Koesen weet absoluut niet wat mystiek is Mooie foto's van auto's en fabrieken Boekenplank 'Zelf doen in en om het huis': prijzig... Oud gegeven in 'n zoetig verhaaltje Kent gij Hendrik niet...? Van refor matie tot revolutie Pacificatie van Gent Locomotieven Uit leven van een paragnost DONDERDAG 30 DECEMBER 1976 Wim Koesen: Mystiek, mysterie en mys tificatie Uitgave Amsterdam Boek BV, Amster dam. Er bestaat op het ogenblik veel onrust over het steeds groeiend gebruik van drugs. De houding die men officieel aanneemt beweegt zich tussen grote verdraagzaamheid en het geduldig be handelen van "patiënten" tot harde po litionele maatregelen en straffen. Er is dan ook zeker behoefte aan goede voorlichting omtrent het hele pro bleem van de drugs. Het is er ernstig genoeg voor. Hoe komen steeds meer jonge mensen tot het gebruik van drugs? Het lijkt zeker dat naast nieuwsgierigheid en meedoen aan de mode ook een ernstige onvrede er de oorzaak van is. Wim Koesen, een free-lance journalist die enige bekendheid geniet vanwege zijn Groot Hondenboek en vanwege zijn medewerking aan Avenue en Nieuwe Revu, heeft een boek geschre ven met de titel: "Mystiek, mysterie mystificatie".. Onder titel liet hij de vraag afdrukken: "Kunnen wij door middel van drugs, religie, neo- satanisme, mystiek of shock de moge lijkheden van de ziel vergroten"? Die vraag is merkwaardig. Drugs, religie, neo-satanatisme en mystiek en zelfs shock worden in één adem genoemd. Alsof de relatie tussen deze zaken van zelfsprekend is. De inhoud van het boek schijnt deze vanzelfsprekend heid te beamen. Daarmee is het eigen lijk al veroordeeld en afgewezen. Het boekt bevat honderden uiteraard uit hun context gerukte citaten van de vroegste oudheid tot nu toe van allerlei mensen zoals filosofen, natuurvorsers, letterkundigen, dichters, mystieken, katholieke heiligen, dwazen, fantasten, magiërs, psychologen, LSD- verslaafden en verder allerlei mensen die hij te hooi en te gras wie weet waar opgeduikeld heeft. Op geen enkel on derwerp gaat Koesen wat dieper in._ Na dit boek doorgelezen te hebben kom je tót de beklemmende ontdekking dat de man absoluut niet weet wat mystiek is. Zo komt hij ertoe aan mystiek dwaze dingen toe te schrijven die juist met het wezen van mystiek in strijd zijn. Een mysticus is een zoeker, zegt hij. Maar het typische van een mysticus is juist dat hij, vaak ondanks zichzelf, gegre pen wordt door God. Hij spreekt over "de verterende erotiek van Hadewych" terwijl het tot het wezen van de mys tiek behoort dat het een kennen is zon der zinnelijke voorstellingen. (Hade- .wych was een mystica uit de 13de eeuw die sublieme verzen schreef over haar mystieke ervaringen. Later werd, zo is wetenschappelijk bewezen, veel ten onrechte aan haar toegeschreven. P.W.). Hij praat over de ziel maar nergens is te lezen wat hij onder de ziel verstaat. Als een kwalijk soort eCclecticus grijpt hy maar naar wat zich ter plekke aandient. Hij praat over God en als hy door eigen_ onzin wat verward raakt klaagt hy dat" er toch eigenlijk eerst "een bruikbare definitie van een God" gegeven moet worden. Daar laat hij het bij en hy voelt zich niet geremd op de meest schande lijke manier over God te praten, naar gelang het hem uitkomt. Koesen is geen bijbelkenner. Zo schrijft hij: "de Jacobsladder in Genesis 28:10 - 22 is een spiraal die dwars door de maan naar de hemel voert. Jacob bestijgt die ladder. En zie, de Here stond boven aan". De letterlijke tekst luidt: "Daar had hij een droom: zie, op de aarde stond een ladder, waarvan de top tot de hemel reikte; en zie Jahweh stond naast hem". Zonder aanwijsbare aanleiding besteedt Koesen ongewoon veel aandacht aan Swedenborg. (Emmanuël Svedberg leefde in de 18de eeuw, hij was een zeer knap natuur-filosoof die veel invloed onderging van Plato. Hij was ook hel derziende. En hoewel helderziendheid niets met mystiek te maken heeft deed. Bij Landshoff zijn twee mooie boekjes verschenen: plaat jesboeken over Afghaanse vrachtwagens, en over Ameri kaanse en Engelse fabrieken en kantoren uit de jaren twin tig en dertig van deze eeuw. De auto is een statussymbool: men kan ermee laten zien hoe rijk men is, maar het kan nog veel sterker een statussymbool zijn daarin, dat het bezit van een auto aan geeft dat men vrij kan zijn. Van niemand afhankelijk kan de au tobezitter erop uittrekken naar alle kanten van de wereld. Een adembenemende ruimte werd ontsloten toen bleek dat de auto voor iedereen een snel vervoer middel kon zijn. Hier in het westen hebben we ge merkt dat er toch ook de nodige nadelen vastzitten aan het mas sale autobezit, soms zijn de nade len groter dan de voordelen, maar daar zullen we het niet over heb ben. In het oosten is een auto meestal een vreemd en duur ap paraat van een andere wereld. En in Afganistan bijvoorbeeld zijn het vooral vrachtwagens die zich naar alle hoeken van het land be geven. Deze wegen zijn niet on gevaarlijk en de chauffeurs heb ben een zware taak. In "Afghan Trucks" heeft Jean- Charles Blanc 106 dia's afgedrukt van Afghaanse vrachtwagens. Tot op het kleinste kiertje toe zijn deze wagens zeer exotisch be- "Universele Wereldgeschiedenis" deel 7, van de reformatie tot de revolutie. Redactie Golo Mann en August Nitschke. Uitgegeven door Scheltens en Giltay, Den Haag. Met het indrukwekkende werk "Universele Wereldgeschiede nis" zijn we nu gevorderd tot de publikatie van deel 7 (in totaal zullen er 12 verschijnen). Daar mee is men gekomen tot een, ze ker voor Europa, zeer vitale pas sage in de historie: van de door het religieus-profetische genie van Luther op gang gezette re formatie tot en met de Franse en Amerikaanse revolutie. De ge beurtenissen van die periode werken nog altijd volop door in de maatschappij van nu. Zoals al eerder opgemerkt, beoogt de "Universele Wereldgeschie denis" (een vertaling en bewer king van de oorspronkelijke Duitse uitgave "Propylaèn Welt- geschichte") geen opsomming te geven van oorlogen en regerende vorstenhuizen, maar veeleer een samengaan van politieke en cul turele geschiedenis te brengen. Mann en Nitschke zijn er goed in geslaagd de dwarsverbindingen, het relaas van al die op en tegen elkaar inwerkende krachten uit een te zetten. Het is geen sierlijk, lichtvoetig proza dat zij bieden (soms gaan zij in op wellicht wat te gezochte detailleringen), daar tegenover staat dat zij de ge schiedenis belichten via een niet al te vaak benutte invalshoek. Zeer boeiend zijn de hoofdstukken over Maarten Luther ("Het zoe ken naar Gods gerechtigheid") en over de eeuw van Lodewijk XIV. Verder komen aan de orde: het tijdperk van Karei V, de gods dienstoorlogen en de reorganisa tie van het Europese staatsbestel, de Dertigjarige oorlog, de En gelse revolutie, de Europese mo gendheden in de achttiende eeuw, de Amerikaanse revolutie, de ontwikkeling van de muziek in Europa (880-1800). R.P. schilderd. In zijn inleiding wijst de schryver nog eens op de bij zondere plaats die de vrachtwa gen in Afghanistan inneemt. Met zijn soms westerse, soms sprook jesachtige beschildering over brugt de wagen de kloof tussen de westerse beschaving en het nog zeer simpele dorpsleven. Ho ren de dorpelingen af en toe zeer hoog in de lucht een vliegtuig overvliegen, op een vrachtwagen is soms een groot vliegtuig ge schilderd waarvan diezelfde dor peling dan van dichtbij kennis kan nemen. De schrijver wijst nog op een ander effect hoe bonter de vrachtwa gen beschilderd, hoe meer klan ten getrokken worden. De mooie, zonnige dia's kunnen een aansporing zijn zelf aan het werk te gaan, om te laten zien wat voor symbool de auto is. Het kan ook aardig zijn op een wintera vond weg te dromen met deze plaatjes: er zijn nog veel onbe kende landen. Wolkenkrabbers Het boekje over "commerciële ar chitectuur" geeft in 110 plaatjes hij toch een poging zijn gave een reli" gieuze achtergrond te geven. P.W.) De aandacht die Koesen voor Sweden borg heeft lijkt op een soort verdedi ging. En hij haalt duidelijk met in stemming de woorden aan van een Zweedse onderzoeker die na veel na-, denken over de zaak-Swedenborg ver klaarde dat aangezien Swedenborg niet gek was en niet loog het gewoon waar was wat hij zei. En dat zou dan betekenen dat wij ons wereldbeeld moeten herzien. Ik mag er nog aan toe voegen dat de leerlingen van Sweden borg ëen kerk opgericht hebben. Vol- gens die kerk is Christus de enige God en heeft hij de Algemene Kerk van het Nieuwe Jeruzalem zelf gesticht. Deze kerk heeft vele gemeenten uiter aard in de VS. De bisschopszetel is in Penssylvania gevestigd. Sedert 1921 is er ook een gemeente in Nederland. In dat fragment over Swedenborg zegt Koesen ook even losjesweg dat de drie brieven van de apostel Johannes na^ tuurlijk niet van de echte apostel zijn maar van de apostel zijn maar van een theoloog die een eeuw later leefde. Daar hebben we ons dus al twintig eeuwen mee vergist. In zijn laatste hoofdstuk zegt Koesen dat hij zo lang bij Swedenborg stil is blij ven staan "omdat aan hem het hele so ciale probleem van de mystiek kan worden opgehangen". Schr. wordt dan steeds sterker in zijn simplificaties. Zo beweert hij dat "de wetenschap het feit niet meer kan loochenen dat Achnaton (Ichnaton) en Zoroaster (Zarathoestra) de wereldgeschiedenis drastischer hebben veranderd dan alle Hitiers, Caesars, Napoleons en Nixons bij el kaar". Heus, het staat er letterlyk. Tenslotte besteedt hij dan nog een vijf pagina's aan Hitier. Waarschijnlijk om het afscheid van dit boek wat makkelijker te maken. Mocht iemand toch nog. door nieuwsgierig heid verteerd, dit boek kopen dan zal 't duidelijk zijn dat ik daar niet debet aan ben. P.W, Exotisch beschilderde Afghaanse vrachtwagens een onverwacht beeld van bij zonder mooie fabrieken en kan toren. Het meest ben ikzelf ge troffen door de onwerkelijke schoonheid van wolkenkrabbers in Manhattan. In de jaren twintig en dertig was de uitvinding van de wolkenkrabber de grote Ame rikaanse bijdrage aan de ontwik keling van architectuur en stede- bouw met een beslissende in vloed op het uiterlijk van veel steden. Die eerste gebouwen in New York zijn meestal harmo nieus gebouwd met een prach tige art deco-opzet. Zoals zo kleurrijk beschreven staat in de korte inleiding van "Facade": "Art Deco architecture was the first example of Americans co ming to terms with their own en vironment and exploiting their own lusty traditions of commer cial knock-'em-for-six and show biz razmataz". Gelukkig is nog veel van die dro merige, onwerkelijke architec tuur behouden. De goed ver zorgde foto's laten zien hoe in Engeland en in Amerika de archi tect en de kunstenaar zich zonder enige terughoudendheid uit kon leven in de stoutse fantasieën. De titel "Facade" is goed gekozen. Bij bijna alle gebouwen ging het om schone schijn en niet meer. Achter de prachtig opgetutte ge vel en de imposante oprijlaan ging vaak een volstrekt conven tioneel gebouw schuil. Het waren vaak commerciële motieven om een mooie gevel te bekostigen: de firma maakte een goede indruk tegenover de buitenstaander, het was een mooi visitekaartje. En, zo staat in de inleiding van Bevis Hillier "It had a psychological ef fect on the worker, if he was a good worker, and good workers looked upon their business buil dings with pride". Je zou kunnen zeggem die mooibouwery diende om de arbeiders eronder te hou den. Een zeer inspirerend en ver helderend werkje. Afghan trucks, Jean-Charles Blanc Facade, T. en P. Mackertich Landshoff, 15.50. T.M. Op 8 november was de Pacificatie van Gent precies vier eeuwen oud. Voor menigeen is het niet meer dan een onverteerd begrip uit de geschiedenisles. Hoe zat het ook weer. afgevaardigden van de Staten-Generaal sluiten een vrede met afgevaardigden uit Holland en Zeeland. Marnix van Sint-Aldegonde is zo'n naam. Soms moet je in een vreemde stad wel eens in een straat zijn die zijn naam draagt. In Gent is ter gelegenheid van het vierde eeuwfeest van de Pacifica tie een tweedaags symposium gehouden, waarop een aantal ge leerden uit Noord- en Zuid- Nederland, historici, juristen en taalgeleerden lezingen hielden over de gevolgen van dit politiek, gebeuren in de lange onafhanke lijkheidsstrijd tegén Spanje. Deze referaten zyn nu gebundeld onder de titel "Opstand en Paci ficatie in de Lage Landen". Voorts is daaraan een aantal do cumenten uit die tijd toegevoegd. Het interessante van het boek is dat er allerlei aspecten aan de or4e komen, die buiten het strikt staatkundige kader vallen, waar binnen op de schoolbanken altijd de gebeurtenissen werden gepre senteerd. Kortom met de vele verder verwij zende voetnoten is de bundel een rijke bron voor geïnteresseerden het tijdvak. H.M. "Opstand en pacificatie in de Lage Landen", verslagboek van het Tweedaags colloquium bij de vierhonderdste verjaring van de "Pacificatie van Gent" (Uitg. Nijgh en Van Ditmar, Den Haag, Prijs 43). Stoomlocomotieven doen ons in hun goedhartige hijgerigheid naar een overzichtelijker verle den verlangen. De rook sloeg door de ramen naar binnen, maar reizen was nog een bizar avon tuur. De enige die niet sliep, was die ruige proleet, daar voor op de locomotief. Voor de stoomfreaks verschijnt er gélukkig geregeld iets van groot sentimentsgehalte. "Die stam pende, stomende locomotieven" is zo'n boek; oorspronkelijk En gels, voor Nederland bewerkt door de eindredacteur van "De koppeling", het personeelsblad van de NS. Het is een vreselijk aardig, rijk van plaatjes voorzien boek. Alleen het aantal stervelingen dat er zelf die specifieke reuk van een ge blakerd, beroet perron kan bij- denken, wordt steeds kleiner. En die proleet voorop de locomotief is een man met een stacaravan op de Veluwe geworden en van twee weekjes half-pension in Beni- dorm. H.M. O.&. Nock: "Die stampende, sto mende locomotieven" (Uitgave De Haan, Haarlem/Bussum, prijs ƒ27.50. Van het boekje "Het elfje dat maar één vleugeltje had, moet in de eerste plaats gezegd worden dat het prachtig geïllustreerd is, de illustraties zijn ook de grootste kracht van het boek. Jammer genoeg overheerst de tekst, die vrij moraliserend is. Het is een sprookje over een elfje, symbolisch Kim genaamd "Zij hield ervan om uit de ring van elfjes te stappen en op weg te gaan, helemaal alleen, in de richting van de kim, die altijd weer van richting verander de". Zij is zeer gelukkig met haar leventje van reizen en met de ontdek kingen die zy op die reizen doet Op een gegeven moment wordt zij echter een beetje hoogmoedig en wil naar de zon vliegen zodat zij alles vanaf die machtige hoge plaats kan overzien. Onderweg ontmoet zij. een wijze vlinder, die haar waarschuwt voor de warmte van de zon en de onbereikbaarheid van haar plaats, waar alleen zij mag staan. Kim negeert de waarschuwing en vlakbij de zon gekomen verliest zy door haar warmte één van haar vleugeltjes. Zij overleeft de val naar beneden en ontmoet een mensendokter "Jaap", die haar geneest van het idee dat zy met één vleugel niet zou kunnen vliegen en van haar hoogmoed. De moraai Ja kén en móet het doen met hetgeen je hebt meegekregen. Een oud gegeven in een nogal zoetig verhaaltje gegoten. Het is meer een sprookje voor volwassenen, voor kinderen is de inhoud wat te hoogdra vend. Zeer mooi uitgegeven met prachtige tekeningen van Ton van de Ven, het is geschreven door Conny Sluysmans en verscheen bij Omniboek, Den Haag, de prijs 12.50. A.G. Fijn sprookjesboek „De witte raaf' bevat een zevental geschreven sprookjes van Piet van Beest, met zeer mooie echt „sprookjesachtige" illustraties van Ton van de Ven. In iedër verhaal komen de belangrijkste kenmerken van het sprookje duidelijk naar voren: de strijd tussen goed en kwaad, de dap pere ridder, de goede én de slechte tovenaar, dwergen en feeën, heksen en een goede afloop in de trant van „en ze leefden nog lang en gelukkig". Het enige verschil met de oudere sprookjes is dat de prinses geen Esme ralda maar Jolanda of Marian heet en de dappere jongeling met de eenvoudige naam van Jeroen of Albert ten stryde trekt Een fijn sprookjesboek voor wat oudere kinderen en voor iedereen die van sprookjes houdt A.G. Uitgegeven bij Omniboek, Den Haag, 17,50. "Myn dubbele Leven" Ondertitel: "Uit het leven van een parag nost). Geschreven door. Cor Hei lijgers. Bewerking: Hans F. Ken nis. Uitg.: Fidessa; Bussum. "Ik vertrek weer naar huis en on derweg blijf ik met mijn gedach ten bij de vermiste jongen. Ik krijg het gevoel dat hij met mij meerijdt. Thuisgekomen word ik meer en meer beïnvloed door zijn aanwezigheid, een beïnvloeding, die ik in het ouderlijk huis niet had ondervonden. Het was of Wim meegekomen was naar mijn woning. Hij zocht contact met mij. Ineens zag ik hem en be leefde zyn laatste momenten. Ik kon niet meer loskomen van Wim, ik WAS Wim". Dit is een passage uit "Mijn dub bele leven", geschreven door de paragnost C. Heilygers. De 56- jarige Heilijgers heeft al een veel bewogen leven achter de rug. Een leven, dat hij in dienst heeft ge steld van de mensheid. In.zijn jeugd werd hij geconfron teerd met de vermissing van zijn broer. Dit is waarschijnlijk de oorzaak geweest, dat Heilijgers zich op vermissingsgevallen heeft toegelegd. Vrijwel iedere paragnost is begaafd op een ge bied, dat een associatie inhoudt met een emotionele gebeurtenis uit z'n jeugd. Vele vermissings- en verdrinkings- gevallen heeft hy opgelost. Doch daarnaast houdt hij zich ook be zig met moord- en zelfmoordza ken, verlies van geld of kostbare voorwerpen. Bovendien heeft Heilygers meegedaan aan ver schillende helderziendheidsex perimenten en psycho- diagnostische onderzoekingen op het Instituut voor Parapsy chologie in Utrecht o.l.v. prof. dr. W. H. C. Tenhaeff. Kortom: het betreft hier een zeer leerzaam en spannend boek van een normaal mens met een para normale gave. In het boek kan men de gedachtengang van de paragnost op de voet volgen, waardoor men een beter inzicht in de materie krijgt. B.K. "Kent gij Hendrik niet, die al tijd zoo beleefd zijnen hoed afneemt als hij voorbij gaat? Vele menschen noemen hem de brave Hendrik, omdat hij zoo gehoorzaam is, en omdat hij zich zoo vriendelijk jegens ieder gedraagt. Hij doet nooit iemand kwaad. Er zijn wel kinderen, die hem niet lief hebben. Ja, maar dat zijn ook ondeugende kinderen. Alle brave kinderen zyn gaarne bij Hendrik. Kinderen, die met Hendrik omgaan, worden nog braver, want zij leeren van hem, hoe zy handelen moe ten". Een beroemd citaat uit een be roemd boek: "De brave Hendrik een Leesboekje voor jonge kinderen door N. Ans- lyn NZ", uitgegeven "Te Ley den bij D. du Mortier en Zoon". 1833 .-ceij was men al aan de twaalfde druk toe. Unieboek Bussum kwam dit najaar met de enigszins ver korte heruitgave van "Bloempjes der Vreugd voor de lieve Jeugd", waarmee in het einde van de vijftiger ja- ren De Bezige Bij de nog lang niet uitgeputte serie in op pa pier gestold vergankelijk heidssentiment aanving. En toen was het al Leonard de Vries die de verzameling aan legde. Die man moet intussen hoogbejaard zijn. Moet dat nou, zo'n boek over oude dingen? Ik geloof van wel. Die oude jeugdboek- jes hadden uiteraard niet de pretentie om het jonge volkje psychologisch uiterst ver antwoord te benaderen. Daar stond zo'n meneer Anslijn niet by stil. Maar wat die ne gentiende eeuwers wel in overmaat in huis hadden dat was duidelijke, directe taal en een goed gevoel voor mooie plaatjes. Het Alphabetisch Letterkransje van J. F. L. Muller bijvoor beeld, dat volledig in het boek van De Vries is opgenomen is een juweel van illustratie kunst. Prachtige prentjes met een kleur die tegen pastel aanhangt. En wat dié directe benadering betreft: neem de letter Q. Menig heginnend al fabet van nu slaat het over. Dit maakt Muller ervan: "Quintillianus teekent eene Q. Quintillianus! welk een naam; Naauwelijks kan ik dien kezen! Hollandsch is 't voorzeker niet Zou 't Latijn of Grieksch ook wezen". Daar is geen woord Fransch bij H.M. Leonard de Vries "Bloempjes der Vreugd; het mooiste uit oude kinderboeken" (Unie boek BV, Bussum, prys 19.50, na 1 januari 1977 27.50. Uitgeverij Elsevier mikt met het uitbrengen van het boek "Zelf doen in en om het huis" op de steeds groter wordende groep mensen, die by de inrichting, het onderhoud, de verbetering en verfraaiing van de woning zelf de handen uit de mouwen steekt. Het "zelf-doe-boek" komt vrij kort na het door dezelfde uitgever op de markt gebrachte "Grote Woonboek", en de twee boeken vullen elkaar in zekere zin aan. "Het Grote Woonboek" levert de ideeën, en in "Zelf doen in en om het huis" kan men lezen hoe ideeën uitgevoerd moeter) wor den. "Het Grote Woonboek" is al eerder in deze krant besproken.' Het is een fraai uitgevoerd'boek met tal loze voorbeelden, maar het is aan de prijzige kant. Ook "Zelf doen in en om het huis" is niet goed koop 52.50. Maar door eenmaal zelf een reparatie uit te voeren,' die anders door de vakman ge daan zou zijn, hebt u dit bedrag alweer terugverdiend. Want daar is het de doe-het-zelver toch in veel gevallen om te doen: de vakman is te duur, dus men probeert het zelf. Een doe-het- zelfboek moet dan ook zoveel mogelijk karweitjes op een dui delijke en overzichtelijke wijze beschrijven en/of in beeld bren gen. En juist op dit punt schiet "Zelf doen in en om het huis" te kort. Er ontbreken in het boek een aantal van juist die karwei tjes, die de doe-het-zelver kan doen. Zo wordt er uitgebreid uiteengezet, hoe keukens in kleine ruimten moeten worden ingericht, maar hoe men bijv. een brander van een gasfornuis, die in de laagste stand uitgaat, weer aan de praat mnpt krijgen, zal nSen tevergeefs zoeken. Ook het gedeelte over electriciteit is nogal bescheiden, en beperkt zich in feite slechts tot de verlichting. De ook door de doe-het-zelver te verrichten klus sen aan allerlei electrische appa raten komen niet aan bod. Anderzijds kan niet worden ont kend dat ook in "Zelf doen in en om het huis" een groot aantal za ken wèl aan de orde komen. De uitvoerige tekst wordt verduide lijkt door een groot aantal (kleu renfoto's. En wie niet terug schrikt voor opwekkingen als '•'vervang uw trap eéns door een open trap" kan er zeker zijn voor deel mee doen. "Zelf doen in en om het huis". Uit geverij Elsevier, gebonden, 336 blz. Prys 52.50. J.M. Op deze pagina bijdragen van Han Mulder, Ruud Paauw, Tom Maas, Piet Wesseling, Astrid Guns Bert Koekebakker en Joop Maat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 10