Satie: typisch muziek om over te lezen GEZICHT UIT GRIJZE RIJ Spectaculaire Hamp Lijzige "multi jazz" van Cees Smal THREE DOG NIGHT:GEEN VERPLETTERENDE INDRUK FAIRPORT MIST SANDY NODE OP NIEUWE ELPEE Parsons verzameling voor Burito-fans Aangename country op "zachte" Poco-plaat Klassezanger Jarreau: vokaal eenmansorkest Té "hoge" pretentie CLAVECIMBEL-RECITAL Briljante vertolking op fraai instrument Kwaliteits werk van Witherspoon DONDERDAG 29 JULI 1976 Three Dog Night: "American Pastime" (Ariola) Welke plaat is tegenwoordig nou nog flodderwerk te noemen? Nog afgezien van de vaak knap uitziende hoezen, is de laatste jaren meestal toch weinig te vitten op de geluidskwaliteit van de opna- Die "uiterlijke" perfectie geldt ook voor de nieuwste - en de zoveel ste al weer - langspeler van de Amerikaanse groep Three Dog Night. Een fraai ogende omslag en het geluid uit de groeven klinkt op het eerste gehoor hecht. Maar de muzikale kwaliteit - waar het juist om zou moeten gaan - valt danig tegen. "Everybody is a masterpiece", waarmee kant 1 opent, brengt je al meteen in zo'n verveelde zondagmiddagstemming. Verderop staat wel wat aan- trekkelijkers ("Easy Devil", "Hang on"), maar een score van 50 procent enigszins te pruimen nummers is toch niet verpletterend te Te meer niet, daar Three Dog Night het bestaat elk van de plaatzij den amper een dik kwartier te bespelen. De platenkoper kan een dergelijke minachtende instelling het best betaald zetten door zo'n elpee niet aan te schaffen. HdK Fairport: "Gottle O'Geer" (Island) Sandy Denny heeft Fairport Convention weer eens verlaten en de achterblijvende Dave Swarbrick, Dave Pegg en Bruce Rowland hebben enkele nieuwe muzikanten opgesnord om onder de naam Fairport een nieuwe elpee te maken. Het excentrieke geluid van zangeres Sandy Denny wordt node gemist. Hoewel de degelijke Engelse musici, met assistentie van onder anderen Gallagher Lyle, er natuurlijk best in slagen een sfeervolle plaat met landelijke muziek samen te stellen. Maar in vergelijking met de voorgaande elpee "Rising for the moon" valt op dat daar de afwisseling aange naam is tussen de nummers die Sandy Denny zingt en de met mannelijke vocalen verzorgde liedjes, terwijl die afwisseling hier toch ontbreekt. De vocalen zijn magertjes. T.M. Een aantal nummers die Gram Parsons en The Burrito Bros. in de loop der jaren opgenomen hebben, maar nooit goed genoeg zijn bevonden voor een release, zijn op een plaat verzameld. Dat is aardig voor de fanatieke fans die alles van hun held willen hebben. Maar het lijkt er toch veel op dat de platenmaatschappij nog wat geld wilde slaan uit de nog stijgende populariteit van Gram Par sons die enkele jaren geleden zo tragisch het leven het. Negen nummers dateren van 1970 toen Parsons nog deel uitmaakte van de Burrito Bros.; de resterende drie nummers schoten over toen Par sons' elpee Grievous Angel werd samengesteld. De twaalf nummers zijn duidelijk van mindere kwaliteit dan we gewend zijn. De charme is wel dat we wat meer kijk krijgen op de manier van werken van Parsons, op zijn "probeersels". T.M. Poco: "Rose of Cimarron" (ABC) Poco is één van die schijnbaar onverwoestbare Amerikaanse groe pen die met min of meer regelmaat nieuwe elpees uitbrengen. Het country-geluid van de groep is langzamerhand gepolijster gewor den, terwijl ook de samenstelling van de groep voortdurend veran derde. De ontwikkeling zet zich voort op de laatste elpee van Poco "Rose of Cimarron". Tien aangename nummers vullen de beide zijden van de tamelijk "zacht" geproduceerde plaat. Soms dreigt de muziek te verzinken in lusteloosheid door de wat slappe aanpak. De kwaliteit van muziek en musici is zeer zeker wel aanwezig, maar wordt niet altijd even overtuigend gedemonstreerd. T.M. Zijn optreden in het televisieprogramma De Van Speykshow bracht de Amerikaanse zanger Al Jarreau ineens een vrij grote bekendheid in Nederland. Zijn voordien verschenen elpee „We got by" was vrijwel onopgemerkt onze landsgrenzen gepasseerd. Waarschijnlijk zal dit vaderlandse buis-optreden de verkoopcijfers van zijn nieuwste album „Glow" ten goede komen. En als één popmuzikant dat verdient dan is het wel Jarreau. Een werkelijk formidabele zanger met een ongekend hoog bereik. Een soort vokaal eenmans orkest. Met Glow probeert Jarreau de sprong naar een groter pubhek te maken. Het is aanmerkelijk commercië ler dan het voortreffelijke We Got By. Niet alleen zijn nummers opgenomen van gerenommeerde muzikanten als Elton John („Your song"), James Taylor („Fire and Rain") en Sly Stone („So mebody's watching you"), maar bovendien hebben de gospelach tige, zeer indringend gezongen nummers als „Lock all the gates" van zijn eerste elpee, plaats moeten maken voor wat meer melo dieuze songs. Waarschijnlijk is daarom „Glow" ook minder interessant als „We got by". Jarreau lijkt zich meer thuis te voelen in zijn eigen songs. Kan daarin ook zijn kwaliteiten beter ontplooien. Niettemin blijft deze tweede plaat van Jarreau ver steken boven de middelmaat, wat pleit voor zijn zangkwahteiten, maar meer nog voor de manier waarop hij die stem gebruikt, waardoor gecoverde nummers een geheel eigen leven gaan leiden. B.J. Roxy Music: "Viva Roxy Mu sic" (Island) Een aantal jaren geleden was op de Duitse televisie een optreden van de Engelse groep Roxy Mu sic te bewonderen. Nou ja, be wonderen. In tegenstelling tot hun debuutelpee, die destijds met gejuich als iets nieuws werd ontvangen viel dit optre den nogal tegen. Een muzikale onontwarbare brei met kop noch staart. Maar zie wat jarenlange erva ring al vermag. Op hun zojuist verschenen hve-elpee "Viva Roxy Music" komt hun com plexe muziek kraakhelder over en weet bijna voortdurend te boeien. Roxy blijkt zich onder het be wind van superstar Bryan Ferry en verlost van enfant-terrible Eno ontwikkeld te hebben tot een topgroep. Meest opvallend aspect van deze elpee is wel dat de bandleden, die vaak worden voorgesteld als "begeleiders" van Ferry, zich ontpoppen als voortreffelijke muzikanten. Hoogtepunten Met name gitarist Phil Manza- nera en viohst en keyboards bespeler Eddy Jobson onder scheiden zich. Hoogtepunten op deze plaat zijn het van het radio-programma "Voer voor vogels" bekende "If there is somebody" en de nummers "The boogus man", "Chance Meeting" en "Both ends bur ning" die heel fraai in elkaar Erik Satie: „Vroege Piano werken I", door Reinbert de Leeuw (Harlekijn Holland) Erik Satie schrijft „onbeweeg lijk" muziek. De woorden zijn van hem zelf. Zijn niet al te om vangrijk werk is één aangehou den reactie tegen het romanti sche geweld van de 19de eeuwse componisten en tegen alle ingewikkeldheid van parti tuur. Satie is muziek die nauwe- Somu Yamashta, Steve Win- wood, Michael Shrieven: "GO" (Island Ree.). De Japanse percussionist Somu Yamashta is niet de eer ste popmuzikant die de preten tie heeft gehad om iets van het kosmisch mysterie te vatten in aardse klanken. Titels als "Space song", Space requiem", Air over" en "Time is here" op een plaat laten niet veel twijfel over omtrent de diepere bedoe lingen. Genoemde nummers staan op "GO". Nou komt in de pop het suggereren van bovenaards ge beuren al gauw neer op in echo ondergedompelde moog- of mellotron geluiden: hoge, lang dradige tonen tegen een don kerder achtergrond van een meer nerveuze ritmiek. Volgens dit stramien is ook Yamashta grotendeels te werk gegaan. De uitzondering vormt het num mer dat Stev Winwood heeft mogen leveren ("Winner, lo ser"), dat weer geheel ligt in de trant van Win woods vroegere groep "Traffic". Je zou met enig recht mogen stellen, dat Stomu Yamashta en kornuiten wat "te hoog" heb ben gegrepen met hun ruimte- muziek. Het luister-genoegen ervan vind ik niet halen bij de gewoonlijke fascinatie van een onbewolkte sterrenlucht. Om maar eens wat te noemen. Maar dat neemt met weg dat "GO" toch wel een sfeertje heeft. Wie een zwak heeft voor bijv. Pink Floyd, zal zich waarschijnlijk ook best op sleeptouw willen la- door de klanken deze elpee. lijks begonnen is met te be staan. De plaat waarop Reinbert de Leeuw vroege pianomuziek van Satie speelt, is een trage keten van ingekeerdheid. Het is mu ziek zonder verhaal en zonder vervolg. Om een beeld aan de meetkunde te ontlenen: het is een verzameling punten. Maar bestaan punten wel, zolang er geen lijnen zijn om ze te verbin den? En bestaan die lijnen wel? Het is niet verbazingwekkend dat Satie juist in deze tijd zo spectaculair wordt herontdekt. Het is muziek, die niet belast is met tradities en alleen maar aanknopingspunten lijkt te vinden in een verstild niets. Er is geen verleden en er is geen toekomst. Daarom is het nau welijks essentieel om over de tempi te praten. Leeuw heeft nogal wat kritiek te verduren gekregen om zijn langzame aanpak. Maar nul blijft nul, of men het nu met de factor twee of de factor twintig vermenig vuldigt. De verwarring komt pas, wanneer we achter dat bijna niets gluren naar de aan duidingen: "Par pitiè, pour les ivrognes, honteux, débauchés, imparfait, désagréables et faus- saires en tous genres." En dat stuk lijkt in vrijwel alles op - om maar eens wat te noemen - "Ou il est question du pardon des in jures re£ues. Ik verveel mij niet bij deze plaat, maar ik kan er toch heel vaak maar nauwelijks naar luis teren. Ik erken Satie's belang voor de Franse muziek en zijn zonderlinge originaliteit, maar ik sneuvel toch te vaak op de nadrukkelijke pretentie. Satie is typisch muziek om over te le- Overigens een hoeraatje voor de jonge produktiemaatschappy Harlekijn. Er zit muziek in. H.M. H* 4 n- Terry Reid: lekker kervend. Terry Reid: "seed of memory" (ABC). Vrijwel iedereen die bij tijd en Anneke Uittenbosch en Ton Koopman: „Werken voor twee clavecimbels" (Blanco, Cou- perin. Bach, Soler), Harlekijn Holland, 2925 512 Met een recital voor twee clave cimbels door Ton Koopman en Anneke Uittenbosch heeft Har lekijn Holland het groeiende aantal liefhebbers van het tok- kelklavier zeer aan zich ver plicht. Briljante vertolkingen op prachtige instrumenten. Hoogtepunt is het concert in G van de 18de eeuwse Spaanse componist Antonio Soler, op lettend leerling van de Napoli- taanse virtuoos Domenico Scar latti. Het enthousiaste spel van de beide jonge clavecinisten werkt aanstekelijk op de luisteraar. Hun aanpak gaat niet gebukt onder puriteinse watervrees (ofschoon beider leermeester Gustav Leonhardt best wel eens zal hebben meegeluisterd) en toch is het ook weer niet op pervlakkige klavier-acrobatiek geworden. Zo'n Antonio Soler is gewoon te weinig bekend buiten Spanje. De vermenging van de strenge zeden van Spanje met de galante feeste lijkheid van een adel die op zijn eind liep elders in Europa, maakt van Soler een componist met veel vraagtekens. Naast Soler is de weinig be kende eveneens Spaanse com ponist Pedro José Blanco op de plaat vertegenwoordigd met een concert voor twee klavie rinstrumenten. Ook is er werk uit noordelijker dreven, een concert van Wilhelm Friede- mann Bach en een 'ordre' (dat is een soort suite met korte stuk jes) van Frangois Couperin So ler en Blanco worden op Ita liaanse clavecimbels uitge voerd, Couperin en Bach op Vlaamse. Stuk voor stuk fractie instrumenten met een broze klankkleur. Ik zou best een op merking willen maken over het verschil in temperament van die clavecimbels uit het noorden en zuiden, maar he laas, die heb ik echt niet zo één twee-drie kunnen ontwaren. Misschien heeft de hittegolf van de afgelopen weken er iets mee te maken. H.M. "Jimmy Witherspoon sings the blues with Gerry Mulligan and Ben Webster at the renaissan ce" (Ember). Het nogal bruuske stemgeluid van de blueszanger Jimmy Wither spoon blijkt uitstekend te passen bij het soepele spel van bariton- saxofonist Gerry Mulligan en teno rist Ben Webster. Bij een strakke, ritmische ondersteuning, zoals op deze plaat met Mel Lewis, Leroy Vinnegar en Jimmy Rowles, wordt er bovendien alle ruimte gegeven om in het solo-gebied zo nodig maar wat aan te rotzooien. Wither spoon, Mulligan en Webster doen dat voortreffelijk. Enkele num mers: "Tim's Gettin' Tougher Than Tough", "Corina-Corina", "Goin' to Kansas City" en "St. Louis Blues". De opnamen werden gemaakt tij dens een live-optreden in 1959. De opname-kwaliteit is niet smette loos, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de kwaliteit van de jazz die op deze plaat te ho- W.W 71Multi jazzy Cees Smal- (Om- Het is wat al te voorbarig om de muzikale kwaliteiten vantrom pettist Cees Smal samen te vat ten onder de noemer «Multi JazzySmal heeft weliswaar een lange jazz-loopbaan achter de rug - hij is bijvoorbeeld een van de belangrijkste animators van The Diamond Five in de ja ren vijftig en zestig- maar hij heeft nooit de capaciteiten ge had om zich met de diverse vormen van jazz in te laten. Smal is altijd meer de arrangeur en componist geweest, die kundige werkjes moest breien voor sextet, septet, octet en groot orkest en die dat ook uit stekend deed. Van de soloplaat „Multi Jazzy Cees Smal" viel dan ook niet veel te verwachten. Het is een plaat met veel niets zeggende klanken, gedompeld in een nogal pretentiens sfeertje van sentemintaliteit. Als de composities die op deze plaat staan, op „multi'jazzy" manier door bijvoorbeeld een Clark Terry of Bob Brookmeyer zou den worden vertolkf, dan zou het inderdaad .jazzy" zijn. Maar wat Cees Smal ervan maakt, is al gauw niet meer om aan te ho- ren. Het is lijzige muziek, ont bloot van enige fantasie of technischkunnen. De moderne composities (zoals „You are the sunshine of my life") ten spijt. W.W „Django Reinhardt et le Quin tette du Hot Club de France avec Stephane Grappelli 1938-1939". (Decca) Het behoeft zo langzamerhand (en dat is ongetwijfeld een eu femisme) geen betoog meer dat de Franse zigeunergitarist Django Reinhardt tot op de dag van vandaag tot de beste gitaris ten ter wereld kan worden ge rekend. Zijn voortreffelijke muzikale en technische kwali teiten stonden jarenlang borg voor een prachtig stuk swing en er is dan ook mmmer een for matie geweest die de befaamde Hot Clup de France kon evena ren. De onderhavige plaat is een herpersing van opnamen uit de jaren 1938-39 EN LAAT Django Reinhardt in verschillende formaties horen. De indru kwekkendste onderdelen van deze plaat zijn ongetwijfeld de twee „Improvisations" waarin de grote meester solieert. In de overige composities is hij te be luisteren in de onkreukbare combinatie met de nog steeds in leven zijnde violist Stephane Grappelli. En iedereen behoort te wetwn dat dat uitstekende muziek oplevert. W.W wijle in de winkel de platenrek- ken doorvorst, doet dat toch met de stille hoop uit al dat aan bod "de" opzienbaring te lich ten. Maar meestal zal bij het af luisteren blijken dat de vooraf aanwezige onbekendheid van de betreffende artiestfen) niet zonder reden was. Zo heel af en toe springt echter plots een gezicht naar voren uit die rij van grijze voorbijgan gers. Laatst had ik dat genoegen al met Gallagher en Lyle ("Breakaway"), die meer ver dienen dan hun huidige anoni miteit, momenteel draai ik de plaat "Seed of Memory" veel. Volgeschreven en -gezongen door ene Terry Reid, een 26-er met zachte blik en milde trek om de mond, die al vanaf zijn 15e "on the road" schijnt te zijn. Vijfjaar geleden kwam hij op de markt met de elpee "Bang Bang" en nu dan op een ander merk (ABC) deze langspeler. Wat mij betreft een voltreffer. De plaat is geproduceerd door Graham Nash, die af en toe zelf is te horen in het meerstemmig zangwerk. Reid's stijl ligt ook vrij dicht bij wat we kennen v Crosby, Stills etc. Vooral als je „Brave awakening" neemt, een uitstekend en hartverscheu rend mooi gezongen werkje, dat alles in zich bergt om country-rock "classic" te wor den. Reid heeft een misschien wat dunne stem, maar hij kan dat geluid af en toe met een gekar teld randje laten uitschieten, zodat-ie toch lekker kerft. En over zijn composities (goede teksten ook) zou je vergelijken derwijs kunnen zeggen dat Terry Reid de bezonkenheid heeft van een Neil Young, ma; die gemoedssfeer uitdraagt i een meer Graham Nash-achtige (dus "lichtere") stijl. Luister zelf HdK Besprekingen: Bart Jungeman Henk de Kat Tom Maas Han Mulder Wim Wirtz Lionel Hampton and his or chestra: "The exciting Harap in Europe". (Ember). De sensationele vibrafonist Lionel Hampton trok in de ja ren vijftig - zonder het zelf te willen - een spoor van ling door Europa. Zijn ten golden in die tijd i een uiterst spectaculair gebeu ren. Het publiek liet zich met gemak opzwepen en de gevol- gen waren dikwijls met te over zien. Zo lieten Hampton c.s. in Amsterdam een complete puinhoop achter toen de con certbezoekers op de maat van de keiharde swing de stoelen en de zaal ongeveer aan flarden smeten. Het enthousiasme in Europa voor de swing van Lio nel Hampton was ongekend en ook op de plaat "The exciting Hamp in Europe" is dat goed te horen. De opnamen werden gemaakt tijdens concerten in Zwitserland, Frankrijk, België en Italië. Er staan slechts vier nummers op de plaat, waarvan "Flying Home" (10.48 minuten) zonder enige twijfel het meest spectaculair is. De formatie van Lionel Hampton, die in die tijd meer aandacht besteeedde aan het aantal decibels dan aan de muziek zelf, bevat op deze plaat een complete koper- en hout sectie (saxofoons, klarinet). Daar tussendoor knalt het in spirerende geluid van Hampton zelf als een kanon dat niet meer stoppen kan. De overige num mers zijn "How high the moon", "Mr. John" en Mr. J.". W.W.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 17