Neef schrijft oom over democratie De Uyliaanse uitleg wijzigt niet veel Tijdperk van de griezels aangebroken .DONDERDAG 10 NOVEMBER 1976 Beste c t Ruud, Door Dick Tesselaar wethouder sport/ onderwijs in Leiden Omdat we elkaar de laatste tijd zo weinig zien schrijf ik U maar weer eens. Wat jammer nou dat U en de familie mijn vorige brief te moeilijk en te veel voor de inge wijden geschreven Vonden. Het heeft me lang beziggehouden. Het moet toch mogelijk zijn ook U en de uwen duidelijk te maken hoe de demokratie in de vorm van een raadsvergadering werkt. Zeker nu er de komende weken elke maandagavond raad zal zijn en we ook nog een week met de begrotingsbehandeling bezig zul len zijn, voel ik het grote onge noegen langzaam naderen. Misschien is het voor u het meest duidelijk te begrijpen als ik zo'n raadszitting van 't begin tot 't eind in eenvoudige woorden weergeef: De raadszitting begint om half acht. De burgemeester en de wethou ders zijn er dan nog niet. Die ko men pas als er genoeg mensen aanwezig zijn (U weet wel: ran gen en standen). De bode meldt als er voldoende raadsleden aan wezig zijn. Dan schrijdt het college binnen. Ze hebben grote pakken papier on der de arm. Op die manier heb ben ze toch nog enig gewicht. De gewone raadsleden zitten in een U-vorm op stoelen met armleu ningen. Het college op een ver- Reuze onhandig om je colbertje aan op te hangen. Ze beginnen meestal eeh kwartier te laat. dat komt vast omdat er nogal wat raadsleden uit het uni versitaire wereldje komen. Daar schijnt een kwartiertje meer of minder weinig uit te maken. Echt beginnen doen ze nadat de burgemeester met een soort ha mertje op de tafel heeft geslagen. Als eerste punt behandelen ze de notulen - een soort, verslag van wat er de vorige keer aan de hand geweest is. Ik heb niet de indruk dat iemand ze echt leest. Alhoe wel? Aan de linkerkant van de U zit een vent met een baardje die er weieens iets over op te merken heeft. Ze zeggen dat die man de bijnaam "kommaneuker" heeft maar dat zal wel weer gelogen zijn. Een enkele keer krijgt een van die mensen direkt het woord. Dat heet een persoonlijke verklaring. Zo iemand is dan verschrikkelijk boos en met een kwaad gezicht leest hij iets voor van een pa piertje. Omdat het persoonlijk is mag je er niets op terug zeggen. Het volgende punt op de agenda is de "ingekomen stukken en brie ven". De mensen schrijven wat af tegenwoordig. AI die brieven worden genummerd en achter die nummers staat wat het col lege voorstelt om er mee te doen. Niet echt natuurlijk maar een beetje opgesierd. Als er bijvoor beeld staat: "Voor kennisgeving aannemen", bedoelen ze eigen lijk: "laten we het maar in de prul lenbak gooien". Als ze niet weten wat ze er mee aan moeten staat er achten J'In pre-advies nemen". Dat wil zoveel zeggen als: "Tot nader order ergens in een burola opbergen". Soms zijn er zelfs raadsleden die het niet eens zijn met zo'n advies. Die willen de bewuste brief dan aan de agenda laten toevoegen. Dat zijn dan de gehaaide hob byisten.' "Stel voor - u bent een verwoed mecanobouwer. Zit er nou een brief bij van mensen die een be paalde brug niet willen, dan laat u die brief als de bliksem aan de agenda toevoegen. Dat scheelt toch mooi weer een avond me- cano sleutelen". Als het een echt grote hobby is, dan mag je er een zogenaamde inter pellatie óver aanvragen. Je stelt dan vragen aan een wethouder en die moet de vragen onmiddellijk beantwoorden. Vroeger ge beurde dat nog op dezelfde avond. Tegenwoordig zijn die hobbyisten zo heet gebakerd dat ze eerst maar eens een paar we ken moeten afkoelen. Trouwens dan hebben de wethou ders ook de kans om de antwoor den voor te laten bereiden door die het echt weten. Er zitten overigens een paar kerels in de raad die bij het minste of geringste woedend worden. Dat zijn de fractievoorzitters; de aan voerders van die klubs zogezegd. Volgens mij worden ze zo gauw kwaad omdat ze allemaal een brilletje op hebben. Daar krijg je kennelijk schele hoofdpijn van. Er zit er een in het midden en in de oppositie, nou dat is toch een gifkikker. Die man is vreselijk gauw op zijn teentjes getrapt. Als het hem niet bevalt schrijft hij di rekt naar de kroon, al vraag ik me af wat de koniiigin mèt die brie ven moet. Toch moet het wel een persoonlijkheid zijn. Ik hoorde tenminste dat hij zelfs jurylid van de Troskwis "Alles of niets" is geworden. En daar zullen ze toch niet de eerste de beste voor ne- Misschien oöm, vraagt U zich lang- zamerhand^af, of er alleen maar (kwaaie) kerels in de raad zitten. Niets is minder waar. Van de 37 raadsleden zijn er 4 van het vrouwelijk geslacht. Veel zeggen doen ze niet, ze zijn ze ker niet zo gauw kwaad. Alhoe wel die ene, helemaal links, die kan af en toe venijnig uit de hoek komen. Voordat ze het woord neemt peutert ze even in haar neus. Gelukkig spint ze ook altijd wol, zodat ze immer een schone beschuldigende vinger uitsteekt. Overigens ben ik wel mooi van het rechte - beschrijvende pad - af geweken. We waren immers bij punt 3 van de agenda. Dat heet doorhameren. Als niemand iets over een punt te zeggen heeft leest de burgemeester in ijltempo het onderwerp voor en vraagt of iemand hoofdelijke stemming wil. Als het stil blijft, slaat hij met zijn hamertje en is het punt afge daan. De grote miljoenen verslindende projekten worden meestal op deze wijze afgedaan. En dan blij ven de lekkere kleine - veel tijd eisende - hapjes over. De specia listen op het gebied van de vuil stortplaatsen, de beerputten en de lantaarnpalen rechten hun ruggen. Fier blikken zij van achter hun sta pels papier op naar de wethouder die voor zo'n onderwerp de klost Als ze allemaal een keer het woord hebben gevoerd, antwoordt de wethouder. Dan doen de spre kers het in de tweede ronde nog eens dunnetjes over. Ze zeggen dat de wethouder hun vragen niet heeft beantwoord, dat hij erom heen draait, kortom dat hij er niks van gebakken heeft. Daarom komen ze rfiet een motie. Dat is een door drie raadsleden ondertekend papier waarop bij voorbeeld voorgesteld wordt om de beerputten voortaan in een emmer te legen. Ook die motie wordt uitvoerig be sproken. Is dat achter de rug, dan gaan ze stemmen. Nou staat de uitslag van die stemming voor 90% vast want de klub van de we thouders heeft de meerderheid in de raad. Maar die man die voor het stemmen de namen op leest - de secretaris - moet tenslotte ook wat te doen hebben. De hele bijeenkomst duurt tot een uur of elf. Om kwart voor elf vraagt de burgemeester of ze nog zin hebben om wat door te verga deren. Dat willen ze niet want de meesten moeten de volgende dag echt werken. Dus gaan ze vol gende keer gewoon verder. Weet U wat ik nou het mooiste vind, oom? Dat ze er nog geld voor krijgen ook. En niet zo misselijk hoor! Beste oom, ik stop want het papier is bijna vol. Gaat het al wat beter met kleine Ton? Ik hoop maar dat u nu wat beter begrijpt hoe dit onderdeel van de plaatselijke demokratie werkt. Vergeet vooral niet mijn hartelijke groeten aan tante over te bren gen. Uw liefhebbende neef Dick. In de politiek lijkt het tijdperk van de griezels aangebroken. Grieze lig vind ik politieke leiders die hun steun ontlenen aan datgene wat zij zeggen niet te zijn. Carter en Van Agt lijken op elkaar, niet alleen omdat zij beiden een glim lach kunnen laten verschijnen en verdwijnen als bij toverslag, maar ook omdat zij allebei zo uit drukkelijk en herhaaldelijk ver klaren niet in de eerste plaats po liticus te zijn. Carter heeft tijdens zijn campagne er onophoudelijk op gehamerd, dat hij dan wel een politieke funktie als goeverneur van Georgia heeft bekleed maar toch in de eerste plaats boer, ma rineman, fabrikant en joost mag weten wat nog meer is. Van Agt heeft gedurende zijn gehele poli tieke loopbaan tot nu toe er steeds een nummer van gemaakt dat hij niet voor de politiek in de wieg was gelegd, er nu binrien- kort wel uit zou stappen enzo voorts. Tot nader order ben ik geneigd de keuze van Van Agt als lijsttrekker te beschouwen als een interne meesterzet van het CDA. Niet al leen werd hierdoor het slopende konflikt tussen Andriessen en Aantjes voorlopig uit de publieke schijnwerpers weggehaald, maar ook werd een niet vijandige be slissing genomen ten opzichte van de behoudende vleugels bin nen het CDA, zoals Biesheuvel, De Jong, Schmelzer. Kortom, de keuze van Van Agt maakt geen enkele regeringscoalitie onmoge lijk of zelfs maar onwaarschijn lijk. Bovendien lijkt het erop dat Van Agt het bij de kiezers goed doet. Hij hoeft tijdens de gehele cam pagne niet eenmaal het woord abortus in de mond te nemen en toch zal iedereen met een sterke afkeer van het meerderheids standpunt van het parlement in hem de reddende "engel" zien. Bovendien zal hij, ik denk meer dan Wiegel, alle mensen die emo tioneel het verlies van gevestigde patronen in zedelijke normen niet aankunnen, achter zich ver enigen. In de pers is het zoge naamde ethisch reveil van Van Agt door rechts als welkom be groet en door links bespottelijk gemaakt. Dat laatste is buiten gewoon gevaarlijk. Gevaarlijk omdat het wegwuiven van zo'n poging tot versterking van nor men en waarden suggereert dat de Nederlandse samenleving zo volwassen is geworden dat er geen behoefte meer bestaat aan een nieuwe kleinburgerlijke mo raal. Gevaarlijk ook omdat werkelijk massale steun van zo'n ethische wederontwaking" best mogelijk is omdat zij zou zijn gebaseerd op een tamelijk wijd verbreide af keer van politiek en politieke in stellingen. Die afkeer is niet zo erg onbegrijpelijk als je de in vloed van Watergate-CIA- Lockheed in rekening brengt en ook de knelling van de banden die het apparaat van de overheid aanlegt in tijden van economi sche crisis. De nu optredende ka ter die het gevolg is van te hoog DOOR ROEL IN 'T VELD (PVDA) gespannen verwachtingen aan het eind van de zestiger jaren om trent de mogelijkheden tot snelle verandering in de samenleving, met name snelle echte democra tisering, speelt natuurlijk ook een roL Links moet duidelijk kunnen ma- ken welke de weg moet zijn naar een samenleving zonder angst, frustratie of knelling, kortom een fijne samenleving. Het is niet ge noeg in vage termen te den dat aan dén einder, dat wil zeggen na nog een paar eeuwen, de hemel op aarde zou kunnen komen. Het is nodig voor, laten we zeggen, de komende tien jaar aan te ge ven, hoe links denkt én grotere economische gelijkheid te berei ken én de emancipatie van ach tergebleven bevolkingsgroepen zoals vrouwen te versnellen zon der de individuele burger te ver stikken in netwerken van kille dwang en bureaukratie. Het be ginselprogramma van de Partij van de Arbeid bevat daarvoor Êoede aanzetten. Lijsttrekker >en Uyl heeft reeds vroeger in overtuigende redevoeringen het perspektief getekend maar zich daarbij veelal beperkt tot het economische stelsel. Wenselijk is dat hij in de komende verkie zingsstrijd die gedachtengang aanvult met denkbeelden over welzijnspolitiek in brede zin zoals die door mensen als Staats secretaris Meyer onder woorden zijn gebracht. Zo zal er voor de kiezer, wie het kleinburgerlijke in het CDA- optreden niet aanstaat, een zeer aantrekkelijk alternatief in de vorm van de PvdA aanwezig zijn. Zo ook zou de verkiezingsstrijd, anders dan die in West-Duitsland en Amerika, ook om echte poli tieke verschillen kunnen gaan in plaats van tussenpersonen die elkaar allerlei lichamelijke en geestelijke afwijkingen toedich ten. Punten In mijn laatste artikel voor deze krant geef ik aan een voorkeur te hebben voor een minimum- programma boven een eis die al leen de kabinetssamenstelling betreft. Daartoe uitgenodigd wil ik graag een stel punten noemen die in zo'n program zouden staan als ik het mocht beslissen; beleid richten op brengen van grond in gemeenschapshanden met operationele wetgeving bin nen twee jaar (voorzover dat nog niet voor de verkiezingen zou zijn geregeld); oprichting van de postbank, dus deelname van de overheid in het doen en laten van de handels banken als grote concurrent; verhoging van het aandeel, dat ontwikkelingssamenwerking vergt van ons nationaal inkomen, van anderhalf thans tot 1,75 in 1981; uitvoering van plannen van Van Kemenade teneinde echt te be reiken dat de vraag welk onder wijs een kind volgt, niet zo bela chelijk sterk als thans meer af hangt van opleiding en inkomen van de ouders; handhaving van de 1%-norm. Dit laatste is misschien wel het be langrijkste; de benaming "1%" is verschrikkelijk misleidend. De norm houdt in dat bij een jaar lijkse groei van het nationaal in komen met 3,75% het deel dat de kollektieve sektor van het geheel vormt een punt hoger mag wor den. Dat betekent dat van die 3,75% ongeveer 3%, dus het over grote deel, wordt besteed aan' groei van de kollektieve sektor. In die zin is dat inderdaad een "linkse" norm. Een minimum- programma moet beknopt zijn en mag niet alle samenwerking met ten dele andersdenkenden on mogelijk maken. Aan die eis vol doet het bovenstaande wel. Overigens mag ik het natuurlijk niet beslissen (en dat is maar goed ook). Het congres van de PvdA zal immers niet alleen de roemruchte resolutie behandelen maar ook het verkiezingspro gramma plus een eventueel mi nimumprogramma vaststellen. In deze bijdrage kom ik nog even terug op wat ik de vorige keer schreef over de PvdA-PPR- resolutie. Ik doe dat omdat er in deze krant een ingezonden stuk daarover verschenen is met een overigens door mij zeer gewaar deerd commentaar van de redac tie. De schrijver van het ingezon den stuk is het geheel niet eens met het "alles of niets" (leest ook machts-)denken dat ik achter de PvdA-resolutiè veronderstelde. Vervolgens vraagt hij waarom het mogelijk is in dit blad, op deze wijze, reclame voor de VVD te maken. Ik heb in mijn stuk geen directe re clame voor de WD gemaakt, ik heb mij slechts beperkt tot het maken van opmerkingen over de PvdA-resolutie en haar plaats in de democratische opvattingen die in ons volk leven. Als de schrijver van het ingezonden stuk dat reclame voor de WD vindt, dan was het stuk blijkbaar nog zo gek niet. Misschien kan hij ook nog wijsheid putten uit de moeilijkheden die alleen al rond die resolutie in beide hem schra gende partijen zijn gerezen en die na ettelijke nachtelijke vergader ingen van het partijbestuur ge leid hebben tot wat ik zou willen noemen de dode mus van de zo genaamde geruststellende ver klaring van Den UyL Er is nl. door de Uyliaanse uitleg, zoals Steenkamp die noemt, wel iets gewijzigd, maar de harde kern is gebleven. En daarmee m.i. het alles-of-niets; het machts denken dat verder zijn rol in de verkiezingscampagne zal blijven spelen. Professor Romme is de historie in gegaan met zijn wijze van uitleg van verschillende problemen met name het akkoord voor In donesië. Velen hebben daar des tijds van gezegd, dat het typisch w&s voor de toenmalige, wat wol lige, wijze van uitdrukken van confessionele politici. Nog afge zien van de vraag of Den Uyl met zijn uitleg de historie zal ingaan, zou ik wel willen vaststellen dat de uitleg, van het CDA over die resolutie veel dichter bij de dui delijkheid komt die de kiezers van politici verlangen. Want of men het nu duidelijkheid, helderheid of eerlijkheid noemt, op die eigenschappen van een po liticus komt het in de komende verkiezings-campagneaan. Daar toe werd verleden week door het CDA geen goede bijdrage gele verd, toen het akkoord ging met de toezeggingen van minister Vredeling over de hoogte van de defensiebegroting. Die toezeg gingen maakten in het geheel niet waar de eis tot meer geld voor de fensie waar vooral Aantjes (met de WD) zich sterk voor had ge maakt. Het CDA ging voor de zo veelste maal op dit terrein door de knieën. Maar dat op dit mo ment ter zijde. Door mr. F. Portheine lid VVD-fractie Tweede Kamer Ik zou nog wat willen zeggen over de buitenlandse politiek. Op dat terrein krijgen wij al heel gauw - als de voortekenen ons niet be driegen 1978 - de verkiezingen van het Europese Parlement. Om de ontmoeting met de kiezers goed voorbereid aan te gaan, hebben de liberale partijen van Europa medio dit jaar een feder atie gevormd, die zojuist in Den Haag zijn tweede congres heeft gehouden. Goed voorbereid door net organisatiecomité olv. collega De Koster, maakte men op dat congres een belangrijke stap in de richting van een gemeen schappelijk verkiezingspro gramma. Als men weet hoe lang de bespre kingen voor een nationaal ver kiezingsprogram duren (de WD heeft er d.m.v. voorbereiding door commissies en deelcongres- sen meer dan een jaar over ge daan voor het concept begin sep tember de partij wederom in kon gaan) dan was natuurlijk niet te verwachten dat bij een congres Dat men zo ver gevorderd is als ik heb kunnen vaststellen, is een bewijs dat liberalen, die altijd nogal individualistisch zijn inge steld: hun kracht, soms ook hun zwakte, steeds meer beseffen dat eenheid van opvatting de enige weg is om internationale invloed uit te oefenen. En gelukkig lopen zij daarbij to.v. andere politieke blokken in Europa, wat concreti sering betreft, voorop. Ik ben verheugd dat besloten is ook een speciaal rapport aan de posi tie van de zelfstandigen (midden- en kleinbedrijf) te wijden. Paral lel hiermee heb ik het initiatief genomen dat binnen de Raad van Europa te doen. Ik geloof dat er alle aanleiding voor is om de posi tie van de midden- en kleinbed rijven in Europa, die dreigen te recht te komen in de hoek waar de slagen vallen, te analyseren en maatregelen voor te stellen. Een deel van de problemen vindt ook zijn oorsprong in het denken van sommigen dat de grote eenheid de toekomst zou hebben. Tegen deze vorm van machtsden ken vind ik nü de PvdA althans aan mijn zijde. Ik zeg nü, want het was wel eens anders. Als ik de eerste wat negatieve reac tie vian sommige socialisten in Europa op mijn initiatief zie. maakt één zwaluw in het socialis tisch denken ook hierbij nog geen socialistische zomer ten bate van midden- en kleinbedrijf. Duidelijkheid, helderheid en eer lijkheid zijn dus bij de ontwikke ling van de programma's voor de Europese Verkiezingen nood zaak. Dat zal ook met zich meeb rengen dat de leden van de poli tieke partijen terdege bij die voorbereiding betrokken wor den. De gedachte aan een mogelijke subsidie voor partijen bij de voorbereiding van Europese ver kiezingen, waartoe een CDA- amenaement de regering uitno digt, wijs ik overigens af. Dit is een principe-kwestie. Wij zijn van mening dat een dergelijke subsi die de onafhankelijkheid van partijen t.a.v. de staat belemmert. Verleden week was ik in Engeland waar ik het voorrecht had deze Moeder der Parlementen te be zoeken èn waar ik op echt demo cratische wijze, dynamisch, agressief en met humor, heb ho ren debatteren. Dat gebeurde juist temidden van de grote spanningen op politiek terrein daar, waarover de pers heeft be richt. Ik hoorde daar echter ook, dat vele leden van het parlement die ook lid zijn van de Assemblée van de Raad van Europa of het Europese Parlement, er niet graag voor uitkomen dat zij in die organen zitting hebben omdat zij denken dat dit hun imago niet ten goede komt En dat is niet alleen in Engeland zo, ook dichter bij huis zijn daar schrijnende voorbeelden van te vinden. Als ik duidelijkheid heb gevraagd van de partijen opdat de kiezers bij de Europese Verkiezingen op concrete programma's kunnen stemmen, en niet op partijtoppen alleen, die dan wel zullen zien, dan vraag ik van de kiezers ook dit Laten zij beseffen dat Europese parlementariërs ook daar, "er gens in Europa" werken aan het mijns inziens essentiële onder deel van de toekomstige ontwik keling van elk land: verdere reële, Europese, samenwerking. Daar zal ik als lid van ons parlement en als lid van de Assemblee van de Raad van Europa, mijn beste krachten aan blijven geven. Meningen op deze pagina weergegeven zijn voor rekening van de auteurs

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 23