De lange weg van de abortuswet
'Integraal
plan voor
binnenstad'
Onberekenbare Mosje Dajan zoekt come-back met verkiezingskrant
.DONDERDAG 9 SEPTEMBER 1976
PAGfNA 17
Volgende week dinsdag beginnen
dan eindelek de debatten over de
abortus-wetten. Eindelijk! De
behandelingsdatum van de eer
ste volle week mei leek uiterst de
finitief. Eind april kwam echter
het verzoek van de PvdA aan de
WD om te bezien of de door le
den van deze fracties ingediende
initiatiefwetsontwerpen niet in
elkaar konden worden gescho
ven. Het resultaat bereikte de
Kamer begin mei. Dit weekeinde
kwpm het antwoord van de in
dieners op de vragen, door ka
merleden ingebracht, van de
staatspersen. We mogen nu wer
kelijk aannemen, dat het parle
ment de discussie over wetje-
ving gaat aanvangen.
In de jaren zestig ontstond binnen
medische en juridische kringen
de discussie of en hoe in Neder
land, in navolging van andere
landen, een verruiming tot het
verkrijgen van abortus provoca-
tus door artsen mogelijk gemaakt
zou moeten worden.
De artikelen 295-298 in het Wet
boekvan Strafrecht, die in 1886 in
werking traden, hebben van de
aanvang af een strafuitsluiting
ingehouden voor de arts, die op
grond van een medische indicatie
overgaat tot abortus provocatus.
De uitspraak van de Hoge Raad -
nog in de vorige eeuw - dat bij
toepassing van deze wetsartike
len, bewezen diende te worden
dat de vrucht leefde, leidde tot
een nieuw wetsartikel. In 1911
werd artikel 251 bis ingevoerd,
zeer ruim geformuleerd, waar
door veroordeling mogelijk werd
zonder dit bewijs te leyeren. Ook
dit nieuwe artikel liet de ruimte
voor de arts om abortus te ver
richten op grond van een medis
che indicatie onverlet De inhoud
van het begrip "medische indica
tie" is, vooral na de Tweede We
reldoorlog, duidelijk verruimd.
De wetgever in de vorige eeuw be
doelde met "medische indicatie"
zonder twijfel de vele somatische
indicaties (dat zijn omstandighe
den van lichamelijke aard) die
toen naar oorzaak en bestrijding
vaak wetenschappelijk niet op
losbaar waren, en maakten dat
een zwangerschap, op zichzelf
voor de vrouw dodelykf kon zyn.
Onder invloed van de verbreding
van de medische wetenschap o.a.
naar de psychiatrie, ontstond
meer aandacht voor de psychi-
sche#beschadigingen, ook by de
beoordeling van abortus provo
catus.
In de academische ziekenhuizen in
Leiden en Amsterdam werd in de
jaren zestig op grond van een
duidelijk verruimde "medische
indicatie" geaborteerd. Er komen
vragen in de Tweede Kamer, zo
wel bij de begroting van Volksge
zondheid als Justitie en in de
vorm van schriftelijke vragen. De
minister van Justitie Polak acht
het niet wenselijk inhoudelijk
vast te leggen wat het begrip me
dische indicatie inhoudt; wel
acht hij wetswijziging noodzake
lijk Ter bestudering wordt een
staatscommissie ingesteld in ja
nuari 1970 t.w. de commissie
Kloosterman.
De leden vertegenwoordigden de
bekende doorsnee van de bevol
king en daarmee zeer uiteenlo
pende meningen. Dat deze com
missie een eensluidend rapport
zou kunnen uitbrengen leek niet
erg waarschijnlijk. De PvdA-
leden Roethof (jurist) en Lam
berts (arts) wensten niet te wach
ten op de uitslag van het beraad
van de commissie en dienden een
initiatiefwetsontwerp in; een
recht dat naast de regering alleen
is voorbehouden aan leden van
de Tweede Kamer. Een simpel
wetsontwerp. De strafbaarheid
voor het verrichten van abortus
provocatus wordt in de strafwet
alleen gehandhaafd voor niet-
medici. Het eerste van de in totaal
5 wetsontwerpen over abortus
provocatus lag op tafel.
Moeizaam
Het tweede wetsontwerp kwam
van de regering onder het
kabinet-Biesheuvel de z.g. wet
Stuyt-Van Agt. In juni 1972 op
tafel gelegd als moeizaam werk
stuk ontstaan vanuit de
formatie-afspraak tussen KVP,
AR, CHU, WD en DS'70. (De
commissie Kloosterman had di
rect na deze afspraak in mei 1971
haar interim- en tevens eindrap
port op tafel gelegd.) Dit wet
sontwerp gaat uit van de blij
vende strafbaarheid van abortus;
maakt echter strafuitsluitings
gronden voor de arts, die handelt
volgens de norm van de wet, te
controleren volgens regelen, in
de wet gesteld.
Juli 1972 crisis, verkiezingen no
vember 1972. In de formatie blykt
er geen regering te vormen, die
bereid is het ontwerp Stuyt/Van
Agt te verdedigen.
De wederzijdse afwijzing van PvdA
en WD ma^kt formatie van een
kabinet, dat t.a.v. abortus eigen
lijk in dezelfde lijnen denkt, on
mogelijk. Formateur Burger legt
al in februari een mogelijke op
lossing op tafel, die by de uitein
delijke kabinetsformatie wordt
gehanteerd. Staatsrechterlijk een
monstrum. Een dergelijk ingrij
pen in de strafwet, waarbij ja dan
nee de rechtsbescherming van
een fase van het leven wordt ge
handhaafd, wordt niet gedragen
door de regering, maar is afhan
kelijk van initiatiefwetsontwer
pen.
De afspraak is n.l., dat de christen
democraten een eigen wetsont
werp moeten indienen. Is dat ge
beurd, dan zal het ontwerp
Stuyt/Van Agt worden ingetrok
ken. De Tweede Kamer zal
daarna tezamen de twee initia
tiefwetsontwerpen behandelen
t.w. dat van Lamberts/Roethof
uit 1970 en het nieuwe
Januari 1975 dienen Van Schaik
(KVP) en mevrouw Van Leeu
wen (AR) het christen
democratisch ontwerp, het derde
ontwerp, in. Het ontwerp
Stuyt-v. Agt wordt ingetrokken.
De WD (Geurtsen en mevrouw
Veder-Smit) komt enkele weken
later met een eigen ontwerp. Naar
de vorm lijkt het op het ontwerp
KVP/AR, naar inhoud en moge
lijke toepassing ligt het dicht bij
het ontwerp van de PvdA. Nu ben
ik beland by wat ik in-df aanhef
van dit artikel heb geschreven.
Het compromisinitiatiefwet-
sontwerp VVD/PvdA wordt mei
1976 ingediend, waarna intrek
king volgt van de door deze par
tijen eerder gelanceerde wet
sontwerpen.
In het laatste wetsontwerp is het ar
tikel in het Wetboek van Straf
recht waardoor ook een arts ter
verantwoording kan worden ge
roepen voor een verichte abortus
provocatus verdwenen. De toets
ing op de zorgvuldigheid van de
indicatiestelling (niet de inhoud)
en de nazorg moet geschieden
door een landelijke cohimissie,
breed samen te stellen. Of de Ko
ninklijke Maatschappij ter be
vordering van de Geneeskunst
bereid is daaraan mee te werken
zal moeten blijken op de alge
mene vergadering van de KNMG
op 17 september.
De politieke standpunten zijn dan
bekend; de discussie en afhande
ling van de wetsontwerpen zal
zeker ook in de week van Prins
jesdag voortduren. In deze dis
cussie is de beslissing van de
KNMG bijzaak. Essentieel is, of
de meerderheid in het parlement
van mening is, dat menselijk le
ven eerst rechtsbescherming
dient te krygen, indien het - le
ven svatba&r- geboren is. Daarbij
kan onverlet blijven de moge
lijkheid om de vrouw in een
noodsituatie te helpen.
Door dr. R. J. in 't Veld,
oud-gemeenteraasdslid voor de PvdA
Als geïnteresseerde burger heb ik
geprobeerd te begrijpen hoe het
Leidse Gemeentebestuur de weg
naar "een integraal plan voor de
binnenstad" wil afleggen. Het
wordt geen wandelen maar hol
len: eind 1977 moet een totaal
plan klaar zijn nadat alle betrok
kenen indringend zullen zijn ge
raadpleegd. Het denken van de
projektgroep dat tot de omvan
grijke publicatie van een tussen-
nota in juni 1976 heeft geleid,
komt het meest treffend naar vo
ren in de doelstellingenformule
ring die ik hier voor het gemak
van de lezer maar even herhaal.
Centrale doelstelling (van het te
voeren Leidse binnenstadsbe-
leid):
herstel en/of versterking van ver
zwakte en bedreigde functies en
structuur van de binnenstad en
het zoveel mogelijk met elkaar in
evenwicht brengen van alle bin
nenstadsfuncties, voorzover dit
uit bestaande of nog te verrichten
onderzoek nodig is en wenseliik
wordt geacht.
Hoofddoelstellingen:
A. Behoud van de Leidse karakte
ristiek. (monumenten, hofjes,
universiteit, woonfunctie).
B. Kwaliteit van het bestaan, (ge
zonde economische basis, renda
bel functionerend stadscentrum,
waarborgen werkgelegenheid,
onderwijs, culturele- en ontmoe
tingsfuncties).
C. Versterken van de woonfunctie
in ruime differentiatie.
De formuleringen zijn niet steeds
even zorgvuldig gekozen, maar je
kunt toch vrij aanvoelen wat er
wordt bedoeld. De projektgroep
wekt een beetje de indruk dat de
hoofddoelen uit de centrale doel
stelling zijn af te leiden langs de
weg van logische redenering.
Daardoor worden politieke,
normatieve schakels in de rede
nering wat verstopt.
Onjuist
Dat vind ik onjuist want je hoeft je
voor normatieve oordelen hele
maal niet te schamen; een voor
beeld:
Tot de Leidse karakteristiek be
hoort een hoge concentratie van
industriële bedrijvigheid (eerst
vooral textiel, later ook andere)
in de binnenstad; na de zeven
tiende eeuw is die functie aan
zienlijk verzwakt. Moet op
grond van de centrale doelstel
ling en de eerste hoofddoelstel
ling die functie thans worden
hersteld? Natuurlijk niet, zullen
de opstellers zeggen, want het
centrale doel is alleen ten on
rechte bedreigde en verzwakte
functies te herstellen en te ver
sterken. Oftewel, er zijn goede
en minder goede functies naar
het oordeel van de opstellers.
Doelstellingenformuleringen kun
nen een uiterst nuttige rol vervul
len in de procedures vooroverleg
en advies die aan het nemen van
de beslissingen voorafgaan om
dat zij aan betrokkenen iets ver
duidelijken over bedoelingen en
motieven.
Dat nut wens ik ook de genoemde
toe. Als logisch samenhangend
netwerk falen zy echter maar al te
vaak. Veelal geldt daar dt discus
sie tussen Humpty Dumpty en
Alice (in "Through the looking
glass" van Lewis Carroll) waarin
Humpty Dumpty zegt "Als ik
een woord gebruik, betekent het
wat ik als betekenis kies, niet
meer en niet minder". Alice zegt
dan: "De vraag is of je woorden
zoveel verschillende dingen kunt
laten betekenen". "De vraag is",
zegt Hympty Dumpty dan, "wie
de baas is, dat is alles".
In de vaak zeer waardevolle be
schouwingen van de project
groep valt mij ook nog iets op. Op
verschillende plaatsen wordt
uitdrukkelijk verklaard dat een
stad geen zelfregulerend mecha
nisme is, dat zij zonder ingrijpen
niet in staat is haar eigen kwali
teiten te behouden, (zie bv. blz.
45). De enige onderbebouwing
van dit oordeel die ik heb kunnen
vinden is, dat er zgn. "cumulatie
ve" (opeenhopende) processen
kunnen optreden die steeds ver
der van een evenwicht van func
ties afleiden.
Nu is het geen geheim dat steden in
de loop van de geschiedenis zijn
verrezen en verdwenen en dat er
binnen steden zeer aanzienlijke
wyzigingen in het complex van
verrichte functies optreden.
Structuur en functionering van
steden zijn onderdeel van alge
mene maatschappelijke bewe
ging en verandering. Kennelijk
bedoelt de projektgroep een
rechtvaardiging te geven voor het
ingrijpen door de overheid als
een soort reddende engel die
harmonie herstelt.
Natuurlijk wenst iedereen de over
heid die rol toe, maar de recente
geschiedenis leert anders. De af
schuwelijke neergang van de
stad New York bijvoorbeeld, van
1969 tot 1976 een verlies van
500.000 arbeidsplaatsen, was be
paald niet alleen een gevolg van
een onvermijdelijke ineenstor
ting van een labiel economisch
stelsel, maar ook van stomme
streken van het stadsbestuur.
Plannen voor verkeersvoorzie-
ningen, verplaatsing van waren
markten, ambitieuze kantoorge
bouwen leidden aldaar tot cumu
latieve processen, waardoor wij
ken zo groot als Leiden'volstrekt
degenereerden.
Met name een stadsbestuur func
tioneert niet op een wolkje boven
de samenleving, maar er midden
in. Met iedere actie oefent dat be
stuur invloed uit op een aantal
radertjes in het complexe stads-
systeem. Die invloed is altijd be
trekkelijk, dat wil zeggen dat or
ganisaties en individuele burgers
door hun reacties op de overheid
sinvloed (al dan niet overeen
komstig de eerder gekoesterde
verwachtingen) het eindresultaat
medebepalen.
Er bestaat niet op voorhand zeker
heid dat de maatregelen van het
stadsbestuur tot herstel van
evenwicht of harmonie zullen
leiden. Evenmin zou ik geneigd
zijn het zelfregulerend vermogen
van een stad op voorhand te on
derschatten.
Planning
De projektgroep houdt niet op te
vermelden dat de complexiteit
van een stad zeer groot is en onze
kennis onvolmaakt. Daarbij past
een aanpak van planning die een
zekere bescheidenheid aan de
dag legt. De projectgroep kiest
dan ook voor "procesmatige
planning", waarin stap voor stap-
wordt verder gewerkt en geen
onveranderlijk, lang te voren
vastgesteld eindresultaat als doel
van de planning is aangegeven.
Dat is, denk ik, erg verstandig.
Het gevaar van deze aanpak is ook
zichtbaar steeds weer zullen in
spanningen moeten worden ge
leverd om de samenhang van de
verschillende stappen te verze
keren en tevens op een flexibele
manier in te spelen op maat
schappelijke verandering. Dat
vereist een hoge graad van orga
nisatie, zowel in de bestuurlijke
als in de ambtelijke component
van "het stadhuis". Deze vorm
van planning is ook geen tech
nisch of neutraal proces; steeds
zal het politieke krachtenveld
bepalend zijn voor voortgang en
resultaat Op bijna ieder punt zijn
politieke oordelen mede noodza
kelijk voor de ontwikkeling van
voorstellen. Daarom zal het nog
een hele kunst zijn om zowel de
betrokkenen wier oordeel wordt
gevraagd te laten zien dat die
oordelen er iets toe doen, als de
politieke achterban te tonen dat
fundamentele ideologische uit
gangspunten worden gehono
reerd.
Leiden te besturen is nog iets meer
dan Leiden te beheren als Hol
landse erfenis. Dit laatste is in het
verleden ook al slecht gebeurd.
Kritische noot
Bij alle waardering die in het voor
gaande doorklonk nog een kriti
sche noot tot slot Ronduit teleur
stellend vind ik wat wordt opge
merkt over de grondpolitiek.
Juist een actief stadsbestuur van
progressieven huize zou toch
moeten beseffen dat bij alle zeer
omvangrijke investeringen die
uit openbare middelen in de bin
nenstad worden gedaan, verkoop
van grond door de gemeenschap
aan particulieren voor dat stads
deel afgelopen moet zijn. In dc
nota (blz. 76) wordt echter werke
lijk ruimte voor verkoop gelaten.
Naar mijn oordeel past bij een be
vredigende binnenstadsplanning
een verdere uitbouw van het erf
pachtstelsel. Dat is economisch
verantwoord en in het licht van
het streven naar minder vermo
gensongelijkheid gewenst. De
grondprijzen in Nederland zijn
nog steeds relatief laag. De ge
meenschap doet zichzelf door
verkoop van grond ernstig tekort.
Meningen op deze pa
gina geuit, zijn voor re
kening van de auteurs.
Bijdragen van lezers
zijn welkom.
economische banden met Zuid-
Afrika, daar Israël zo alleen staat
dat het zich niet kan veroorloven
kieskeurig te zijn.
Concurrentie
Overigens moet nog maar worden
afgewacht of Dajans "Hayom Ha-
zeh" het financieel zal redden in
de harde concurrentieslag met de
andere dertien Israëlische dag
bladen. Vrijwel gelijktijdig met
de verschijning van zijn krant
bracht de concurrerende Yedioth
Aharonoth de eerste aflevering
van de memoires van Dajan on
der de weinig oorspronkelijke ti
tel "Het verhaal van myn leven".
In die liefst 780 pagina's tellende
autobiografie onthult Dajan dat
hij in 1968 als minister van De
fensie zonder succes een ontmoe
ting met de leider van de Pales
tijnse Bevrijdingsorganisatie
Jas sar Arafat probeerde te rege
len. Verzoeken aan een Pales
tijnse guerrillastrijder, die in Is
raël gevangen zat en aan een lid
van de bekende Palestijnse
Toukan-farnilie uit Nabloes om
zo'n ontmoeting tot stand te
brengen, liepen op niets uit. De
familie Toukan weigerde even
eens te bemiddelen by een door
Dajan gezochte ontmoeting met
de vroegere Egyptische presi
dent Gamal Abdel Nasser.
JERUZALEM (SP)
lige Israëlische minister van De
fensie Mosje D^jan werkt hard
aan zijn terugkeer op het poli
tieke toneel. Sinds hij een half
jaar na de oktoberoorlog zijn
minsterspost moest afstaan,
vanwege de golf van kritiek over
zijn optreden aan de vooravond
en tijdens de eerste dagen van die
oorlog, is hy politiek op de ach
tergrond geraakt.
Met de verschijning van het nieuwe
dagblad "Hayom Hazeh" (Deze
Dag), waarvan Dajan zowel
hoofdredacteur als mede
eigenaar is, heeft deze onbere
kenbare politicus enige tijd gele
den een nieuwe stap gezet om de
gunst van het Israëlische publiek
terug te
Door Rob Simonis
Behalve als parlementslid, heeft
Dajan zijn vaak van de partijlijn
afwijkende politieke denkbeel
den de laatste twee jaar in een se
rie colleges voor de religieuze Bar
Ilan-universiteit, op spreekbeur
ten en in interviews verkondigd,
niet zelden tot ergernis van de
leiders van zijn regerende Arbei
derspartij. Onlangs nog uitte hy
scherpe kritiek op het
Egyptisch-Israëlische Sinal-
akkoord dat de regering-Rabin
volgens hem een jaar geleden niet
had moeten aanvaarden.
Bovendien verkondigde hij, dat het
voorkeur zou verdienen indien
de Verenigde Staten Israël niet
meer wapens voor zyn veiligheid
zouden geven, maar in plaats
daarvan de Joodse staat meer vei
ligheid zouden bieden. Premier
Rabin merkte droogjes op dat Da-
jan beter zijn mond had kunnen
houden.
In een vraaggesprek met het En
gelse zondagsblad "Observer"
dreigde Dajan opnieuw uit de"
Arbeiderspartij te stappen, als de
meerderheid van de partij tot be
langrijke territoriale concessies
in de Gazastrook en op de weste
lijke Jordaanoever zou besluiten.
Maar hij verraste iedereen met
zijn besluit om samen met ex-
premier Golda Meir voor het
eerst sinds lange tyd weer actief
deel te nemen aan de beleids
vorming van de Arbeiderspartij.
Dat gebeurt door lid te worden
van een 35 man tellende commis
sie die de campagne voor de par
lementsverkiezingen van okto
ber 197? voorbereidt.
De toekomst van de bezette gebie
den en vooral van de westelijke
Jordaanoever zal ongetwijfeld
het centrale onderwerp worden
by die verkiezingen. Dajan is een
uitgesproken voorstander van
een intensief kolonisatiebeleid in
bezet gebied, waarin hy door de
rechtervleugel van de Arbeider
spartij wordt gesteund.
Eigen positie
Hoewel Dajan zich als Knesseth-Kd
zo onafhankelijk mogelijk van
zyn partij probeert op te stellen'
en openlijk met de rechtse
Likoed-oppositie flirt, verwacht
men niet ondanks de herhaalde
dreigementen in die richting dat
hij zyn partij uiteindelijk meteen
klein aantal volgelingen voor de
verkiezingen zal verlaten. De
mogelijkheid van een afsplitsing
van de groep-Dcyan wordt even
min helemaal uitgesloten.
Met ziin eigen partijloze dagblad'
"Hayom Hazeh" zal D^jan echter
in de eerste plaats trachten zijn
positie binnen de partij te ver
sterken. Als hoofdredacteur zal
hij zelf de politieke lyn van de
krant bepalen en zijn denkbeel
den ventileren in hoofdartikelen
over Israëls buitenlandse politiek
en het beleid tegenover de Ara
bieren. Door zijn ideeën via
"Hayom Hazeh" onder het Israë
lische kiezersvolk te verspreiden,
hoopt Dajan op een herstel van
zijn diepgezonken populariteit
en op een vergroting van zyn
aanhang binnen en buiten de par
ty.
Ofschoon D^jan niet op het pre
mierschap zegt te mikken zou hij
in de volgende regering wel weer
een centrale ministerspost willen-
vervullen. En dan ook al tydig
een belangrijk stempel op de po
litieke lijnen van de Arbeider
spartij willen drukken.
Voor zijn "verkiezingskrant", die
financieel voornamelijk door
Amerikaanse zakenlieden wordt
gesteund, heeft hoofdredacteur
Dajan een "zionistische" redac
tionele Lyn uitgestippeld, die
puur nationalistisch denkende
Israëliërs moet aanspreken. On
der de zionistische slogan "van
de tweeduizend jaar oude hoop
om een vrij volk in ons land te
zijn" roept Dajan - geheel in de
lijn van zyn "voldongen feiten"-
politiek in de bezette gebieden -
op om "Joodse nederzettingen te
bouwen in het land waaruit wij
zijn verdreven en waarheen, wij
nu zijn teruggekeerd". In één van
zijn eerste redactionele commen
taren sprak D^jan zich met het
oog op Israëls nationale belangen
onvoorwaardelijk uit voor nauwe