Koesen weet absoluut niet wat mystiek is
Mooie foto's
van auto's
en fabrieken
Boekenplank
'Zelf doen in en om
het huis': prijzig...
Oud gegeven in 'n
zoetig verhaaltje
Kent gij
Hendrik
niet...?
Van refor
matie tot
revolutie
Pacificatie
van Gent
Locomotieven
Uit leven
van een
paragnost
DONDERDAG 30 DECEMBER 1976
Wim Koesen: Mystiek, mysterie en mys
tificatie
Uitgave Amsterdam Boek BV, Amster
dam.
Er bestaat op het ogenblik veel onrust
over het steeds groeiend gebruik van
drugs. De houding die men officieel
aanneemt beweegt zich tussen grote
verdraagzaamheid en het geduldig be
handelen van "patiënten" tot harde po
litionele maatregelen en straffen. Er is
dan ook zeker behoefte aan goede
voorlichting omtrent het hele pro
bleem van de drugs. Het is er ernstig
genoeg voor. Hoe komen steeds meer
jonge mensen tot het gebruik van
drugs? Het lijkt zeker dat naast
nieuwsgierigheid en meedoen aan de
mode ook een ernstige onvrede er de
oorzaak van is.
Wim Koesen, een free-lance journalist
die enige bekendheid geniet vanwege
zijn Groot Hondenboek en vanwege
zijn medewerking aan Avenue en
Nieuwe Revu, heeft een boek geschre
ven met de titel: "Mystiek, mysterie
mystificatie".. Onder titel liet hij de
vraag afdrukken: "Kunnen wij door
middel van drugs, religie, neo-
satanisme, mystiek of shock de moge
lijkheden van de ziel vergroten"?
Die vraag is merkwaardig. Drugs, religie,
neo-satanatisme en mystiek en zelfs
shock worden in één adem genoemd.
Alsof de relatie tussen deze zaken van
zelfsprekend is. De inhoud van het
boek schijnt deze vanzelfsprekend
heid te beamen. Daarmee is het eigen
lijk al veroordeeld en afgewezen.
Het boekt bevat honderden uiteraard uit
hun context gerukte citaten van de
vroegste oudheid tot nu toe van allerlei
mensen zoals filosofen, natuurvorsers,
letterkundigen, dichters, mystieken,
katholieke heiligen, dwazen, fantasten,
magiërs, psychologen, LSD-
verslaafden en verder allerlei mensen
die hij te hooi en te gras wie weet waar
opgeduikeld heeft. Op geen enkel on
derwerp gaat Koesen wat dieper in._
Na dit boek doorgelezen te hebben kom
je tót de beklemmende ontdekking dat
de man absoluut niet weet wat mystiek
is. Zo komt hij ertoe aan mystiek dwaze
dingen toe te schrijven die juist met het
wezen van mystiek in strijd zijn. Een
mysticus is een zoeker, zegt hij. Maar
het typische van een mysticus is juist
dat hij, vaak ondanks zichzelf, gegre
pen wordt door God. Hij spreekt over
"de verterende erotiek van Hadewych"
terwijl het tot het wezen van de mys
tiek behoort dat het een kennen is zon
der zinnelijke voorstellingen. (Hade-
.wych was een mystica uit de 13de eeuw
die sublieme verzen schreef over haar
mystieke ervaringen. Later werd, zo is
wetenschappelijk bewezen, veel ten
onrechte aan haar toegeschreven.
P.W.).
Hij praat over de ziel maar nergens is te
lezen wat hij onder de ziel verstaat. Als
een kwalijk soort eCclecticus grijpt hy
maar naar wat zich ter plekke aandient.
Hij praat over God en als hy door eigen_
onzin wat verward raakt klaagt hy dat"
er toch eigenlijk eerst "een bruikbare
definitie van een God" gegeven moet
worden. Daar laat hij het bij en hy voelt
zich niet geremd op de meest schande
lijke manier over God te praten, naar
gelang het hem uitkomt. Koesen is
geen bijbelkenner. Zo schrijft hij: "de
Jacobsladder in Genesis 28:10 - 22 is
een spiraal die dwars door de maan
naar de hemel voert. Jacob bestijgt die
ladder. En zie, de Here stond boven
aan". De letterlijke tekst luidt: "Daar
had hij een droom: zie, op de aarde
stond een ladder, waarvan de top tot de
hemel reikte; en zie Jahweh stond
naast hem".
Zonder aanwijsbare aanleiding besteedt
Koesen ongewoon veel aandacht aan
Swedenborg. (Emmanuël Svedberg
leefde in de 18de eeuw, hij was een zeer
knap natuur-filosoof die veel invloed
onderging van Plato. Hij was ook hel
derziende. En hoewel helderziendheid
niets met mystiek te maken heeft deed.
Bij Landshoff zijn twee mooie boekjes verschenen: plaat
jesboeken over Afghaanse vrachtwagens, en over Ameri
kaanse en Engelse fabrieken en kantoren uit de jaren twin
tig en dertig van deze eeuw.
De auto is een statussymbool: men
kan ermee laten zien hoe rijk men
is, maar het kan nog veel sterker
een statussymbool zijn daarin,
dat het bezit van een auto aan
geeft dat men vrij kan zijn. Van
niemand afhankelijk kan de au
tobezitter erop uittrekken naar
alle kanten van de wereld. Een
adembenemende ruimte werd
ontsloten toen bleek dat de auto
voor iedereen een snel vervoer
middel kon zijn.
Hier in het westen hebben we ge
merkt dat er toch ook de nodige
nadelen vastzitten aan het mas
sale autobezit, soms zijn de nade
len groter dan de voordelen, maar
daar zullen we het niet over heb
ben. In het oosten is een auto
meestal een vreemd en duur ap
paraat van een andere wereld. En
in Afganistan bijvoorbeeld zijn
het vooral vrachtwagens die zich
naar alle hoeken van het land be
geven. Deze wegen zijn niet on
gevaarlijk en de chauffeurs heb
ben een zware taak.
In "Afghan Trucks" heeft Jean-
Charles Blanc 106 dia's afgedrukt
van Afghaanse vrachtwagens.
Tot op het kleinste kiertje toe zijn
deze wagens zeer exotisch be-
"Universele Wereldgeschiedenis"
deel 7, van de reformatie tot de
revolutie. Redactie Golo Mann
en August Nitschke. Uitgegeven
door Scheltens en Giltay, Den
Haag.
Met het indrukwekkende werk
"Universele Wereldgeschiede
nis" zijn we nu gevorderd tot de
publikatie van deel 7 (in totaal
zullen er 12 verschijnen). Daar
mee is men gekomen tot een, ze
ker voor Europa, zeer vitale pas
sage in de historie: van de door
het religieus-profetische genie
van Luther op gang gezette re
formatie tot en met de Franse en
Amerikaanse revolutie. De ge
beurtenissen van die periode
werken nog altijd volop door in
de maatschappij van nu.
Zoals al eerder opgemerkt, beoogt
de "Universele Wereldgeschie
denis" (een vertaling en bewer
king van de oorspronkelijke
Duitse uitgave "Propylaèn Welt-
geschichte") geen opsomming te
geven van oorlogen en regerende
vorstenhuizen, maar veeleer een
samengaan van politieke en cul
turele geschiedenis te brengen.
Mann en Nitschke zijn er goed in
geslaagd de dwarsverbindingen,
het relaas van al die op en tegen
elkaar inwerkende krachten uit
een te zetten. Het is geen sierlijk,
lichtvoetig proza dat zij bieden
(soms gaan zij in op wellicht wat
te gezochte detailleringen), daar
tegenover staat dat zij de ge
schiedenis belichten via een niet
al te vaak benutte invalshoek.
Zeer boeiend zijn de hoofdstukken
over Maarten Luther ("Het zoe
ken naar Gods gerechtigheid") en
over de eeuw van Lodewijk XIV.
Verder komen aan de orde: het
tijdperk van Karei V, de gods
dienstoorlogen en de reorganisa
tie van het Europese staatsbestel,
de Dertigjarige oorlog, de En
gelse revolutie, de Europese mo
gendheden in de achttiende
eeuw, de Amerikaanse revolutie,
de ontwikkeling van de muziek
in Europa (880-1800).
R.P.
schilderd. In zijn inleiding wijst
de schryver nog eens op de bij
zondere plaats die de vrachtwa
gen in Afghanistan inneemt. Met
zijn soms westerse, soms sprook
jesachtige beschildering over
brugt de wagen de kloof tussen
de westerse beschaving en het
nog zeer simpele dorpsleven. Ho
ren de dorpelingen af en toe zeer
hoog in de lucht een vliegtuig
overvliegen, op een vrachtwagen
is soms een groot vliegtuig ge
schilderd waarvan diezelfde dor
peling dan van dichtbij kennis
kan nemen.
De schrijver wijst nog op een ander
effect hoe bonter de vrachtwa
gen beschilderd, hoe meer klan
ten getrokken worden.
De mooie, zonnige dia's kunnen
een aansporing zijn zelf aan het
werk te gaan, om te laten zien wat
voor symbool de auto is. Het kan
ook aardig zijn op een wintera
vond weg te dromen met deze
plaatjes: er zijn nog veel onbe
kende landen.
Wolkenkrabbers
Het boekje over "commerciële ar
chitectuur" geeft in 110 plaatjes
hij toch een poging zijn gave een reli"
gieuze achtergrond te geven. P.W.)
De aandacht die Koesen voor Sweden
borg heeft lijkt op een soort verdedi
ging. En hij haalt duidelijk met in
stemming de woorden aan van een
Zweedse onderzoeker die na veel na-,
denken over de zaak-Swedenborg ver
klaarde dat aangezien Swedenborg
niet gek was en niet loog het gewoon
waar was wat hij zei. En dat zou dan
betekenen dat wij ons wereldbeeld
moeten herzien. Ik mag er nog aan toe
voegen dat de leerlingen van Sweden
borg ëen kerk opgericht hebben. Vol-
gens die kerk is Christus de enige God
en heeft hij de Algemene Kerk van het
Nieuwe Jeruzalem zelf gesticht.
Deze kerk heeft vele gemeenten uiter
aard in de VS. De bisschopszetel is in
Penssylvania gevestigd. Sedert 1921 is
er ook een gemeente in Nederland. In
dat fragment over Swedenborg zegt
Koesen ook even losjesweg dat de drie
brieven van de apostel Johannes na^
tuurlijk niet van de echte apostel zijn
maar van de apostel zijn maar van een
theoloog die een eeuw later leefde.
Daar hebben we ons dus al twintig
eeuwen mee vergist.
In zijn laatste hoofdstuk zegt Koesen dat
hij zo lang bij Swedenborg stil is blij
ven staan "omdat aan hem het hele so
ciale probleem van de mystiek kan
worden opgehangen". Schr. wordt dan
steeds sterker in zijn simplificaties. Zo
beweert hij dat "de wetenschap het feit
niet meer kan loochenen dat Achnaton
(Ichnaton) en Zoroaster (Zarathoestra)
de wereldgeschiedenis drastischer
hebben veranderd dan alle Hitiers,
Caesars, Napoleons en Nixons bij el
kaar". Heus, het staat er letterlyk.
Tenslotte besteedt hij dan nog een vijf
pagina's aan Hitier.
Waarschijnlijk om het afscheid van dit
boek wat makkelijker te maken. Mocht
iemand toch nog. door nieuwsgierig
heid verteerd, dit boek kopen dan zal 't
duidelijk zijn dat ik daar niet debet aan
ben. P.W,
Exotisch beschilderde Afghaanse vrachtwagens
een onverwacht beeld van bij
zonder mooie fabrieken en kan
toren. Het meest ben ikzelf ge
troffen door de onwerkelijke
schoonheid van wolkenkrabbers
in Manhattan. In de jaren twintig
en dertig was de uitvinding van
de wolkenkrabber de grote Ame
rikaanse bijdrage aan de ontwik
keling van architectuur en stede-
bouw met een beslissende in
vloed op het uiterlijk van veel
steden. Die eerste gebouwen in
New York zijn meestal harmo
nieus gebouwd met een prach
tige art deco-opzet. Zoals zo
kleurrijk beschreven staat in de
korte inleiding van "Facade":
"Art Deco architecture was the
first example of Americans co
ming to terms with their own en
vironment and exploiting their
own lusty traditions of commer
cial knock-'em-for-six and show
biz razmataz".
Gelukkig is nog veel van die dro
merige, onwerkelijke architec
tuur behouden. De goed ver
zorgde foto's laten zien hoe in
Engeland en in Amerika de archi
tect en de kunstenaar zich zonder
enige terughoudendheid uit kon
leven in de stoutse fantasieën.
De titel "Facade" is goed gekozen.
Bij bijna alle gebouwen ging het
om schone schijn en niet meer.
Achter de prachtig opgetutte ge
vel en de imposante oprijlaan
ging vaak een volstrekt conven
tioneel gebouw schuil. Het waren
vaak commerciële motieven om
een mooie gevel te bekostigen: de
firma maakte een goede indruk
tegenover de buitenstaander, het
was een mooi visitekaartje. En, zo
staat in de inleiding van Bevis
Hillier "It had a psychological ef
fect on the worker, if he was a
good worker, and good workers
looked upon their business buil
dings with pride". Je zou kunnen
zeggem die mooibouwery diende
om de arbeiders eronder te hou
den. Een zeer inspirerend en ver
helderend werkje.
Afghan trucks, Jean-Charles Blanc
Facade, T. en P. Mackertich
Landshoff, 15.50.
T.M.
Op 8 november was de Pacificatie
van Gent precies vier eeuwen
oud. Voor menigeen is het niet
meer dan een onverteerd begrip
uit de geschiedenisles. Hoe zat
het ook weer. afgevaardigden
van de Staten-Generaal sluiten
een vrede met afgevaardigden uit
Holland en Zeeland. Marnix van
Sint-Aldegonde is zo'n naam.
Soms moet je in een vreemde
stad wel eens in een straat zijn die
zijn naam draagt.
In Gent is ter gelegenheid van het
vierde eeuwfeest van de Pacifica
tie een tweedaags symposium
gehouden, waarop een aantal ge
leerden uit Noord- en Zuid-
Nederland, historici, juristen en
taalgeleerden lezingen hielden
over de gevolgen van dit politiek,
gebeuren in de lange onafhanke
lijkheidsstrijd tegén Spanje.
Deze referaten zyn nu gebundeld
onder de titel "Opstand en Paci
ficatie in de Lage Landen".
Voorts is daaraan een aantal do
cumenten uit die tijd toegevoegd.
Het interessante van het boek is dat
er allerlei aspecten aan de or4e
komen, die buiten het strikt
staatkundige kader vallen, waar
binnen op de schoolbanken altijd
de gebeurtenissen werden gepre
senteerd.
Kortom met de vele verder verwij
zende voetnoten is de bundel een
rijke bron voor geïnteresseerden
het tijdvak.
H.M.
"Opstand en pacificatie in de Lage
Landen", verslagboek van het
Tweedaags colloquium bij de
vierhonderdste verjaring van de
"Pacificatie van Gent" (Uitg.
Nijgh en Van Ditmar, Den Haag,
Prijs 43).
Stoomlocomotieven doen ons in
hun goedhartige hijgerigheid
naar een overzichtelijker verle
den verlangen. De rook sloeg
door de ramen naar binnen, maar
reizen was nog een bizar avon
tuur. De enige die niet sliep, was
die ruige proleet, daar voor op de
locomotief.
Voor de stoomfreaks verschijnt er
gélukkig geregeld iets van groot
sentimentsgehalte. "Die stam
pende, stomende locomotieven"
is zo'n boek; oorspronkelijk En
gels, voor Nederland bewerkt
door de eindredacteur van "De
koppeling", het personeelsblad
van de NS.
Het is een vreselijk aardig, rijk van
plaatjes voorzien boek. Alleen
het aantal stervelingen dat er zelf
die specifieke reuk van een ge
blakerd, beroet perron kan bij-
denken, wordt steeds kleiner. En
die proleet voorop de locomotief
is een man met een stacaravan op
de Veluwe geworden en van twee
weekjes half-pension in Beni-
dorm.
H.M.
O.&. Nock: "Die stampende, sto
mende locomotieven" (Uitgave De
Haan, Haarlem/Bussum, prijs
ƒ27.50.
Van het boekje "Het elfje dat maar één vleugeltje had, moet in de eerste
plaats gezegd worden dat het prachtig geïllustreerd is, de illustraties zijn
ook de grootste kracht van het boek. Jammer genoeg overheerst de
tekst, die vrij moraliserend is.
Het is een sprookje over een elfje, symbolisch Kim genaamd "Zij hield
ervan om uit de ring van elfjes te stappen en op weg te gaan, helemaal
alleen, in de richting van de kim, die altijd weer van richting verander
de". Zij is zeer gelukkig met haar leventje van reizen en met de ontdek
kingen die zy op die reizen doet Op een gegeven moment wordt zij
echter een beetje hoogmoedig en wil naar de zon vliegen zodat zij alles
vanaf die machtige hoge plaats kan overzien. Onderweg ontmoet zij. een
wijze vlinder, die haar waarschuwt voor de warmte van de zon en de
onbereikbaarheid van haar plaats, waar alleen zij mag staan.
Kim negeert de waarschuwing en vlakbij de zon gekomen verliest zy door
haar warmte één van haar vleugeltjes. Zij overleeft de val naar beneden
en ontmoet een mensendokter "Jaap", die haar geneest van het idee dat
zy met één vleugel niet zou kunnen vliegen en van haar hoogmoed.
De moraai Ja kén en móet het doen met hetgeen je hebt meegekregen.
Een oud gegeven in een nogal zoetig verhaaltje gegoten. Het is meer een
sprookje voor volwassenen, voor kinderen is de inhoud wat te hoogdra
vend.
Zeer mooi uitgegeven met prachtige tekeningen van Ton van de Ven, het is
geschreven door Conny Sluysmans en verscheen bij Omniboek, Den
Haag, de prijs 12.50.
A.G.
Fijn sprookjesboek
„De witte raaf' bevat een zevental geschreven sprookjes van Piet van
Beest, met zeer mooie echt „sprookjesachtige" illustraties van Ton van
de Ven. In iedër verhaal komen de belangrijkste kenmerken van het
sprookje duidelijk naar voren: de strijd tussen goed en kwaad, de dap
pere ridder, de goede én de slechte tovenaar, dwergen en feeën, heksen
en een goede afloop in de trant van „en ze leefden nog lang en gelukkig".
Het enige verschil met de oudere sprookjes is dat de prinses geen Esme
ralda maar Jolanda of Marian heet en de dappere jongeling met de
eenvoudige naam van Jeroen of Albert ten stryde trekt
Een fijn sprookjesboek voor wat oudere kinderen en voor iedereen die van
sprookjes houdt
A.G.
Uitgegeven bij Omniboek, Den Haag, 17,50.
"Myn dubbele Leven" Ondertitel:
"Uit het leven van een parag
nost). Geschreven door. Cor Hei
lijgers. Bewerking: Hans F. Ken
nis. Uitg.: Fidessa; Bussum.
"Ik vertrek weer naar huis en on
derweg blijf ik met mijn gedach
ten bij de vermiste jongen. Ik
krijg het gevoel dat hij met mij
meerijdt. Thuisgekomen word ik
meer en meer beïnvloed door zijn
aanwezigheid, een beïnvloeding,
die ik in het ouderlijk huis niet
had ondervonden. Het was of
Wim meegekomen was naar mijn
woning. Hij zocht contact met
mij. Ineens zag ik hem en be
leefde zyn laatste momenten. Ik
kon niet meer loskomen van
Wim, ik WAS Wim".
Dit is een passage uit "Mijn dub
bele leven", geschreven door de
paragnost C. Heilygers. De 56-
jarige Heilijgers heeft al een veel
bewogen leven achter de rug. Een
leven, dat hij in dienst heeft ge
steld van de mensheid.
In.zijn jeugd werd hij geconfron
teerd met de vermissing van zijn
broer. Dit is waarschijnlijk de
oorzaak geweest, dat Heilijgers
zich op vermissingsgevallen
heeft toegelegd. Vrijwel iedere
paragnost is begaafd op een ge
bied, dat een associatie inhoudt
met een emotionele gebeurtenis
uit z'n jeugd.
Vele vermissings- en verdrinkings-
gevallen heeft hy opgelost. Doch
daarnaast houdt hij zich ook be
zig met moord- en zelfmoordza
ken, verlies van geld of kostbare
voorwerpen. Bovendien heeft
Heilygers meegedaan aan ver
schillende helderziendheidsex
perimenten en psycho-
diagnostische onderzoekingen
op het Instituut voor Parapsy
chologie in Utrecht o.l.v. prof. dr.
W. H. C. Tenhaeff.
Kortom: het betreft hier een zeer
leerzaam en spannend boek van
een normaal mens met een para
normale gave. In het boek kan
men de gedachtengang van de
paragnost op de voet volgen,
waardoor men een beter inzicht
in de materie krijgt.
B.K.
"Kent gij Hendrik niet, die al
tijd zoo beleefd zijnen hoed
afneemt als hij voorbij gaat?
Vele menschen noemen hem
de brave Hendrik, omdat hij
zoo gehoorzaam is, en omdat
hij zich zoo vriendelijk jegens
ieder gedraagt. Hij doet nooit
iemand kwaad. Er zijn wel
kinderen, die hem niet lief
hebben. Ja, maar dat zijn ook
ondeugende kinderen. Alle
brave kinderen zyn gaarne bij
Hendrik. Kinderen, die met
Hendrik omgaan, worden nog
braver, want zij leeren van
hem, hoe zy handelen moe
ten".
Een beroemd citaat uit een be
roemd boek: "De brave
Hendrik een Leesboekje voor
jonge kinderen door N. Ans-
lyn NZ", uitgegeven "Te
Ley den bij D. du Mortier en
Zoon". 1833 .-ceij was men al
aan de twaalfde druk toe.
Unieboek Bussum kwam dit
najaar met de enigszins ver
korte heruitgave van
"Bloempjes der Vreugd voor
de lieve Jeugd", waarmee in
het einde van de vijftiger ja-
ren De Bezige Bij de nog lang
niet uitgeputte serie in op pa
pier gestold vergankelijk
heidssentiment aanving. En
toen was het al Leonard de
Vries die de verzameling aan
legde. Die man moet intussen
hoogbejaard zijn.
Moet dat nou, zo'n boek over
oude dingen? Ik geloof
van wel. Die oude jeugdboek-
jes hadden uiteraard niet de
pretentie om het jonge volkje
psychologisch uiterst ver
antwoord te benaderen. Daar
stond zo'n meneer Anslijn
niet by stil. Maar wat die ne
gentiende eeuwers wel in
overmaat in huis hadden dat
was duidelijke, directe taal en
een goed gevoel voor mooie
plaatjes.
Het Alphabetisch Letterkransje
van J. F. L. Muller bijvoor
beeld, dat volledig in het boek
van De Vries is opgenomen is
een juweel van illustratie
kunst. Prachtige prentjes met
een kleur die tegen pastel
aanhangt. En wat dié directe
benadering betreft: neem de
letter Q. Menig heginnend al
fabet van nu slaat het over.
Dit maakt Muller ervan:
"Quintillianus teekent eene
Q. Quintillianus! welk een
naam; Naauwelijks kan ik
dien kezen! Hollandsch is 't
voorzeker niet Zou 't Latijn
of Grieksch ook wezen".
Daar is geen woord Fransch bij
H.M.
Leonard de Vries "Bloempjes
der Vreugd; het mooiste uit
oude kinderboeken" (Unie
boek BV, Bussum, prys
19.50, na 1 januari 1977
27.50.
Uitgeverij Elsevier mikt met het
uitbrengen van het boek "Zelf
doen in en om het huis" op de
steeds groter wordende groep
mensen, die by de inrichting, het
onderhoud, de verbetering en
verfraaiing van de woning zelf de
handen uit de mouwen steekt.
Het "zelf-doe-boek" komt vrij
kort na het door dezelfde uitgever
op de markt gebrachte "Grote
Woonboek", en de twee boeken
vullen elkaar in zekere zin aan.
"Het Grote Woonboek" levert de
ideeën, en in "Zelf doen in en om
het huis" kan men lezen hoe
ideeën uitgevoerd moeter) wor
den.
"Het Grote Woonboek" is al eerder
in deze krant besproken.' Het is
een fraai uitgevoerd'boek met tal
loze voorbeelden, maar het is aan
de prijzige kant. Ook "Zelf doen
in en om het huis" is niet goed
koop 52.50. Maar door eenmaal
zelf een reparatie uit te voeren,'
die anders door de vakman ge
daan zou zijn, hebt u dit bedrag
alweer terugverdiend.
Want daar is het de doe-het-zelver
toch in veel gevallen om te doen:
de vakman is te duur, dus men
probeert het zelf. Een doe-het-
zelfboek moet dan ook zoveel
mogelijk karweitjes op een dui
delijke en overzichtelijke wijze
beschrijven en/of in beeld bren
gen. En juist op dit punt schiet
"Zelf doen in en om het huis" te
kort. Er ontbreken in het boek
een aantal van juist die karwei
tjes, die de doe-het-zelver kan
doen.
Zo wordt er uitgebreid uiteengezet,
hoe keukens in kleine ruimten
moeten worden ingericht, maar
hoe men bijv. een brander van
een gasfornuis, die in de laagste
stand uitgaat, weer aan de praat
mnpt krijgen, zal nSen tevergeefs
zoeken. Ook het gedeelte over
electriciteit is nogal bescheiden,
en beperkt zich in feite slechts tot
de verlichting. De ook door de
doe-het-zelver te verrichten klus
sen aan allerlei electrische appa
raten komen niet aan bod.
Anderzijds kan niet worden ont
kend dat ook in "Zelf doen in en
om het huis" een groot aantal za
ken wèl aan de orde komen. De
uitvoerige tekst wordt verduide
lijkt door een groot aantal (kleu
renfoto's. En wie niet terug
schrikt voor opwekkingen als
'•'vervang uw trap eéns door een
open trap" kan er zeker zijn voor
deel mee doen.
"Zelf doen in en om het huis". Uit
geverij Elsevier, gebonden, 336
blz. Prys 52.50.
J.M.
Op deze pagina bijdragen van Han Mulder, Ruud Paauw, Tom Maas, Piet Wesseling, Astrid Guns Bert Koekebakker en Joop Maat