Het lijkt net of ze even weg zijn voor 1 12-uurtie "GEZIN" VAN UNIEK 'JAN MET DE PET WEER HET EERST DE DUPE...' Terugblik op 1976 DONDERDAG 30 DECEMBER 1976 ALPHEN AAN DEN RIJN - Eind februari van dit jaar werd een zwarte bladzijde geschreven in de geschiedenis van Alphen. Op die dag gingen de beide Alphense werven dicht. Voorgoed Althans: voor één van de beide werven is pas het doek voorgoed gevallen. Op het terrein van de Industrie, in het hartje van de gemeente gele gen, zullen luxe Rijn oeverwoningen worden ge bouwd. De andere werf is nog niet aan z'n definitieve eind ge komen. Puik Als het zou moeten kan die werf van vandaag op morgen weer vo lop draaien. Alle machines zijn er nog en verkeren in puike condi tie. Scheepsbouwers zouden op de werf de Vooruitgang aan de Steekterweg onmiddellijk aan de slag kunnen. De Vooruitgang aan de Steekter weg. De grote poort is dicht. In het kleine raampje van de deur die toegang geeft tot het kantoor zit een provisorisch bel-bordje. "Hier melden s.v.p." We bellen. Even later staat B. J. Arents, voor malig bedrijfsleider van de werf voor ons. Hij noodt ons binnen in de kille gang en vervolgens in een warm kantoortje. "Kantoor, kan tine, keuken, alles tegelijk". Een klein kacheltje zorgt voor de behaaglijke temperatuur. De verwarming is net de dag ervoor uitgevallen: een onderdeel had het begeven. "Er is al een mon teur bij geweest, dat komt wel weer in orde met die verwar ming", aldus Arents. In orde In orde. Orde is er ook op het kan toor. De bureau's staan er in nor male "werkslagorde". De direc tiekamer, die we later krijgen te zien, vertoont nog hetzelfde beeld als op de dag van sluiting. Foto's van op d' werf gebouwde schepen aa."> j muur modellen in vitrines. Alleen de aanwezigheid van pape rassen op de bureau's maakt dui delijk, dat de mensen niet net even weg zijn voor hun twaalf uurtje in de kantineMaar voor de restHet is niet eens bijzon der stoffig, wat je na zoveel maanden sluiting toch eigenlijk wel zou mogen verwachten. Fel Verantwoordelijk voor die orde en netheid zijn drie man, de laatste werknemers van de Vooruitgang die nog werk hebben op de werf. Behalve de voormalig bedrijfs leider Arents (49), fel en bruisend van dynamiek, zijn het Dirk van der Zwart (57), flegmatiek, en H. Arents (44) de broer van de voor malig bedrijfsleider, die wegens ziekte afwezig is. "Toeval", aldus Arents, "mijn broer was onderhouds-monteur- kraanmachinist en moest uit hoofde van die functie wel ach terblijven. Dat is ook gebeurd op de Industrie". Deze drie mannen zijn er voor verantwoordelijk, dat de nu zo stille werf in puike con ditie verkeert, zo weer aan de slag zou kunnen. "Ja, die stilte en rust om je heen. Je wordt er af en toe kregel van. Ik heb liever zeventig man om me heen, drukte en lawaai van de werf in het bedrijf. We hebben het hier wel eens zo druk gehad, dat je niet wist wat te beginnen. Vaak zat hebben we daar op geschol den. Maar eigenlijk weet je nu pas wat je mist Hoofdschuddend' Arents zwijgt, veelbetekenend. Verbreekt de stilte ween "Ja we doen nu dat onderhoud, we heb ben er de handen vol aan, maar we kunnen er onze eigen tijd over doen. Maar wat voor zin heeft het allemaal", vraagt hij zich hoofd schuddend af. Voor de zoveelste keer, bekent hij. "Schepen bouwen?" Arents over de toekomst. "Dat zal nooit meer voorkomen. Ik ben bang van niet", houdt hij toch nog een sprankje hoop in zijn hart levend. Terugkijkend; vluchtend voor die mogelijk bittere toekomst die toch nog niet helemaal lijkt aanv aard: "Vooral dit is een leuk be drijf geweest. Als we weer eens alleen maar een deel van een schip aan het bouwen waren, dan voelde je naar verloop van tijd de spanning onder de mensen groeien. Wanneer gaan we weer een heel schip bouwen? Die vraag ging ons dan beheersen, allemaal, van de nageljongen tot de baas. We waren met z'n allen scheepsbou wers, met hart en ziel". Van der Zwart mengt zich in het gesprek. "Op die grote werven heb je mensen lopen die de hele dag niets anders doen dan deuren inzetten. Of bepaalde laswerken verrichten. De hele dag, dag-in, dag-uit, week-in, week-uit, niets anders dan dat. Specialisten zo gezegd. Hier op de werf deed je van alles. Natuurlijk, ook wij hadden onze specialisten. Maar als het speciale karwei waarvoor je stond erop zat. dan deed ie wat anders. Je had allemaal deel aan de hele bouw van het schip: van het las sen tot het aftimmeren toe". Een collectiviteit die bevorderlijk was voor de sfeer de mannen van de Vooruitgang gingen er prat op, dat ze met een eigenlijk vrij kleine ploeg een compleet schip met alles erop en erin konden bouwen. En dat ze dikwijls wer den geprezen om de grote zorg en kwaite t van het werk. Hun vakm-nschap werd geroemd, het deed hen deued. Die herinneringen leven nog sterk bij de achterblijvers. Allebei scheepsbouwers van jongs af aan. Arents, geboren in Lobith, komt uit een geslacht van scheepsbouwers, "m'n vader, m'n opa Van der Zwart, Alp- henaar van geboorte, begon ruim veertig jaar geleden op dezelfde werf waar hij nu zijn laatste da gen uitdient. Arents werkte zich door hard wer ken en zelfstudie op tot bedrijfs leider. Van der Zwart werd een kundig voorman, die via de mari newerf en een werf in Brabant zo'n zes, zeven jaar geleden weer terugkwam bij de Vooruitgang. "In Brabant werden we weggesa neerd, in verband met de Delta werken. Daardoor zakte het wa terpeil immers". Zij tweeën en monteur- kraandrijver Arents zijn op de ten dode opgeschreven werf achter gebleven. Hun opdracht luidt simpelweg: de werf moet in zo'n staat blijven, dat hij zo weer kan gaan draaien. Dat betekent, dat de machines moeten worden onderhouden, de gereedschappen geregeld nage zien. Dat betekent bewaking. De zieke Arents woont vlakbij het bedrijf, boven de vroegere kan tine waar z'n vrouw indertijd de scepter zwaaide. Ook zij is werk loos geworden door de sluiting. "Dat betekent een hele klap voor hun inkomen", mompelt Arents. Die in weerwil van het feit, dat z'n broer vlakbij woont in de wee keinden nog wel eens een kijkje gaat nemen op de scheepswerf. "Als vroeger, toen we nog volop draaiden". De drie mannen voeren hun op dracht gewetensvol uit. "Alles kan zo weer aan de gang. Maar waarom, ik weet het niet. Ik weet net zo min als jullie wat er in de toekomst gaat gebeuren, die is voor mij even duister. Of er nog ooit scheepsbouw komt is afhan kelijk van de scheepsbouwcom- Er is sprake van geweest of mis schien nog wel, om scheepswerf De Dageraad van Woubrugge naar hier te halen. Maar ik zie 't niet. Er zijn immers geen op drachten. En wat moet zo'n werf nu hier naar toe komen om hier ook niks te doen. Nee, ik zie 't niet. Eigenlijk ben ik toch al stomverwonderd, dat we hier nu nog zitten. Ik had in juni, juli het einde ai verwacht. Maar dit jaar zitten we wel uit Op dit jaar volgt een ander. Wat dan? Van der Zwart "Ik ben er al aardig naar toegegroeid. Als je de radio en tv volgt over de ontwik kelingen in de scheepsbouw Ik zeg dan, Dirk, maak je maar geen moeite meer. Ik heb veertig jaar in de scheepsbouw gezeten. Als je Boersma moet geloven, dan moet ik nog verbandjes gaan leg gen. Zie je mij dat doen? Ik niet", laat hij er volkomen begrijpelijk op volgen. "Ik ben 57, als jè 57Va bent ben je oud. Al voel ik me niet zo. Ik heb in die veertig jaar een aardig loon opgebouwd, als ik weer ergens anders aan de slag zou moeten, zou ik er zo weer zo'n tweehon derd gulden oo achteruit gaan". "Wat straks" Van der Zwart past daarvoor. "Als ik zo terugkijk op de laatste tien jaar. Ik ben van de marinewerf naar Brabant gegaan, werd daar voorman. Toen moest de werf weg door de Deltawerken. Ik ben na twintig jaar weer terug gekomen op Alphen. Maar m'n loon ging omlaag, m'n huur om hoog. Zou ik dan nu weer met m'n loon omlaag moeten, voor de derde keer m'n jasje moeten uit trekken? Daar begin ik niet aan", besluit hij zijn kijk op "wat straks?" Voor Arents ligt het allemaal wat anders, hij is vijftig, geen man om stilletjes stil te zitten. "Ik ken het arbeidsbureau en het gemeen schappelijk administratie kan toor nog niet van binnen. Dat zal er straks wel van komen", geeft hij mistroostig te kennen. Erg 't Is erg. Als je in 25 jaar iets hebt opgebouwd, gewerkt en geleerd. Begonnen als nageljongen, me opgewerkt tot bedrijfsleider, 't Is erg, als dan je stoel onder je van daan geschopt wordt. Wat moetje nu Zelf weet hij het niet. "Ik heb wel aanbiedingen gehad", vervolgt hij, "maar uiteindelijk hoorde je er toch niets meer van. Eigenlijk ben je te oud, het salaris watje hebt opgebouwd, je bent te duur". Er komt meer bij. "Een geschikte baan terugvinden, zelfs als ik in salaris achteruit zou moeten. Waar doe je dat? M'n vijf kinde ren hebben allemaal werk in Alphen, pas één is er de deur uit. Wat moeten zij als wij zouden moeten verhuizen. Bovendien, ik woon hier nu veer tien jaar en ik heb het hier prima naar mijn zin. M'n vrouw wil hier helemaal nooit meer weg". Een dilemma: Arents ziet de ge schikte banen in Alphen en om geving niet direct liggen. Refe reert daarbij aan één van de ont slagenen op de werf. 32 jaar, bijna Klap "Een halfjaar heeft hij zijn kop stuk gelopen om aan ander werk te komen. Die jongens krijgen een klap waar je van ijst". Wanhopen doet Arents niet "Ik kom wel weer aan de slag", zegt hij dof. Dof, omdat het, zo vreest hij, niet de scheepsbouw zal zijn. Zelfs niet als er op de Vooruitgang weer schepen zouden worden ge bouwd. "Dan komt er een andere werf naar hier. Met hun eigen personeel. Die hebben hun eigen dure jongens dan al, mij zullen ze dan echt niet nodig hebben". Terugdenken aan de laatste dag doen ze niet veel', meer. Aanvan kelijk nog wel. Arents lag er nachtenlang van wakker. "Maar op het laatst word je er onver schillig onder", aldus Van der Zwart. Stront Vervolgens: "Wij, de arbeiders hebben na de oorlog wat opge bouwd in Nederland, altijd ston den we klaar, stakingen zijn hier toch immers nauwelijks ge weest? We stonden schouder aan schouder, we kregen stront als dank. Want nu, nu er weer een zekere mate van kentering is, is hij weer het eerst de dupe, Jan- met-de-Pet. En ik vraag me echt af of dat wel altijd zo noodzakelijk is". JAN UITZETTER De werf ligt er verlaten bij. Oud-bedrijfsleider Arents (rechts) en Van der Zwart be horen tot de laatst overge blevenen. "We waren met z'n allen scheepsbouwers, in hart en ziel Nu wachten ze af, met een mengeling van gelatenheid en verbittering: "We kregen stront als dank Adry Freudenthal (39) waakt over kroost van werkende ouders ALPHEN AAN DEN RIJN - "Al die vooroordelen tegen werkende moeders Ik kan er goed in meevoelen, tót datje in situaties komt, waarvan je zegt, nee, dat is ook niet goed. Ik geloof niet dat ik mijn eigen kinderen naar een crèche zou sturen, maar ik heb in al die jaren wel geleerd dat er acceptabele redenen zijn om het wel te doen". 'Niet alleen omdat moeders soms financieel gedwongen worden om een baan te zoeken. Ik kan me best voorstellen dat er moeders zijn die zeggen; "ik heb niet voor niets al die jaren gestudeerd". Kinderen hebben niets aan een chagrijnige moeder die tegen de muren opvliegt Door Christa van Hees Freudenthal (39), kleuterleid ster en moeder van vier spruiten in de leeftijd van 7 tot 13 jaar, is daarnaast al jaren "moeder" van het enige "gastgezin" dat Alphen rijk is. In principe kunnen kinde ren (al vanaf 6 weken) de hele dag van 8 tot 18 uur terecht in de Ju weelstraat, waar Adry Freuden thal ook schoolgaande kinderen tussen de middag opvangt en ze - als dat nodig is - van school haalt en ze ook nog naar judoles brengt als dat zo te pas komt. Dol 'Ik ben dol op kinderen. Het liefst heb ik er tien om me heen. Als je een klas met 40 kinderen gewend bent geweest is twee kinderen ook een beetje iel", vertelt Adry, om aan te geven hoe de situatie was toen zij een jaar of tien gele den in een flat in een Utrechtse nieuwbouwwijk werd gecon fronteerd met een jonge buur vrouw die er tegen de muren op vloog en aan het werk wilde. 'Mijn man is geoloog en was vroe ger vaak de hele zomer weg en met twee kleine kinderen kon ik toch de deur niet uit. Zelf was ik nooit op het idee gekomen. Het is allemaal heel toevallig begonnen met die jonge moeder, die de hele flat afging met de vraag of ie mand haar baby op kon van gen Van het één kwam het ander. En toen zij een jaar of zeven geleden naar Alphen verhuisde, waar toen juist de eerste peuterspeel zaal open ging, was al spoedig bij de gemeente bekend dat zij en kele kinderen kon en wilde op vangen. Daarom prijkt haar adres nu in de gids voor Alphen aan den Rijn onder het hoofdstuk "crè che". Stroom Sinds vorig jaar echter de (drukbe zochte) crèche van het Leger des Heils werd gesloten, kwam er een stroom van kinderen los voor wie geen opvang was. Het crèche- werk is Adry Freudenthal, die een enorme wachtlijst heeft, wat boven het hoofd gegroeid. "Er is in Alphen geen enkele opvang voor kinderen van werkende moeders. De peuterspeelzalen zitten gortvol en zijn bovendien niet geschikt voor kinderen met werkende moeders. Ze zijn open van 9 tot 12 en welke vrouw kan een baan vinden van half tien tot half twaalf? Soms is er zelfs voor kinderen die naar de kleuterschool kunnen geen plaats". Ideaal "Ik heb voor mezelf altijd het idee gehad dat als de kinderen groot genoeg waren, ik weer een baan als kleuterleidster zou nemen. Maar er is een enorm overschot aan kleuterleidsters, op mij zit niemand te wachten en aan het crècehwerk is een enorme be hoefte. Alleen, wat mij betreft, op deze ma nier kan het niet langer. Mijn ideaal is om een groter huis te ko pen, met bijvoorbeeld een aparte kantoor- of praktijkruimte of iets dergelijks, die ingericht zou kun nen worden als crèche. In de loop der tijd hebben al heel wat men sen aangeboden om te komen helpen, maar hier in huis leent de ruimte zich daar niet voor, we zit ten aan ons maximum. Toos Tacnis (de kleuterleidster die drie morgens per week bij springt) wil ook graag uitbreiden. Dan wordt het voor mij mis schien ook mogelijk om tussen door eens een week vakantie te nemen en het huis af te sluiten. Anderen kunnen dan in de prak tijk of kantoorruimte het crè- chewerk een week overnemen. Deze zomer heb ik de boel voor het eerst een maand gesloten. Eigenlijk ben ik er aan toe om eens een jaartje niks te doenIk kan het me niet permitteren om ziek te worden - ik ben het ook nooit geweest, maar de schrik slaat me wel eens om het hart Vooralsnog echter lijkt het voor het gezin Freudenthal financieel niet haalbaar om zo'n huis te kopen, voor zover ze al voorhanden zijn. En ruimte huren brengt teveel fi nanciële risico's met zich. Bo vendien, "als je de deur uitgaat ben je de echte gezinssituatie kwijt. Nu zijn we één grote fami lie", vindt Adry Freudenthal. Nergens Wanneer je een gebouw moet huren moetje de huurprijs doorbereke nen. Nu betalen de ouders f 1,50 per uur. Als dat méér wordt is het voor de werkende moeders niet meer op te brengen, denkt Adri Freudenthal. Voor sommigen is die prijs nu al een probleem, heeft "De laatste weken ben ik benaderd door buitenlandse werknemers. Man en vrouw moesten beiden financieel noodgedwongen wer ken en er was geen opvang voor de kinderen. De man zei me, ik kan f 10 per dag betalen - daar moest dan een gratis lunch bij - meer kon hij niet opbrengen. Dat wordt een enorm probleem, want deze mensen kunnen nergens te recht". Zekerheid "Wanneer ik hiervan zou moeten leven zou ik ermee moeten stop- pen: je kunt er niet van leven. Als ik alleen zou komen te staan zou ik een andere baan moeten zoe ken. Het bestaan van gastgezin biedt te weinig financiële zeker heid. Ik weet nooit van tevoren wie er komen, de ouders betalen alleen voor de uren dat hun kin deren hier zijn". Op de vraag of haar eigen kinderen niet tekort komen zegt ze: "We hebben het er vaak over en ik vraag er steeds naar. Ik heb het echter zo geregeld dat ik, als ze thuis komen, tijd voor ze heb. De meeste kinderen komen alleen 's morgens - hun moeders wer ken halve dagen, 's Middags lig gen de kinderen die de hele dag komen (niet schoolgaand dus) op bed. Aan de andere kant vinden de kinderen het ook zalig. Er is altijd vertier genoeg, er zijn altijd speelkameraadjes voorhanden". Kinderen zijn er de afgelopen jaren in alle soorten en maten en met hun eigen "gebruiksaanwijzing" geweest. Ieder kind heeft zo zijn gewoontes. "We hebben eens een jongetje ge had dat alle sleutels in huis door de w.c. trok en één van de kinde ren wil 's morgens als het komt eerst een half uur in de grote stoel zitten met een appeltje". De meesten echter willen als ze ko men, tekenen en dat betekent dat er altijd ruimschoots papier en potlood bij de hand is in huize Freudenthal. Trouwjurk Rond de klok van tien is het tijd voor potje of w.c. en dan kan het gebeuren dat er een trouwjurk, geliefd attribuut voor verkleed partijen, in de w.c. wordt terug gevonden. Na de thee om half elf, wordt er een keuze gemaakt uit de koffer vol grammofoonplaten met kinder liedjes. Vaste prik, behalve op dagen dat er "storm in de lucht zit". Rond kwart voor twaalf ko men de broodtrommeltjes te voorschijn, zodat ieder kind al heeft gegeten, wanneer het door zijn of haar moeder wordt opge haald. Aan toe Het is volslagen duidelijk dat er in Alphen een opvang voor kinde ren nodig is. Alphen is er aan toe", meent Adry Freudenthal die voor de keus staat: stoppen, nu het allemaal wat teveel dreigt te worden, of doorgaan in een an der, groter huis met hulp van an deren. De Alphense wordt heen en weer geslingerd tussen enerzijds haar liefde voor kinderen en het gege ven dat er een schreeuwende be hoefte aan kinderopvang is en anderzijds de wetenschap dat zij op de huidige manier niet door kan gaan zonder er op den duur zelf aan onder door te gaan. Adrv Freudenthal: "Stoppen, of doorgaan in groter huis

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 27