"Calamiteit
trekt zich
niets aan
van een
rooster..."
Woonwagenbewoners volgen ontwikkelingen kritisch
ACT,t MOET
Brandweer
desnoods
weer tot
een actie
bereid
DONDERDAG 30 DECEMBER 1976
BULLEN NieT
SLAGEN
e bo uur n O et
LUKKEfl riET AL
<Ü1 KOPSTUKKEN
LEIDEN - Het gillen van de
klonk niet minder strijdlustig die fe-
bruariweek. Toch was de door de stad
snellende brandweerauto nog meer
een opvallend verschijnsel dan ge
woonlijk al het geval is. Spandoeken
op de wagen getuigden van de onvre
de, die er binnen het korps heerste.
Anno 1976 schuwde ook de brand
weerman het voeren van desnoods
harde acties niet. Al bleef de kwaliteit
van de hulpverlening voorop staan;
het niet meer wassen van de dien
stauto van de burgemeester paste wel
in een stipheidsactie. De brandweer
eiste werktijdverkorting: van 72 naar
60 uur per week.
De brandweerlieden hadden genoeg
van de voortdurende aandacht, die
hun probleem al geruime tijd kreeg
van nu weer eens een werkgroep en
dan weer eens een commissie. Met een
brief aan de gemeenteraad beoogden
ze de oplossing te versnellen. Maar ze
vergisten zich in het werktempo van
de Leidse gemeenteraad.dat het beste
te vergelijken is met de snelheid van
een slak, die in de bocht afremt (vrij
naar Wim Kan). Vier vergaderingen
lang bleef de brief op de agenda staan
en evenzovele keren was een omvan
grijke afvaardiging van de brand
weer, i7i uniform en voorzien van een
pieper, op de publieke tribune aan
wezig.
Pas de vijfde maandagavond kwam de
brief aan de orde. En toen besloot de
meerderheid van de raad, op voorstel
van burgemeester Vis, om de behan
deling weer op te schorten; tot de be
grotingsbehandeling. Een beslissing
die formeel niet onjuist kon worden
genoemd, maar ook een volkomen ne
geren van de gevoelens, die op dat
moment leefden bij de brandweer, be
tekende. Een tactische blunder van de
eerste orde. Diezelfde nacht besloten
de brandweerlieden op een spoedver
gadering om de volgende dag al tot
acties over te gaan.
Dat er wel degelijk ruimte tot improvi
seren was, bleek twee dagen later al.
Toen gaf wethouder Van Dam de weg
aan naar het compromis, dat aan het
einde van die roerige week zou wor
den gesloten. Met het geld dat aiiders
aan het uitbetalen van overuren zou
worden besteed, kon het korps ditsda-
nig uitgebreid worden, dat althans op
papier een 66-urige werkweek moge
lijk was. Zodat wachten op de begro
ting eenvoudig overbodig was ge
weest. Beloofd werd toen bovendien
door B.enW.datna anderhalfjaar de
60-urige werkweek ingevoerd zou
worden.
Een commissie brandweer, i
korps zelf vertegenwoordigd was
ging weer aan de slag. Qp 22 oktober
bracht de commissie een eerste rap
port uit. En dat is nog steeds niet in
"een orgaan van de gemeenteraad be
handeld. Waarmee het ook* weer on
waarschijnlijker geworden is dat
binnen anderhalf jaar na de actie de
zestigurige werkweek gerealiseerd
zal zijn.
Dat de brandweer aan die eis nog altijd
vasthoudt, lijdt geen twijfel, zo blijkt
uit een gesprek met de heren J. Im-
mink en C. van der Meyden. Twee le
den van het comité, dat destijds de
acties organiseerde. De traagheid
waarmee het laatste rapport in be
handeling wordt genomen, heeft tot
nieuwe geprikkeldheid onder het
korps geleid
"Als de gemeente nu arbeidsrust wil,
moeten ze niet zo doen. Anders staat
er zo weer een actie voor de deur. En
die zal dan heviger zijn dan de vori
ge", wordt er gezegd. "Als het weer zo
lang gaat duren, wordt onze achter
ban onrustig. We vertellen wel steeds
wat de ontwikkeling is, maar de be
lofte van die anderhalf jaar blijft be
staan. We zijn al tien maanden ver
der; in augustus zou een 60-urige
werkweek gerealiseerd moeten zijn.
Tenminste: dan moeten de mensen er
bij gekomen zijn. Want het duurt nog
wel vijf maanden voor ze inzetbaar
zijn. Daarom zeggen we: 1 januari
1978, dan moet het rond zijn".
Hoe ziet het werkschema van een ge
wone brandweerman eruit? Hij is 24
uur achtereen in functie en dan weer
24 uur thuis. In die laatste periode
kan het toch nodig zijn dat hij erop
uittrekt, bij grote calamiteiten. Het
afgelopen jaar waren dat bijv. de
branden in het Heerenlogement en De
Burcht. In de 24 uur dat hij op de ka
zerne dient te zijn, kan een brand
weerman een aantal uren slapen, al
naargelang de drukte.Om tot een zes
tigurige werkweek te komen, zijn vol
gens Immink en Van der Meyden zes
brandweermensen nodia.
Maar in stadhuiskringen wordt niet zo
hard gedacht aan een dergelijke uit
breiding van het korps. Nog altijd
zijn er gedachten in de richting van
bijv. inschakeling van vrijwillige
brandweermensen. Van der Weyden
daarover: "Ik wil er niet te veel over
zeggen, de mensen denken al gauw
dat het broodnijd of zo is.
Toen met de branden in De Burcht en
het Heerenlogement, hadden we alle
mensen nodig, zes bleven er nog ach
ter in de kazerne. Die baanden zijn
met een enorme vakmanschap aan
gepakt. Daar is een grote getraind
heid voor nodig. Als we daar niet als
team zouden hebben geopereerd, dan
zou de binnenstad er een parkeerter
rein voor 3000 auto's hebben bijge-
kregen".
Een andere gedachte in dezelfde stad
huiskringen is om het aantal parate
functies terug te brengen. Hetgeen
Immink en Van der Weyden ook. af
wijzen. "Geen conimandant die dat
zal accepteren"Zo blijft er op papier
met dienstroosters geschoven worden;
een oplossing is er nog niet.
Waarnemend-commandant De Haas
zegt: "Een calamiteit trekt zich nu
eenmaal niets aan van een dien
strooster. Zet dat maar in de kop".
JOHN KROON
LEIDEN - De recreatieve sport in
Leiden zit in de lift. De tijd, dat
Sportstichting-voorzitter Piet
Biegstraten de aanwezigen op de
nieuwjaarsreceptie toesprak met
een rouwband om de arm, is
voorbij. "We zijn bezig om een ja
renlange achterstand in te lo
pen", zegt hij als we samen met
directeur Gé Philipsen terug
blikken op 1976. Een jaar waarin
diverse sportaccommodaties tot
stand kwamen. Bijvoorbeeld het
moderne zwembadcomplex "De
Zijl", dat de stiefmoederlijk be
deelde zwemsport in één klap uit
de misère haalde. Hoe groot die
behoefte was, blijkt wel uit de cij
fers. In nauwelijks drie-en-een-
halve maand namen 125.000
zwementhousiasten een duik
in één van de buitenbaden.
En directeur Philipsen rekent voor
dat de overdekte baden de laatste
maanden door gemiddeld 4500
zwemmers per week worden ge
bruikt 1200 scholieren, 1800 par
ticulieren en 1500 verenigingsle
den. De familiezwemuren op
zondagochtend, en de zwemuren
voor bejaarden op donderdag zijn
een succes. Biegstraten; "Ik las in
het clubblad van De Zijl/LGB,
dat men er sinds de opening van
"De Zijl" 450 leden bij heeft".
Voor zwemmend Leiden zit er
nog meer in het vat, want in
Zuid-West zal naast de Vijf Mei-
sporthal nog een nieuw zwembad
worden gebouwd.
Meer nog dan in "De Zijl" zal hier
rekening worden gehouden met
het recreatieve zwemmen. Phi
lipsen: "We hopen in januari een
plankeuze te maken. Als we in
juni 1978 klaar willen zijn - dat is
de opzet - zal er uiterlijk mei '77
met de bouw begonnen moeten
zijn. De bedoeling is dat er voor
de kleintjes een speciale "water-
crèche" komt.
De raad zorgde er voor, dat in het
bad een beweegbare bodem
komt, zodat het ook voor water
polo te gebruiken is.
Tegelijk met het zwembad zal er
ook een nieuw restaurant worden
neergezet. De bestaande zal
daardoor beschikbaar kunnen
komen voor de denksporten. Ge
volg van de operatie zal wel zijn,
dat er een voetbalveld moet wor
den opgeofferd. Maar de
Boshuizerkade-club, die ver
trekt. krijgt een nieuw speelveld
in het Morskwartier waar ge
werkt wordt aan de bouw van
vier nieuwe voetbalvelden en één
trainingsveld, in de buurt van het
nieuwe DOCOS-complex. Bo
vendien staat daar tegenover, dat
in Zuid-West een nieuw handbal-
veld tot stand kan worden ge
bracht. Een al jaren levende
wens. Datzelfde geldt voor de
roeivereniging "Die Leythe", die
vier ton kreeg voor de bouw van
een nieuwe botenloods.
Verheugd is men bij de Sportstich
ting over de totstandkoming van
de sportzaal aan het Broekplein
in de Merenwijk. Afgezien van
een enkel nog resterende uurtje
wordt er elke avond en gedu
rende het weekeinde gesport.
Badminton, basketbal, gymnas
tiek. Ook staan de Merenwijkers
te trappelen van ongeduld om te
gaan tennissen. De vereniging,
die inmiddels is opgericht, telt al
600 leden. Philipsen; "Tennis is
in Leiden enorm populair aan het
worden". De Sportstichting-
directeur schrijft dat mede toe
aan het feit dat sportsterren als
een Wim van Hanegem ook ten
nissen. „De invloed, die van deze
topsporters uitgaat wordt nogal
eens onderschat".
Als het allemaal lukt zal het aantal
tennisvelden in Leiden binnen
afzienbare tijd verdubbeld kun
nen worden. Naast de 17, die er
nu al zijn, komen er 8 bij in de
Merenwijk, heeft Unicum aan de
Haarlemmertrekvaart plannen
voor nog 2 banen, en ligt er het
uitbreidingsplan voor Roomburg
met 3 banen.
De vervulling van deze sportwen-
sen betekent niet dat het verlang
lijstje van de Sportstichting nu
leeg is. Philipsen: "De voetbal
velden in Leiden hebben nog al
tijd erg veel te lijden van overbe-
speling. Zes wedstrijden in een
weekeinde op één veld is te veel.
Kijk maar eens wat er gebeurt
met de velden aan de Boshuizer-
kade. Vier wedstrijden zou het
maximum moeten zijn. Een open
vraag is ook nog steeds: wat ge
beurt .er met Pomona? De wens
van de Sportstichting is om het
complex achter de Anna-Kliniek
te behouden en er twee volwaar
dige velden van te maken. Dan
wacht de atletiekvereniging nog
steeds op een verbetering van
"De Leidse Hout".
"Een geweldig stuk recreatie"
noemt voorzitter Biegstraten de
realisering van de overdekte ijs
baan aan de Vondellaan. "De in
itiatieven van Ton Menken zijn
boven alle lof verheven. Vanaf
het eerste moment, zijn we over
tuigd geweest, dat het een succes
zou worden". Toch heeft de grote
belangstelling ook Ton Menken
wel enigszins verrast "we zijn
uitgegaan van 232.000 per sei
zoen, maar we zitten nu al rond
die 200.000. De ijshockeyschool
telt al meer dan 300 leerlingen en
de raming van het kunstrijden
werd duidelijk overschreden; er
zijn inmiddels 170 leerlingen.
Maar Ton Menken rust niet op zijn
lauweren. In januari wordt be
gonnen met trimochtenden. Ver
der loopt hij met plannen rond
om geregeld marathonwedstrij
den en sprinttoernooien in de hal
te houden. Volgend jaar zal er in
de Ton Menken-ijshal bovendien
competitie-ijshockey worden ge
speeld. Morgen is de officiële op
richtingsdatum van de club die
"Leiden Lions" zal gaan heten.
Men start in de tweede divisie.
Rond de baan komt een voorlo
pige tribune-capaciteit voor 1000
Toekomstdroom van Ton Menken
is om de hal met 30 meter te ver
lengen en in deze uitbreiding 2 of
3 indoor-tennisbanen en een bas
ketbalveld aan te leggen.
De opening van de overdekte ijs
baan heeft er wel toe geleid, dat
de tennisbanen niet langer opge
spoten hoeven te worden. Vol
gens de Sportstichting was het
een bijzonder kostbare zaak,
terwijl de animo de laatste jaren
terugliep.
"Nu de baan aan de Vondellaan
ligt kunnen we er zonder bezwaar
mee stoppen", aldus Philipsen.
Bram van Leeuwen
LEIDEN - Bijna een jaar nadat het
Stadhuisplein door woonwagens
werd bezet (januari/februari), le
vert een terugblik eigenlijk niet
anders op dan deze conclusie: de
drie eisen die toentertijd door de
woonwagenbewoners werden
geformuleerd en waaraan de
overheden tegemoet zouderrko-
men, zijn voor het merendeel nog
niet ingewilligd.
Alleen de toegezegde noodvoorzie
ning van tien extra staanplaatsen
op het regionaal woonwagencen
trum aan het Trekvaartplein, is
deze maand gereedgekomen. Het
totaal aantal plaatsen is daarmee
op 78 gekomen, waarbij over
igens zij aangetekend dat het aan
tal wagens dat nu op het centrum
staat, 84 a 85 bedraagt. Aan de
overige twee eisen - ontkoppe
ling van leenbijstand en staan
plaats, en het creëren van kleine
kampjes in de regio - wordt nog
steeds gewerkt
Maar eerst even een stukje ge
schiedenis. Het begon allemaal
met de koppeling van de zgn.
leenbijstand aan het hebben van
een staanplaats. Er waren so-
wie-so te weinig staanplaatsen in
de regio. En om dat probleem
enigszins in de hand te houden,
redeneerde de gemeente Leiden
zo: wie leenbijstand wil hebben
voor de aankoop van een woon
wagen (een renteloos voorschot)
dient over een staanplaats te be
schikken. Dat dat wrevel, wekte,
ligt voor de hand. Want er waren
geen staanplaatsen. En toen dan
ook een van de woonwagenbe
woners een beroep deed op de
gemeente Leiden, kreeg hij nul
op request. En steeg de woonwa
genbewoners het water naar de
lippen.
In de vroege ochtend van 14 januari
streek een achttal woonwagens
neer op het Stadhuisplein. Ze
zouden er zes weken blijven tot
dat drie eisen zouden worden in
gewilligd; een noodvoorziening
met tien plaatsen op het regionaal
woonwagencentrum, ontkoppe
ling van leenbijstand en staan
plaats, en het creëren van kleine
kampjes in de zestien gemeenten
die bij het regionaal woonwagen-
centrum waren aangesloten.
De ontkoppeling van leenbijstand
en staanplaats - waarover CRM
en Ged. Staten zich in het verle
den al meermalen positief heb
ben uitgelaten - is inmiddels een
zaak van de Kroon geworden.
Aan de realisering van kleine
kampjes, wordt moeizaam ge
sleuteld. Leiderdorp is intussen
het verst waarschijnlijk zal er
volgend jaar juni een kampje
voor acht woonwagens kunnen
worden geopend. Daarna komt in
Oegstgeest, waar de voorberei
dingen in een tamelijk vergevor
derd stadium verkeren, en ver
moedelijk zal dan ook Lisse vol
gen.
Verdeeld
Bij het betreden van het regionaal
woonwagencentrum blijkt intus
sen al snel dat de meningen van
de woonwagenbewoners tame
lijk verdeeld zijn, als hun de
vraag wordt voorgelegd of ze te
vreden zijn over de resultaten van
hun actie op het Stadhuisplein.
Mevrouw Trees Kuyer (43), die ten
tijde van de bezetting dagelijks
op het Stadhuisplein te vinden
was, die niet zelden als spreek
buis van de woonwagenbewo
ners fungeerde en dat nog steeds
doet, zegt „Dat is mijn persoon
lijke mening hoor, maar als ik
goed terugkijk naar wat we vroe
ger hadden, dan is wat er nu ge
beurt, gewoonweg fantastisch.
Leiderdorp en Oegstgeest, die
krijgen van mij de vlag en de
wimpel, als ze kunnen zeggen;
over zeven maanden zijn onze
kampjes open."
Trees Kuyer is daarentegen verbol
gen over wat er in Voorschoten
gebeurt. In die gemeente wordt -
zoals dat heet - „gesoebat": ver
moedelijk zal er geen woonwa
genkampje komen, omdat be
paalde groepen van mensen daar
tegen zijn. Motief: geen. Trees
Kuyer zegt „Je krijgt daar als
woonwagenbewoner niet de be
handeling waar je als mens recht
op hebt. Maar ik denk niet dat het
gewone volk in Voorschoten
tegen een kampje is. Ik heb er zelf
vijftien jaar gewoond en gewerkt
en ik kom er nog wel bij mensen
op bezoek. En ik geloof gèwoon
niet dat de hele bevolking erte
gen is., maar dat dat bepaalde
mensen in de gemeenteraad
zijn".
Als Trees Kuyer overigens terug
blikt op de - gedisciplineerd ver
lopen - bezetting van het Stad
huisplein, bekruipt haar weer een
zekere spanning; „We wilden ac
tie voeren, maar we wilden ons
van een menselijke kant laten
zien. En we hebben ons ontzet-
tend ingehouden. In die zes we
ken heb ik geestelijk meer gele
den dan ik in een paar jaar zou
doen. Er kwamen mensen langs,
tijdens die bezetting, die zeiden;
o, dat zijn zigeuners. En die aller
lei andere rot opmerkingen
maakten. We hebben toen ook
twee bom-meldingen gehad.
Anoniem. Eén bom-melding was
tegen de woonwagenbewoners
gericht en de andere tegen het
stadhuis. Dat was van een groep
die ons aansprakelijk wilde stel
len. En dat begrijp ik gewoon
niet".
„Harde acties, dat konden we niet
doen. Want we waren in feite al
veroordeeld. De mensen hadden
ons vooraf al veroordeeld., en dat
kan ik niet uitstaan. En we heb
ben de echte actievoerders soms
ook gewoon moeten tegenhou
den, bij wijze van spreken met
een strop om de nek en de boeien
aan de handen. Want in zo'n si
tuatie - en de mensen zagen het
echt niet meer - hoef je maar iets
te zeggen en er ontploft een bom.
Dat was geestelijk enorm zwaar
om ze dan'rustig te houden en al
tijd te zeggen; denk erom, je bent
al veroordeeld en als je nog iets
doet, krijg je de strop".
Volgens Trees Kuyer heeft de be
zetting in elk geval nog iets opge
leverd; een kritische instelling bij
de woonwagenbewoners: „De
omliggende gemeenten moeten
nou niet denken, dat we stil gaan
zitten. Wij gaan door met onze ac-,
tie tot het bittere einde. En gaat
het niet goedschiks, dan maar
kwaadschiks." Wim Wirtz