werken. Ik word
er ziek van. Je komt op een
gegeven moment niet meer
los van je eigen problemen.
Oosterman, hij doet echt zijn
best. Maar het verschil tussen
ons blijft. Want hij heeft wel
een werkkamer, die twee keer
zo groot is als mijn caravan.
Weet je, de mensen zijn hier
gewoon niet vriendelijk".
Door
Ton van Brussel
Foto's
Jan Holvast
het kamp toch niet weg kun
nen. Ze liggen allemaal met
hun wagen aan de aardgas-
pijp vast. Maar ja, ze hebben
er wel weer een tourcaravan
bij. Dat gevoel, dat je weg
kunt, als je wilt. Dat je je los
kunt maken van je dagelijkse
verplichtingen. Ze hebben
mij ook een huis aangeboden.
In de Stuyvesanthof. Ik 's
avonds kijken daar. Het was
er zo donker dat ik meteen
een deuk in mijn auto reed.
Dan hoeft het voor mij al niet
"Het is ook een recht, gewoon
een rechL We mogen volgens
de wet in een wagen wonen.
Maar het wordt ons wel aan
alle kanten onmogelijk ge
maakt. Vrijheid is het niet.
Die bestaat niet, nergens.
Mijn hele familie, die van
mijn vrouw ook, zit al in een
huis. Ik ben zo'n beetje de
laatste vagebond".
Bestaan er over een jaar of vijf
tig nog woonwagenbewoners?
Tegen zijn vrouw: "Joh, pak jij
de kristallen bol even. ha ha,
dan zullen we even kijken. Ik
weet het niet. ik kan het je
echt niet vertellen. Ik wil best
wel in een huis. maar dan niet
zo eentje, dat als mijn dochter
de deur open doet, meteen
dooreen auto op de kap wordt
gepakt. Wou je me dan ergens
twee hoog achter in de Kooi
hebben of zo?
Jullie actie heeft nog niet veel
opgeleverd?
Lachend: "Nee, alleen maar
kinderen. Al die gezinnen die
toen op het Stadhuisplein
hebben gestaan, hebben er
een kind bij. Ja, dat is een
mooi verhaal. Er is inderdaad
nauwelijks wat gebeurd. We
hebben er nog geen plaats bij.
Ik zit er soms verschrikkelijk
mee in mijn maag en kom dan
ook op heel kwaaie gedach
ten. Daar moet je mee uitkij
ken. Oosterman trekt er nu
echt wel hard aan, maar grijpt
toch nog te weinig zijn kan-
Voorschoten is niet zo vriende
lijk voor jullie geweest.
"Nee, wat ze toen hebben ge
daan, dat flikken ze ons na
tuurlijk geen tweede keer
meer. Als zij voorlichting ge
ven en ze doen dat op een ma
nier, die alle Voorschotena
ren al doet denken: die
woonwagens hoeven we niet.
dan is dat wel typerend ja. Dat
commentaar van jullie was
zeer terecht. De publiciteit is
trouwens toch wel op onze
hand. Jullie gaan het nu ook
een beetje snappen hé, hoe
het werkelijk zit".
Slopen
Die panden van Sikkens waren
toen nog in gebruik, de auto
matiek ook. Keurige huizen.
Maar ja, als dat eenmaal leeg
komt krijg je het gesodemie
ter. Plunderen en slopen en
dan de brand er in. De vloeren
werden opgebroken, door
van die jochies, de koperen
leidingen er uit gesloopt. Op
een zaterdagmorgen zat ik
zonder water. Daar sta je dan,
alles gesloten natuurlijk. Ik
ga kijken, komt me een straal
water daar de grond uit. Had
den ze gewoon, die leiding
weggesloopt. Het schijnt nu
allemaal van de Amrobank' te
zijn. Die gaat er geloof ik een
kantoor neerzetten. Als ik Ei
genzorg was geweest en ik zat
daar naast die afbraak, had
den ze aan mij een slechte ge
had. Het is toch geen gezicht,
al die mensen die van het sta
tion komen, zien eerst dat".
En toen moest je een ontheffing
hebben voor artikel tien.
"Ja, hoewel de ervaring leert
dat als het om een groot be
drijf gaat, de gemeente niet zo
moeilijk doet. Maar ja later
ben ik dus een eindje opge
schoven naar dit plekje. De
wet vraagt van iedereen die
buiten woonwagenkampen
staat een ontheffing. Dat is zo
geregeld en de gemeente
moet die regeling uitvoeren".
"Ik heb er ontzettend veel aan
moeten doen. Je had het moe
ten zien joh. Negen contain
ers vuil heb ik hier wegges
leept. Ouwe handkarren, fiet
sen, noem het maar op. Het
was de vuilnisbelt van de
buurt. Er lag negen kub kool-
as. Dat is een schaars goed. Ik
heb toen met een man van
Schouls zeven kub geruild
voor gewone grond. Dat was
zomer '73. Ik ben daar een
paar maanden mee bezig ge
weest, graszoden gelegd, bo
men geplant, mijn eigen
stukje grond in cultuur ge
bracht kun je zeggen".
Waar leefde je toen van?
"Ik ben daar op de bouw ook
nog lasser geweest. Ik kan een
beetje van alles, dus dan vind
je wel werk. Als je zag wat
daar werd weggegooid, dan
kun je nog wel een gebouw
van neerzetten. Dat hout, van
mijn omheining komt er ook
vandaan".
dan geen moeilijkheden met
de politie. Nee. zei hij, die
grond is van mij en daar kan
ik mee doen wat ik wil". Nou,
toen ben ik daar met mijn wa
gen bij gaan staan".
j -*$1