Portokosten van Audio club: een klein drama "Je hebt „clubs" die volgens een kortingsysteem boeken en pla ten aan hun „leden" verkopen, en je hebt ook „clubs" die zich helemaal hebben toegelegd op grammofoonplaten. Zo'n club is de Audio Club Benelux, ge vestigd op een postbusadres te Heerlem. Koopkrediet-lezer D. in Amster dam is er lid van. Hij vindt dat hij er goede platen krijgt voor een lage prijs. Op een dag bestelt hij zes platen bij de Audio Club. Die gaan hem - dat heeft hij van tevoren uitgerekend - 91,70 kosten, inclusief de verzendkosten. Over die kosten staat in de fol der van de Audio Club: Ver pakking en verzendkosten 1 plaat 2,50; 2 en meer platen 3,50. Dus op die zes platen komt in to taal 3,50 aan kosten voor ver pakking en verzending, dat lijkt zo klaar als een klontje. Maar voor de Audio Club is dat blijkbaar niet zo duidelijk. Hij krijgt de platen toegestuurd, maar in drie aparte pakjes, met twee keer 3,50 en een keer 2,50 aan verzendkosten. Dat doe ik niet denkt meneer D, daar heb ik niet al die moeite voor gedaan om alles op een bestelkaart te zetten en het in een keer te kopen. Drama Maar nu begint er een klein dra ma, dat we eventjes van dag tot dag met u zullen volgen: 26 juni: Meneer D. heeft de platen in drie afzonderlijke pakketjes ontvangen en schrijft aan de Audio Club dat hij geen zin heeft om de extra zes gulden aan kosten te betalen. Hij stuurt de bijgevoegde girokaar ten terug en vraagt om een her ziene nota. 2 juli: Hij heeft inmiddels een nieuwe bestelling gedaan, maar de Audio Club stuurt hem een berichtje waarin staat: „We zouden deze bestelling graag uitvoeren maar de computer heeft Uw bestelling geblok keerd. Het blijkt dat er nog een bedragje open staat waarvan de betalingstermijn intussen is verstreken." 7 juli: De heer D. schrijft aan de Audio Club terug: „Dat is dan jammer, maar mijn computer weigerde de rekening te beta len die u gestuurd hebt. Dat heb ik u allemaal geschreven. Stuur mij dus s.v.p. snel uw- verbeterde nota's. 24 juli Hij ontvangt opnieuw een betalingsherinnering van de Audio Club. Maar tot dusver kreeg hij nog geen verbeterde rekeningen. Wat nu? - De heer D. hakt de knoop door en maakt met een eigen girokaart het bedrag minus zes gulden over. Dan is hij er tenminste vanaf, denkt hij. Hij schrijft dit alles nog eens precies aan de Audio Club, verzoekt verder van hun postzendingen ver schoond te blijven en zegt zijn- lidmaatschap op. 20 augustus: Meneer D. ontvangt een gedrukt briefje, dat heet „Memo van de hoofdboekhou ding". Hij wordt er in toege sproken alsof hij een soort gladde oplichter is. En er zit een girokaart bij waarmee hij nog snel het bedrag van zijn schuld kan gaan betalen. Die schuld is op de kaart alvast ingevuld. En als hij dat bedrag ziet staan, valt onze meneer D. de mond open.^ Want dat is niet het oorspron-' kelijke bedrag waarvoor hij zo graag een verbeterde rekening had ontvangen, maar die hij na al zijn soebatten niet kreeg. Al leen nu heeft, hij juist een maand geleden dat geld al zelf overgemaakt. Hij schrijft dit alles maar weer opnieuw aan de Audio Club en stopt al hun briefjes en kaarten en drukwerken er bij. En dan hoort hij eindelijk niets meer. Ook geen excuses Ook geen vergoeding van de kos ten die hij met al dat geschrijf heeft moeten maken." (Uit Koopkracht, maandblad van het Konsumenten Kon- takt). Kuipers: „Ons probleem is altijd geweest dat wij, als een instan tie die binnen een open samen leving als de Nederlandse per definitie moeilijk ligt, nooit echt veel aan public relations kunnen doen. Dat moet ook niet, vind ik: propaganda voor eigen huis is uit den boze in ons vak". „Maar ik kan u wel zeggen dat wij een zeer redelijke staat van dienst hebben. Dat betekent dat beoordelingsfouten in be paalde situaties ons hoogst zel den zijn overkomen. Met an dere woorden: wanneer wij be schikken over voldoende ge gevens zijn de stappen die wy, op grond van onze informaties, nemen altijd adekwaat". Onterecht verwijt Iets anders is het, wanneer er iets gebeurt en het blijkt dat wij daar niet tijdig inlichtingen over hebben ontvangen. Dat was het geval bij de overval op de woning van de Indonesische ambassadeur in 1970. Ons werd toen van enkele zijden falen verweten, maar dat vind ik on terecht". „Falen is datje kunt zeggen: hier zou een redelijk denkend mens anders gehandeld hebben. Maar als je gewoon geen gege vens hebt, dan gaat dat natuur lijk niet op. En dan kun je wel zeggen dat de BVD dan maar had moeten zorgen dat die in formatie er was vantevoren, maar dan kom je in gevaar lijk vaarwater". „Als je iedere dreiging, uit welke hoek dan ook, in de kiem wilt smoren heb je een veel omvan grijker apparaat dan het onze plus een veel grotere bevoegd heid dan de onze nodig. Dan zou -de BVD inderdaad een staat in de staat worden, en dat moet voorkomen worden". „Met de recente ontwikkelingen op het gebied van terreur in ons land is de dynamiek van het BVD-personeel wel toegeno men", geeft drs. Kuipers toe, „er zijn wel eens momenten mee in ons land gespioneerd wordt". „Bij iedere Oost-Europese am bassade, handelsmissie of de legatie kunnen wij zo een paar mensen aanwijzen die hier ge komen zijn om bepaalde din gen uit te vissen. Maar dat be tekent niet datje al die mensen zomaar kunt wegsturen. De re gering heeft politieke en eco nomische redenen om dat niet te doen en bovendien, als je er een het land uitzet komt er een collega van hem voor in de- plaats". Jn de praktijk betekent dat, dat wij moeten werken met een ze kere tolerantiegrens. Of beter gezegd: er bestaat een zekere marge waarbinnen buiten landse spionnen kunnen ope reren. Niet dat de BVD dat van harte goedkeurt, maar het is niet anders. Een soort spelre gel, eigenlijk". Continu proces ,,Je moet het spioneren zien als een continu proces, waar je als veiligheidsdienst controle over. moet zien te houden. Zo'n inci dent als met Netrebski en Sja- rovatov in 1970 is niet meer dan een markeringspunt binnen dat proces. Netrebski had de spelregels overtreden door met zijn auto in het water van de Haarlemmervaart te rijden en in die auto een kaart te hebber waarop allerlei militaire objek- ten stonden ingetekend". „Op dat moment gaat zo'n mar eruit. Maar dat betekent niet dat ons werk daarmee afgelo pen is, natuurlijk. Wij weter wat er onder dat topje van de ijsberg zit: dat moeten wij on der controle zien te houden. Containment is de vakterm voor wat wij doen: het tot het uiterste beperken van de moge lijkheden van buitenlandse spionnen om hier hun taak te vervullen". „Ik ben tevreden met de gedach te, dat onze Dienst daar in de afgelopen tien jaar in redelijke mate in geslaagd is. Ik heb eens een Russisch opleidingshand boek onder ogen gekregen, waarin de BVD in waarschu wende bewoordingen werd ge noemd. Dat is genoeg". Bij zijn afscheid kreeg drs. Kui pers de versierselen, beho rende bij het commandeur schap in de Orde van Orarye Nassau, door „zijn" minister De Gaay Fortman uitgereikt. Minder bekend is, dat uit tal van landen (o.a. Italië, Frank rijk, Belgie, Engeland) soortge lijke hoge waarderingsblijken aan zijn adres zijn afgeleverd. Is het dan niet zo, dat de westerse diensten elkaar meer becon curreren dan helpen, vraag ik hem. Samenwerking „In tegendeel. Soms denk ik wel eens dat de diverse westerse veiligheidsdiensten bij de rea lisering van de eenheid van Eu ropa verder gevorderd zijn dan de regeringen. Er bestaat een constante samenwerking tus sen de westerse diensten, en dat moet ook wel omdat met name de toegenomen terreur een internationaal karakter heeft". „Die samenwerking moet na tuurlijk wel zorgvuldig afge wogen worden. Wanneer een buitenlandse inlichtingen dienst zijn aanwezigheid bin nen onze grenzen zoals het hoort aan ons meldt en om onze medewerking vraagt, geven wy die medewerking in zoverre die verenigbaar is met het Neder lands belang en de Neder landse regeringspolitiek". Wat is het eisenpakket voor een goede BVD-er? Kuipers: „Hij moet intelligent zijn, een goede scholing heb ben, stabiel zijn. Fantasie is een eerste vereiste: het dagelijks werk munt vaak niet uit door opwindendheid, de man krijgt te maken met een lange stroom dorre gegevens". „Alleen als je een goed ontwik keld voorstellingsvermogen hebt zeg je op een zeker mo ZATERDAG 5 FEBRUARI 1977 Op 1 februari is drs. A. Kuipers, sinds september 1967 hoofd van de Binnenlandse Veilig heids Dienst, met pensioen ge gaan. Een paar dagen voor zijn definitieve afscheid van het BVD-complex aan de Presi dent Kennedylaan in Den Haag (in het telefoonboek ontbreekt het adres, maar iedereen kent het gelige gebouw met de hoge radiomasten) zei hij, bij het ontwaken 's morgens vroeg, tegen zijn vrouw: „Nou hoeft de radio niet meer aan". Want dat was een onderdeel van zijn dagelijkse routine geworden: de eerste nieuwsbulletins be luisteren. Je wist immers nooit of je, op grond van gebeurte nissen waar ook ter wereld, niet snel tot aktie zou moeten over gaan. De scheidende 001 ontvangt me bij hem thuis in de laatste uren van zijn ambtelijk bestaan. Aanvankelijk beantwoordt hij de vragen met professionele omzichtigheid. Vooral als er vragen bij blijken te zijn die niet op het vantevoren inge diende lijstje stonden vallen er pauzes, waarin hij met afge wend hoofd en een hand om de mond nadenkt in hoeverre hij zonder het landsbelang te- schaden kan antwoorden. Zijn vrouw brengt thee, hy wil iets fris. „Zal ik de hele fles maar hier laten staan?", vraagt zij als zij de gazeuserijke- ver versing voor hem heeft inge schonken. „Nou, laten we het maar niet te dol maken", ant woordt hy gemoedelijk. Intimidatie „Onze werkwijze lijkt bijzonder veel op die van de pers", zegt drs. Kuipers als ik hem vraag of de BVD het beeld dat de bevol king van de Dienst heeft posi tief inschat, „net als de kranten krijgen wij dagelijks stromen tips binnen en als we er opuit gaan om bepaalde dingen te controleren krijgen we door gaans alle medewerking van- het publiek". „Over dat laatste zul je ons niet horen klagen, in tegenstelling tot wat er soms over dit onder werp in de kranten geschreven wordt. Dan heet het opeens dat wij intimidatie zouden gebrui ken om onze informatie in te- „Er zyn in de loop der jaren in derdaad enkele gevallen ge weest waarin het optreden van onze mensen minder gelukkig was; maar het lijkt me toch zacht gezegd onjuist dat die paar uitzonderingen met de re gelmaat van de klok in de kran ten worden gememoreerd. Als wy bijvoorbeeld een zoge naamd „veldonderzoek" ver richten, waarbij dus de referen ties van iemand, die solliciteert naar een ambtelijke vertrou wensfunctie, worden bena derd, legitimeren onze mensen zich altijd openlijk". „Net als een journalist dat aoet. En net als een journalist gaan wij ook wel eens te rade bij de buren van de persoon waar wij belangstelling voor hebben. Een heel logische daad waar niets geheimzinnigs aan is, lijkt „Onze bevoegdheden gaan ook al niet veel verder dan die van u. De mensen hdeven ons niet te helpen als ze niet willen. Wij moeten onderzoeken, dat is al les. Gelooft u dat het publiek geïntimideerd is als het de BVD-legitimatie onder de neus krijgt? Ik denk dat u dat sterk overdrijft. In ieder geval: de samenwerking tussen BVD en bevolking is veel beter dan wel eens wordt gesuggereerd". - We komen te spreken over de ef ficiency en de vakbekwaam heid van de BVD. Was het niet in die beruchte Chinese las sersaffaire, jaren terug, dat een man in burger, die o zo opval lend stiekeme foto's maakte bij de kanselarij aan de Adriaan Goekoopweg, zich, eenmaal omringd door nieuwsgierigen, nijdig blootgaf met de woor den: „Ik ben van de BVD, ja- lacht u maar even?" geweest dat we opeens voor een zaak stonden die binnen af zienbare tyd stond te gebeuren „Dan kwam je in het holst van de nacht op de Kennedylaan bin nen en dan zat iedereen daar keihard te werken, In hemds mouwen en de dassen los. Tijd om te slapen of te eten was er niet: af en toe een slok koffie of een broodje, maar verder ging je geconcentreerd door, al duurde dat vierentwintig uur of langer. En dan voelde je: dit is het ware werk, dit is leven!" „Maar het publiek merkt door gaans weinig van het resultaat. Hoogstens kun je opeens een paar mannen van de Mobiele Eenheid bij een gebouw zien postvatten, vaak gebeurt er he lemaal niets. Dat is voor ons niet frustrerend, natuurlijk niet". „Als wij de autoriteiten gewaar schuwd hebben gaan wij niet verlekkerd staan wachten of er toch iemand zal zijn die zijn oorspronkelijke plannen zal willen doorzetten. Voorkomen x is ons werk, en dat is bevredi gend genoeg". Spionage Hetzelfde, vindt drs. Kuipers, is het geval bij het tegengaan van' vijandelijke spionage- aktiviteiten. „Wij zeggen wel eens liefkozend „ons kleine Nederland", maar zo onbelangrijk zijn we nou ook weer niet. Nederland is lid van dé NATO en tevens etappe- gebied in geval van een gewa pend conflict. Bovendien staat onze economie op een hoog peil en is onze politiek door zijn grote verscheidenheid interes sant". „Ik wil maar zeggen: na Duits land met zijn militaire concen traties en Brussel als politiek centrum van Europa staat Ne derland op de derde plaats in het rijtje van belangwekkende gebieden voor buitenlandse spionnen. Wij weten ook erg veel over de intensiteit waar PAGINA 21 Door Alexander Munninghoff ment, bij het lezen van een op zichzelf droge informatie, „he". En om dat „he" gaat het nu in ons vak, dat is essentieel. Ver der moet je initiatief hebben, incasseringsvermogen, vol harding. Plus een vanzelfspre kende loyaliteit aan de Neder landse parlementaire demo- kratie". Geen Maigret Zijn er, bij het terugblikken, nog zaken overgebleven waar drs. Kuipers met gemengde gevoe lens aan terugdenkt? Bijvoor beeld omdat er doden of ge wonden bij zijn gevallen in ei gen gelederen dat heeft me al- tyd geïntrigeerd) of omdat een bepaald geval nooit helemaal- opgelost kon worden? Kuipers: „Slachtoffers door uit oefening van de dienst kent de BVD niet.'Wat die open zaken betreft: inderdaad, er is nog wel het een en ander. Overigens, verwacht u nou niet van mij dat ik daar als een soort Maigret na mijn pensionering nog het laat ste woord in wil gaan spreken. Ik heb gezworen me verder buiten de zaken te houden, dat is ook fair tegenover mijn op volger". Bovendien, zoals ik al zei: je moet ons werk zien als een con tinu proces en dan komt het op de persoon minder aan. Het is een gezamenlijke strijd die wij voeren en die bepaald wordt door zijn totale uitkomst. Het is een strijd die eigenly k nooit de finitief gewonnen kan worden op deze manier". ,De eindoverwinning kan alleen maar tot stand komen, en dat geldt voor beide partijen, wan neer er een militair conflict ontstaat, en dat kun je je nau welijks wensen. Of wanneer de onvrije regimes op de wereld door werking van binnen uit tot vrije regimes zouden worden. Of wanneer wij, bewoners van de vrije landen, onszelf door gebrek aan innerlijke kracht willoos tot slaven laten ma ken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 21