"Wat er dan door je heengaat
't Kind op de
(stoep-)rand
500
JAAR
PER
Help ze een handje
mm?
'koNDKRDAGISSïWIÜIlM?
Bijna dadelijks staat het in
de krant. "Kind gedood in
verkeer". "Auto grijpt kind".
Jaarlijks vinden ongeveer
500 kinderen de dood op de
weg. Naar schatting 9000
kinderen worden min of meer
ernstig gewond.
Deze cijfers tonen nog eens
keihard aan dat het met de
veiligheid van het kind in ons
steeds drukker wordende
verkeer maar droevig is ge
steld.
De onveiligheid van het kind
in het verkeer heeft velen aan
het denken gezet. Er werden
actiegroepen opgericht die
zich sterk maken voor het lot
van kinderen en andere min
derheden in het verkeer zoals
voetgangers en bejaarden. De
belangstelling voor deze
problemen werd zo groot dat
het Centraal Bureau voor de
Statistiek op veler verzoek
een boekje uitbracht onder
de titel "Het kind van de ver-
keers rekening".
Daarin beperkt het CBS zich
niet tot de cijfers maar komt
ook met een paar belangrijke
conclusies:
het aantal slachtoffers onder
jongens is twee maal zo groot
als dat onder meisjes,
één op de zeven verkeerss
lachtoffers is een kind.
driekwart van de kinderen
verongelukte te voet of op de
fiets.
één op de drie kinderen tot en
met 19 jaar stierf in 1972 door
een verkeersongeluk,
de meeste kinderen komen
om bij de ouderlijke woning.
'Help ze 'n handje. Onder dil
motto houdt Veilig Verkeer
Nederland in samenwerking
met de Centrale Politie Ver-
keerscommissie en de Ver-
keerscommissie Openbaar
Ministerie tot 25 september een
actie om de veiligheid van het
kind in het verkeer te vergra
ten. Door artikelen, affiches en
radio- en televisiespots wordt
op volwassen weggebruikers
en de overheid een beroep ge
daan om het jonge kind in het
verkeer te beschermen.
In de komende weken zal de
politie intensiever gaan toe
zien op het gedrag van voet
gangers, vooral op en bij ver-
keersoversteekptaatsen, waar
het rode voetgangerslicht
vaak als vanzelfsprekend
wordt aeneaeerd.
Ook autOTnobilisten
(brom)fxetsen worden scherp
in de gaten gehouden. In een
brief aan alle gemeentebestu
ren heeft VVN ervoor gepleit
zebrapaden zoveel mogelijk te
verlichten. Goed verlichte
voetgangersoversteekplaatsen
zijn driemaal zo veilig als on
verlichte, aldus WN.
Tijdens de actie geeft Veilig
Verkeer Nederland iedere
weggebruiker de volgende ad
viezen om onze kinderen te
"sparen":
rij langzaam in woonbuur
ten; 50 kilometer per uur is veel
te hard
hou er rekening mee dat
kinderen die ogenschijnlijk
rustig op de stoep staan, plot
seling de straat op kunnen
rennen
matig uw snelheid waar ook
struiken en dergelijke langs de
weg staan
rij langzaam in de buurt
van scholen, vooral in de eerste
weken na de vakanties, wan
neer de kinderen nog niet "in
het gareel" lopen
geef al op flinke afstand een
waarschuwingssignaal als u
een fietsend kind van achteren
nadert. Waarschuwen op het
laatste moment kan tot gevolg
hebben dat het kind schrikt en
naar links zwenkt
passeer fietsende kinderen
met bijzondere zorg, houd
daarbij goed afstand, vooral
als er veel wind staat om te
voorkomen dat ze onder uw
auto worden gezogen
9 waar u met uw kind ook
oversteekt, altijd bij stoe
prand stoppen en naar alle
kanten kijken
steek zo veel mogelijk over
op plaatsen die overzichtelijk
zijn
leer een kind dat rood wach
ten en groen lopen, doorgaan
laat uw kind niet alléén,
oversteken als u het van school
haalt
als uw kind alleen naar
school gaat, zorg er dan voor
dat het op tijd weggaat. Een
kind met haast neemt risico's
wijs uw kinderen op het nut
en de functie van zebra's, ver
keersborden, verkeerslichten
e.d.
leer uw fietsende kind dat
het bij het veranderen van
richting goed zijn hand uit
steekt
controleer regelmatig de
fiets van uw kind; stel repara
ties niet uit tot morgen. Let
vooral ou handvaten, rem,
verlichting, ketting, bel, trap
pers en banden.
"We stonden met z'n tweeën in
de zaak. Opeens kwam mijn
zoon binnen: Lydia is hart
stikke dood, zei hij. Ik zei: hou
op. Je wilt het niet aanvaar
den, maar het was wel waar.
Toen we wilden gaan kijken,
werden we door buren tegen
gehouden. Wat er dan door je
heengaat, kan je niet vertel
len. Ik trilde als een gek. Je
wilt een heleboel doen, maar
je kunt niets".
Een jaar geleden verongelukte
het 8-jarig dochtertje van de
familie H. uit Wormerveer.
Terwijl ze over de zebra liep
kwam ze onder de achterwie
len van een tankauto die juist
naar rechts afsloeg.
De heer en mevrouw H. kunnen
er goed over praten. "Ken je
dat liedje? "Stil maar, wacht
maar alles wordt nieuw, de
hemel en de aarde". Die heb
ben we ook op de rouwkaart
laten drukken. Behalve de
eerste twee woorden. Nee, je
mag er niet over zwijgen. Ik
geloof dat je dan kapot gaat",
zegt de heer H.
Ze praten er verstandelijk over.
Uiterlijk onbewogen. Over
het ongeluk zelf en wat
daarna gebeurde. "De politie
vond het beter dat we haar
niet meer zagen. Ze was zo
verminkt We hebben haar
ook niet gezien. Het afscheid
is niet meer geweest Mis
schien is het beter zo, dat je
haar in gedachten houdt zoals
ze is geweest".
"De eerste dagen zijn ontzet
tend moeilijk. De uitvaart je
beleeft het wel maar je ver
werkt het nog niet. Er zijn zo
veel mensen om je heen. Je
wordt er als het ware door
heen gedragen".
"We kregen véél brieven van
mensen die we helemaal niet
kennen. Daar heb je veel
steun aan. Het geeft je een ge
voel van warmte. We staan als
een muur om jullie heen,
schreef iemand. Dat doet je
goed. Maar dan houdt het op,
dan moet je het zelf verwer
ken. Die geestelijke verwer
king gaat stapsgewijs. Op de
dag zelf lykt het óf de wereld
stilstaat. Maar de volgende
dag merkje dat het leven toch
gewoon doorgaat".
'Het gezin moet blijven
draaien. We probeerden alles
zo gewoon mogelijk te laten
verlopen. Maar hier in huis is
het wel anders geworden. Ons
zoontje dat Lydia heeft zien
verongelukken, is een twee
lingbroertje van haar. Hij is
zijn tegenwicht kwijt. Als de
een op zijn kop kreeg, was de
ander solidair. Ze speelden al
tijd samen. Zo'n jongen
moest nieuwe vriendjes zoe
ken. Daar hebben we het erg
moeilijk mee gehad".
'Laatst zei hij: Mam, als ik nou
naar haar had geroepen, zou
ze me dan hebben gehoord en
zou het dan niet zijn gebeurd.
Dan moet je erg voorzichtig
zijn met je antwoord. Als je ja
zegt, loopt zo'n kind de rest
van zijn leven met een
schuldgevoel".
'Ook vrienden en kennissen
hebben het er moeilijk mee.
Op straat merkte je dat ande-"
ren moeite hadden om,ons te
groeten. Ze liepen met een
grote boog om onze zaak
heen. Anderen beloofden snel
te bellen, maar ze durfden
niet. De mensen vinden het
akelig om erover te praten. Ik
ben uit mezelf naar hen toe
gegaan om ze over de drempel
heen te helpen".
'Sommige reacties vallen ver
keerd. Dat hangt ook van
mijn stemming af. Ik zit in de
vrouwenbond. Een paar da
gen voor kerstmis zei iemand:
Prettige kerst en bedenk dat
je nóg drie kinderen hebt.
Toen was het mis met me. Ik
begon te huilen. De ene keer
ben je kwetsbaarder dan de
andere keer. Ja, met de feest
dagen ga je denken: wat de
den we vorig jaar toen ze er
was. Je haalt de foto's uit de
kast".
'Iemand zei op de dag van de
begrafenis: ze zit nu in een
engelenkoor. Ik dacht mens,
hoe kan je dat nou zeggen.
Wat moet ik daar nou mee.
Maar ja, het is toch erg goed
bedoeld".
Ze zeggen, nooit opstandig te
zijn geweest. Nooit haatge
voelens gehad jegens de
chauffeur van de tankwagen.
"We weten trouwens ook niet of
hij schuldig is. Niemand heeft
er ook belang bij om dat te
weten. Die man deed dat toch
niet expres. Twee maanden
na het ongeluk is hy met zijn
baas bij ons geweest We heb
ben een heel gewoon gesprek
gevoerd. Ook over andere
dingen. Het was eigenlijk heel
gezellig. Hij was ook blij dat
hij geweest was".
"Mijn zoontje dat het ongeluk
heeft gezien, zag hem zitten.
Hij ging naar hem toe en zei:
wat hebt u een mooie broek
aan. Ze zwaaien nog naar el
kaar. Ik ben zo blij dat dét
kan, hè. Ik geloof dat het
komt omdat we hem nooit als
de zondebok hebben aange
wezen. Het was ook zo'n aar
dige man. Hij dacht dat hij
over een steentje was gere
den".
Een uur voordat Lydia H. onder
de tankauto kwam, was een
ander meisje op dezelfde weg
verongelukt. Geen wonder,
want over de 8 meter brede
Zaanweg rijden van *s och
tends vroeg tot 's avonds laat
grote vrachtwagens, die vaak
rakelings langs fietsers en
voetgangers razen.
Al jaren dringt de heer H. aan op
een veiliger Zaanweg. Het
ongeluk met zijn dochtertje
heeft hem alleen maar ge
sterkt in zijn mening dat die
weg veiliger gemaakt moet
worden. "Natuurlijk, zolang
die vrachtwagens hier langs
denderen, blijf je erover den
ken. Op haar sterfdag gryp je
weer eens een pen. Maar de
gemeente onderneemt geen
stappen om de verkeerssitua
tie hier te veranderen. Ik doe
het niet voor mijn gezin, maar
voor al die honderden kinde
ren uit de buurt. Een veiliger
weg kost geld, maar mensen
levens zijn toch niet in geld
uit te drukken?"
Steeds meer moeders brengen hun kind met de auto
naar school, want de omgeving van de school is steeds
gevaarlijker, omdat steeds meer moeders hun kind
met de auto naar school brengen Deze zin uit een
brochure van de Nederlandse Vereniging Bescher
ming Voetgangers geeft goed aan in wat voor een
vicieuze cirkel we anno 1976 met ons verkeersbeleid
zitten.
Jarenlang heeft de auto zyn op
mars vrijwel onbelemmerd
kunnen voortzetten. Vooral na
de Tweede Wereldoorlog wer
den in versneld tempo asfalt
wegen door het land aangelegd.
Grijze lopers waarover onze
"heilige koeien" ongestoord
hun gang konden gaan. De auto
was het symbool van onze na
tionale welvaart en daarvoor
moesten offers worden ge
bracht.
Aan het eind van de zestiger ja
ren, als het autobezit in ons
land in tien jaar vervijfvoudigd
is en ook het aantal slachtoffers
gestaag is toegenomen, komen
de eerste kritische geluiden. De
critici vragen zich af of de auto
inderdaad altijd vrijuit gaat
wanneer er kinderen worden
aangereden. Dooddoeners als
"dan had dat jongetje maar be
ter uit moeten kyken" en "kin
deren horen op de stoep te blij
ven" worden niet langer als
vanzelfsprekend aangenomen.
Schuld
Langzaam begint het besef te
groeien dat we de hand in eigen
boezem moeten steken. Het
Centraal Bureau voorde Statis
tiek, de koele becijferaar, zegt
het onomwonden in het boekje
"Het kind van de verkeersre-
kening": "Juist de gevaren die
het kind in het verkeer dage
lijks bedreigen, baren velen
grote zorg. Vooral ook omdat
van "schuld" bij de jeugdige
slachtoffers nauwelijks sprake
kan zijn. De samenleving als
■geheel draagt hier de verant
woordelijkheid".
Dat we met z'n allen het verkeer
veiliger moeten maken, daar
over zijn deskundigen en actie
groepen het wel eens. Maar
zodra de vraag wordt gesteld
hoe dat dan moet, lopen de me
ningen uiteen. Grofweg zijn die
te verdelen in twee groepen. De
ene groep zegt je moet het ver
keer aan de mens aanpassen,
terwijl anderen vinden dat juist
de mens zich naar het verkeer
moet richten.
Vanuit deze laatste filosofie
wordt deze maand door de ge
meente Den Haag de actie
"Stoeprand-stop" gehouden.
Het is een experiment voor het
ontwikkelen van een voorbe
reidende verkeersopvoeding,
dat zich voorlopig beperkt tot
de kleuterscholen. Het zijn
juist de kleuters die nog geen
enkel verkeersonderricht krij
gen maar dat wél hard nodig
hebben.
Onbetrouwbaar
In een rapport van de Haagse on
derwijscommissie voor veilig
verkeer wordt uitgelegd
waarom het zo belangrijk is om
by het jonge kind verkeersged
rag aan te kweken. "De kleuter
wordt door omringende objek-
ten in zijn omgeving gelokt,
uitgenodigd en die lokking kan
het kind jiiet weerstaan. Door
Door
Godfried Heiwig
zijn spontane bewegingsdrang
is zijn gedrag grillig, onvoor
spelbaar en dus in het verkeer
onbetrouwbaar."
"Een kleuter ziet zijn omgeving
heel anders dan een volwasse
ne. Hy kan nog maar heel be
perkt kleuren van elkaar'on
derscheiden en kan afstanden
niet goed schatten. Een kleuter
ziet weinig details: hij ziet aan
een rijdende auto niets bewe
gen, de draaiende wielen zijn te
verwaarlozen. Omdat hy zo
klein is ziet hij een auto vaak
tegen de lucht afsteken dan
tegen huizen, waardoor hij
geen idee heeft van snelhe
den".
Een medewerker van het bureau
voor gezondheidsvoorlichting,
dat nauw betrokken is bij
Stoeprand-Stop, heeft op een
willekeurige dag kinderen die
uit school kwamen geobser
veerd. Zonder daar nu weten
schappelijk verantwoorde
conclusies uit te trekken, zegt
ze verbaasd te hebben gestaan
van wat ze toen heeft gezien.
Van de 75 kinderen keken er
welgeteld 2 uit voordat ze over
staken. De rest vloog zó de
straat over. Kinderen steken
over op het gehoor, is haar er
varing.
Deadline
Het doel van de Stoeprand-
Stop-actie is: de kleuters te le
ren dat de stoep de grens is van
veiligheid en onveiligheid. Bij
het zien van de stoeprand moet
bij hen een rood lampje gaan
branden. Die stoeprand is de
deadline. "We moeten de kin
deren laten ervaren dat het
verkeer op de stoep, het klaslo
kaal of op de gang al vol afspra
ken zit. De kinderen moeten
dus verder kyken dan hun neus
lang is. Ze moeten beseffen dat
anderen in de buurt zijn. Dat ze
niet midden in het lokaal op de
grond mogen zitten als ze ande
ren hinderen".
"We gaan uit van de sociale vor
ming. Denken om de ander.
Geven en nemen. Ook dat is
verkeer", zegt een medewerk
ster van het bureau gezond
heidsvoorlichting. De actie
wordt begeleid door informa
tiebulletins, groepsgesprekken
met de kinderen en kleurplaten
waarop de Stoep telkens weer
voorkomt.
Onderwijs
Den
De laatste jaren begint
zoals het experiment i
Haag aantoont - in te zien dat'
het onderwijs zeer geschikt is
om kinderen verkeersgedrag te
leren, maar dan wel op een an
dere manier dan tot nu toe ge
bruikelijk.
In vergelijking met geijkte vak
ken als rekenen, taal, schrijven,
aardrijkskunde, geschiedenis
etcetera, komt verkeersles er
maar bekaaid af. Psychologen,
pedagogen en verkeerskundi
gen wijzen erop dat nog steeds
eenzijdig de nadruk wordt ge
legd op de kennis van feiten en
regels.
Professor dr. J. A. Michon, ver-
keerspsycholoog aan de Gro
ningse rijksuniversiteit, zei een
paar maanden geleden op de
studiedag van Veilig Verkeer
Nederland: "Als mijn dochter
van 10 gebukt gaat onder de
kennis van verkeersborden die
haar verbieden met een met
paarden bespannen wagen een
bepaalde straat in te rijden, of
als de onderwijzer puzzels be
denkt waarin begrafenisstoe
ten en militaire colonnes met
ontstoken lichten om de voor
rang strijden, dan valt dat in
alle opzichten onder het hoofd
"Verspilde Moeite".
"Steeds meer onderzoekers", al
dus prof. Michon, "tonen aan
dat regelkennis nog niet bete
kent dat een kind zich veilig
kan gedragen. Zelfs als het zich
veilig kan gedragen, is er nog
geen garantie dat het zich in
feite altijd veilig gedraagt als
het alleen is of met vriencbes
speelt."
De wet schrijft voor dat er op de
lagere scholen iets moet wor
den gedaan aan verkeersonder
richt. Prof. Michon: "Er wordt
echter weinig gespecificeerd.
Bovendien houdt men er niett
altijd de hand aan. Ook op de'
pedagogische academies wordt
er te weinig aandacht aan be
steed. Het hangt allemaal sterk
-af van de interesse van de le-
Ouders
Verkeersonderwijs is ook een
zaak van de ouders vinden de
psychologen. Een moeder van
een dochtertje van zes: "Ik heb
mijn kind geleerd dat ze voor
een rood voetgangerslicht
moet wachten. Maar alle
moeite is vergeefs als ze een
volwassene prompt door het
rood ziet oversteken. Dan kan
ik ook wel, denkt zo'n kind. Die
ouders moeten meer het voor
beeld geven".
Prof. Michon: "Ouders moeten
inderdaad bij verkeerseducatie
worden betrokken. In Neder
land hebben we er nog geen er
varing mee. Ik denk dat het een
zaak van lange adem zal zijn.
Het wetenschappelijk onderzoek
op het gebied van verkeersop
voeding is in ons land schrome
lijk verwaarloosd, zei prof. ir. A.
Heetman, voorzitter van Veilig
Verkeer Nederland, op de stu
diedag van VVN. Hij noemde
het toen verheugend dat het
sinds kort wordt gedaan door
prof. Michon en zijn medewer
kers.
Ook de Groningse verkeerspsy-
choloog vindt het onjuist dat
verkeersonderwijs tot de lagere
school wordt beperkt. Volgens
hem ligt er ook een taak voor de
middelbare school omdat de
scholieren dan op een leeftijd
komen waarop ze op brommers
rijden. Hoewel hij dit "hiaat"
niet wil kleineren, legt hij toch
de nadruk op verkeersonder
wijs voor de jonge kinderen.
Schokje
"Het is alleen erg moeilijk om
vast te stellen wat een kleuter
moet leren. Daar bestaan ver
schillende opvattingen over. In
Engeland hebben ze het gepro
beerd met een beïnvloedings
methode. Als het kind de straat
oprende kreeg hij een klein
elektrisch schokje dat uit de
stoeprand kwam. Men is ervan
afgestapt, omdat deze manier
angst opwekte. En angst is na
tuurlijk een hele slechte raad
gever".
Men heeft het daar ook gepro
beerd met een rijmpje. Dat
hield in: rechts, links, rechts,
dan pas oversteken. Maar de
kinderen dachten dat het een
engelbewaardertje was. Zo
van: als ik het rijmpje opzeg,
kan ik veilig de straat over.
Toen daar dan ook ongelukken
van kwamen, heeft men deze
methode verlaten.
Het komt ook voor dat kinderen
een bepaalde oversteekmono-
loge werd geleerd door de on
derwijzer. Maar als deze er niet
bij was, vervielen de kinderen
toch weer in dezelfde fouten,
aldus prof. Michon.
De juiste methoden moeten we
nog vinden. Daarom zie ik met
spanning de resultaten van het
Haagse experiment tegemoet".»
aldus prof. Michon die het pro-
jekt wetenschappelijk zal bege
leiden.
Woonerven
Een situatie waarin de filosofie:
verkeer ondergeschikt maken
aan de mens in praktijk is ge
bracht, is het woonerf. Een
straat of een buurt waar het
traditionele patroon van stoep,
rijbaan, stoep is doorbroken, en
waar de auto door allerlei ob
stakels zoals bloembakken, be
tonnen paaltjes, hobbels en
scherpe bochten wordt ge
dwongen langzaam te rijden.
De straat is van de voetgangers,
de auto is er slechts te gast.
Eén van de actiegroepen die ja
ren lang voor het woonerf
heeft geknokt, is de stichting
Pressiegroep Stop de Kinder
moord. Voorzitster Maartje
Rutten: "Ten onrechte wordt er
gehamerd op de opvoeding van
de kinderen en de ouders een
schuldgevoel aangepraat. Kin
deren beneden de 10 jaar zijn
niet op te voeden. Kinderen
zijn nu eenmaal kinderen. Als
een kind aan de overkant zijn
moeder ziet staan, rent hij naar
haar toe. "Zonder omkijken".
"Het is jüist heel belangrijk dat
kinderen zich kunnen ontwik
kelen. Essentieel is dat ze de
ruimte krijgen. Je kunt ze niet
thuis houden "omdat het bui
ten nu eenmaal zo gevaarlijk
is." Er is maar eén oplossing en
dat is: het verkeer aanpassen
aan de mens", zegt ze.
Toch blijkt het woonerf nog niet
de ideale oplossing. TNO con
cludeerde in mei van dit jaar in,
een rapport dat woonerven
minder veilig zijn dan men
denkt.
Juist door de obstakels worden
automobilisten soms uitge
daagd om hindernissen zo snel
en sportief mogelijk te nemen.
Hierdoor wordt er niet minder
snel gereden dan in "gewone
woonwijken".
Bescherming
Prof. Michon vindt dat we voor
zichtig moeten zyn met deze
conclusies. "De onderzochte
woonerven zijn niet strikt re
presentatief voor bet gemid
delde woonerf. Maar op een
paar punten heeft TNO gelijk.
Een woonerf is vaak onover
zichtelijk waardoor de voet
ganger onzeker wordt. Je kunt
een woonerf best voor iedereen
overzichtelijk maken en tege
lijkertijd de auto belemmeren
in zijn snelheid".
"Een tweede bezwaar is dat ou
ders in zo'n wijk eerder geneigd
zijn om hun kleuters onbege
leid de straat op te sturen. Maar
stel dat er vier maal zoveel kin
deren op straat spelen - er
wordt in een woonerf meer ge
speeld - en de kans op conflic
ten met auto's anderhalf maal
groter wordt, dan is een woon
erf veel veiliger".
Maartje Rutten: "Het alternatief
is dat we alles gewoon onveilig
laten. Ik vind niet dat het een
argument is oip het niet te
doen. Ik stel me een stad voor
met veel woonerven die ziin
omgeven met verkeersaders
En op de lange termijn een si
tuatie waarin alle mensen in de
plaats wonen waar ze werken,
zodat je minder auto's op de
weg krijgt".
"Risico's zullen er altijd blijven.
Ongelukken zullen nooit altyd
te voorkomen zijn. Maar het is
mogelijk om de gevaren tot re-,
delijk aanvaardbare proporties
terug te brengen".
Laten we onze kinderen 'n handje
helpen door ons verkeer veili
ger te maken. Want als we zo
doorgaan, zit iedereen over een
pa^ir jaar met een verkeersdode
in $le familie, heeft iemand eens
berekend. Een afschuwelijk
toekomstbeeld.