25 JAAR
"JAMES BOND"
IN HARDERWIJK
ZATERDAG 16 OKTOBER 1976
EXTRA
SMID-leraar Srrvimov, met zijn
tweeëntachtig jaar de oudste
werknemer bij Defensie.
Door
Alexander Munninghoff
Nu moetje niet denken dat de
plaatselijke bevolking hier
schichtig langs de kazernepoort
voorbij schuifelt uit angst voor
het onbekend", zegt de overste,
„wij staan hier gewoon bekend
als de "spionnenschool", en
daar maakt niemand zich ver
der erg druk over". "Maar over
wat we nou precies allemaal
doen bestaan veel geruchten.
De term "martelpraktijken"
valt geregeld in de diverse ko
lommen. Volkomen onterecht,
maar wij kunnen ook niet veel
meer doen dan die praatjes ont
kennen. Om te bewijzen dat die
geruchten onzinnig zijn zouden
wij een stage voor journalisten
moeten organiseren of zoiets,
en dat kan niet omdat wij niet
eenmaal geklassificeerd mate
riaal onder ons hebben".
Veiligheid
Maar nu, vanwege het jubileum,
heeft de overste dan toch toe
stemming gegeven een gedeel
telijk inzicht te verkrijgen in de
diverse opleidingen die de
SMID herbergt. Zelfs heeft hij
er geen bezwaar tegenop de foto
in de krant te komen. Vergele
ken met de bizarre geheimzin
nigdoenerij die de eerste cursis
ten in 1951 geïndoctrineerd
kregen (zelfs hun echtgenoten
mochten niet weten waar hun
wederhelft verbleef) is er dus
wel veel veranderd.
"In het kort gaat het de Militaire
Inlichtingen Dienst om twee
zaken: inlichtingen en veilig
heid", gaat De Haan verder, "en
om met dat laatste aspect te be
ginnen: wij hebben hier een
cursus Contra Inlichtingen,
waarin overigens maar heel
weinig dienstplichtigen wor
den opgeleid, die ervoor moet
waken dat de eigen eenheden
zoveel mogelijk beveiligd wor
den tegen subversieve activitei
ten van de vijand. Dat betekent
dat wij de inlichtingendienst
van de tegenpartij zoveel moge
lijk dwars moeten zitten, en bo
vendien in vredestijd, dat wij de
invloed van extreme politieke
groeperingen op ons leger moe
ten signaleren".
"Waarbij ik wil aantekenen dat
wij in Nederland wel een aantal
groeperingen hebben, zowel
uiterst links als uiterst rechts,
die zich in onze belangstelling
mogen verheugen, zonder dat
wij hun daadwerkelijk gevaar
voor de krijgsmacht overschat
ten. Wij zien heus geen spoken
hoor; de meeste van die groe
pen zijn gevaarlijker in hun
doelstellingen dan in hun akti-
viteiten. Maar we houden ze in
de gaten".
De overige vier opleidingen op
de SMID staan voor 95 procent
ten dienste van de gevechtsin
lichtingen die een leger, dat een
confrontatie met de boze vijand
verwacht, nu eenmaal moet
hebben om zijn soldaten niet
een zinloze domme dood in te
sturen. De tijd van botte cavale-
riecharges tegen goed ingegra
ven vuurkrachtige linies is
voorbij, het moderne oorlog
voeren wordt gecoördineerd
vanuit bomvrije bunkers
waarin strategen over stafkaar
ten gebogen staan. Wat er op die
stafkaarten staat is het werk van
de gevechtsinlichtingen-
specialisten.
Warschau Pact
"Natuurlijk doen wij dat werk
ook in vredestijd", knikt de
overste, „op allerlei manieren
proberen wij de actuele sterkte
en positie van de mogelijke
tegenstander te peilen. Hoeveel
divisies heeft hij, en waar zijn
die gelegerd. Dat wij onze blik
op het oosten richten is, dunkt
me, vanzelfsprekend. Ik denk
soms wel eens, dat het zinnig
zou zijn om onze gegevens over
de strijdkrachten van het War
schau Pact wat meer bekend
heid te geven bij Jan Soldaat.
Als iedereen zou weten, hoe
hun divisies opereren, dan zou
de motivering van onze dienst
plichtigen sterk toenemen,
denk ik".
Er zijn drie sub-inrichtingen ovp'
de SMID, die het verder verza
melen van inlichtingen over de
vijand tot doel hebben: de Bi-
ma, de Vi en de kgvondvrijin-
lvtl, zoals het militaire jargon
transscribeert.
Bima staat voor Beeldinterpre
tatie en Militaire aardrijkskun
de, een opleiding die de cursist
leert luchtofoto's en radarbeel
den op een militair zinnige ma
nier in gegevens om te zetten en
studies te maken van het opera
tieterrein. Daar is nog steeds
geen woord Russisch bij, maar
anders wordt dat al bij de Vi, de
Verbindingsinlichtingen. De
cursisten krijgen hier onder
richt in, eenvoudig gezegd, het
onderscheppen van vijandelijk-
radioverkeer en daarvoor moet
je de taal van Ivan op z'n minst
gedeeltelijk beheersen.
Anita
Daarnaast wordt er bij de Vi het
vak "decoderen" onderwezen.
Het ontraadselen van geheim
schrift en fode dus, een vaar
digheid waarin de SMID-
leraren een bijkans bovenna-
"Ik leer kruipen door de mod
der, schieten met een losse
flodder en nog meer, wat vol
gens de majoor later van pas
kan komen op 't kantoor", zong
Rijk de Gooyer alweer enkele
generaties geleden toen een
dubbeltje nog een dubbeltje
was en Hare Majesteits armee
nog een barre trektocht van
ruim een etmaal placht te on
dernemen naar het oefenter
rein in het Franse La Courtine.
De ouwe stomp neuriede deze
melancholieke deun met een
blik vol understatement tij
dens het koperpoetsen en ver
gat tussen het balen door niet
het centimeterlint bij te knip
pen dat, uit de borstzak van het
gevechtstenue gehangen, pre
cies aangaf hoeveel "poepie
days" de betreffende "nato-
peuk" nog scheidden van het
afzwaaien en de rentree in de
burgermaatschappij.
Andere gezangen, zoals "Ba
len, balen' dat is het lied van
Jan Soldaat" en het van lichte
rancunes doortrokken "Wij
zwaaien af' vertolken het ge
voel van gemeenschappelijk
gedragen soldatenleed, dat de
meeste oudgedienden (en heus
niet alleen in ons land) be
vangt als zij herinneringen aan
het toenmalig kampement op
halen. Trouwens: dat gebeurt
maar zelden. Het eerste jaar
nadat de Persoonlijke Stand
aard Uitrusting bij de Euwige
Foerier is ingeleverd wil Jan
nog wel eens loskomen met
sterke verhalen, maar alras
merkt hij dat zijn nieuwe om
geving de persoonlijke raak
vlakken, die nodig zijn om het
een en ander leuk te vinden,
mist en dus doet hij er al gauw
het zwijgen toe. De herhaling
is de laatste opleving, dan is
het afgelopen en is men burger.
Overste T. de Haan
Er is een vrij kleine, en in ieder
geval zeer selecte groep
dienstplichtigen, die een aan
zienlijk positieve herinnering
aan de dienst overhoudt. Zij
zijn uitverkoren uit een grote
groep sollicitanten en hebben
een militaire opleiding gekre
gen die wat betreft het prak
tisch nut in de burgermaat
schappij misschien het krui
pen door de modder niet over
treft, maar de onloochenbare
aantrekkingskracht van in
tensief intellectueel bezig zijn
in ruime mate uitstraalt.
Dat zijn de cursisten van de
School Militaire Inlichtingen
Dienst (SMID), gehuisvest in
de stokoude koloniale Oranje
Nassau Kazerne aan de Smee-
poortstraat in Harderwijk.
Het is niet ongewoon dat de
SMID verzoeken van oud
cursisten om aan herhalingen
te mogen meedoen bereiken.
Het was onlangs vijfentwintig
jaar geleden, dat de SMID bij
Koninklijk Besluit werd opge
richt. Reden voor de huidige
commandant, de overste T. de
Haan, om de school voorzich
tig te ontdoen van de sluier
van geheimzinnigheid die in
die vijfentwintig jaar over het
gebouw en de daarin bedreven
praktijken was neergedaald.
tuurlijke bedrevenheid hebben
gekregen. Zo is uit deze afde
ling het verhaal bekend van de
leraar, die zijn pupillen de op
dracht gaf zelf een code te ver
zinnen en daarin een willeke-
rige zin op te schrijven. Een
van de leerlingen schreef een
hoop letters achter elkaar op,
volgens zijn sleutel stond er
"Mijn meisje heet Anita". De le
raar bestudeerde de letterbrij
een kleine minuut en zei toen
"O ja, heet ze zo?"
Dit soort dingen maakt wellicht
een speelse indruk, maar deco
deren is een hels karwei dat
zonder strikt wetenschappe
lijke aanpak niet geklaard kan
worden. De Engelsman Michael
Ventris had bijvoorbeeld erg
veel aan zijn militaire Vi-
kennis, toen hij het lineair B
ontcijferde en daarmee de tot
dan toe mysterieuze Minocsche
cultuur bestudeerbaar maakte.
Vies woord
Tenslotte de Kgvondvrijinlvtl-
opleiding, waar de meeste
drukte om gemaakt wordt en de
minste feitelijke kennis over
bestaat. U hoeft geen Ventris te
zijn om te begrijpen dat achter
deze consonantencluster de
woorden "krijgsgevangen
ondervrager/inlichtingenvertak
schuil gaan.
"Ondervrage is voor de leek een
vies woord", beaamt overste De
Haan, "de associatie met mar
teltechnieken, zoals de politie
in andere landen die blijkens de
kranten wel gebruikt, is kenne
lijk onvermijdelijk. Regelmatig
worden wij op dit punt geatta
queerd en verdacht gemaakt. Ik
kan alleen maar herhalen wat ik
altijd zeg: op de SMID geven we
geen les in folteren. Nederland
heeft de Conventie van Geneve
ondertekend en houdt zich
daaraan".
"Wat overigens niet wil zeggen
dat in oorlogstijd een krijgsge
vangenondervrager zich nooit
schuldig zou kunnen maken
aan overtredingen. Natuurlijk
wel, als je snel informatie moet
hebben om het leven van je ei
gen manschappen te redden,
dan kan het best voorkomen dat
de ondervrager over de schreef
gaat. Dat is in ons Indië waar
schijnlijk ook wel voorgeko
men, dus daar hoeven we ons
geen illusies over te maken.
Maar in zulke gevallen is het al
tijd het individu dat de be
staande regels overtreedt,
waarmee de opleiding als zoda
nig dus onmogelijk veroordeeld
kan worden. Er bestaat in ons
land geen systeem dat het mar
telen van gevangenen goed
keurt. Enfin, dat hoef ik u niet te
vertellen"
Stoomcursus
Inderdaad, dat hoeft de overste
niet. Meegaand in de door hem
gesignaleerde trend van grotere
openheid binnen het militaire
apparaat meen ik niet onjuist te
handelen door dit verhaal met
enkele persoonlijke herinne
ringen te besluiten. Door uit de
school te klappen die ik zélf heb
be7Q9ht.
Wat deden we precies op die
SMID in de negen maanden dat
we tot ondervragen werden op
geleid? We leerden Russisch via
een uitgekiende stoomcursus
onder leiding van vakbekwame
leraren, waarvan er een met
naam en foto vermeld dient te.
worden omdat hij, behalve een
goed en goedmoedig leraar, ook
de oudste werknemer bij defen
sie is: de 82-jarige heer Smir-
nov, zoals zoveel Russische
emigranten een boeiend vertel
ler over de lange fantastische
toch vol gevaren die hem uit het
Rusland van 1917 via de meest
exotische plaatsen en de
vreemdste ambachten tenslotte
in Harderwijk deed belanden,
waar hij nu al tien jaar op de
SMID doceert.
Gebrabbel
De droge Russische grammati
ca, die dagelijks via de koptele
foons van het talenpraktikum
onze hersenpannen binnenk-
netterde, kwam in die
conversatie-uren met Smirnov
tot leven. We realiseerden ons,
dat we een Rus konden ver
staan en dat hij ons gebrabbel
kon begrijpen en allengs wist
om te buigen tot een spreek
vaardigheid waar vele ex-
cursisten nu nog steeds hun
voordeel mee doen. Onder an
dere op de diverse Oosteuro-
pese ambassades: het is geen
geheim dat een deel van de
Harderwijkse talenspecialisten
later een carrière bij Buiten
landse Zaken is begonnen.
De uitdaging van de Russische
stoomcursus was enorm: de
meeste dienstplichtigen had
den al een lange universitaire
studie (overwegend rechten)
achter de rug maar onderwier
pen zich volkomen aan het
straffe tempo, waarin deze
moeilijke taal met zijn com
plexe grammatica erin werd
gehamerd..Het devies van de
SMID, „in tenebris lucens"
("lichtend in het duister") kreeg
een extra dimensie door de ver
lichte studeervertrekken van de
SMID-kazeme, als bij nacht en
ontij de laatste voorbereidingen
werden getroffen voor de repe
titie van de volgende dag. Want
het was helemaal niet zeker dat
je het diploma haalde, onvol
doende resultaten betekenden
een vroegtijdig einde van de op
leiding.
Gareel
Cursisten die in hun slaap Rus
sische onregelmatige werk
woorden vervoegden waren
geen ongewoon verschijnsel.
Dat gezamenlijk studeren
schept natuurlijk een band die'
wezenlijk verschillend is van
die tussen "normale" dienst
plichtigen. Het militaire gareel
was op de school zeker minder
straf dan in de maanden die
daarop volgden, "uitdien
maanden" die de volleerde on
dervrager elders in de krijgs
macht doorbrengt. De "werke
lijkheid van de oorlog", zoals
deze in de diverse groot
scheepse oefeningen (bijvoor
beeld in Duitsland) werd nage
bootst bracht ons geregeld als
ondervrager in aktie; verder
dan een geïrriteerde klap op ta
fel of een welgemeend "god
verdomme kerel, doe je bek nou
eens open" kwamen we echter
niet in onze marteltechnieken.
Op een heel bijzondere manier
heet de SMID-opleiding eens
zyn nut aan het vaderland be
wezen. Omdat wij er met een
man of vijftien bij betrokken
waren en verder niemand iets
vanaf weet, wordt het nu einde
lijk tijd dat het algemeen be
kend wordt.
In 1968 kwam het Russische
voetbalelftal naar de kuip in
Rotterdam om daar met 3-1
door de Nederlanders verslagen
te worden. De kranten waren
nogal verbaasd over deze ruime
overwinning, maar wij van de
SMID waren dat allerminst.
Want wij hadden persoonlijk de
Russische rechtsbuiten, op pa
pier een van de gevaarlijkste
aanvallers van de gasten, uitge
schakeld.
Siberië
Geposteerd bij de cornervlag,
slechts door een ijzeren hek
werk van het speelterrein ge
scheiden, konden wy de kleine
donkere Oekraïner telkens
wanneer hij een corner moest
nemen gemakkelijk in het Rus
sisch toespreken. Voor deze ge
legenheid had een van ons de
volzin "V varota ieljie vsiebier"
ontworpen. Bij de eerste corner
keek 'de sovjetvoetballer ver
baasd om,, had hij het wel goed
gehoord? Maar bij de volgende
corner was er voor hem geen
twijfel meer mogelijk: "V va-
rota ieljie vsiebier", klonk het
nu zeer duidelijk. De arme man
heeft, meen ik, in totaal een keer
of vijf, zes in ons hoekje zijn
plicht moeten doen en zyn con
centratie was' al spoedig zoda
nig verslapt dat zijn voorzetten
nergens meer op leken. De rest
van de wedstrijd speelde de Rus
voor de vorm uit, onze verdedi
ging had geen kind meer aan
hem
V varota ieljie vsieoier: "de bat
in de goal of hij naar Siberië".
Doortrapt maar effectief, en te
vens een van de vele bewijzen
dat we in Harderwijk wel dege
lijk met het landsbelang bezig