Aantrekkelijk
boek over het
ontwakend
proletariaat
Wereldgeschiedenis versnipperd geserveerd
Boeken
kort
Hoogtepunten van
de tekenkunst
Dasveldt? Nooit
van gehoord
Ver. Naties
Anton Pieck
in minder
bekende rol
VRIJDAG 18 FEBRUARI 1977
EXTRA
PAGINA 23
Op deze pagina
bijdragen van:
Han Mulder,
Ton van Brussel,
Jurriaan
van Kranendonk
Onlangs is er een vertaling ver
schenen van het boek "The
Seeing Hand, A treasury of
Great Master Drawings", van
de Amerikaanse kunsthisto
ricus Colin Eisler. De Neder
landse titel van dit door Mevr.
H. Heldring vertaalde boek
luidt: "Hoogepunten van de
Tekenkunst".
Het is ■een dik boek geworden
met veel illustraties in kleur
en zwart-wit, en de tekst die
erbij is geschreven is zo be
perkt mogelijk gehouden.
Een moeilijke opgave, aange
zien er veel verschillende on
derwerpen in de tekenkunst
behandeld worden. Eisler is
hier toch goed in geslaagd en
heeft bij elk nieuw onderwerp
in het boek een kleine inlei
dende tekst geschreven. Het
boek is onderverdeeld in 9
rubrieken (onderwerpen) die
alle vergezeld gaan van een
tekst, enkele kleurenillustra
ties met een kleine explicatie
daarbij en zwart-wit repro-
dukties.
De rubrieken zijn de volgende:
het portret, het landschap, fi
guren, dieren, allegorie, my
the en fantasie, religieuze on
derwerpen, het genre, het stil
leven, ornament en architec
tuur.
Tot slot is er nog een aantal pa
gina's gewijd aan de verschil
lende tekentechnieken en is
er een bibliografie aanwezig.
Voor de liefhebber van kunst is
het een waardevol boek
waarin veel informatie op een
prettige manier wordt aange
boden. Voor de kenner is het
zeer goed bruikbaar als nas
lagwerk voor de afbeeldin
gen. de tekst is minder bruik
baar. De tekst op de binnen
flap van de omslag waar
schuwt echter hier al tegen.
Het is geen kunsthistorische
studie in de klassieke zin van
het woord, staat er te lezen.
Met dit in gedachten leest het
boek ook veel prettiger. Een
storend element in het boek is
het ontbreken van een ver-
wijslijst naar de illustraties.
Er komen zeer veel namen
voor in de aan elke rubriek
voorafgaande tekst.
Vooral bij dit soort boeken ont
staat dan de neiging om even
een illustratie bij die namen
op te zoeken. Het is jammer
dat men hiervoor het hele
boek door moet bladeren.
Er staan veel bekende tekenin
gen in, maar ook zijn er enkele
nog nooit eerder gereprodu
ceerde tekeningen in te vin
den. De kleurenreprodukties
zijn van een hoge kwaliteit,
evenals de zwart-wit platen.
De gevarieerdheid van teke
ningen is bijzonder groot, van
Jan van Evck tot Paul Klee,
van Claes Oldenburg tot Pi-
sanello.
Op de voorkant van deze Duitse
uitgave is een portret van Jan
Gossaert van Mabuse te zien,
trouwens ook de Franse uit-
gave is met dit portret ge
sierd. maar deze uitgave is
wel heel wat duurder.
"Hoogtepunten van de Teken
kunst", door Colin Eisler. ver
taald door Mevr. H. Heldring,
o.l.v. Drs. K. G. Boon, uitge
geven door Agon Elsevier,
prijs f79,50.
JURRIAAN VAN KRANEN
DONK
"Chocolat, dansend in de Achillesbar"van Toulouse-Lautrec
Dr P R. Baehr, oud-hoogleraar in
de leer der internationale betrek
kingen aifn de Universiteit van
Amsterdam schreef een heel
handig en informatief boekje
over de Verenigde Naties. Het
leest goed weg, maar is ook, mede
door een royaal register, heel
goed bruikbaar als naslag-werk.
Als bijlage is het Handvest van de
Verenigde Naties opgenomen.
Voor studenten die aan de Leidse
universiteit zich met internatio
nale betrekkingen bezighouden,
is dit Aulaboek al meteen ver
plichte stof geworden. Dat moet
anderen, geïnteresseerde kran
telezers bijvoorbeeld, zeker niet
afschrikken, maar juist inspire-
H.M.
P R. Baehr: ,,De Verenigde Naties,
ideaal en werkelijkheid" (Aula
boek, uitgeverij Het Spectrum
Utrecht/Antwerpen, 332 bladzij
den f 9,50).
Sociologie
De langzamerhand al klassieke
..Moderne Sociologie" van Van
Doorn en Lammers is opnieuw
uitgegeven in de Aulareeks. Cij
fermatig de dertiende druk (sinds
de eerste uit 1959!), maar inhou
delijk een volledig herzien boek.
De beide schrijvers noteren dan
ook in hun inleiding tot die der
tiende druk dat het tevens het
nawoord is op alle voorafgaande
twaalf drukken.
Een aantal hoofdstukken is geheel
herschreven, alle worden van een
aanvullend commentaar voor
zien. Het belangrijkste misschien
wel is dat cijfermateriaal en bi
bliografie aan de nieuwste gege
vens zijn aangepast. ..Moderne
Sociologie" is als inleiding geen
lichte kost, maar het is wel een
helder stuk proza dat men krijgt
opgediend, wars van tijdgebon
den jargon, waaraan veel publi-
katies in de gammawetenschap
pen plegen mank te gaan.
Wie geregeld kennis neemt van
professor Van Doorns tintelende
bijdragen aan de NRC, zal daar
over niet verbaasd zijn.
H.M.
J. A. A. van Doorn en C. J. Lam
mers: „Moderne Socilogie", een
systematische inleiding (Aula
boek, uitgeverij Het Spectrum
Utrecht/Antwerpen, 480 bladzij
den, f 9,50).
"Winkler Prins Grote Wereldgeschiede
nis" (deel zes, De Twintigste Eeuw (uit
gave Elsevier, Amsterdam/Brussel, 376
bladzijden, prijs f 84.50).
Het zesde en laatste deel van de WP Grote
Wereldgeschiedenis stipt meer aan dan
dat het diepgravend behandelt. Zo over
stelpend is het aanbod aan informatie en
feiten en zo beperkt is tegelijkertijd de
beschikbare ruimte dat het geschied
verhaal grotendeels wordt opgeofferd
aan encyclopedische volledigheid. Bij
de paragrafen, gewijd aan de grotere Eu
ropese staten in de na-oorlogse jaren
merkt men dat nog niet zo sterk. Dat zijn
goed geconstrueerde overzichten van
binnen- en buitenlandse politiek van die
landen en men slaagt er meermalen in
om verduidelijkende dwarslijnen te
trekken.
Maar de behandeling van de Verenigde
Staten en de Sovjet-Unie na 1945 blijft
toch wel heel summier. En zeer zeker
wordt de toch al krappe ruimte die is
gereserveerd voor de Derde Wereld, veel
te fragmentarisch benut. Dat laatste is
met name een enigszins teleurstellende
verrassing omdat in de voorgaande de
len de WP Grote Wereldgeschiedenis er
juist zo veel werk van had gemaakt (in
tekst en in kleur) om politiek en cultuur
van de grote samenlevingen buiten Eu
ropa nader tot de lezer te brengen.
De stukken die speciaal voor de Neder
landstalige versie van dit oorspronkelijk
Westduitse project zijn ingevoegd, zijn
helaas de meest opvallende voorbeelden
van het veel te versnipperd serveren van
feiten en feitjes. Kennelijk is er in het
manuscript nog op stel en sprong ge
knipt. waardoor de val van het kabinet-
Biesheuvel geheel en al uit de tekst-is
verdwenen en men zonder meer na de
verkiezingen (het essentiële adjectief
vervroegd" laat men achterwege) van
1972 het kabinet-Den Uyl op laat treden.
In dat moedwillig tot 1976 bijgewerkt wil
len lijken zit voor een standaardwerk als
dit ook nog het nadeel dat het rafelt aan
de randen: over de kwestie van de reac
torvaten voor Zuid-Afrika wordt nog wel
bericht, maar de tegelijkertijd spelende
actie tegen de Bloemenhovekliniek
krijgt geen woord.
Overigens komt Elsevier volgende maand
met een Winkler Prins Geschiedenis der
Nederlanden (drie delen) met een verge
lijkbare opzet en die kan wellicht een
reële opvulling zijn van die nu toch wel
bestaande leemte op het gebied van de
Vaderlandse historie.
Alles bijeengenomen zijn de nu complete
zes delen WP Grote Wereldgeschiedenis
een smaakvolle vraagbaak voor iedereen
die zich steeds weer verbaast over het
grillige en meestal redeloze lot van een al
eeuwen voorthinkende mensheid. Een
overzichtelijke presentatie die respect
afdwingt. Men zou bijna in de verleiding
komen, te veronderstellen dat in de his
torie zelf een systeem zit. Maar dat is niet
zo. Gelukkig maar.
H.M.
Wie was Jan Dasveldt? Het antwoord op deze vraag kan men vinden op
pagina 82 van de herdrukte Prisma schilderslexikon. Daar staat onder
meer te lezen dat Dasveldt schilder van dieren was, leerling van Hendrik
Stokvisch en ook etste. Toch aardig om even te weten. Maar men kan
nog veel meer schilders, graveurs en tekenaars vinden in deze zeer
handzame schilderslexikon die nu aan zijn vierde druk toe is. De samen
steller van dit kleine encyclopedietje, P. T. A. Swillens, is er bijzonder
goed in geslaagd om elk belangrijk en minder belangrijk kunstenaar met
een korte biografie te kenschetsen. Een herdruk was echter nodig omdat
er na de dood van Swillens geen enkele wijziging in de lexikon was
aangebracht. In de beginpagina's van het eerste deeltje (er zijn er twee) is
er een overzicht van stijlperioden opgenomen. Onder elk kopje van de
stijl staat er een rijtje namen die tot deze stijl behoord hebben. Er zijn
ook kopjes in cursief van stromingen of groeperingen binnen zo'n stijl
periode en de kunstenaars die daar bij horen staan ook in cursief. Hier
zijn echter veel onvolledigheden in te vinden. De lexikon is vooral be
doeld voor de liefhebber en kenner maar wanneer Van Doesburg en Van
der Leek niet tot de Stijlgroep gerekend worden, en wanneer de oprich
ters van Cobra, Constant en Dotremont (de Belgische kunstenaars zijn
ook in de lexikon opgenomen) ook niet cursief staan dan geeft dit toch te
denken. Het zou de volgende druk sieren wanneer dit overzicht van
stijlperioden grondig werd herzien, er staan teveel fouten in. Voor de
rest is het een bijzonder nuttige lexikon, van de schildersfamilie Koek
koek is er zelfs een klein stamboompje te vinden, die niet mag ontbreken
in de boekenkast van de kunstliefhebber.
JvK
In de serie her-uitgaven van het
werk van Anton Pieck «s er tot nu
toe nog één onbesproken geble
ven: ,,De houtsnijder Anton
Pieck", wederom samengesteld
door Hans Vogelesang. Metname
de deeltjes „Ontmoeting met
Hildebrand" en „Langs de wa
terkant" gaven weinig reden tot
enthousiasme. In de bespreking
werden ze destijds vergeleken
met de tegelijkertijd verschenen
boekjes van de Engelse illustra
tor Arthur Rackham (bij werk
van Dickens en Lewis Carrol) en
viel Pieck door de mand als een
imitator van het werk van eerst
genoemde kunstenaar, dat duide
lijk meer imponeerde.
Een gedeeltelijke herziening van de
beoordeling van Pieck's werk
lijkt echter op zijn plaats. Hans
Vogelesang is er nu zeker wel in
geslaagd een aantrekkelijk boe
kwerkje op de markt te brengen.
Het werk van Pieck gaat verge
zeld van heldere en ter zake
doende achtergrondinformatie,
dat het kader waarin Pieck werkt,
duidelijk maakt.
Pieck zelf blijkt als „houtsnijder
veel meer te boeien. Veel sober
der werk, niet altijd, maar in de
meeste gevallen wel, ontdaan van
onnodige versiering. Vaak zeer
treffende studies van uiteenlo
pende diersoorten geven daar
blijk van. Kortom Pieck als een
bekwaam observator van de na
tuur. Een minder benende rol van
hem, die echter op het lijf ge
schreven lijkt. T v B
„De houtsnijder Anton Pieck", sa
mengesteld door Hans Vogele
sang, uitgegeven door Omniboek
Den Haag.
Martin Schouten: "De socialen zijn in aantogt; de
Nederlandse arbeidersbeweging in de negen
tiende eeuw" (uitgeverij Van Gennep, Amster
dam).
De journalist Martin Schouten
heeft een zeer degelijk en tegelij
kertijd zeer aantrekkelijk boek ge
maakt over het ontwakend proleta
riaat in onze verwaten en verve
lende 19-de eeuwse moerasdelta.
Het boek heeft de bekende aanpak,
formaat, kwistigheid met illustra
ties van al dit soort papieren docu
mentaires. Maar in tegenstelling
met veel fladderwerk, ingenaaid en
gekaft om de mooie plaatjes, is "De
socialen zijn in aantogt" een boek,
waarover is nagedacht, altijd met
gevoel voor het beeldend detail en
heel vaak met humor geschreven.
De allereersten die aan het ver
gulde en naar kaneel smakende
bouwwerk van de Nederlandse
burgerlijke zelfingenomenheid be
gonnen te knabbelen, waren een
merkwaardige verzameling lieden,
vaak afkomstig uit de petit bour
geoisie, die diep religieuze en anar
chistische doeleinden nastreefden,
op zoek naar het Godsrijk op aarde,
ook voor de minsten onder de men
sen. Schouten beschrijft bijvoor
beeld het merkwaardige leven van
Maria Leer, een vrouw met een voor
19de eeuwse begrippen bijna on
fatsoenlijke dadendrang.
Later in die eeuw leiden de barre
ómstandigheden voor het
industrie-proletariaat tot soms
wonderlijk slagvaardige activitei
ten. Al VToeg heeft men bijvoor
beeld de drukpers gehanteerd om
op de schrijnende toestanden te
wijzen.
Van de felheid van overtuiging,
waarmee de activiteiten van deze
sociale pioniers gepaard gingen,
staat Schoutens boek vol. Eén con
frontatie geldt voor de hele periode:
die tussen het socialisme enerzijds
en de liefdadigheid, die maat
schappijbevestigend werkte, an
derzijds.
Ook filantropische en het allerbeste
menende burgers dachten nog heel
lang dat de "sociale quaestie" kon
worden opgelost door de charitas.
Veel discussie in de afgebeelde
boek- of krantefragmenten hebben
een onverwacht stuk actualiteit ge
houden. Alleen liggen de tegenstel
lingen tussen rijkdom en pauper-
dom niet meer binnen de grenzen
van één staat, maar mondiaal, in de
relatie tussen de geïndustriali
seerde en de Derde Wereld. Maar
daarover zal straks een 21ste-
eeuwse Martin Schouten schrijven.
H.M.
Geschiedenis
H. de Vos: "Geschiedenis van het
socialisme in Nederland in het
kader van zijn tijd", twee delen,
prijs f37,50 (Uitgeverij Het We
reldvenster, Baarn).
Met een bewonderenswaardig elan
heeft de emeritus hoogleraar en
predikant dr. H. de Vos zich een
paar jaar geleden gezet aan een
geschiedschrijving van het socia
lisme in ons land. De nu 80-jarige
auteur moet over een enorme pa
rate feitenkennis beschikt heb
ben en nog beschikken. Anders is
nauwelijks verklaarbaar dat hij
zo snel zijn boek, 500 bladzijden
dik, kon voltooien.
Nu haast De Vos zich om in het
voorwoord te verklaren dat hij
geen vakhistoricus is en evenmin
met dit boek de behoefte heeft, de
wetenschap te dienen. Voetnoten
en literatuurverwijzingen zoek je
dan ook tevergeefs. Dat neemt al
lemaal niet weg dat De Vos toch
wel iets substantiëlers heeft ge
schreven dan zo maar een ge
schiedverhaal vanuit het oog
punt van de overtuigde socialist.
Hij draagt vooral over de periode
van vóór de Tweede Wereldoor
log een massa gegevens aan over
de socialistische beweging en de
socio-culturele activiteiten die
door dat socialisme werden geïn
spireerd.
Wel is irritant dat De Vos soms in
een moralistisch toontje vervalt,
als hij allerlei maatschappelijke
verschijnselen signaleert en
weegt. Naarmate hij dichter tot
deze tijd nadert worden die ter
zijdes over van alles (media, re
clame) talrijker.
Ook lijkt de schrijver moeilijk met
het kapmes over weg te kunnen
Het neerslaan van het "palingoproer" in Amsterdam.
als er in zijn eigen werkstuk ge
snoeid moet worden. Hij haalt te
veel overhoop. Overzichten over
allerlei internationale of suprana
tionale organen in Europa en de
wereld halen de spanning en ba
lans enigszins uit het betoog, ook
al poogt De Vos zich enigszins
voor deze uitweidingen in te
dekken door in de titel over "in
het kader van zijn tijd" te spre
ken.
Kortom een boek met veel informa
tie, maar dat beter zou hebben ge
functioneerd als leesboek, wan
neer het de helft zo dik was ge-