Antwoord Mazda op energiecrisis Reliant ook op 4 wielen KIES UW AUTO Het is goed toeven in de Toyota Celica 1600 ST Liftback ZATERDAG 29 JANUARI 1977 De Japanse autofabnek Togo Koggo (hoofdkwartier Hiros- jima) brengt een wereldpri meur op de RAI: de Mazda 323. Een direct en zeer attrac tief antwoord op de energie crisisvan drie jaar terugEen zeer snel antwoord ook, want over het algemeen vraagt de ontwikkeling van een nieuwe auto meer tijdMaar in Hiros- jima vond men, dat er haast diende te worden gemaakt. Omdat de les van de donkere dagen van weleer wees in de richting van een functioneel, handig en economisch wa gentje. Met een model geschikt voor langdurige wereldwijde verkoop. Het moet gezegd: de slagvaar dige Japanners hebben in derdaad een aantrekkelijk, compact en zeer compleet wa gentje neergezet. Leuk om te zien, goed afgewerkt en mak kelijk hanteerbaar. Om zo te zeggen: een "echte Europese Japanner"Eindelijk is afge stapt van die eeuwige hoge gordellijn met oplopende rug. Op het eerste gezicht doet deze nieuwe Mazda denken aan de Vauxhall Chevelte of de Opel Kadett City. De wagen, die in zes uitvoerin gen in de Nederlandse sho wrooms zal verschijnen, is di rect na de RAI verkrijgbaar. En wat nog beter is: tegen zeer concurrerende prijzen. De goedkoopste versie (de 323 EL 3-deurs, met een vier cilinder, 'J85 cc motor van 45 DIN-pk, goed voor een topsnelheid van ongeveer 120 kilometer) gaat f 10.695 kosten, terwijl voor het duurste type (de 323 AS 5-deurs automaat met een 1272 cc motor van 60 DIN-pk en een top van ongeveer 137 km) een bedrag van f 13.195 moet worden betaald. Men kan derhalve kiezen uit twee motorendrie of vijf deu ren en uit vier of vijf versnel lingen (overdrive) of een au tomaat. Maar alle modellen zijn standaard erg compleet uitgerust. Bijvoorbeeld met niet alleen een achterruitver warming maar ook met een ruitenwisser achterop. De in kleurige ruiten stof uitge voerde stoelen zitten uitste kend. De bestuurder heeft goed uitzicht op het prettig sober en strak gestyleerde dashboard. De bedienings- hendels zitten direct binnen bereik achter het stuur. De kleine, uitgekiend geplaatste pook is verbonden met een echt Japanse, dus uiterst soe pel functionerende versnel lingsbak. De achterbank (een geraffi neerde benutting van elke millimeter beschikbare ruimte zorgt ook daar voor een comfortabele zit) is sa mengesteld uit twee aparte stoelen, die los van elkaar kunnen worden neergeklapt. Maar goed ook, want door de hoge bodem is de bagage ruimte inderdaad niet over weldigend. Dat Uomt mede doordat de Ja panse constructeurs na rijp beraad toch de voorkeur heb ben gegeven aan de motor voorin en aandrijving op de achterwielenZe kennen blik semsgoed de voordelen van een voorwielaandrijving maar zij zeggen, dat alles voorin de zaak onder de mo torkap te gecompliceerd maakt. Wat een nadeel zou zijn bij economisch onder houd. De monteur kan nu ge makkelijk bij alle onderdelen wat de onderhoudskosten moet drukken. En - zoals al gezegd - de gehele conceptie van deze 323 is ge baseerd op economisch ge bruik. Daarin moet natuur lijk ook het benzineverbruik passen. De fabriek geeft cij fers op van 1 op 12 of zelfs 1 op 13. Dat hebben we niet kunnen con troleren in de korte tijd, dat we de wagen hebben kunnen rijden op het Miyoshi- testcentrum van Mazda, en kele tientallen kilometers bui ten Hirosjima. Wel hebben we toen al kunnen ervaren, dat de schroefveren voor en achter (met Panhard-stang) een aanvaardbare garantie bie den voor het overleven van dwarsgeplaatste tramrails en Belgische "kinderhoofdjes" Door de kleine draaicirkel (9,6 meter) kan de 323 scherp en snel overeen uiterst bochtig circuit worden gejaagd. En we hebben gehoorddat het ge luidsvolume van de motor zelfs op topsnelheid dik bin nen de perken van het aange name bleef. We zullen daar te zijner tijd nog wel uitvoeriger op terugko men. Maar reeds nu zijn wij ervan overtuigd, dat dit pro- dukt uit het land van de rij zende zon inderdaad een zon nige toekomst tegemoet rijdt. Het sobere, strakke en fraaie dashboard van de Mazda 323 jj u De RAI verwacht op de komende personenauto meer dan vierhon derdduizend bezoekers. Dat is een daggemiddelde van meer dan veer tigduizend. We kunnen ons voor stellen, dat er mensen zijn die er weinig voor voelen zich in zo'n drukte te storten. Vooral ook omdat het verkeer rondom het KA1- complex in die dagen een gekken huis zal zijn. Voor de thuisblijvers die toch geïnteresseerd zijn in wat de automarkt vandaag de dag te bieden heeft, kan het jaarboekje, dat de KNAC weer heeft uitgege ven een uitkomst zijn. Het is al vele jaren een begrip voor hen, die prijs stellen op betrouwbare, objectieve en zover mogelijk bijgewerkte in formatie over auto's. Het staat al ja ren hoog op de lijst van best ver kochte boeken in zijn categorie. De KNAC-leden hebben het gratis toegestuurd gekregen, anderen kunnen het in de boekwinkels ko pen. Reliant, hier vooral bekend doorzijn driewielers Regal en Robin is met een jaarproduk- tie van 20.000 voertuigen het grootste onafhankelijke En gelse automerk sinds de na tionalisatie van British Ley- land. Daar sinds twintig jaar elke Reliant wordt uitgerust met een kunststof carrosserie is de fabriek ook de grootste Europese polyester glasvezel-verwerkende in dustrie. Deze Reliant heeft zijn pro gramma onlangs uitgebreid met de "Kitten", een volko men nieuw vierwielig wa gentje, dat op de komende RAI-tentoonstelling zijn Eu ropese première zal beleven. Dit, gelijktijdig met de robuuste zeer luxueus uitgevoerde Scimitar GTE, die als "specia list car" al op een succesvolle carrière in Engeland kan bo gen. Ook met een polyster dus ongevoelig Lichte beschadigingen. Zeer compleet en uiterst com fortabel o.m. door de rundle deren stoelen en het geringe geluid. Voorzien van een drie liter Ford V6-motor, goed voor een topsnelheid van tegen de 200 kilometer per uur. Met een actieradius (door de grote benzinetank en het relatief lage gebruik); van maar liefst 800 kilometer. Maar zo'n pakket-luxe-op- vier-wielen kost f38.200. Daar kan men bijna drie Kittens voor kopen. Trouwens, der tien mille voor zo'n kleine, zeer compacte Kitten is ook niet uitgesproken goedkoop. Maar daar staan vele pluspun ten tegenover. Een uiterst handig en handzaam wa gentje, dat een draaicirkel heeft van maar zeven me ter. Door de polyester carros serie en de aluminium motor is het gewicht zeer laag geble ven (530 kilo), zodat het kar retje zeer gunstig in de we genbelasting paradeert. Bovendien kan het 850 cc 4-cilinder motortje een top van 130 km per uur bereiken bij een zeer acceptabele ge- luidsproduktie. De vering is heel redelijk. Het benzine verbruik verrassend laag: on der gunstige omstandighe den tegen de 1 op 20. Daarbij komt nog, dat een lange levensduur mag worden ver wacht. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek rijdt op dit moment 97,5 pro cent van alle in de afgelopen tien jaar in Nederland ver kochte Reliants nog steeds onbekommerd rond. Volgens de importeur in Veen- endaal ligt een inruilwaarde van enige duizenden guldens na een intensieve gebruik- speriode van zo'n tien jaar zelfs binnen de reèle ver wachtingen. Geen wonder, dat die verwachtingen in Veenendaal toch wel hoog gespannen zijn. Maar weinig fabri kanten houden hun "geheimen" vast tot op auto shows als de ko mende RAI (10-20 februari). De meeste fabrieken komen er al eerder mee op de prop pen. Zodat we al vluchtige verken ningen konden maken van enkele auto's, die op de RAI als "primeur" worden gebracht. Links de Mazda 323, rechts de Reliants-op-vier- wielen. De Scimitar CTE Misschien dat we na een studie de r oplossing nog eens kant en klaar krijgen voorgeschoteld, maar tot nu toe is het komeetachtige suc ces van de Japanse auto voor ons eigenlijk nog niet verklaard, jlh het prille begin kon men van een nieuwtje spreken. Toen was het nog exclusief in een Japanner te 'rijden. En er zijn altijd mensen, die graag iets anders doen dan anderen. Maar dat hoort inmid- dels al jaren tot het verleden. En r er veranderde niets. Integendeel. I de curve van de verkoop bleef stijgen. Even zat de klad erin tij- I dens de energiecrisis, maar me- teen daarna was het weer raak. ]De succesvoorstelling werd gepro longeerd. Bij herhaling. Een gloednieuw Japans merk deelde onbekommerd in de glorie. Er wordt nu bijna achteloos met tientallen duizenden auto's per jaar gegoocheld. Alsof het niks is. |l|oe komt dat toch? Want in de tests komen de Japanse auto's er niet altijd onverdeeld gunstig af. Ze- ker, algemeen wordt de com pleetheid van de uitrusting ge- J prezen. Men is meestal ook goed te spreken over de geboden ruim- te. En unaniem is men enthou- siast over de versnellingsbakken. {Maar de modellen zijn nogal mono toon - men kan de merken vaak 'nauwelijks van elkaar onder scheiden - de onderstellen wor den meestal nog "klassiek" ge noemd (om het niet ruwer uit te drukken) en in de stuurkarakte- ristiek komt men veelvuldig het woord "vaag" tegen. Bovendien, ook wat prijsstelling betreft staan de meeste Japanse wagens niet meer in de voorste gelederen. jZelfs na zo'n uiterst vluchtige ana lyse rijst al de vraag: "Hoe kan het dan gebeuren, dat de Japanners zo snel de succesladder blijven bestijgen?" "Dat komt vooral door de betrouw baarheid", zegt men in Leid- schendam. En daar heeft men wel recht van spreken. Want al heeft Louwman en Parqui niet het Ja panse spits afgebeten, het bedrijf heeft met Toyota toch wel de zwaarste pionierarbeid verricht. Vanaf het toen vrij snel veroverde bruggehoofd heeft het een voor: sprong opgebouwd die andere merken nooit hebben kunnen in halen. "Het is de betrouwbaarheid", houdt men daar vol. En dan ko men de verhalen van dealers, die meer dan èen merk verkopen en die hun Tovota-klanten zo weinig terugzien in de garage. Eigenlijk alleen voor de vastgestelde servi cebeurten. Helaas kunnen wij zo'n belangrijk facet van een auto niet goed be naderen in- de korte tijd, dat we zo'n wagen ter beschikking heb ben. Bovendien, er zijn meer merken, die op een grote be trouwbaarheid prat gaan. Ook Europese. Maar het kan best een groot deel van het blijvende Japanse succes uitmaken. Misschien zullen we het eens lezen in een proefschrift van iemand, die op dit onderwerp promoveert. Dit was een nogal uitvoerige inlei ding tot een babbeltje over een Japanse wagen, waarin wij met redelijk plezier hebben gereden- de Toyota Celica 1600 ST Lift back. Een mondvol, zo'n naam. Belangrijke kenmerk van het model: een schuin aflopende da klijn en een derde deur, waarvan het scharnierpunt aan de boven kant ligt. Er bestaat ook een ver sie met een 2 liter motor (de GT), maar wij hadden de 1600 ter be schikking. Om te zien een aan trekkelijk karretje. Het nadeel van zo'n coupe is na tuurlijk de geringere ruimte voor de achterinzittenden. Ook de ba gageruimte is door de vrij hoge vloer niet overweldigend. Maar dat kammen in voorkomende ge vallen verbeteren door de ach terbank naar voren te klappen. Een mogelijkheid, die men tegenwoordig in vele modellen tegenkomt. Men zit vrij laag in de overigens uit stekende stoelen. Van daaruit heeft de bestuurder door het driespakige houten stuurwiel een goed zicht op de twee grote en drie kleine ronde klokken op het dashboard van het cockpittype. Het is nogal massief gecon strueerd, maar dat hoort bij het type auto. Uit de console steekt het korte pookje, waarmee men de als steeds weer grandioze versnel lingsbak kan dirigeren. De Ja panners doen dat heel knap. Niet te week, niet te stug. Net lekker soepel schakelend. In de Celica 1600 St. Liftback zit een vijfde versnelling, die dienst doet als overdrive. Men weet het: bij een bepaalde snelheid de motor in een lager toerental schakelen voor minder geluid en minder consumptie. We zijn echter niet achteroverge- vallen van het effect van deze overdrive. Deze 1600 ST heeft een vrij rumoerige motor, die vooral boven de - laten we zeggen - 100 kilometer per uur zelfs tegen het kabalige aanligt. En daar men met deze wagen de 160 kilometer per uur kan halen (al trekt hij tegen de top maar moeizaam door) is het begrijpelijk, dat men nogal eens van dat lawaai kan ge nieten. En dan helpt de overdrive maar weinig. Bovendien gaat dan de verder steeds uiterst gemakkelijk en prettige besturing weer over in die al eerder genoemde vaagheid. Men kan met deze Celica daarom maar beter niet het onderste uit de kan willen hebben. Dat mag hier trouwens nog steeds niet. Minister Westerterp heeft vorige week nog in de Senaat gezegd, dat hij het niet wil hebben. En zijn Japanse collega houdt ook voet bij stuk. Waarom zullen we ons dan druk maken over die kleine minder prettige karaktertrekjes? De Ce lica heeft er trouwens nog een paar. Hoewel er duidelijk wat verbeterd is aan de vering en de wielophanging is en blijft er een starre achteras in de wagen ge monteerd. Met alle dribbelige onhebbelijkheden van dien. Van windgevoeligheid is deze Celica ook niet vrij te pleiten. En nu we toch bezig zijn. We hebben geen intervalschakelaar voor de rui tenwisser kunnen vinden. Bo vendien hebben sproeier en wis ser aparte bediening, ook niet gemakkelijk. Tenslotte: waarom geen waarschuwingslichtje als de choke uitstaat? Geen onoverkomelijke hindernis sen, maar toch wel een gemis in een auto, waarvoor men toch zo'n zeventien mille moet neertellen. En als men de twee-liter-versie wil hebben dan komt men op 22 mille. Toch geen bedragen, die erom liegen. Bovendien is deze Celica niet overdreven zuinig. Natuurlijk, er wordt wat steviger aan getrokken als men zo'n spor tief ogende, sierlijke coupé onder' handen heeft en een verbruik van" een op negen is bij zo'n gebruik ook niet om van verdriet in huilen uit te barsten, maar we nemen toch ook niet meteen de pen ter hand om in jubelbrieven de lof der zuinigheid te bezingen. Aan vaardbaar, maar niet bijzonder gunstig. Misschien klinkt het zo achter el kaar wat somberder dan wij beoogden te zijn, want ze zeiden het na de inleiding al, we hebben met deze Celica heel plezierig ge reden. Als men maar geen extre miteiten verwacht. Wat dat be treft belooft hij uiterlijk meer dan hii innerliik waarmaakt. En ei genlijk is dat de enige echte te leurstelling. Voor het overige was het best goed toeven in deze Ce lica 1600 ST Liftback. Het drukke dashboard van de Toyota Celica 1600 ST Liftback

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 25