Er was
eens een
stad
Geloven is geen merkwaardige bezigheid
Lezers schrijven
DONDERDAG 30 SEPTEMBER 1976
PAGINA 21
Na de personferentie bijgewoond
te hebben die aan Rosemary Brown
gewijd wasen waar al te beluisteren
viel hoe de recensenten zich in hun
kranten zouden opstellen en na het
werkelijk avondvullende pro
gramma op zondagavond uitgeze
ten en doorstaan te hebben, waag ik
me dan nu aan een paar conclu-
sies.Het is tegenwoordig erg "in"
om spottend en badinerend te pra
ten en te schrijven over alle zaken
Door
Piet Wesseling
die met geloof en religiositeit te
maken hebben. B.v.: "Vroeger was
ik gelovig, ja, wat wil je, maar nu
doe ik er natuurlijk allang niets
meer aan". Een van de onderwer
pen die direct en zeer indringend
met het geloof te maken hebben is
de verrijzenis-gedachte. „Als Chris
tus niet verrezen was zou ons geloof
ijdel zijn", zegt Paulus. 't Lijkt me
niet zo erg lachwekkend om je ge
loofsleven te bouwen op zo'n gra
nieten uitspraak van een man die
talloze miljoenen in de loop van 20
eeuwen hoop gegeven heeft op het
meest kritieke moment van hun.
aards bestaan.
Van enig respect voor dit geloof viel
zo goed als niets te bespeuren. In
tegendeel. Iemand uit mijn omge
ving zei zuchtend tijdens het ge
sprek o.l.v. Jack van Belle: "Och,
mijn moeder zei vroeger al dat het
domme mensen zijn die lachen om
de dingen die ze niet begrijpen."
GESPREK
SPARTNERS
Na de uitstekende documentaire
rond Rosemary Brown kwam dan
het gesprek, de kern van "Ziens
wijze". Vooraf moet mij van 't hart
dat ik de keuze van de gesprek
spartners in dit programma di
kwijls niet begrijp. Zo herinner ik
mij een programma waar een ze
kere dr. Ottolander het katholieke
volksdeel moest vertegenwoordi
gen. 'n Slechtere keuze was niet
mogelijk geweest. Met de keuze
van de gesprekspartners staat of
valt het programma.
De enige die ter zake kundige op
merkingen plaatste was prof. H.
van Praag, waarover dadelijk. Maar
wat te denken van dr. P. Vroon? Hij
minachtte duidelijk het publiek.
Hij speelde onbeholpen met wat
theorieën kende Croiset niet en had
voor hem geen respect, hij verwierp
het voortbestaan en riep uit "Alles
wat van mij blijft na mijn dood is
mijn werk". Prettig om te horen
voor mensen die andere beroepen
uitoefenen, zoals de mannen die het
grof vuil voor zijn deur weghalen,
of zijn warme bakker of zijn keurs
lager. Zijn boek: "Weg met de psy
chologie" wordt ongetwijfeld een
bestseller. Mevrouw Tera de Marez
Oyens zat er wat vreemd bij. On
getwijfeld is zij in haar vak zeer be
kwaam, maar zij wist niets zinnigs
te zeggen over het probleem waar 't
om ging. Ze geloofde er niets van en
had t.a.v. iedereen haar twijfels be
halve t.a. v. haarzelf. Ds. de Roos gaf
slechts af en toe een wijze, minzame
glimlach prijs. Hij zei o.a.: "Ik weet
van het hiernamaals niets af." Ac-
coord. Maar toen: "Er komt natuur
lijk nog een lichamelijke opstan
ding." Daar sta je even van te kij
ken. Van de onkostenvergoeding
moet dominee zich toch een of an
der boek uit de 20ste eeuw aan
schaffen b.v. "Jezus" van E. Schil-
lebeeckx of "Christen zijn" van
Hans Küng. Nogmaals de enige die
hier werkelijk op zijn plaats zat was
prof. Van Praag. Hij nam zowel het
probleem als de, zonder twijfel mil
joenen, kijkers au sèrieux. Hij wist
iets af van paragnosie, hij nam het
terecht op voor Gerard Croiset, hij
bracht het fenomeen Rosemary
Brown tot zijn ware proporties te
rug, hij wees zijn partners vriende
lijk maar beslist tercht. Maar prof.
Van Praag, hoe ver zijn kundighe
den ook reiken, is geen theoloog.
Hij heeft die pretentie ook niet en
dat siert hem.
VERBIJSTEREND
Aan dit programma zijn kosten
noch moeite gespaard. Een zeer
hooggeplaatst persoon bij de NOS
zei me een paar dagen terug: "Een
of andere beschonken voetbalsup
porter mag zich zondagavond nog
op straat bevinden, maar voor de
rest zit alles voor de T.V." De kijk
dichtheid - de heilige koe tegen
woordig - zal zeer hoog geweest
zijn. Als je de kijkdichtheid zo hoog
opschroeft moetje wel weten waar
aan je begint. Je moetje bewust zijn
van je verantwoordelijkheid. Maar
wat zullen de gevolgen geweest zijn
van dit amitieuze programma?
Zouden velen er iets aan gehad
hebben? Ik vrees van niet. En dat is
dan een treurige zaak. Zonder meer
verbijsterend was de slotopmer
king van Jack van Belle. Heel en al
tegen zijn gewoonte in riep hij vro
lijk: "Schrijft u a.u.b. niet en belt u
niet op want wij weten het ook
niet". Tableau! Had ik dan een
fraaie oplossing verwacht op een
paar zekere antwoorden? Aller
minst. Maar wel was het zèèr ter
zake doende geweest wanneer en
kele verstandige mensen hadden
kunnen aantonen waarde beperkt
heid lag van het fenomeen en hoe
met name het christelijk geloof zich
niet geschokt behoefde te voeten
Er is nu eenmaal een essentieel on
derscheid, meneer Van Belle, tus
sen weten en geloven. Zodra men
iets zeker weet is er voor geloof
geen plaats meer. Zo kun je in de
verrijzenis van Christus geloven
zonder dat het ooit wetenschappe
lijk bewezen kan worden. Geloven
is geen minderwaardige bezigheid
maar de hoogste wijsheid. Het is
het aanvaarden van de eigen door
ruimte en tijd berpekte onvolko
menheid en onwetendheid en het
aannemen van wat God ons wilde
openbaren.
Ongetwijfeld, denk ik dan maar,
heeft de heer Van Belle nog iets in
petto. Dit programma moet een
vervolg krijgen Daar rekenen we
op. Anders was het een schande
lijke misser.
Meningen op
deze pagina
weergegeven zijn
voor rekening
van de auteurs
Heel lang geleden was er vef tn het
Oosten een prachtige stad. De be
volking bestond uit kooplieden die
in het centrum van de stad grote,
rijk voorziene winkels bezaten,
waarin zij vele andere inwoners te
werk stelden en daarvoor goed be
loonden. en een groter aantal am
bachtslieden, die voor een flink
deel de produkten maakten die
even later in de winkels kwamen te
liggen. Veel inwoners woonden
ook in en bij het centrum. De stad
werd bestuurd door een Raad van
Wijzen.
De vraag wie tot de wijzen mocht
worden gerekend werd door de in
woners zelf beantwoord. Op be
paalde dagen mocht iedere inwo
ner op een potscherf een naam
krassen en de zevenendertig men
sen, wier naam het meest op de pot
scherven voorkwam, werden tot de
Raad toegelaten. Van heinde en
verre kwamen bezoekers naar de
stad om daar de schitterende ge
bouwen te aanschouwen en voor
raden in te slaan. De welvaart nam
toe en waar vroeger alleen de man-
nen een muilezel hadden schaften
staften deze zich nu veelal een
paard en fraaie wagens aan en niet
alleen zij maar ook hun echtgenotes
i en grotere kinderen zag men steeds
meer op paarden, pony's en ezels.
De smalle straten in het centrum
van de stad werden voller en voller
met mensen en dieren. Veel van de
inwoners hadden last van het la
waai en van de poep op straat en
langzamerhand begon een aantal te
verhuizen naar stillere buurten.
Van de vrijgekomen huizen in het
centrum werden sommige weer tut
winkel omgebouwd en zo werd het
overdag in het centrum nog druk
ker.
De Raad van Wijzen had deze ont
wikkeling al lang met zorg aan
schouwd en op zekere dag na veel
vergaderingen kwam een der Wij
zen met het voorstel om op een paar
van de wegen in het centrum een
rijverbod voor vierpoters af te kon
digen. Zo immers zouden de voet
gangers zich gemakkelijker kun
nen verplaatsen en
minder last ondervinden. De Raad
besloot om dit voorstel niet zonder
meer te aanvaarden maar eerst de
kooplieden en de inwoners te raad
plegen. Dat gebeurde omdat juist
wijzen zelden denken het zelf
steeds bij het rechte eind te hebben.
De kooplieden kwamen bijeen en
beraadden zich over het voorstel.
"Als de toegangswegen worden af
gesloten, zullen de mensen ergens
anders gaan kopen Er zijn toch al
veel Bedoeinenstammen, die ja
loers als ze zijn op onze voorspoed,
op vele plaatsen in de woestijn bui
ten onze stad markten inrichten
met grote drinkplaatsen voor de
paarden. En ook bij de stadspoor
ten zie je steeds meer warenhandel
verschijnen. Als het ons minder
goed gaat, kunnen wij minder men
sen in onze dienst nemen en zullen
wij minder produkten van de am
bachtslieden in onze eigen stad be
trekken. Onze voorspoed is aller
voorspoed in de stad, zo zal ook
onze tegenspoed die van allen zijn.
Dit voorstel mag niet worden uit
gevoerd", zo sprak een der belang
rijkste kooplieden en velen waren
het met hem eens.
Toen nam een jonge man het
woord, die wat achteraf had ge
staan: "Op de reizen die ik mocht
maken heb ik nogal wat steden be
zocht. In sommige bestaat een
groot voetgangersgebied in het
centrum en de handel bloeit daar
zeer. De mensen komen daar graag,
er is veel vertier en buiten het cen
trum zijn er passende voorzienin
gen voor paarden en wagens. Bo
vendien zijn daar veel inwoners
weer in het centrum gaan wonen".
"Er moet eerst een totaalplan ko
men waarin duidelijk wordt wat er
gaat gebeuren en hoe", sprak een
derde met een zeer luide stem, "en
voor die tijd mag er niets gebeu
ren". Daar was iedereen het mee
eens, want wat is er mooier dan een
totaalplan, nietwaar? Dus meldden
de kooplieden aan de Raad dat hun
opvatting was dat er een totaalplan
moest komen en dat er intussen
Door Roel in 't Veld
oud-gemeenteraadslid
voor de PvdA in Leiden
niks mocht gebeuren.
De raad kon hier niet erg mee uit de
voeten en meldde de kooplieden
dat ook zij streefden naar een plan
voor de gehele binnenstad, maar
dat het maken daarvan nog wel een
tijdje zou duren. Intussen moest er
naar het oordeel van de Raad echter
toch wel iets gebeuren, omdat de
drukte steeds toenam. De Raad
stelde daarom voor om slechts èèn
straat, maar wel een zeer belangrij
ke. op korte termijn reeds paard- en
wagenvrij te maken.
Toen de kooplieden dit vernamen,
ontstaken zij in grote woede. Door
deze maatregel, zo meenden zij, zou
hun broodwinning ernstig worden
bedreigd, de welvaart van de stad
worden aangetast en de dienstver
lenende funktie van de stad voor de
wijde omgeving worden afgebro
ken. Zij besloten dit ook aan de be
woners van de stad bekend te ma
ken en in vele winkels Verschenen
pamfletten, op straat werden vlug
schriften uitgedeeld en de monde
linge overlevering deed de rest.
Hier onderbreken wij de ge
schiedschrijving even om op te
merken dat omtrent het vervolg
twee tegenstrijdige verhalen in
omloop zijn. De oorzaak daarvoor
is waarschijnlijk dat deze vraag
stukken in het verre verleden in
verschillende steden aan de orde
zijn geweest en ook verschillend
behandeld.
Beide versies volgen hier.
De mooie versie
De Raad der Wijzen kwam opnieuw
bijeen om zich over de reaktie van
de kooplieden te beraden. Voor het
eerst ontstond ook binnen de Raad
enige tweespalt. Sommigen waren
van oordeel dat het duidelijk was
dat de kooplieden (overigens van
uit hun gezichtspunt terecht)
slechts een deelbelang vertegen
woordigden en dat de Raad het al
gemeen belang moest dienen. Dat
bovendien de reactie van de koop
lieden voorzienbaar was en weinig
nieuws had opgeleverd. Dat er dus
geen reden was om af te zien van
het eerdere voornemen
Anderen merkten op dat het de
plicht van een demokratisch be
stuur was om ook de rechten varv
minderheden te beschermen, als de
dreiging aanwezig was dat belan
gen van een minderheid onevenre
dig zouden worden geschaad. Dat
daarom moest worden nagegaan of
er nu werkelijk aanleiding was om
aan te nemen dat aanzienlijke
schade zou worden veroorzaakt.
Dat daarom overleg tussen koop
lieden en stadsbestuur gewenst
De raad als geheel overwoog daar
bij dat weliswaar de roep om een
totaalplan op zichzelf juist was
maar dat enige maatregelen op
korte termijn onomtkoombaar wa
ren. Daarbij zouden echter aan de
kooplieden garanties kunnen wor
den gegeven voor de iets latere -
totstandkoming van passende par
keervoorzieningen voor paard en
wagen elders in de stad op de voor
waarde dat de kooplieden zelf een
behoorlijke bijdrage zouden leve
ren in de financiering van die laat
ste voorzieningen waarbij zij im
mers zelf baat hadden.
Vertegenwoordigers van de Raad
en de kooplieden kwamen daarop
bijeen. De koopbeden begrepen
heel goed dat zij de Raad de niimte
moesten geven om het bsestuur
over de stad ook echt te voeren en
düs niet op alle punten een gelijk
mogelijk was. Tot medefinancie
ring van de parkeervoorzieningen
waren zij bereid. Wel stelden zij er
prijs op vast te leggen dat de effek^
ten van de eerst te nemen maatrege
len zouden worden bestudeerd om
het latere plan mede daarop te ba
seren. Zo slaagde het overleg, de
eerste straat werd afgesloten, de
parkeervoorzieningen kwamen er,
het totaalplan verscheen en werd
uitgevoerd, de woonfunktie van de
binnenstad werd hersteld en koop
lieden, raad en bewoners leefden
nog lang en gelukkig.
De sombere versie
Ook hier gaat het verhaal verder
vanaf het ogenblik dat de toorn der
koopüeden groot was. Dit stads
bestuur echter werd eveneens ver
toornd; sommigen riepen uit dat
het koopüeden niet paste om hun
eigen oordeel in de plaats te stellen
van dat der wijzen. Anderen acht
ten de tekst van de pamfletten niet
geoorloofd. De Raad besloot om de
reeds aangekondigde maatregelen
zonder meer door te voeren. De
kooplieden verklaarden daarop dat
zij het ongelijk van de Raad wel
zouden aantonen.
Nog meer pamfletten verschenen
op de muren en in de huizen van de
inwoners. De eerste straat werd af
gesloten en het bleek weliswaar dat
de handel niet sterk afnam maar de
hooplieden spanden zich niet erg
meer in om de stad op hoogtijdagen
een feestelijk aanzien te geven. De
standpunten van beide groepen
bleven tegenover elkaar staan, over
iedere nieuwe besüssing rezen
nieuwe conflicten. Noch de koop
lieden noch de Raad bleken in staat
nog redelijk overleg te voeren. En
in die ongelukkige stad heerste nog
lang tweespalt. En er was veel
dwaasheid en verbittering alom.
Moraal:
soms is het nodig de moraal van
een verhaal achteraf uit de doeken
te doen; dat lijkt mij hier overbo
dig. En laat kolom 7 nou niet weer
vragen of ze straks nog met hun
autootje door de Breestraat mo
gen, want waar dat van afhangt is
nu ook duidelijk.
Opnemen van brieven in deze De redactie behoudt zich
rubriek behoeft niet te bete- daarenboven het recht voot-
kenen dat de redactie het met om bijdragen te weigeren
de inhoud eens is. dan wel in te korten.
AKSIELAND (1)
Met verbazing heb ik in het Leidsch
Dagblad van donderdagavond
kennis genomen van het stukje
"wanneer komt er wat nieuws in
aksieland" geschreven door de we
thouder van onderwijs en sport de
heer Tesselaar. Verbaasd om de
mentaliteit die uit dit artikeltje
spreekt.
Wanneer de vergelijking wordt ge
trokken met de overbuurman van
de heer Tesselaar, een midden
stander, die met een "Te Koop" af
fiche protesteert tegen het door de
Gemeente gevoerde beleid, merkt
de heer Tesselaar een groot verschil
op nameüjk dat zijn overbuurman
zich opwindt, terwijl hij zelf pro
beert zich zo min mogeüjk te laten
opwinden.
Voorts stelt hij dat dit kennebjk iets
met werk en positie te maken heeft.
Dit laatste is zonder meer juist.
Immers de overbuurman is ie
mand, die door hard te werken in de
crisisjaren een zaak heeft weten op
te bouwen terwijl het slechts de
verdienste van de heer Tesselaar en
zijn poütieke vrienden is dat zij zich
middels loze leuzen en beloften
hebben weten op te werken tot een
positie op bestuurlijk niveau en als
zodanig mede verantwoordebjk
zijn voor het thans gevoerde fa
lende beleid.
Er is nog een markant verschil
De aktie van de Leidse Midden
stand is ingegeven door een diep
gewortelde onrust, waarvan men
zeker niet van een stadsbestuurder
mag verwachten dat hij hier vanuit
zijn zelfvoldaanheid de spot mee
drijft. Bovendien is de aktie van de
Leidse Middenstand een legale
zaak, hetgeen van de aktie die des
tijds door de heer Tesselaar werd
gevoerd niet kan worden gezegd.
Er is nog een derde markant ver
schil
Als straks de vruchten van het ge
voerde beleid geplukt zullen wor
den. kan de overbuurman van de
heer Tesselaar naar Sociale Zaken
terwijl de stads)bestuurder zich
meteen forseafvloeiingsregeüng in
de vergetelheid kan terugtrekken
om na verloop van enige tijd weer
in een bestuurbjke funktie op te
duiken.
Of het nu onze staatshuishouding
of het door de Gemeente gevoerde
beleid betreft, de ervaring sinds het
huidige socialistische bewind op
gedaan, heeft ons geleerd dat het
besturen van een land of gemeente
geen zaak is voor hobbyisten die
het dragen van vrije-tijd-kleding
tijdens officiële verpüchtingen van
essentieel belang achten om toch
maar vooral als de populaire "ge
wone" jongen gezien te worden.
Akties, als door de heer Tesselaar
bedoeld, behoren uitzonderingen
te zijn. Vaak zijn zij dan ook uiterste
middelen van personen of groepe
ringen in uiterste nood aangegre
pen om toch nog gehoor te vinden
voor een gerechtvaardigde zaak.
Het veelal slagen van deze akties is
Sapn ook tekenend voor het onzorg
vuldige en zwakke beleid.
Dat een wethouder van onderwijs
en,"sport blijkens zijn ingezonden
stuk vol enthousiasme naar vol
gende akties uitkijkt is dan ook op
zichzelf een hoogst bedenkelijke
zaak.
J. C. de Wilde
Johan de Wittstraat 10,
Leiden
AKSIELAND (2)
Op donderdagavond 23 september
het stuk over 7 kolommen van de
heer D. Tesselaar gelezen en met
een schok kwam ik tot de volgende
conclusie n.l. dat de hr. Tesselaar
oud wordt; het hele proza ademt de
sfeer die je ook aantreft bij de reü
nie van een school, een met nostal
gie beladen terugkijken op vroeger,
toen alles zo mooi was. Maar als een
stuk ouder zijnde geboren Leide-
naar en geen aktie of actievoerder,
zeker niet bij de "te Koop" affiches,
wil ik toch de heer Tesselaar op een
paar denkfoutjes opmerkzaam ma
ken.
Ten eerste is de affiche "te Koop"
alleen op het eigendom van de ac
tievoerder en niet op andermans of
openbaar eigendom aan gebracht.
Ten tweede, waar kwamen bij de
hr. Tesselaar en de klup die meep-
lakte al die guldens vandaan? Had
den deze briefjes van 25 niet beter
besteed kunnen worden bij b.v. 'n
drukker om folders te drukken
voor huis aan huis bezorging, of
voor een advertentiecampagne,
dan had ook de zo moeilijke werk
gelegenheid weer een injectie ge
kregen.
Helaas is het voor de meeste lijders
aan het "vroeger" syndroom niet
mogeüjk om de tijd en de omstan
digheden terug te draaien, maar dit
is voor de hr. Tesselaar wel moge
lijk, immers als wethouder moet je
je uiteraard aan de wet houden, dit
zegt de naam van de functie al,
maar als je geen wethouder meer
bent dan kun je rustig weer gaan
plakken. Eindconclusie van het
geheel, nu is er even een moeilijke
tijd, maar de toekomst heeft nog
alle mogeüjkheden in zich, daarom
optimisme, Leiden zal zeker gaarne
weereen plakkende Dick Tesselaar
in zijn midden hebben.
P. C. Bik
Gude Singel 24
Leiden
PENSIOENEN
Als gepensioneerd ambtenaar met
40 dienstjaren heb ik mij bijzonder
geërgerd aan het artikel in uw blad
van 23 september j.l. over de amb-
tenarenpensioenen. Deze "ano
nieme" aanval staat niet op zichzelf.
Reeds geruime tijd verschijnen er
regelmatig artikelen in de Neder
landse pers die ten doel hebben de
aandacht te vestigen op het bijzon
der gelukkige lot van de Neder
landse ambtenaar en de gepensio
neerde in 't bijzonder. Plotseüng is
men de tijd van hoogconjunctuur
vergeten; ook de voordelen die men
hierdoor had in de vorm van;
zwarte lonen, gratificaties, tantiè
mes, een 13e maand enz, enz. plus
nog vele andere voordelen die men
zich dijwijls via zijn bedrijf ver
schaffen kon. Juist uit deze hoeken
schimpt men het hardst op alles
wat in overheidsdienst is.
Niemand - ook de heren joumaüs-
ten niet - had zin in een minder be
taalde overheidsbaan; vele vacatu
res bleven jaren onbezet.
Nu het met onze economie wat
minder vlot gaat, deze aanvallen op
de rechtspositie van de ambtenaar.
Het is niet van vandaag of gisteren,
het is al een oud en beproefd recept.
Het ergste is dat men zich niet vol
doende op de hoogte stelt van het
onderwerp dat men wil bekritise-
Men roddelt maar raak - ook in uw
blad - men weet weer niet precies
waar de bekende "klepel" hangt en
de "goegemeente" sükt het wel.
Over het zgn. "inbouwsysteem"
bijv. geen woord; heeft men schijn
baar nooit van gehoord. Wat de
ziektekosten betreft schrijft uw
krant "de overheid betaalt een be
lastingvrije tegemoetkoming". Dat
is bij mijn weten niet juist. In rijks
dienst betaalt men de volle premie
een heel jaar vooruit, daarna ont
vangt men plm. de heft als tege
moetkoming terug echter onder
inhouding van loonbelasting. Ook
de uitlating als zou men een bijna
premievrije pensioenvoorziening
genieten wat de overheid volgens
de krant "gigantische" sommen
kost is natuurüjk onzin. Wel betaalt
de ambtenaar - naast een hoge pen
sioenpremie - zoals iedere staats
burger belasting (ook de gepensio
neerde) waarmee hij nooit knoeien
kan. Mede uit dien hoofde zal het
dus met die "gigantische" bedra
gen wel loslopen. Dan de opmer
king in uw artikel als zou de ambte
naar bij zijn pensioering bepaalde
bedragen "opstrijken" vind ik bij
zonder onaangenaam. Er wordt n.l.
niets opgestreken - daar is men in
het vrije bedrijf sterker in! Alles is
wettelijk geordend en geregeld, di
kwijls najaren van strijd en moeite.
Tot slot dit: ondergetekende klaagt
niet. Wij hebben inderdaad een met
ongunstige pensioenregeling, die
ons in staat stelt zonder te veel zor
gen onze laatste levensfase door te
komen en ik hoop van harte dat als
de schrijvers van dergeüjke artike
len ook 65 jaar zijn geworden ei
voor hen ook zo'n regeüng bestaat.
Maardat bereik je besüst niet
door eerst de positie van groepen
die reeds een behoorüjke regeling
hebben, te gaan kraken, daarbij
dankbaar gebruik makend van de
Nederlandse persvrijheid.
D. Carree
Da Costastraat 98
TOLMAN
De heer Tolman is tot de orde ge
roepen. Ongetwijfeld heeft hij
sympathie voor onze volksgenoten
(een Bijbels woord) in Zuid-Afrika.
Hij moest onder druk van zijn partij
en de z.g. openbare mening zijn
woorden bijschaven of herroepen.
Kortom, hij moest in het gareel lo
pen. Het kamerüd Schakel heeft
tijdig het zinkende schip verlaten.
Dat komt wel meer voor in de ge
schiedenis. Met een kleine variant
op ons Wilhelmus: Als vrije chris
tenen leven zal hier haast zijn ge
daan.
A. Versteeg
Katwijkseweg 9a
Wassenaar