"Wat ik doe is niet
opwindend, wel van
bijster
belang"
Dat zijn leuke
dingen voor
de mensen
DONDERDAG 16 DECEMBER 1976
PAGINA 13
DEN HAAG/LEIDEN - De rit van het kabinet-Den Uyl zit
er bijna op. Ruim drieëneenhalf jaar staat Den Uyl en de
hem omringende ploeg van ministers en staatssecretaris
sen nu al aan het regeringsroer, een periode die allerminst
gekenmerkt kan worden als één van rust en gezapigheid.
Integendeel, de emoties rond dit aanvankelijk als rood met
witte rand aangeduide kabinet laaiden vaak hoog op en
zorgden er in ieder geval voor dat de meeste bewindslieden
van de zo moeizaam geconstrueerde regeringsequipe een
duidelijk herkenbaar gezicht kregen.
Minder op de voorgrond trad echter staatssecretaris Aart de
Goede van financiën. Als het om financiële zaken ging
richtte de publiciteit zich veeleer op minister Duisenberg of
op die andere staatssecretaris, Van Rooyen (belastingen),
dan op de in Leiderdorp wonende politicus van D'66.
De Goede zit er niet mee: "Ik heb een technische portefeuil
le. Dat is niet zo spectaculair. Als het om publiciteit gaat
kun je beter Kamerlid zijn. Maar ik heb destijds bewust
voor deze post gekozen omdat het me niet alleen een
boeiende ervaring leek eens in de keuken bij Financiën te
kijken maar daar ook aan het fornuis te staan". Toch vertelt
de bewindsman in zijn ruime werkkamer op het ministerie
van financiën aan het Haagse Korte Voorhout met een ken
nelijk genoegen over zijn totnutoe verrichte bezigheden.
door Bert Paauw
Een beminnelijke De Goede ("U
wilt weten wat ik nou eigenlijk de
afgelopen drieëneenhalf jaar heb
uitgespookt") zet een aantal pun
ten op een rij:
"Toen ik staatssecretaris werd
had ik een aantal wensen. Een
voorname wens was het meedoen
aan de begrotingsproblematiek.
Ik vond het noodzakelijk dat er
een meerjaren-planning werd
opgezet, dat er een jaarlijkse her
overweging van overheidstaken
zou plaatsvinden en dat de begro
ting beter zou worden bewaakt
want in het verleden deden zich
te vaak verrassingen voor.
Dankzij de planning die er nu is zijn
de inzichten over de mogelijkhe
den en onmogelijkheden in de
toekomst verbeterd. De her
overweging van overheidstaken
'houdt in dat er niet alleen iéts
wordt gedaan met de jaarlijkse
stijging van de begrotingspot
maar dat er ook steeds wordt ge
keken of bestaande taken en uit
gaven moeten worden gestaakt of
verbeterd. Natuurlijk liggen veel
uitgaven al vast maar door kleine
wetswijzigingen kunnen best
veranderingen worden aange
bracht.
"k geef toe dat het allemaal niet bij
ster spectaculair klinkt maar het
is wel belangrijk. Van tijd tot tijd
ben ik wel jaloers op collega's als
Schaefer of Meyer die zich met
stadsvernieuwing en welzijns
werk bezighouden. Dat zijn on
derwerpen die aanspreken. Zij
zijn als het ware degenen die met
de sproeier in de hand rondgaan
in de tuin om te gieten. Ik zou ook
wel eens met die gieter in de hand
willen staan maar ik moet voor
het .water zorgen.
Huishouding
Neem nou bijvoorbeeld de comp
tabiliteitswet die onlangs ook
door de Eerste Kamer is aange
nomen. Daar weten maar weinig
mensen van. Toch is het een be
langrijke wet waar circa twintig
Staatssecretaris De Goede: "Het
leek me niet alleen een boeiende er
varing eens in de keuken bij Finan
ciën te kijken maar ook om daar
eens aan net fornuis te staan".
jaar aan is gewerkt. In die wet
wordt de financiële huishouding
van de staat geregeld. Er staat nu
onder meer in dat ministers bij
het indienen van wetsontwerpen
verplicht zijn meerjarenramin
gen te geven en dat ministers
verplicht zijn bij geplande taken
een financiële verantwoording te
voegen. Op die manier wordt
voorkomen dat er in het duister
wordt gewerkt.
Toch blijft de bekendheid met zo'n
wet maar tot een kleine kring van
voornamelijk politici beperkt. In
de Kamer wordt daar wel een his
torisch grapje over gemaakt. In
de tijd van koning Willem III was
er al sprake van het maken van
een comptabiliteitswet. De ko
ning, die kennelijk ook niet wist
wat het was, kreeg op zijn vraag
wat het nou eigenlijk allemaal in
hield het volgende diepzinnige
antwoord: Comptabiliteit Majes
teit, dat is geen kleinigheid.
Waar ik mij ook vanuit financiën
mee bezighoud is het terrein van
de lagere overheid. In de afgelo
penjaren heb ik er naar gestreefd
de financiële positie van de ge
meenten te verbeteren. Toen ik
begon was éénderde van het aan
tal gemeenten een zogenaamde
artikel 12-gemeente wat betekent
dat in die plaatsen een financiële
noodsituatie heerste. Het aantal
artikel 12-gemeenten is nu terug
gelopen tót éénvijfde deel. Als
Kamerlid maakte ik het regelma
tig mee dat bewindslieden van
regeringsgezinde partijen moties
kregen te slikken over hun beleid
ten aanzien van de lagere over
heid. In mijn ambtsperiode zijn
dergelijke moties achterwege
gebleven.
De verbetering van de posities van
groepen gemeenten heb ik daar
naast vooral proberen te bereiken
door de invoering van verfij
ningsregelingen. Dergelijke rege
lingen houden rekening met de
bijzondere omstandigheden
waarin een gemeente kan verke
ren. Omstandigheden zoals een
dalend inwonertal, de sociale
structuur van de bevolking of het
bezit van een historische binnen
stad. Leiden profiteert ook van
die regelingen. Met het Leidse
gemeentebestuur heb ik ge
sprekken gevoerd en zaken ge
daan. Ook voor de vier grote ste
den, met een enorme begrotings
problematiek zijn saneringsope
raties voor de financiën op gang
gezet. Verder is voor wat betreft
de reorganisatie van het binnen
lands bestuur (gewestvorming)
een geheel nieuwe financiële
verhoudingswet rijkslagere
overheid gereed gemaakt. Deze
kan binnenkort bij de Tweede
Kamer worden ingediend.
Verzekeringswezen
Een ander onderwerp dat ook tot
mijn portefeuille behoort is het
verzekeringswezen. Er is een
nieuwe wet bedrijfsschadever
zekering op komst. Ik heb me
beijverd vooreen betere winstde
ling van de zijde van de verzeke
ringsmaatschappijen. Premie en
uitkering waren niet op elkaar af
gestemd waardoor er een over-
rendement ontstond. Ik vind dat
dat overrendement de verzeker
den toekomt. Na de nodige druk
op de verzekeringsmaatschap
pijen te hebben uitgeoefend
vloeit er nu jaarlijks 800 miljoen
gulden naar de verzekerden te
rug.
Verder ben ik bezig de doorzichtig
heid van de polis te bevorderen.
De consument moet, evenals bij
de kruidenier, kunnen zien wat
hij krijgt en de polis met andere
aanbiedingen kunnen vergelij
ken. Dat is vooral voor een verze
kering zo belangrijk omdat je die
eigenlijk maar één keer afsluit.
Dan zit je er aan vast".
Naast bovengenoemde zaken heeft
staatssecretaris De Goede zich
o.m. ook te bemoeien met de
Staatsloterij ("Een beperkt aantal
postkantoren gaat in de toekomst
ook loten verkopen"), de Do
meinen ("waaronder de verpach
ting van de IJsselmeerpolders
valt, een zaakje waarbij van tijd
tot tijd harde noten worden ge
kraakt"), hetRijksinkoopbureau,
de financiële begeleiding van de
onafhankelijkheidswording van
Suriname, de mede-beoordeling
van de uitgaven in het kader van
de ontwikkelingssamenwerking
met de Antillen en de begro
tingsvoorbereidingen voor de
ministerraad.
In andere handen
Een omvangrijk takenpakket dat
na de verkiezingen volgend jaar
mei (als het kabinet-Den Uyl de
rit tenminste volledig uitzit) in
ieder geval in andere handen zal
overgaan want De Goede wil
enige tijd afstand nemen van de
politiek of zoals hij het zelf uit
drukt "Ik wil de zaken eens een
poosje vanaf de tribune bekij
ken". De bewindsman heeft zich
dan ook niet op de kandidaten
lijst voor de Tweede Kamer van
zijn partij, Democraten'66, laten
plaatsen.
De Goede: "Het is niet zo dat ik
mijn belangstelling voor de poli
tiek heb verloren. Maar ik zie er
wel tegenop om eventueel weer
in de Kamer te gaan zitten. Ik heb
ruim zes jaar als Kamerlid mee
gemaakt. Als lid van een kleine
fractie heb je het bijzonder zwaar,
veel zwaarder dan iemand van
een grote fractie. Je moet veel
meer onderwerpen doen. Be
halve dat zware werk is ook een
overweging dat ik het wel goed
vind voor een partij om weer eens
wat nieuwe gezichten naar voren
te schuiven. Over mijn eigen toe
komst heb ik nog geen concrete
ideeën.
Ik zal mij wel blijven inzetten voor
D'66. Die partij moet doorgaan.
Het laatste congres in november
gaf weer een geweldige opleving
te zien. Ook het ledental, dat tot
2000 was gezakt, is de laatste tijd
weer met ongeveer 1500 ge
groeid. Dat geeft een steun in de
rug. Jan Terlouw is naar mijn
mening op de goede weg. D'66
moet zich niet teveel aan de PvdA
binden, althans niet zijn profiel
aan die partij opofferen.
Maar dat er een taak voor D'66 is
weggelegd is zeker want de pro
blemen zijn nog dezelfde als in
1967. Nog steeds kampen we met
staatsrechtelijke problemen, nog
steeds moet de inspraak van de
kiezer worden vergroot en nog
steeds verloopt de vorming van
politieke partijen niet goed.
Neem de vorming van het CDA.
Dat is fundamenteel net zo slecht
als de voorgaande situatie met
drie middelgrote christelijke par
tijen. Je moet een politieke partij
niet vormen op grond van een
geestesstroming maar op grond
van politieke ideeën en doelen.
Eenzelfde geestesstroming wil
namelijk nog niet zeggen dat je
tot dezelfde politieke handelin
gen komt".
In regeringsboot
Toch is De Goede er voorstander
van dat de progressieven na de
verkiezingen weer met de
christen-democraten in de rege
ringsboot stappen. Hij motiveert
"De komende tien jaar worden de
moeilijkste van de oorlog. Het zal
wel eens afgelopen kunnen zijn
met de extra leuke dingen die je
voor zowel de linkse als voor de
rechtse mensen kunt doen. De
economische groei zal gehal
veerd worden terwijl er nu echt
een einde moet komen aan de gi
gantische drukstijging van de
collectieve voorzieningen zoals
we die de laatste tien a vijftien
jaar hebben gehad. Bovendien
profiteert het rijk nu nog van de
aardgasbaten maar die zullen na
1980 ook teruglopen.
Dat zal maatschappelijke spannin
gen met zich mee brengen want
ondanks de oliecrisis en de eco
nomische teruggang beseffen
veel mensen nog niet wat er op
komst is of ze willen er niet aan.
Om aan die spanningen het hoofd
te kunnen bieden is een hechte
regering en een goed functione
rend parlement nodig. Daarom
moeten de progressieven mee
doen want anders vrees ik dat de
spanningen zich op een ver
keerde manier zullen ontladen".
Ultra-centrifuge
Over andere spanningen die zich
momenteel voordoen rond het
ultra-centrifuge-project in Al
melo laat de bewindsman zich
liever niet uit "Het is niet mijn
beleidsterrein. Het is in de eerste
plaats een aangelegenheid voor
Lubbers en Van der Stoel". Toch
heeft De Goede zich in het verle
den meermalen met het uc-
project bemoeid. Immers, voor
zijn Kamerlidmaatschap was hij
jarenlang financieel medewerker
van het Reactor Centrum Neder
land en maakte in die hoedanig
heid de hele ontwikkelingsfase
van het project mee. Als Kamer
lid kreeg hij het in '67 met de toe
nmalige minister van Economi
sche Zaken, De Block, aan de
stok.
De Goede: "In '67 presenteerde
Frankrijk op Europees niveau
zijn gasdiffusie-project. Gasdif-
fusie is evenals ultra-centrifuge
een methode om uranium te ver
rijken. Ik heb er toen bij De Block
op aangedrongen dat de Euro
pese Gemeenschap niet alleen
naar de gasdiffusie-methode
maar ook naar de ultra
centrifuge-methode zou kijken
want door het Franse initiatief
dreigde het Nederlandse uc-
project te verdwijnen. Later
bleek de ultra-centrifuge
methode technisch en commer
cieel in ieder geval voor Duits
land, Nederland en Engeland te
prefereren boven de gasdiffusie".
Het destijds nogal met veel ge
heimzinnigheid omgeven uc-
project in Almelo werd uiteinde
lijk geïnternationaliseerd tot een
Engels/Duits/Nederlands pro
ject. Een ontwikkeling die door
De Goede is toegejuicht, hoewel
hij een sterk voorstander was en
is gebleven van een verder
gaande internationalisering.
"Het is van groot belang om het
vraagstuk van de kernenergie te
internationaliseren. Op die ma
nier krijg je meer zekerheid dat
de nare kanten ervan onder con
trole kunnen worden gebracht en
gehouden. Dat kun je niet berei
ken door aan de kant te blijven
staan. Daarom is de houding van
de PPR, die zo fel gekant is tegen
uitbreiding van het ultra
centrifuge-project, niet realis-
tisch".
Het is aandoenlijk zoais in dit land
alle politieke partijen zeggen op
te willen komen voor de slechtst
betaalden, de vergeten groepen,
de verwaarloosden, de verdruk
ten, de armsten, de meest achter
geblevenen, de meest veriatenen,
in één woord: voor de underdog
van de samenleving. Elk partij
congres wijdt er bewogen woor
den aan.
Het valt niet te ontkennen, dat er
met name de laatste jaren veel
gebeurd is. Het minimumloon
wordt voortdurend opgetrokken.
De sociale verzekeringen zijn in
ons land, vergeleken bij menig
ander land uitzonderlijk goed te
noemen. En we kunnen verwach
ten, dat niemand er voorlopig aan
zal durven tornen.
Toch blijft er nog wel wat te wensen
over. "Leuke dingen voor de
mensen" om met de minister
president te spreken.
'n Brief versturen kost op 't ogen
blik f 0,55. Regelmatig worden de
posttarieven drastisch verhoogd.
De staatssecretaris die dat uit
maakt vindt brieven schrijven
een elitaire aangelegenheid. Dat
is een merkwaardige uitspraak.
Je zou zeggen typisch van ie
mand die nog Middeleeuws
denkt toen brieven bij voorkeur
in het Latijn werden geschreven
of van iemand die nog met zijn
geest in de romantiek verwijlt bij
"Dei Leiden des jungen Wert-
hers" van Goethe of bij Betje
Wolff en Aagje Deken. Brieven
zijn op 't ogenblik volkomen
normaal voor alle mensen. En
juist de zoëven aangeduide groe
pen waar dit kabinet zich zo voor
wil inspannen kunnen niet bui
ten het schrijven en ontvangen
van brieven. Als ik goed ben inge
licht krijgen regering en parle
ment duizenden brieven. Van
gewone mensen, die hopen zo,
dikwijls als.laatste mogelijkheid,
enig gehoor te krijgen voor de
moeilijkheden waar ze mee zit
ten.
Maar ze kunnen toch opbellen?
Jawel, maar de telefoon wordt nu
ook weer duurder. En hoeveel be
jaarden zagen zich al hun vrije
telefoon op last van de staatsse
cretaris (een andere) van gemeen
tewege ontnomen?
De
door Piet Wesseling
die in zulke benarde si
tuaties leven kunnen zich geen
auto veroorloven. Ze zijn dus
aangewezen op het openbaar
vervoer. Afgezien van 't feit dat
de tarieven voor bus en trein
steeds hoger opgeschroefd wor
den, heeft de minister die zelf zo
blij is dat hij rijdt, kans gezien
vele buslijnen op late uren en op
afgelegen plaatsen te schrappen.
't Aantal treinen wordt ook al
drastisch ingekort. Om te begrij
pen wat dit voor narigheid ople
vert behoeven we niet de inge
zonden brieven in alle kranten te
lezen.
Bij enig ernstig nadenken had Wes
terterp dat zelf al kunnen be
vroeden. De PPR liet 't er niet bij
zitten en voerde een actie door,
zelf uitbundig van reclame
teksten voorzien, de laatste bus-
ritten mee te maken, in enkele
plaatsen van dit land. Na afloop
van de actie reden de deelnemers
in hun eigen auto's snel naar huis.
Een merkwaardige afsluiting.
Een goed voorstel dat het natuur
lijk nooit haalt zou zijn om alle
ministers en staatssecretarissen
en alle Kamerleden bij toerbeurt
te verplichten één maand uitslui
tend van het openbaar vervoer
gebruik te maken. Nogmaals: een
onhaalbaar voorstel maar ik ben
ervan overtuigd dat het afdoende
zou zijn.
Ombudsman
Toen dit kabinet startte kondigde
premier Den Uyl aan dat er bin
nen zeer afzienbare tijd een Om
budsman zou komen. Nu op 't
einde van de kabinetsperiode
schijnt er eindelijk een voorstel
ingediend te zijn. 't Wordt hoog
tijd. We weten nog niet welke be
perkingen een instituut "Om
budsman" opgelegd gaan wor-
Eén Ombudsman, of
genlijk geen "Ombudsvrouw"?,
aan 't hoofd van een grote groep,
bestaande uit deskundigen voor
alle mogelijke zaken. Iedereen
moet er terecht kunnen. Je kunt
eraan schrijven zonder postze
gels, gewoon op een antwoord
nummer. Als je opbelt krijg je
géén antwoordapparaat, 't Insti
tuut moet over zeer uitgebreide
volmachten beschikken. Decen
tralisatie is natuurlijk nodig.
Wanneer het instituut of de stich
ting "Ombudsman" werkelijk
een feit zou worden zien we grote
mogelijkheden.
Nu is 't zo, dat ministers wel traaie
woorden kunnen spreken over
achtergebleven groepen, maar
hebben ze ooit contact met de
mensen die daartoe behoren? Dat
maakt, meen ik, die mensen zo
machteloos en zo moedeloos. Ik
herinner me de scherpe maar af
schuwelijke reportage van een
paar mensen in Amsterdam die in
een afbraakbuurt zaten met al
leen gesloopte toestanden om
zich heen, zonder enig perspec
tief. Door een vlerk van een amb
tenaar werden ze behandeld als
oud vuil.
't Echtpaar waar 't om ging zat dui
delijk in grote moeilijkheden. Hij
was zwaar invalide en kon onmo
gelijk een trap beklimmen. De
vrouw was heel en al haar man
toegedaan. Zij wou en zij kon al
leen maar voor hem zorgen. De
reportage-mensen deden uitste
kend werk, maar hun taak was
ermee afgedaan. Zij gingen heen.
Hoe liep het toen verder af? Hier
had een ombudsman in moeten
grijpen, snel en afdoende. Met de
wet alleen is geen land mens
waardig te besturen. Tenzij de
wet voorziet in het tegemoetko
men van mensen die er altijd zul
len zijn. Die altijd weer tussen de
wal en het schip vallen. Ik denk
dat op deze mensen gedoeld werd
bij het evangelie-woord: "Armen
zult gij altijd bij U hebben".
P.S.
Dat "mooie verhaal" over Coca
Cola was een weergave van wat
Albert Balink mij in 1953 zei. Hij
heeft zich vergist in de data. Ak
koord. Maar 't was niet verzon
nen. En Coca-Cola is en blijft in
handen van een multi-national.
Daar ging *t maar om.
Meningen op
deze pagina
weergegeven zijn
voor rekening
van de auteurs