Er was eens een stad Geloven is geen merkwaardige bezigheid Lezers schrijven DONDERDAG 30 SEPTEMBER 1976 PAGINA 21 Na de personferentie bijgewoond te hebben die aan Rosemary Brown gewijd wasen waar al te beluisteren viel hoe de recensenten zich in hun kranten zouden opstellen en na het werkelijk avondvullende pro gramma op zondagavond uitgeze ten en doorstaan te hebben, waag ik me dan nu aan een paar conclu- sies.Het is tegenwoordig erg "in" om spottend en badinerend te pra ten en te schrijven over alle zaken Door Piet Wesseling die met geloof en religiositeit te maken hebben. B.v.: "Vroeger was ik gelovig, ja, wat wil je, maar nu doe ik er natuurlijk allang niets meer aan". Een van de onderwer pen die direct en zeer indringend met het geloof te maken hebben is de verrijzenis-gedachte. „Als Chris tus niet verrezen was zou ons geloof ijdel zijn", zegt Paulus. 't Lijkt me niet zo erg lachwekkend om je ge loofsleven te bouwen op zo'n gra nieten uitspraak van een man die talloze miljoenen in de loop van 20 eeuwen hoop gegeven heeft op het meest kritieke moment van hun. aards bestaan. Van enig respect voor dit geloof viel zo goed als niets te bespeuren. In tegendeel. Iemand uit mijn omge ving zei zuchtend tijdens het ge sprek o.l.v. Jack van Belle: "Och, mijn moeder zei vroeger al dat het domme mensen zijn die lachen om de dingen die ze niet begrijpen." GESPREK SPARTNERS Na de uitstekende documentaire rond Rosemary Brown kwam dan het gesprek, de kern van "Ziens wijze". Vooraf moet mij van 't hart dat ik de keuze van de gesprek spartners in dit programma di kwijls niet begrijp. Zo herinner ik mij een programma waar een ze kere dr. Ottolander het katholieke volksdeel moest vertegenwoordi gen. 'n Slechtere keuze was niet mogelijk geweest. Met de keuze van de gesprekspartners staat of valt het programma. De enige die ter zake kundige op merkingen plaatste was prof. H. van Praag, waarover dadelijk. Maar wat te denken van dr. P. Vroon? Hij minachtte duidelijk het publiek. Hij speelde onbeholpen met wat theorieën kende Croiset niet en had voor hem geen respect, hij verwierp het voortbestaan en riep uit "Alles wat van mij blijft na mijn dood is mijn werk". Prettig om te horen voor mensen die andere beroepen uitoefenen, zoals de mannen die het grof vuil voor zijn deur weghalen, of zijn warme bakker of zijn keurs lager. Zijn boek: "Weg met de psy chologie" wordt ongetwijfeld een bestseller. Mevrouw Tera de Marez Oyens zat er wat vreemd bij. On getwijfeld is zij in haar vak zeer be kwaam, maar zij wist niets zinnigs te zeggen over het probleem waar 't om ging. Ze geloofde er niets van en had t.a.v. iedereen haar twijfels be halve t.a. v. haarzelf. Ds. de Roos gaf slechts af en toe een wijze, minzame glimlach prijs. Hij zei o.a.: "Ik weet van het hiernamaals niets af." Ac- coord. Maar toen: "Er komt natuur lijk nog een lichamelijke opstan ding." Daar sta je even van te kij ken. Van de onkostenvergoeding moet dominee zich toch een of an der boek uit de 20ste eeuw aan schaffen b.v. "Jezus" van E. Schil- lebeeckx of "Christen zijn" van Hans Küng. Nogmaals de enige die hier werkelijk op zijn plaats zat was prof. Van Praag. Hij nam zowel het probleem als de, zonder twijfel mil joenen, kijkers au sèrieux. Hij wist iets af van paragnosie, hij nam het terecht op voor Gerard Croiset, hij bracht het fenomeen Rosemary Brown tot zijn ware proporties te rug, hij wees zijn partners vriende lijk maar beslist tercht. Maar prof. Van Praag, hoe ver zijn kundighe den ook reiken, is geen theoloog. Hij heeft die pretentie ook niet en dat siert hem. VERBIJSTEREND Aan dit programma zijn kosten noch moeite gespaard. Een zeer hooggeplaatst persoon bij de NOS zei me een paar dagen terug: "Een of andere beschonken voetbalsup porter mag zich zondagavond nog op straat bevinden, maar voor de rest zit alles voor de T.V." De kijk dichtheid - de heilige koe tegen woordig - zal zeer hoog geweest zijn. Als je de kijkdichtheid zo hoog opschroeft moetje wel weten waar aan je begint. Je moetje bewust zijn van je verantwoordelijkheid. Maar wat zullen de gevolgen geweest zijn van dit amitieuze programma? Zouden velen er iets aan gehad hebben? Ik vrees van niet. En dat is dan een treurige zaak. Zonder meer verbijsterend was de slotopmer king van Jack van Belle. Heel en al tegen zijn gewoonte in riep hij vro lijk: "Schrijft u a.u.b. niet en belt u niet op want wij weten het ook niet". Tableau! Had ik dan een fraaie oplossing verwacht op een paar zekere antwoorden? Aller minst. Maar wel was het zèèr ter zake doende geweest wanneer en kele verstandige mensen hadden kunnen aantonen waarde beperkt heid lag van het fenomeen en hoe met name het christelijk geloof zich niet geschokt behoefde te voeten Er is nu eenmaal een essentieel on derscheid, meneer Van Belle, tus sen weten en geloven. Zodra men iets zeker weet is er voor geloof geen plaats meer. Zo kun je in de verrijzenis van Christus geloven zonder dat het ooit wetenschappe lijk bewezen kan worden. Geloven is geen minderwaardige bezigheid maar de hoogste wijsheid. Het is het aanvaarden van de eigen door ruimte en tijd berpekte onvolko menheid en onwetendheid en het aannemen van wat God ons wilde openbaren. Ongetwijfeld, denk ik dan maar, heeft de heer Van Belle nog iets in petto. Dit programma moet een vervolg krijgen Daar rekenen we op. Anders was het een schande lijke misser. Meningen op deze pagina weergegeven zijn voor rekening van de auteurs Heel lang geleden was er vef tn het Oosten een prachtige stad. De be volking bestond uit kooplieden die in het centrum van de stad grote, rijk voorziene winkels bezaten, waarin zij vele andere inwoners te werk stelden en daarvoor goed be loonden. en een groter aantal am bachtslieden, die voor een flink deel de produkten maakten die even later in de winkels kwamen te liggen. Veel inwoners woonden ook in en bij het centrum. De stad werd bestuurd door een Raad van Wijzen. De vraag wie tot de wijzen mocht worden gerekend werd door de in woners zelf beantwoord. Op be paalde dagen mocht iedere inwo ner op een potscherf een naam krassen en de zevenendertig men sen, wier naam het meest op de pot scherven voorkwam, werden tot de Raad toegelaten. Van heinde en verre kwamen bezoekers naar de stad om daar de schitterende ge bouwen te aanschouwen en voor raden in te slaan. De welvaart nam toe en waar vroeger alleen de man- nen een muilezel hadden schaften staften deze zich nu veelal een paard en fraaie wagens aan en niet alleen zij maar ook hun echtgenotes i en grotere kinderen zag men steeds meer op paarden, pony's en ezels. De smalle straten in het centrum van de stad werden voller en voller met mensen en dieren. Veel van de inwoners hadden last van het la waai en van de poep op straat en langzamerhand begon een aantal te verhuizen naar stillere buurten. Van de vrijgekomen huizen in het centrum werden sommige weer tut winkel omgebouwd en zo werd het overdag in het centrum nog druk ker. De Raad van Wijzen had deze ont wikkeling al lang met zorg aan schouwd en op zekere dag na veel vergaderingen kwam een der Wij zen met het voorstel om op een paar van de wegen in het centrum een rijverbod voor vierpoters af te kon digen. Zo immers zouden de voet gangers zich gemakkelijker kun nen verplaatsen en minder last ondervinden. De Raad besloot om dit voorstel niet zonder meer te aanvaarden maar eerst de kooplieden en de inwoners te raad plegen. Dat gebeurde omdat juist wijzen zelden denken het zelf steeds bij het rechte eind te hebben. De kooplieden kwamen bijeen en beraadden zich over het voorstel. "Als de toegangswegen worden af gesloten, zullen de mensen ergens anders gaan kopen Er zijn toch al veel Bedoeinenstammen, die ja loers als ze zijn op onze voorspoed, op vele plaatsen in de woestijn bui ten onze stad markten inrichten met grote drinkplaatsen voor de paarden. En ook bij de stadspoor ten zie je steeds meer warenhandel verschijnen. Als het ons minder goed gaat, kunnen wij minder men sen in onze dienst nemen en zullen wij minder produkten van de am bachtslieden in onze eigen stad be trekken. Onze voorspoed is aller voorspoed in de stad, zo zal ook onze tegenspoed die van allen zijn. Dit voorstel mag niet worden uit gevoerd", zo sprak een der belang rijkste kooplieden en velen waren het met hem eens. Toen nam een jonge man het woord, die wat achteraf had ge staan: "Op de reizen die ik mocht maken heb ik nogal wat steden be zocht. In sommige bestaat een groot voetgangersgebied in het centrum en de handel bloeit daar zeer. De mensen komen daar graag, er is veel vertier en buiten het cen trum zijn er passende voorzienin gen voor paarden en wagens. Bo vendien zijn daar veel inwoners weer in het centrum gaan wonen". "Er moet eerst een totaalplan ko men waarin duidelijk wordt wat er gaat gebeuren en hoe", sprak een derde met een zeer luide stem, "en voor die tijd mag er niets gebeu ren". Daar was iedereen het mee eens, want wat is er mooier dan een totaalplan, nietwaar? Dus meldden de kooplieden aan de Raad dat hun opvatting was dat er een totaalplan moest komen en dat er intussen Door Roel in 't Veld oud-gemeenteraadslid voor de PvdA in Leiden niks mocht gebeuren. De raad kon hier niet erg mee uit de voeten en meldde de kooplieden dat ook zij streefden naar een plan voor de gehele binnenstad, maar dat het maken daarvan nog wel een tijdje zou duren. Intussen moest er naar het oordeel van de Raad echter toch wel iets gebeuren, omdat de drukte steeds toenam. De Raad stelde daarom voor om slechts èèn straat, maar wel een zeer belangrij ke. op korte termijn reeds paard- en wagenvrij te maken. Toen de kooplieden dit vernamen, ontstaken zij in grote woede. Door deze maatregel, zo meenden zij, zou hun broodwinning ernstig worden bedreigd, de welvaart van de stad worden aangetast en de dienstver lenende funktie van de stad voor de wijde omgeving worden afgebro ken. Zij besloten dit ook aan de be woners van de stad bekend te ma ken en in vele winkels Verschenen pamfletten, op straat werden vlug schriften uitgedeeld en de monde linge overlevering deed de rest. Hier onderbreken wij de ge schiedschrijving even om op te merken dat omtrent het vervolg twee tegenstrijdige verhalen in omloop zijn. De oorzaak daarvoor is waarschijnlijk dat deze vraag stukken in het verre verleden in verschillende steden aan de orde zijn geweest en ook verschillend behandeld. Beide versies volgen hier. De mooie versie De Raad der Wijzen kwam opnieuw bijeen om zich over de reaktie van de kooplieden te beraden. Voor het eerst ontstond ook binnen de Raad enige tweespalt. Sommigen waren van oordeel dat het duidelijk was dat de kooplieden (overigens van uit hun gezichtspunt terecht) slechts een deelbelang vertegen woordigden en dat de Raad het al gemeen belang moest dienen. Dat bovendien de reactie van de koop lieden voorzienbaar was en weinig nieuws had opgeleverd. Dat er dus geen reden was om af te zien van het eerdere voornemen Anderen merkten op dat het de plicht van een demokratisch be stuur was om ook de rechten varv minderheden te beschermen, als de dreiging aanwezig was dat belan gen van een minderheid onevenre dig zouden worden geschaad. Dat daarom moest worden nagegaan of er nu werkelijk aanleiding was om aan te nemen dat aanzienlijke schade zou worden veroorzaakt. Dat daarom overleg tussen koop lieden en stadsbestuur gewenst De raad als geheel overwoog daar bij dat weliswaar de roep om een totaalplan op zichzelf juist was maar dat enige maatregelen op korte termijn onomtkoombaar wa ren. Daarbij zouden echter aan de kooplieden garanties kunnen wor den gegeven voor de iets latere - totstandkoming van passende par keervoorzieningen voor paard en wagen elders in de stad op de voor waarde dat de kooplieden zelf een behoorlijke bijdrage zouden leve ren in de financiering van die laat ste voorzieningen waarbij zij im mers zelf baat hadden. Vertegenwoordigers van de Raad en de kooplieden kwamen daarop bijeen. De koopbeden begrepen heel goed dat zij de Raad de niimte moesten geven om het bsestuur over de stad ook echt te voeren en düs niet op alle punten een gelijk mogelijk was. Tot medefinancie ring van de parkeervoorzieningen waren zij bereid. Wel stelden zij er prijs op vast te leggen dat de effek^ ten van de eerst te nemen maatrege len zouden worden bestudeerd om het latere plan mede daarop te ba seren. Zo slaagde het overleg, de eerste straat werd afgesloten, de parkeervoorzieningen kwamen er, het totaalplan verscheen en werd uitgevoerd, de woonfunktie van de binnenstad werd hersteld en koop lieden, raad en bewoners leefden nog lang en gelukkig. De sombere versie Ook hier gaat het verhaal verder vanaf het ogenblik dat de toorn der koopüeden groot was. Dit stads bestuur echter werd eveneens ver toornd; sommigen riepen uit dat het koopüeden niet paste om hun eigen oordeel in de plaats te stellen van dat der wijzen. Anderen acht ten de tekst van de pamfletten niet geoorloofd. De Raad besloot om de reeds aangekondigde maatregelen zonder meer door te voeren. De kooplieden verklaarden daarop dat zij het ongelijk van de Raad wel zouden aantonen. Nog meer pamfletten verschenen op de muren en in de huizen van de inwoners. De eerste straat werd af gesloten en het bleek weliswaar dat de handel niet sterk afnam maar de hooplieden spanden zich niet erg meer in om de stad op hoogtijdagen een feestelijk aanzien te geven. De standpunten van beide groepen bleven tegenover elkaar staan, over iedere nieuwe besüssing rezen nieuwe conflicten. Noch de koop lieden noch de Raad bleken in staat nog redelijk overleg te voeren. En in die ongelukkige stad heerste nog lang tweespalt. En er was veel dwaasheid en verbittering alom. Moraal: soms is het nodig de moraal van een verhaal achteraf uit de doeken te doen; dat lijkt mij hier overbo dig. En laat kolom 7 nou niet weer vragen of ze straks nog met hun autootje door de Breestraat mo gen, want waar dat van afhangt is nu ook duidelijk. Opnemen van brieven in deze De redactie behoudt zich rubriek behoeft niet te bete- daarenboven het recht voot- kenen dat de redactie het met om bijdragen te weigeren de inhoud eens is. dan wel in te korten. AKSIELAND (1) Met verbazing heb ik in het Leidsch Dagblad van donderdagavond kennis genomen van het stukje "wanneer komt er wat nieuws in aksieland" geschreven door de we thouder van onderwijs en sport de heer Tesselaar. Verbaasd om de mentaliteit die uit dit artikeltje spreekt. Wanneer de vergelijking wordt ge trokken met de overbuurman van de heer Tesselaar, een midden stander, die met een "Te Koop" af fiche protesteert tegen het door de Gemeente gevoerde beleid, merkt de heer Tesselaar een groot verschil op nameüjk dat zijn overbuurman zich opwindt, terwijl hij zelf pro beert zich zo min mogeüjk te laten opwinden. Voorts stelt hij dat dit kennebjk iets met werk en positie te maken heeft. Dit laatste is zonder meer juist. Immers de overbuurman is ie mand, die door hard te werken in de crisisjaren een zaak heeft weten op te bouwen terwijl het slechts de verdienste van de heer Tesselaar en zijn poütieke vrienden is dat zij zich middels loze leuzen en beloften hebben weten op te werken tot een positie op bestuurlijk niveau en als zodanig mede verantwoordebjk zijn voor het thans gevoerde fa lende beleid. Er is nog een markant verschil De aktie van de Leidse Midden stand is ingegeven door een diep gewortelde onrust, waarvan men zeker niet van een stadsbestuurder mag verwachten dat hij hier vanuit zijn zelfvoldaanheid de spot mee drijft. Bovendien is de aktie van de Leidse Middenstand een legale zaak, hetgeen van de aktie die des tijds door de heer Tesselaar werd gevoerd niet kan worden gezegd. Er is nog een derde markant ver schil Als straks de vruchten van het ge voerde beleid geplukt zullen wor den. kan de overbuurman van de heer Tesselaar naar Sociale Zaken terwijl de stads)bestuurder zich meteen forseafvloeiingsregeüng in de vergetelheid kan terugtrekken om na verloop van enige tijd weer in een bestuurbjke funktie op te duiken. Of het nu onze staatshuishouding of het door de Gemeente gevoerde beleid betreft, de ervaring sinds het huidige socialistische bewind op gedaan, heeft ons geleerd dat het besturen van een land of gemeente geen zaak is voor hobbyisten die het dragen van vrije-tijd-kleding tijdens officiële verpüchtingen van essentieel belang achten om toch maar vooral als de populaire "ge wone" jongen gezien te worden. Akties, als door de heer Tesselaar bedoeld, behoren uitzonderingen te zijn. Vaak zijn zij dan ook uiterste middelen van personen of groepe ringen in uiterste nood aangegre pen om toch nog gehoor te vinden voor een gerechtvaardigde zaak. Het veelal slagen van deze akties is Sapn ook tekenend voor het onzorg vuldige en zwakke beleid. Dat een wethouder van onderwijs en,"sport blijkens zijn ingezonden stuk vol enthousiasme naar vol gende akties uitkijkt is dan ook op zichzelf een hoogst bedenkelijke zaak. J. C. de Wilde Johan de Wittstraat 10, Leiden AKSIELAND (2) Op donderdagavond 23 september het stuk over 7 kolommen van de heer D. Tesselaar gelezen en met een schok kwam ik tot de volgende conclusie n.l. dat de hr. Tesselaar oud wordt; het hele proza ademt de sfeer die je ook aantreft bij de reü nie van een school, een met nostal gie beladen terugkijken op vroeger, toen alles zo mooi was. Maar als een stuk ouder zijnde geboren Leide- naar en geen aktie of actievoerder, zeker niet bij de "te Koop" affiches, wil ik toch de heer Tesselaar op een paar denkfoutjes opmerkzaam ma ken. Ten eerste is de affiche "te Koop" alleen op het eigendom van de ac tievoerder en niet op andermans of openbaar eigendom aan gebracht. Ten tweede, waar kwamen bij de hr. Tesselaar en de klup die meep- lakte al die guldens vandaan? Had den deze briefjes van 25 niet beter besteed kunnen worden bij b.v. 'n drukker om folders te drukken voor huis aan huis bezorging, of voor een advertentiecampagne, dan had ook de zo moeilijke werk gelegenheid weer een injectie ge kregen. Helaas is het voor de meeste lijders aan het "vroeger" syndroom niet mogeüjk om de tijd en de omstan digheden terug te draaien, maar dit is voor de hr. Tesselaar wel moge lijk, immers als wethouder moet je je uiteraard aan de wet houden, dit zegt de naam van de functie al, maar als je geen wethouder meer bent dan kun je rustig weer gaan plakken. Eindconclusie van het geheel, nu is er even een moeilijke tijd, maar de toekomst heeft nog alle mogeüjkheden in zich, daarom optimisme, Leiden zal zeker gaarne weereen plakkende Dick Tesselaar in zijn midden hebben. P. C. Bik Gude Singel 24 Leiden PENSIOENEN Als gepensioneerd ambtenaar met 40 dienstjaren heb ik mij bijzonder geërgerd aan het artikel in uw blad van 23 september j.l. over de amb- tenarenpensioenen. Deze "ano nieme" aanval staat niet op zichzelf. Reeds geruime tijd verschijnen er regelmatig artikelen in de Neder landse pers die ten doel hebben de aandacht te vestigen op het bijzon der gelukkige lot van de Neder landse ambtenaar en de gepensio neerde in 't bijzonder. Plotseüng is men de tijd van hoogconjunctuur vergeten; ook de voordelen die men hierdoor had in de vorm van; zwarte lonen, gratificaties, tantiè mes, een 13e maand enz, enz. plus nog vele andere voordelen die men zich dijwijls via zijn bedrijf ver schaffen kon. Juist uit deze hoeken schimpt men het hardst op alles wat in overheidsdienst is. Niemand - ook de heren joumaüs- ten niet - had zin in een minder be taalde overheidsbaan; vele vacatu res bleven jaren onbezet. Nu het met onze economie wat minder vlot gaat, deze aanvallen op de rechtspositie van de ambtenaar. Het is niet van vandaag of gisteren, het is al een oud en beproefd recept. Het ergste is dat men zich niet vol doende op de hoogte stelt van het onderwerp dat men wil bekritise- Men roddelt maar raak - ook in uw blad - men weet weer niet precies waar de bekende "klepel" hangt en de "goegemeente" sükt het wel. Over het zgn. "inbouwsysteem" bijv. geen woord; heeft men schijn baar nooit van gehoord. Wat de ziektekosten betreft schrijft uw krant "de overheid betaalt een be lastingvrije tegemoetkoming". Dat is bij mijn weten niet juist. In rijks dienst betaalt men de volle premie een heel jaar vooruit, daarna ont vangt men plm. de heft als tege moetkoming terug echter onder inhouding van loonbelasting. Ook de uitlating als zou men een bijna premievrije pensioenvoorziening genieten wat de overheid volgens de krant "gigantische" sommen kost is natuurüjk onzin. Wel betaalt de ambtenaar - naast een hoge pen sioenpremie - zoals iedere staats burger belasting (ook de gepensio neerde) waarmee hij nooit knoeien kan. Mede uit dien hoofde zal het dus met die "gigantische" bedra gen wel loslopen. Dan de opmer king in uw artikel als zou de ambte naar bij zijn pensioering bepaalde bedragen "opstrijken" vind ik bij zonder onaangenaam. Er wordt n.l. niets opgestreken - daar is men in het vrije bedrijf sterker in! Alles is wettelijk geordend en geregeld, di kwijls najaren van strijd en moeite. Tot slot dit: ondergetekende klaagt niet. Wij hebben inderdaad een met ongunstige pensioenregeling, die ons in staat stelt zonder te veel zor gen onze laatste levensfase door te komen en ik hoop van harte dat als de schrijvers van dergeüjke artike len ook 65 jaar zijn geworden ei voor hen ook zo'n regeüng bestaat. Maardat bereik je besüst niet door eerst de positie van groepen die reeds een behoorüjke regeling hebben, te gaan kraken, daarbij dankbaar gebruik makend van de Nederlandse persvrijheid. D. Carree Da Costastraat 98 TOLMAN De heer Tolman is tot de orde ge roepen. Ongetwijfeld heeft hij sympathie voor onze volksgenoten (een Bijbels woord) in Zuid-Afrika. Hij moest onder druk van zijn partij en de z.g. openbare mening zijn woorden bijschaven of herroepen. Kortom, hij moest in het gareel lo pen. Het kamerüd Schakel heeft tijdig het zinkende schip verlaten. Dat komt wel meer voor in de ge schiedenis. Met een kleine variant op ons Wilhelmus: Als vrije chris tenen leven zal hier haast zijn ge daan. A. Versteeg Katwijkseweg 9a Wassenaar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 21