ORIENT EXPRESS
8H3EE®-
WOENSDAG 12 JANUARI 1977
PAGINA 25
De trein boemeldehet was
maar met een vaartje van veer
tig kilometer per uur. We ston
den in het gbngpad voor het half
geopende raam en staarden
toen al drie uur aaneen naar het
landschap van Turkije. De een
tonigheid schoof voorbij en er
was geen mens te zien.
In de verte waren heuvels en
misschien dat daarachter dan
eindelijk de torens van de mi
naretten en moskeeën van Is-
tanboel zichtbaar zouden wor
den. Maar dat zou nog drieën
eenhalf uur duren. Het was
toen half twee in de middag; in
Istanboel overviel ons de warm
te, de zon gaf een schel licht en
we begonnen te transpireren.
Onze ogen prikten, er was een
gevoel van lichte misselijkheid..-
Dat moest komen van het tekort
aan slaap, de honger en de
dorst.
Achtentwintig wdr had die laat
ste etappe met de trein geduurd.
Een etmaal plus vier, waarin
iederq beginnende sluimering
steeds ruw verstoord werd door
mannen met kniptangen, die
ons reisbiljet vorderden, andere
mannen die het paspoort wilden
zien, gevolgd door kerels voor
wie we de koffer moesten open
maken.
En er waren lieden met een on
duidelijke beambtenstatus, die
wilden dat we geld bij hen koch
ten: dinars in Joegoslavië, le-
wa's in Bulgarije en lires in
Turkije Geld, waarvoor in die
treinniets te koop was, geen eten
en geen drinken. Ook op de per
rons van de stations, die we
aandeden en waar we vaak
lang - anderhalf, twee uur-stil
stonden, ontbraken buffetten.
We hadden in die achtentwintig
uur heel zuinig gedaan met de
paar snoepjes en het 'pakje
kauwgom, dat we in Italië, twee
dagen eerder, als wisselgeld
hadden gekregen toen we onze
hotelrekening hadden betaald
en de kassier geen kleine coupu
res van de laaggeprijsde lire
had. Ook hadden we in het
vierde uur van die lange reis
een hard broodje met een sterk
riekende plak rode worst gekre
gen van een Bulgaarse vrouw,
die ons later als tegenprestatie
zou verzoeken wat geld voor
haar te smokkelen.
En dan waren er drie jongens
uit Irak, die in Sofia instapten
en ons af en toe een teug bron
water uit een gezinsfles gunden.
Zo, als een man die van ontbe
ringen leek te weten, kwam de
reiziger in Istanboel aan, op de
grens van Europa en Azië. Het
was dinsdagmiddag; donder
dagavond in de week daarvoor
was hij uit Parijs vertrokken.
Viereneenhalve dag en vijf
nachten onderweg, terwijl niets
klopte en alles verkeerd ging. 't
Had een romantische reis moe
ten zijn: nog een keer mee met de
"Orient-Express"3041 kilome
ters in een sfeer van chique,
avontuur, nostalgie - het kon
nog.
Komend voorjaar staakt de
Compagnie Internationale des
Wagons Lits deze, haar meest
beroemdedienst op de reis naar
het nabije oosten. Het kon nog,
maar het ging niet. Parijs-Is-
tanboel werd een reis, die hoe
wel 'stijlvol met de Orient-
Express begonnen, al spoedig in
allure afdaalde tot dat van het
boemeltie van Purmerend.
En zo waren er meer vorsten, die
hun hart verpandden aan de
„Oriënt-Express": koning Boris III
van Bulgarije ging in het begin van
de jaren dertig zo ver om een ma
chinistencursus te volgen. Hij eiste
daarna van „Wagon Lits" dat hij
minstens een keer per maand op de
bok van de trein zou staan.
Het werd Boris toegestaan; niets
was teveel of te gek gevraagd op de
„Orient-Express".
Zaterdagmiddag in Milaan, jawel:
daar stond die trein weer, bestemd
voor het traject naar Istanboel. En
ook ons slaaprijtuig is er in opge
nomen. Dus toch? Maar er is geen
conducteur; die zal pas in Venetië,,
over vier uur en veertig minuten
aan boord komen. Tot zolang is er
een lagere spoorwegbediende, die
de indèling van de cabines regelt.
Wij mochten in nr. 22 plaats nemen.
We drapeerden ons op de chaise-
longue en haalden de leesboeken te
voorschijn; de misere van de vorige
dag was spoedig vergeten.
Tot in Venetië die conducteur in
derdaad detréin besteeg, 'n Joegos
laaf was het, een ruwe man wiens
eerste daad was om alle passagiers
in de slaapcabines naar buiten te
jagen.. Niemands reservering klop
te! riep hij in het Duits en trok kof
fers uit de cabines het gangpad op.
Een geweldig kabaal ontstond en
de conducteur moest voor zijn ont-
ruimingswerk versterking halen;
een dikke man in burger kwam er
bij, die steeds met een zakdoek het
zweet uit zijn nek veegde.
Zo ging dat: vier uur lang ge
schreeuw in vier talen, gewapper
met reserveringsbiljetten, reizigers
die steeds hun cabines herbezetten
- wij ook - en de conducteur die
zich telkenmale in zijn eigen hokje
opsloot om zijn bloeddruk te laten
zakken.
Triest naderde en we dachten: is dit
nu het avontuur en de opwinding
van de "Orient-Express"? Gaan we
zo de nacht in?
Nee, besloten we. De trein kwam
tot stilstand: Triest, havenstad aan
de Adriatische Zee. We pakten onze
koffer en stapten uit, een eenzame
wandeling door de donkere stad
volgde. We gingen ten slotte slapen
in een kamer in het oude hotel Im-
pero, waar het waterglas door lang
ongebruik vastgekleefd zat aan het
plankje boven het fonteintje.
Romantiek
Als dan toch zo'n reis met de
"Oriënt-Express" onderbroken
moet worden, dan maar liever zoals
in het jaar 1907. Een geweldige
sneeuwjacht dwong de trein toen
tot stilstand en elf dagen bleef dat
zo. Afgesloten van de buitenwereld
raakte het voedsel in de trein op;
voor water moest men sneeuw
smelten. Toen de hongersnood
dreigde zijn het personeel van de
trein en passagiers de besneeuwde
steppen ingegaan om er op wolven
te jagen.
Het vlees van die dieren bleek zeer
smakelijk.
Zondagmorgen. In Triëst stond de
trein naar Belgrado, zonder slaap
rijtuig. We deelden onze coupé met
een Joegoslavisch paartje, dat in
Zwitserland in de horeca werkte.
Ze maakten nu een vakantiereis
naar hun vaderland.
Zij was erg verliefd op hem, hij niet
zo erg op haar. Als zij even de coupé
verliet, boog de jongeman zich naar
ons oVer om te zeggen dat de Zwit
serse en Duitse meisjes veel meer
"tip-top" waren dan de Joegoslavi
sche. Verder was er in de coupé een
Bulgaar, die te verstaan gaf dat hij
professor in de medicijnen was. Hij
dronk uit een fles pruimenjenever
en zou zeer dronken worden en ten
slotte in slaap vallen.
De professor had ook-naar Sofia,
zijn reisbestemming, kunnen vlie
gen, vertelde hij ons met een dikke
tong. Maar hij had eens de ervaring
gehad met een klein vliegtuigje in
een storm te geraken. En sedert
dien.... hij nam nog een slok.
Triëst-Belgrado, 750 kilometer,
zestien uur sporen. Ljubljana, Za
greb, Stemska Mitrovicia kwamen
voorbij; in een restauratiewagen
konden we staande een bord lin
zensoep leegeten. Het werd donker
buiten, bij aankomst in Belgrado
was het middernacht. Weer een ho
telkamer.
Maandagmorgen. Belgrado lag
twqe uur achter ons en we passeer
den Cvetoapebo. In ons spoor
boekje stond Svetozarevo, maar
hier schrijven ze dat in het cyril-
lysch. We waren er voor gewaar
schuwd: de reis naar Istanboel zou
heel lang duren en in de trein waren
geen bedden. Dan maar niet; eens
moesten we toch aankomen. Negen
uur duurde de reis naar Sofia,
hoofdstad van Bulgarije. De einde
loze controles begonnen door
mannen, die anders dan Joegosla
vische, grimmig en wantrouwend
Dollars
Er kwamen drie studenten uit Irak
in onze coupé, opgeWondert jon
gens met nieuwe koffers vol
whisky en sigaretten, die ze in' Sofia
in de "free shop" met dollars had
den gekocht.
Ze praatten trouwens uitsluitend
over dollars en of wij er nog een
stel voor hen te koop hadden
Het was alweer avond en de trein
vorderde tergens langzaam, stond
soms uren stil bij stations, die je
nie'ko" ontwaren omdat er boven
de smalle perrons slechts een gloei
lamp bungelde.
De nacht door, controles, alsmaar.
Halfslaap, schrikken, honger,,
dorst. Eén van de Irakezen snurkte.
Toen, om zes uur, werd het licht.
Dinsdagmorgen. Over tweeëneen
half uur, om half negen, zouden we
in Istanboel aankomen, volgens de
dienstregeling. We gingen, alvast
voor het raam staan.
Doch over honderden kilometers in
Turkije, dat we inmiddels binnen
gereden waren, werd door ploegjes
arbeiders aan de railzen gewerkt.
Steeds weer moest de. trein zijn
snelheid terugbrengen tot zo'n der
tig kilometer per uur. We begonnen
de kilometerpalen langs het baan
vak te tellen. Tot half twee 's mid
dags. Toen waren we in Istanboel.
De terugreis, per vliegtuig, duurde
drie uur. Op Schiphol zei ons de
marechaussee-man van de
paspoort-controle, nadat hij iets
met een computertje gedaan had,
dat we in het opsporingsregister
«tonden.
Het ging om een niet-betaalde par
keerboete van 25 gulden; ter plekke
te voldoen of anders het land niet
Wat een afknapper. Geen sneeuw
storm die ons tegenhoudt, of een
meute wolven op de rails of een
commando Macedonische vrij
heidsstrijders; anders misschien
wel een Agatha Christie gestileerd
lijk in een der treinwagonnen, dat
de reis doet onderbreken.
Nee, de Orient-Express staat stil
vanwege het ordinaire feit dat men
sen van de Italiaanse Spoorwegen
in staking zijn gegaan.
We zijn in Brig, voor de Zwit
sers-Italiaanse grens en er helpt
geen lieve moedertje aan: we moe
ten onze bagage bijeen garen, slof
fen en sjamberloek verwisselen
voor daags tenue en onze
eenpersoons-cabine, die chique en'
knus tegelijk is, verlaten.
De „Orient-Express", vertrektijd
uit Parijs donderdagavond 23.53
uur, gaat niet verder. Slechts ach-
teneenhalf uur hebben we van het
dure comfort genoten. Goed gesla
pen, dat wel.
We moeten nu de "Baron van de
rails", zoals die "Orient-Express"
genoemd wordt, verlaten. Over
stappen op een alledaags Frans
treinstel, dat ons nog door de Sim-
plontunnel zal slepen naar de Ita
liaanse grensplaats Domodossola.
Daar wacht een bus - kan 't erger?
En het was die donderdagavond zo
goed begonnen. We hadden in Pa
rijs een licht souper tot ons geno
men in de enige stationsrestauratie
in Europa, die nog de sfeer van de
belle epoque heeft. Le Train Bleu
heette dat indrukwekkende restau
rant, 't had prachtige obers van het
oertype, geornamenteerde wanden
en plafonds en een spijskaart als
een dichtbundel. Hoog boven de
perrons van het Gare de Lyon was-
•het gelegen; vanaf onze zitplaats
aan een raam konden we neerzien
op perron 1 en daar stond de trein:
"Orient-Express".
Zeven minuten voor middernacht,
die donderdag, zouden we vertrek
ken. Beloofde aankfcmst in Istan
boel na drie nachten en twee dagen,
zondagochtend 8.25 uur.
Een half uur voor vertrek liepen we
perron 1 op, langs het lange trein
stel, de wagendelen voor Milaan,
Belgrado, Athene of Sofia nege
rend. Onze wagon immers, die met
het uit-de-tijdse slaapcomfort,
heette nr. 99 en aan dé ingang ervan
stond een kwieke Wagons Lits-
conducteur. Messieurs les vbya-
geurs bienvenus, straalde hij uit en
voerde ons naar cabine 32; het bed
was reeds opgemaakt.
Misschien nog trek in een snack?
informeerde de conducteur er was
rauwe ham uit de Auvergne, voorts
had hij een schotel gerookte zalm.
Een nachtmutsje dan:, un scotch,
uri bourbon?
De trein begon te rijden, het Gare
de Lyon uit. We stonden in het
gangpad voor onze cabine en keken
naar links en rechts, naar de
mede-passagiers in ons rijtuig.
Er stond een heer in een regenjas,
met een rugzak om, he! Een keurig
in zwart geklede jonge Aziaat, die
zijn haar in een knotje droeg, een
dame met een laag hondje, dat de
cabine in- en uittrippelde, een va
der met zijn goed gelijkende tiener-
zoon, een jong echtpaar met iden
tieke gabardine jassen aan.
Passagiers op de „Orient-Express".
Op 5 juni 1883 reed hij voor het
eerst, deze trein die historie zou
maken. De „Orient-Express was
een schepping van de oprichter van
de Compagnie Internationale des
Wagons lits, de Belg Georges
Nagelmackers. Hij had zijn ideeën
uit Amerika gehaald, waar luxe
Pullman-treinen van kust naar kust
reden.
Zo'n soort trein in het eigen, we
relddeel, van de Noordzee bij Calais
tot Azië, aan de Bosporus bij Con-
stantinopel - dat moest een bestsel
ler zijn en tevens, oordeelde Euro
pees denker Georges Nagelmac
kers, een einde maken aan het be
krompen nationalisme van al die
staatjes, waardoorheen de rails
zouden lopen.
De eerste „Orient-Express reed
weg van het Parijse Gare del'Esten
koos zijn route over Straatsburg -
Stuttgart - München - "Simbach -
Wenen - Presburg - Boedapest -
Szegedin - Orsova - Boekarest -
Gieurghewu dan was het nog
een stukje per boot naar Constanti-
nopel, thans Istanboel geheten.
De „Oriënt-Express" had maar een
jaar nodig om tot een succes te
worden: al in 1884 was de frequen
tie van de trein naar het oosten op
gevoerd tot zeven maal per week.
En hij maakte naam met zijn dure
reizigers, koningen en prinsen en.
sultans, spionnen, koeriers en mai-
tresses, die zaten en lagen en ander-
zins in de met mahoniehout be
timmerde wagons met Perzische
tapijten op de vloer, gestucte pla
fonds en lederen fauteuils. In het
keukenrijtuig stonden grootmees
ters uit de Franse haute cuisine.
Verdwenen
Al die luxe is allang verdwenen en
ook de route van de „Oriënt-
Express" is gewijzigd; in onze da
gen rijdt hij van Parijs over Mon-
tj;eux - Milaan - Venetië - Triest -
Belgrado - Sofia - Dimitrovgrad -
Kapikule naar Istanboel. Nog even,
want begin oktober dit jaar werd op
een Europese spoorwegconferentie
in Joegoslavië besloten dat de
„Oriënt-Express er uit moet, in het
voorjaar van '77.
Bij de Compagnie Internationale
des Wagon Lits in Parijs kwamen
talloze protesten binnen, maar 't
was niet anders: de trein van de
„voyage romantique" gaat op-stal.
Daarom waren wij die donderda
gavond in Parijs aan boord van de
trein geklommen, omdat later te
laat zou zijn. „Ik zal zorgen dat u
niet gewekt wordt door douane of
politie", zei de Wagon Lits-
conducteur toen we Parijs verlaten
hadden en Melun voorbij reden -
het raam in onze cabine was aan het
beslaan. De conducteur liet ons
twee papieren invullen over wat we
bij ons hadden aan geld en goede
ren en wenste goedenacht.
We kropen in het zachte bed en
sliepen terstond. Kedonk-
kedonk-kedonk ging het wiegelied,
kedonk-kedonke-fuut.
Graham Greene, Harold Robbins,
Agatha Christie, Ian Fleming met
zijn James Bond schreven over de
„Orient-Express", ze lieten intrige
ren, moorden en vrijen in die trein.
Ook de Nederlandse romancier A.
den Doolaard droeg een boek op
aan de trein. Pag. 171:ze wist nu
wel dat het reizen met een luxe
trein het beste middel was om je
eenzaam te voelenAl dat be
leefde gebuig en gefluister was' na
tuurlijk maar omdat ze geld op tafel
legde. Geld voor de glimmend ge
warmde borden met het deftige
merk W.L. Wagons Lits". Geld voor
het tafelzilver, voor de geslepèn
ramen die er zo ingewikkeld uitza
gen dat een gewoon mens ze niet
open kon krijgen, geld voor het
malle ventileermolentje en voor de
rozehouten betimmering. Alleen
voor wat de koffie kostte, at een
boer een heel maal:
En toen kwam Brig. De conducteur
zag er onthutst uit toen hij ons
wekte met zijn bord vol ontbijt. De
Italiaanse Spoorwegen staken! Hoe
moet dat nu, hoe moet dat nu?
„Quelle confusion!
En meneer heeft er zo duur voor
betaald.
Een half uur later wuifde hij ons uit,
toen we overgestapt in een gewone
trein, de laatste kilometers naar de,
Italiaanse grens ondernamen, door
de Simplontunnel, naar Domodos
sola.
Hét sprookje was uit.
Drie uur stonden we op het statio
nspleintje van Domodossola, als
landverhuizers tussen pakken en
zakken. Orient Express? Nee,
kleumen in de schaduw van een
Alp als een ijstaart, tegen de gevel
van Gd. Hotel Victoria. Er zou een
bus komen, zegde een Italiaan in
uniform toe, maar wilden we verder
alsjeblieft niks aan hem vragen,
want hij zou geen stakingsbreker
zijn!
De bus kwam, tenslotte, en reed
ons in tweeënhalf uur naar Milaan.
Op het majestieuze station van die
stad waren alle loketten gesloten;
geen informatie over hoe de reis
verder moet.
Blijf kalm, zoek een hotel, ga sla
pen. Morgen zal 't beter zijn. Had
die conducteur in Brig, bij het af
scheid niet gezegd, dat er een kans
was dat de „Orient-Express" wel
licht zaterdag in Milaan, zij het met
„een ander treinstel, zijn lange reis
zou hervatten? Welterusten;
tweede nacht.
Pistoolschot
Op 28 mei 1961 werd in de
„Orient-Express" Het laatste pis
toolschot gelost, het miste. Wapen
geweld hoorde bij die trein; in het
begin van-de eeuw scheen het zelfs'
als toppunt van chique te gelden
dat degene, die je om politieke of
amoureuze naar het leven stond,
zijn crime in de „Orient-Express"
uitvoerde.
Er werd overigens ook flink gerot--
zooid in de jetset-trein van de belle
epoque. Danseressen van de opera
van Boedapest reden graag een
baanvak met de reisduur van een
nacht mee, om rijke reizigers nog
meer comfort te bieden in hun
treinsalons.
Koning Leopold de Tweede van
België had een eigen rijtuig voor de
„Orient-Express" laten bouwen,
waarin hij met zijn maitresse Cleo