Bij Utrecht liep je je total-loss" "Techniek is Perdijk verwacht het een en ander van Quick Boys Noordwijk: één groot vraagteken John Huguenin EXTRA ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1976 NOORDWIJ K - Velen in Noordwijk zien nu al reikhal zend uit naar het einde van de komende competitie. Door de vele veranderingen in het elftal van Noordwijk heerst de vrees, dat, na alle succes en roem, die de plaatselijke vereniging de afgelopen jaren vergaarde, dit seizoen er een zal worden van vertwijfeling, van verval. Hoe veel handen werden de afgelo pen jaren niet vol opwinding de lucht ingestoken. Wat zullen deze handen het komend sei zoen doen? Met evenveel ple zier het luchtruim kiezen, of zul len zij krampachtig het hoofd grijpen? Per slot van rekening zijn er vijf steunpilaren uit het elftal verdwenen. Karstens ver koos wijn en stokbrood boven stamppot en ging naar Frank rijk: Vreugdenhil koos voor iets wat Noordwijk niet kon geven en ging naar Rijnsburgse Boys; Barten ging nog lager en meldde zich aan bij Lisser Boys. Smit en Westgeest hielden het voor gezien, zij hinge^ hun voetbalschoenen aan de wilgen. Daarvoor in de plaats kwamen drie "vreemdelingen": Sutdorp kwam van Haarlem, Van Dijk van Foreholte en Van Dorp van Hazerswoudse Boys. Uit de jeugd werden drie jongelingen gerecruteerd: Van Beveren, Klinkenberg en Plug. Met deze zes nieuwelingen moet de Noordwijkse vereniging het komend seizoen het hoofd bo ven water proberen te houden. Of niet? Zullen de veranderin gen binnen het eerste elftal al leen maar positief werken? Is de vrees bij de fanatieke Noordwijkse supporters onge grond? Zal het einde van de komende competitie weer een Noordwijk aan de top zien, zij het misschien deze maal met niet zo'n verschrikkelijke voor sprong. Trainer Eelman erkent dat het niet zo gemakkelijk zal gaan als het afgelopen seizoen: "Veel zal afhangen van de eerste wed strijd tegen Spakenburg. In mijn ogen de grootste kansheb ber dit seizoen. Ik beschouw die wedstrijd als een soort test case. Gaat het in die wedstrijd goed, dan zal de rest van het sei zoen ook goed gaan". Eelman ziet zelf toch echter ook wel een aantal onzekere factoren: "Een probleem is dat we vorig jaar kampioen zijn geworden. Dat betekent dat we het nu nog moeilijker zullen krijgen want iedereen wil van je winnen. Een ander probleem is dat de stu denten Bogers, Boot en Van der Veen tijdens de vakantie in het Zuidamerikaanse Uruguay om het wereldkampioenschap voetbal vpor studententeams hebben gevoetbald. Zonder rust beginnen zij aan het nieuwe seizoen". Eelman: "In ieder geval zullen we het moei lijker krijgen dan het voor gaande jaar. Daar staat de inde ling van de nieuwe zaterdag eerste klas borg voor. Quick Boys is terug, RCL is er nu ook bij. Moeilijke tegen standers. Ikzelf mag dat over igens graag zien. De competitie zal er een stuk aantrekkelijker op worden. Er zal veel meer strijd geleverd worden dan het afgelopen jaar. En ik geloof ook dat er geen enkele club zal zijn die aan het einde van de compe titie twaalf punten voorsprong heeft op de rest". Somberheid is voor Eelman dus vreemd, of schoon hij zijn lichte twijfels blijft hebben. Hoe zullen de zes nieuwelingen zich aanpassen? Kunnen ze de last op hun schouders, om steeds maar weer succes te behalen, dragen? V oor Eelman zelf ook een vraag. "Hoe gaat het in zijn totaliteit. Hoe staan we er conditioneel voor?", zijn z'n onbeantwoorde vragen. "Je moet kijken of je op de goede weg bent en daarbij de resultaten van de oefenduels buiten beschouwing laten. Nogmaals het gaat om zijn tota liteit. We kunnen bij wijze van spreken van een betaalde club winnen, maar straks van een zwakke broeder uit onze klas verliezen. Daar heb je niets aan. Iedere zaterdag zullen de beste elf spelers in het veld staan, of dat nu de nieuwelingen zijn of de oudgedienden. Noordwijk zal in ieder geval gemotiveerd aan de start ko men", aldus Eelman. Vrij spel RIJNSBURG - Aanvankelijk bleek men in Rijnsburg weinig geporteerd voor een interview met èèn van de spe lers van Rijnsburgse Boys. Toen wij secretaris Breedijk van ons voornemen in kennis stelde om Wil Groenendijk te interviewen, vertelde hij dat een onlangs in een andere krant verschenen interview met Cor Vreugdenhil zodanig uit zijn verband was gerukt, dat er in Rijnsburg weinig behoefte meer bestond aan kranteninterviews. Zoals zo vaak wordt de soep echter niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend en eenmaal duidelijk geworden, wat wij beoog den met Groenendijk, kregen wij "carte blanche" om hem in de massage-kamer te ondervragen, zulks echter wel in aanwezigheid van wedstrijdsecretaris Van Zuylen. Wil Groenendijk geldt al jarenlang als een talentvolle aanvallende middenvelder. De onmiskenbare kwaliteiten van de Leidenaar vormden voor de FC Utrecht vorig seizoen aanleiding de (toen) UVS- er een contract aan te bieden, een en ander met de nodige perspectie ven. Het was namelijk de in Utrecht veelverguisde Jan Rab die Groe nendijk naar Utrecht haalde. Wil Groenendijk: "De bedoeling was, dat ik 3 maanden in het C-elftal mee zou draaien. Daarna zou worden bekeken of ik in aanmerking zou kunnen komen voor een A-contract. Rab haalde mij inder-' daad bij de A-selectie, hetgeen be tekende dat ik 's zaterdags met het C-team moest voetballen en 's zon dags als reserve met het eerste elftal meemoest. Het gevolg was, dat ik •nog slechts èèn avond in de week (donderdagavond) thuis was, ter wijl 's zondags, wanneer ik met het eerste meemoest mijn vrouw (we zijn een jaar getrouwd) bij verre uit reizen tot soms wel twee uur 's nachts alleen zat. De omstandighe den werden voor mij, die was voor bestemd om met Wildschut het centrale verdedigingsblok te vor men, aanmerkelijk ongunstiger, toen Rab de laan werd uitgestuurd. Rab was bijvoorbaat al gedoemd te mislukken bij Utrecht. De geves tigde orde, de zogenaamde bikke laars, die Bert Jacobs gewend wa ren, begonnen Rab, die bij FC Utrecht er "echt" voetbal in wilde brengen, te provoceren. Vooral Leo van Veen en Marco Cabo waren in dat opzicht de aanvoerders. Bo vendien zit er in Utrecht een be stuur, dat van voetballen geen snars (Groenendijk gebruikte ei genlijk een ander woord) begrijpt. Men is ontzettend gevoelig voor de wil van het volk, dat weer luistert naar de autochtone Utrechtse spe ler. Wanneer Joop van Maurik bij voorbeeld zei, dat Rab een zak was, dan vond het publiek dit ook, met het gevolg, dat Rab helemaal on- dergespuwd werd". Zoals bekend werd Jan Rab ontslagen e Wil Groenendijk kontoen Rab bij Utrecht de laan uitgestuurd was, wel inpakken. Nu speelt hij bij Rijnsburgse Boys. exact dezelfde financiële voor waarden kon blijven, begon de 23- jarige timmerman zich af te vragen, of het gezien de opofferingen, die hij zich voor relatief weinig geld moest getroosten, niet raadzamer was om terug te keren naar het amateurvoetbal. Zijn oude club UVS bleek al gauw op de hoogte van een eventuele terugkeer. Zij vroegen Groenendijk dan ook of hij niets voor een terugkeer voelde. "De kans datje geselecteerd wordt voor het Nationaal amateurelftal is dan niet denkbeeldig", aldus werd van blauw-witte zijde medege deeld. Wil Groenendijk echten "Als je eenmaal prof bent geweest, kom je voor een selectie niet meer in aanmerking. Bovendien wist ik, dat je bij UVS verplicht bent om vier keer per week te trainen. Dat is niet erg, als je weet datje dan een goede kans op een kampioenschap maakt. Wanneer ik echter UVS nu bezie, ben ik daar nog niet zo zeker van, integendeel met een plaats in de middenmoot zullen ze mijns in ziens deze competitie tevreden mogen zijn. Bovendien ben ik een opbouwende voetballer en als ik UVS tegenwoordig via een counter zie speculeren op een doelpunt, dan speel ik liever lager, train dan wat minder en mijn vrouwtje zit niet meer zo alleen". Overgang gen door B-trainer Han Berger, die dijk hierover "Berger was een dic- in weerwil van de WON de tator, die zweerde bij duurlopen. Utrechters ging trainen. Groenen- Hij liet je total-loss lopen bij wijze van spreken". Toen bovendien de Joegoslaaf Paunovic werd aange trokken en Groenendijk onder De overgang van Wil Groenendijk naar Rijnsburgse Boys en min of meer ook de overstap van Cor Vreugdenhil vanuit Noordwijk naar Rijnsburg zetten de gebruike lijke boze tongen in beweging: "er zal wel betaald worden in Rijns burg". Groenendijk geconfron teerd met deze geruchten: "dit soort geroddel geldt voor iedere prominente speler, die naar een an dere club gaat. Ik ben alleen van wege het feit, dat ik in Rijnsburg werk en mijn collega's mij gek heb ben gemaakt voor Rijnsburgse Boys naar de geel-zwarten overge gaan. Omdat ik economisch aan Rijnsburg gebonden ben sta ik hier ook voor een huis ingeschreven. Ik woon nu nog in Leiden op een flatje en ben daar inwonend. Het zou in Leiden zeker langer duren, alvo rens ik de beschikking over een huurflatje zal hebben. Ik train hier bovendien maar twee keer per week, wat voor mij - ik heb aanleg om dik te worden - te weinig is, daarom voetbal ik ook nog in de zaal (Glasbergen), een hobby, waar ik een tijdlang van verstoken ben geweest. Hoewel ik nog niet geheel ben aangepast - ik heb constant lo pen kijken, wie diep moet worden aangespeeld en wie de bal in de voeten wil hebben - zie ik hier in deze uitgebreide selectie, wat veel concurrentie betekent, goede mo gelijkheden om een kampioen schap te halen". Westrijdssecreta- ris Gerard van Zuylen, tot dan toe belangstellend toeschouwer "be taald wordt hier niet, maar we doen veel voor de spelers en hun vrou wen. Regelmatig gaan we bowlen, avondjes uit, kortom er heerst hier een uitstekende sfeer. Zoiets trekt ook spelers van buitenaf." De in middels ook binnengekomen aan voerder Jac. den Heyer beaamt dit: "Wat dit jonge bestuur en speciaal Van Zuylen voor ons spelers doet grenst aan het ongelooflijke". Hoewel hij nog maar kort bij Rijns burgse Boys is, stemt Wil Groenen dijk goedkeurend knikkend met de woorden van Den Heyer in. KATWIJK - Quick Boys trainer Ger Perdijk vertelt het niet met zoveel grote woorden, maar nu en dan laat hij toch doorschemeren dat hij van zijn elftal in de komende competitie het een en ander verwacht. Het is een tijdje stil geweest rond de Katwijkse zaterdageersteklasser, die zo'n 'tien a vijftien jaar geleden zonder overdrijving het "Real Mad rid" van het zaterdagvoetbal kon worden genoemd. Sindsdien is er veel veranderd. Het zaterdagvoet bal beleefde een enorme opkomst, groeide in de breedte en de lengte en kreeg tenslotte nationale erken ning doordat de "grote broers" uit het zondagvoetbal in de directe confrontaties om het kampioen schap van Nederland vrijwel altijd het loodje moesten leggen. Het za terdagvoetbal is volwassen gewor den en Quick Boys kon in het laat ste decennium niet meer de rol spe len die het VToeger, in de tijd dat er nog wat minachtend werd gespro ken over dé "zaterdagmiddagcom petitie", op het lijf stond geschre ven. Het aantal kapers op de kust is verveelvoudigd en Quick Boys te ruggezakt tot het niveau van de re delijke subtopper. "Het vorige competitiejaar is niet geheel verlo pen zoals wij gehoopt hadden", zegt Ger Perdijk, die zijn derde sei zoen als trainer van de Katwijkse selectie gaat beleven. "En vooral de wat oudere supporters, voor wie die roemruchte jaren nog een leven dige herinnering vormen, lieten hun misnoegen herhaaldelijk blij ken. Maar zij vergeten dat Quick Boys in vroeger jaren uitsluitend tegen buurtgenoten als Noordwijk, Rijnsburgse Boys, Ter Leede en ARC voetbalde. Het landelijk ele ment was toen in de competitie in veel mindere mate vertegenwoor digd. Nu is het veel moeilijker om er uit te springen. Maar desondanks geloof ik dat we het een heel eind gaan schoppen. Al zijn we in een loodzware afdeling ingedeeld". Streekgenoten Quick Boys ontmoet in de eerste klasse A de streekgenoten RCL, dat voor het eerst zijn opwachting maakt in het voetbalwalhalla en de oude rivaal Noordwijk. Bovendien zal Quick Boys moeten afrekenen met ploegen als Huizen, Spijke- nisse en Zwart Wit, die een behoor lijke reputatie hebben opgebouwd. Als geen ander begrijpt Ger Perdijk dat, wil hij zijn derde Katwijkse sei zoen met succes afsluiten, bepaalde factoren stevig in eigen hand moe ten worden gehouden. "Het krachtsverschil zal bijzonder klein zijn en veel wedstrijden zullen in het laatste kwartier worden beslist. Wel nu, aan de conditie zal het niet liggen", verzekert Perdijk, die on verzettelijkheid en uithoudings vermogen hoog in het vaandel voert. "In de duinen tussen Katwijk en Wassenaar bereiden we ons voor op het nieuwe seizoen. En menige speler werpt wel eens een agressieve blik in mijn richting als ik ze voor de zoveelste keer vanaf het strand tegen de duinen laat opsprinten. Af en toe leef ik eens lekker mijn sadistische nei gingen uit tijdens die trainingen. Maar écht kwaad worden de jon gens natuurlijk nooit. Woedend kan ik wel worden als een speler bij het nemen van zo'n duincol tegen me zegt: Gaat u maar eerst, meneer Perdijk. Dan peper ik hem toch wel eventjes in dat hij dat niet hoeft te flikken. Want een speler die z'n trainer op de training voorrang ver leent, is geneigd zaterdags tijdens de wedstrijd ook zijn tegenstander voor te laten gaan. En dat kan na tuurlijk niet". Naast het bevorderen van een puike conditie is Perdijks werk wijze vooral gericht op het kweken van werklust en enthousiasme. Die factoren heeft hij aan het eind van het vorige seizoen met succes in het door blessures geplaagde team kunnen incorporeren. Terwijl het legioen harder foeterde dan ooit, omdat zelfs een ontmoeting met het degradatiespook niet tot de onmo gelijkheden behoorde, richtte Ger Perdijk de blik op de toekomst. Vaak was hij in die ook voor hem moeilijke periode op het tweede veld te vinden, waar Quick Boys' regionale jeugdteam zijn wedstrij den speelt. Jaap de Zwart en Leo Hoek werden eruit gepikt, later voegde Perdijk daar Henk en Teun van der Plas en Arend v. d. Oever nog bij. En Perdijk stoorde zich niet aan gevestigde reputaties. Doel man Floor Schaap moest zijn plaats afstaan aan Arend v. d. Oever en voorstopper Jaap de Zwart wrong zich tussen het geroutineerde duo Arie Haasnoot-Joep den Hollander, die beurtelings op het middenveld moesten gaan voetballen. Tot nu toe wijst niets erop dat Ger Perdijk ongelijk had. Jaap de Zwart groeide al snel uit tot een stoïcijns voorstopper, Leo Hoek speelde veel ervarender tegenstanders al enkele keren uit de wedstrijden (Perdijk: "Zo lang hij zich aan de spelregels houdt mag hij alles van mij'), Teun en Henk van der Plas waren door hun enthousiasme al direct bruikbare krachten. Snel Doelman Arend v. d. Oever schaarde zich al snel bij de uitblin kers. Sis Pan keerde op het oude nest terug na een jaartje AZ'67. Ger Perdijk gelooft niet dat -de onervarenheid van zijn jonge team een beletsel hoeft te zijn om spijkers met koppen te slaan: "Ta lent komt nooit te vroeg. Je hebt het, of je hebt het niet. Je ziet ook in andere sporten dat jeugd geen be letsel hoeft te zijn om tot toppresta ties te kunnen komen. Het belang rijkste is, dat er keuhard wordt ge- Ger Perdijk: "Er. wordt wel eens een agressieve blik in mijn richting ■geworpen" werkt. Het liefst zie ik natuurlijk dat we in de eerste helft met een nulletje of drie voorstaan. Lukt dat niet, dan zullen we er alles aan doen om er in de slotfase nog eentje in te schoppen. Want dat is erg belang rijk in een competitie zonder favo rieten". Belangrijk is ook dat Quick Boys wordt gespaard voor de gril len van de blessureduivel. Jaap Hoek tobde vorig seizoen negen maanden met zijn lies, Cor Verdoes is nu nog niet hersteld van een hal verwege de competitie opgelopen meniscus. Van het zaalvoetbal hoeft Ger Perdijk eveneens niet veel te hebben: "Als extra training is dat zaalvoetbal nog wel nuttig, maar ik twijfel aan het amateu risme van het zaalvoetbal. De jon gens worden door hun sponsor aangespoord tot een topprestatie, die kan doorwerken op de wed strijd die zaterdag moet worden ge speeld. In negatieve zin dan, omdat een voetballer slechts èèn toppres tatie per week kan leveren". Of Ger Perdijk bij Quick Boys blijft als succes (lees: een kampioen schap) uitblijft dit seizoen? "Mis schien wordt het inderdaad wel tijd om eens verderop te gaan kijken als het deze keer niet zou lukken. Dat zou ik overigens wel jammer vin den Ik heb met veel mensen een prettige relatie opgebouwd. Het Katwijkse volkje is erg gesloten, en je moet er wel wat moeite voor doen om er tussen te komen. Maar als ze je eenmaal hebben geaccepteerd, kun je je geen beter gezelschap LEIDERDORP - Trainer John Hu guenin kon aan het begin van de trainingsperiode maar liefst twaalf potentiële eerste-elftal- spelers aan zijn selectie toevoegen Jan van Duyn(ex-UVS).Johan van Duin (Quick Boys), Kees Vermeulen (ZLC), Dik Vermin (Van Nispen), Hennie Roodenburg (die enige tijd niet heeft gevoetbald) en Peter v. d. Wal (UVS) klopten ondermeer aan de poort van sportpark De Bloe- mert. Op het ogenblik moet er bij RCL dus flink worden gedrongen om een plaatsje in het eerste te kun nen bemachtigen. "Dat is natuurlijk erg leuk", vindt John Huguenin (nu beginnend aan zijn derde RCL-seizoen). "Onze top is breder geworden. We zullen bij voorbeeld niet zo veel moeite meer hebben ons tweede elftal in de hoogste klasse te handhaven. Aan de andere kant komen er ook pro blemen om de hoek kijken. De con currentie is groter, hetgeen vooral voor de jongens die al een tijdje bij RCL vertoeven minder prettig is. Vandaar dat ik de nieuwelingen voorlopig alleen in het tweede laat opdraven. Laten ze zich maar waarmaken". Vol vertrouwen start RCL het nieuwe seizoen, waarin voor het eerst wordt kennis ge maakt met de top van het amateur voetbal. "Het vorig seizoen hebben we wedstrijden gewonnen zonder dat wij ons behoefden in te span nen. Dat zal in de eerste klasse wel anders worden", zegt Huguenin, die stellig gelooft dat zijn team een plaats bij de eerste vijf niet kan ont gaan. "Zonder meer stellen dat wij kampioen worden, nee, dat durf ik niet. Wel geloof ik dat RCL met het huidige spelersmateriaal binnen vijfjaar een keerde champagnefles kan ontkurken. Al moeten er nog dingetjes verbeterd worden. Twee stokpaardjes van mij (en wellicht wel van elke trainer) zijn de be weeglijkheid en de schotvaardig heid van het elftal. In het huidige voetbal spelen linksbuitenspelers vaak op de rechtsbuitenplaats, en andersom. Van achter naar voor en van voor naar achter moeten de linies over elkaar heen kunnen rollen, zonder dat er gaten vallen. Dat geschiedt bij RCL nog niet zoals het zou kun nen. En dan laat ook de schotvaar digheid nog te wensen over. Het is jammer dat wij weinig schietoefe ningen hebben kunnen doen in de afgelopen maand. Door de droogte waren we gedrongen te trainen op het veldje bij de Does. Links en rechts vlogen de ballen de sloot in. En dat was jammer, want ik hecht veel waarde aan schietoefeningen. Al laat ik de jongens nooit zonder meer op doel dreunen. Ik probeer altijd wedstrijdsituaties op de train ing na te bootsen. Vaak zie je dat een speler, die tijdens de warming-up de ene na de andere bal onder de lat knalt, geen bal kan raken als hij het gehijg van een tegenstander in zijn nek voelt. Daarom zeg ik: je moet op de train ing altijd de wedstrijdsituatie trachten te imiteren". John Hu guenin gelooft in de ogelijkheden van zijn team, omdat techniek de basis vormt van de capaciteiten van zijn spelers. "Techniek is voor mij alles. Wat dat betreft zit RCL wel snor, want de meeste spelers kun nen aardig met de bal overweg. Het is jammer dat techniek en inzet vrijwel nooit samen gaan. Maar ik ben er stellig van overtuigd dat je alleen bepaalde tekortkomingen van je elftal kunt verbeteren, als de spelers genoeg techniek in huis hebben. Want ik kan dan wel dro men van een beweeglijk team; als iedereen de bal drie meter van zijn voet laat wegspringen, kun je na tuurlijk wel ophouden". Huguenin is niet van plan direct alles op het bereiken van de bovenste plaats te zetten. "Voorlopig kijken wij uit naar een plekje in de subtop. De jongens hebben er zin in, dat kun je wel merken tijdens de train ingen. Er zijn er zelfs bij die, voor dat de clubtraining begon, in hun eentje alvast de spieren begonnen los te lopen. Het zelfvertrouwen is in ieder geval aanwezig. Over onze prestaties in het komende jaar ben ik echter voorzichtig, omdat ik de sterkte van de tegenstanders niet ken. Bovendien weet ik niet of RCL wat hardheid betreft kan meeko men. Hoewel er aan dat laatste punt in het afgelopen seizoen al enorm veel is verbeterd". John Huguenin begint aan zijn derde RCL-seizoen. Voetbalde 16 jaar bij VUC en vijf jaar betaald voetbal in ADO. Was achtereenvolgens trainer van VELO (drie jaar), ODB (twee jaar), LENS (een jaar, het eerste en het tweede werden toen kampioen) en Quick (twee jaar). Hij heeft het nu al weer tweejaar naar zijn zin bij RCL. "De twee jaar die ik achter de rug heb bij RCL verschillen enorm met de tijd die ik daarvóór bij andere verenigingen heb doorgebracht. Het voetbal is de laatste jaren ont zettend veranderd, vooral door de verbeterde trainingsmethoden. Vooral de aanvallers hebben het in het nieuwe voetbal erg gekregen, gekregen, doordat ze constant op hun huid worden gezeten. Daarom moeten de voorhoedespelers ook meer met de bal kunnen doen dan vroeger. Omdat ze elke situatie ten volle moeten benutten. Je ziet het: hoe je het ook wendt of keert, je komt altijd weer uit op het punt techniek, als je over voetbal zit te praten. Daar helpt geen lieve moe dertje aan". Huguenin wil geen termijn stellen aan zijn samenwer king met RCL: "RCL moet zich maar afvragen qf ze een goede trainer voor mij terugkrijgen. En ik moet afwachten of ik het elders net zo naar mijn zin heb als hier. De onzekerheid werkt dus van twee kanten. En daarom blijf ik mis schien nog een tijdje". i Tekst: Walter Oomen Gerard van Putten Ron Polane Ad van Kaam

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 9