'Berlijn
eerste in rij van pompeuze spelen'
"Mexico was voor
mij het hoogtepunt"
Koffer stond gepakt
toen kwam 'Hongarije'
ZATERDAG 10 JULI 1976
LEIDERDORP - Nog altijd kijkt
Truus Hennipman-Cruiming met
veel plezier op haar Olympische
ervaringen terug. De in Leider
dorp wonende oud-atlete maakte
deel uit van de 4 x 100 meter
estafette-ploeg die tijdens de
Olympische Spelen van 1968 in
Mexico in de series verraste met
een wereldrecord van 43.4 sec.
maar in de finale net naast de
prijzen greep (4de).
Bij het naderen van de Spelen in
Montreal worden ook de herinne
ringen aan Mexico weer sterker.
De oorspronkelijk uit Wasenaar
afkomstige Truus Hennipman:
"Hoe langer het geleden is, hoe
onwezenlijker het wordt. Voor
mij waren de Spelen werkelijk
het hoogtepunt van m'n carrière.
Mexico was een fijn land. Op tij
den dat we niet hoefden te
trainen gingen we er op uit. We
zijn ook enorm opgevangen dóór
de Hollandse kolonie daar met
feesten, ontvangsten en uitstap
jes. We kwamen in aanraking met
een luxe die we in Nederland niet
kenden".
Ook aan de contacten met deelne
mers van andere landen denkt
Truus Hennipman met plezier te
rug: "Verbroedering is misschien
een groot woord maar je kwam
toch met mensen uit alle takken
van sport in contact. Worstelaars
bijvoorbeeld met van die bloem
kooloortjes; dan praatte je weer
eens over wat anders dan sprin
tjes trekken. Of je kwam die ver
springer, Bob Beamon, in een of
andere krantenjurk tegen. Die
liepen we dan een beetje uit te
dagen. Er was ook een leuk ont
moetingscentrum in het Olym
pisch dorp".
De sfeer rond het Olympische ge
beuren sprak de toen 25-jarige
Truus Hennipman bijzonder aan:
"Het binnenmarcheren van dat
immense stadion, dat deed je
toch wel wat. Al die mensen on
der die stralende lucht. Daar loop
je dan als klein persoontje uit
Holland. Ik werd er echt wél emo
tioneel van al klinkt dat nu mis
schien wat overdreven".
Emoties maakten ook de prestaties
van het Nederlandse estafette
viertal los waartoe Truus Hen
nipman samen met Wilma van de
Berg, Mieke Sterk en Corrie
Bakker behoorde. Na een unieke
race in de series die volkomen
onverwacht uitmondde in een
wereldrecord van 43.4 sec be
hoorde het Nederlandse kwartet
plotseling tot de favorieten voor
Olympisch eremetaal. Truus
Hennipman: "Daar werden we
knap zenuwachtig van. In de fi
nale ging het dan ook nogal ver
krampt. Toch waren wq dicht bij
een plak, aan de finish scheelde
het zo weinig. We hadden de
zelfde tijd als Cuba en Rusland
die tweede en derde werden.
Daar hebben we naderhand wel
last van gehad. We gingen den
ken 'Hadden we nou maar ietsje
harder gelopen'. Die vierde plaats
was echt wel een zware teleurstel
ling, het is zo'n ondankbare
plaats. Je kunt net zo goed tiende
worden. Een medaille telt op zo'n
moment heel erg".
Toch presteerden de Nederlandse
dames met die vierde plaats meer
dan van haar was verwacht. Im
mers, individueel behoorde op
dat moment niemand tot de we
reldtop terwijl de moeilijkheden
vlak voor het vertrek naar Mexico
(toen trainer Wil Westphal na ru
zie met officials besloot niet mee
te gaan) ook niet bevorderlijk
leek voor een goede prestatie.
Truus Hennipman: "We wisten
aanvankelijk van niets. Op het
vliegveld bemerkten we pas dat
Westphal er niet bij was. Het gaf
natuurlijk wel een domper maar
ik geloof niet dat het onze presta
ties nadelig heeft beinvloed.
Juist dankzij Westphal waren we
zelfstandig en zelfbewust genoeg
om niet in zak en as te zitten. We
hadden het jaar voor de Spelen
verschrikkelijk hard getraind.
Elke vrijdagavond kwamen we in
de Oude RAI in Amsterdam bij
elkaar en dan trainden we op za
terdag en zondag in de duinen en
op het strand bij het CIOS in
Overveen. We hebben duizenden
keren de wissels geoefend, die za
ten er dan ook geheid in. Het is de
verdienste van Westphal geweest
dat hij ons zo wist te stimuleren.
Daarbij konden we onderling
goed met elkaar overweg, al wa
TRUUS HENNIPMAN
LEIDEN -Bij het naderen van "Montreal" worden
de herinneringen sterker. Oud-topsporters die ooit
aan de Olympische Spelen deelnamen, denken wat
vaker terug aan de tijd waarin zij hun prestaties
leverden. Sommigen met spijt, anderen met plezier.
Op deze pagina komen een paar van hen die uit de
Leidse regio ooit naar de Spelen gingen of zouden
gaan aan het woord. Freek. v. d. Horst, een nu in
Reeuwijk wonend gepensioneerd leger-kolonel die
in Berlijn (1936) aan de vijfkamp deelnam, Loes
Zandvliet, de zwemster die in 1956 naar Melbourne
zou gaan en estafette-loopster Truus Hennipman
die in 1968 in Mexico was.
ZOETERWOUDE - De slager uit de
Jan Vossensteég die zwemster
Loes Zandvliet na haar selectie
voor de Olympische Spelen van
1956 dagelijks van een gratis bief
stuk voorzag, zal lelijk op„zijn
ne'us hebben gekeken toen Ne
derland uiteindelijk niet naar
Melbourne ging. Hij had voor
"niets" geofferd, de inval van dc
Russen in Hongarije deed het
Nederlands Olympisch Comité
tijdens een roerige vergadering
anderhalve week voor het begin
van de Spelen besluiten om van
deelname aan de OS af te zien.
De Olympische Spelen in Australië
hadden het hoogtepunt moeten
worden uit de zwemcarrière van
Loes Zandvliet, één van de deel
neemsters op de 100 meter vrije
slag en lid van de estafetteploeg.
Loes Zandvliet, inmiddels ge
trouwd en moeder van drie kin
deren, kan het zich nog allemaal
goed herinneren. Haar man en
toenmalige trainer Ton Pleij vult
de herinneringen aan. "Op het
moment dat het NOC tot het be
sluit kwam was het voor ons zeer
begrijpelijk dat we niet gingen.
De opstand en inval in Hongarije
hield iedereen toen zo bezig dat
het vanzelfsprekend was dat we
niet gingen. Later, toen Honga-
rr« en Rusland zelf wel gingen
keken we er wat anders tegen
aan. Dat was wel een beetje gek".
Ton Pleij: "Ik studeerde in die tijd
net in Leuven, de eerse keer dat
ik echt ergens voor gedemon
streerd heb was in Brussel voor
de Russische ambassade. "Hon
garije" schokte Nederland". Ne
derland had al enkele atleten in
Melbourne. Die konden het alle
maal veel minder goed begrijpen,
de berichten uit Europa drongen
niet door tot het Olympische
kamp. Ook een deel van de hoc-
keyploeg keerde zich tegen het
unaniem genomen besluit van
het NOC.
Loes Zandvliet "Achteraf gezien is
het wel spijtig dat we niet zijn ge
gaan. Het had een mooie trip
kunnen worden en ik had er al
een maand vakantie voor opge
nomen. Wij zouden eerst naar
Singapore gaan om te acclamati-
seren, het was hier al bijna winter
(november) en daar, in Australië
was het zomer. Dan naar Mel
bourne voor de Spelen en daarna
op toernee, onder andere naar
Zuid-Afrika. Dat mocht toen
nog".
De zwemloopbaan van Loes Pleii-
Zandvhet ontwikkelde zich aan
vankelijk in de betrekkelijke
anonimiteit van de Leidse
zwemwereld. Leiden telde op
zwemgebied nauwelijks mee en
het plaatselijke hoogtepunt was
het Leids zwemkampioenschap.
waaraan Loes Zandvliet nog
vreugdevolle herinneringen
bewaard. Landelijke wedstrijden
in "De Overdekte" vormden de
inleiding tot haar nationale en in
ternationale carrière, die in 1953
begon.-
Loes Zandvliet- "Bij die wedstrij
den viel ik op door een tweede
plaats achter een van de toenma
lige topzwemsters. Het verschil
bedroeg slechts ééntiende se
conde. Daarna kreeg ik ook uit
nodigingen voor landelijke wed
strijden. De ontwikkeling zette
zich toen voort en by de Neder
landse kampioenschappen zat ik
in de voorste gelederen, al werd
ik nooit Nederlands kampioen.
Ik zwom in de Nederlandse esta
fetteploeg die bij de Europese
kampioenschappen achter Hon
garije in Turijn zilver behaalde.
Dat team bestond uit Geertje
Wielema. Hetty Balk, Joke de
Kort en ik".
Trainingen en accommodaties van
1956 kunnen de toetsing met nu
niet doorstaan. Nederland kende
geen overdekt 50-meterbad, voor
de zwemploeg werd in Vlaardin-
gen een buitenbad van verwar
ming voorzien. Een nationale
zwemtrainer of zwemcoach was
er niet, al was dat niet zo'n groot
probleem omdat bijna alle top
zwemsters "geleverd" werden
door de Amsterdammer Jan
Stender. Loes Zandvliet "We
vonden het al veel dat we, vooral
by Stender, die mij ook een tijdje
heeft getraind, per dag 5 tot 6 ki
lometer moesten zwemmen Nu
wordt met hetzelfde gemak 15 ki
lometer per dag afgelegd. Wat dat
betreft is de ontwikkeling in
twintig jaar wel heel erg snel ge
gaan. Ik geloof ook niet dat ik het
strakke regime dat de huidige
generatie topzwemsters zich op
legt zou kunnen opbrengen. Het
was toen net leuk".
Nederland was in 1956 een zwem-
land waarmee rekening werd ge
houden, Cocky Gasselaar zwom
een wereldrecord en de estafet
teploeg kwam tot zilver. De selec
tie voor Melbourne telde 11 meis
jes en 1 jongen. Loes Zandvliet
zou op twee nummers uitkomen,
in de estafette had Nederland
zelfs een reéle medaillekans.
Loes Zandvliet mocht in zwembad
De Zijl als wedstrijdzwemster
zelfs in het herenbad komen, de
katholieke sportfederatie
stuurde de pastoor langs, want bij
internationale contacten kwam
zij ook in aanraking met mensen
van een ander geloof. Loes Zand
vliet "Ik had helemaal naar de
Spelen toegeleefd. De koffers
waren als het ware al gepakt, en
toen kwam "Hongarijë". Jam
mer, maar het is niet anders. Het
had een enorme ervaring kunnen
zijn". HANS JACUöö
LOES ZANDVLIET
ren we geen dikke vriendinnen.
Maar we wilden allemaal graag
naar Mexico en individueel zou
den we het niet gehaald hebben".
Na de Spelen in Mexico zette Truus
Hennipman een streep onder
haar atletiekcarrière. Ze zegt "Ik
ben ontzettend radicaal gestopt.
Het is bijna ongelooflijk dat ik dat
heb kunnen doen. Maar ik heb er
geen moment spijt van gehad. Ik
heb vrijwel alle banden met de
atletiek verbroken. Ik ga alleen
nog één keer per jaar naar de bij
eenkomst van de vereniging
'Vrienden van de KNAU'. Mijn
wereld is niet ingestort toen ik
met de atletiek ben gestopt. Ik
kreeg het druk genoeg met mijn
gezin".
Truus Hennipman, moeder van
twee zoons (Jan Willem van 6 en
Ewout van 3 jaar), houdt zich nu
vrijblijvend bezig met tennis. "Ik
kan er wel niets van maar ik vind
het toch een leuke sport. De atle
tiek volg ik alleen nog maar via de;
kranten. Ik ga nooit naar wed
strijden kijken. Ik vind het niet
om aan te zien. Dat klinkt mis
schien gek voor iemand die vanaf
het twaalfde jaar atletiek heeft
beoefend. Maar ik vind het alle
maal veel te rommelig. Ik vraag
me wel eens af 'Hoe heeft m'n
man het destijds zo lang uitge
houden'.
Zelf atletiek beoefenen heb ik altijd
erg fijn gevonden. Ik heb er dan
ook geeen moment spijt van dat
ik vroeger zoveel tijd aan atletiek
heb besteed met de Spelen in
Mexico als hoogtepunt. Olympi
sche Spelen is toch een geweldig
iets. Al is het tegenwoordig zo
waanzinnig duur. In dat opzicht
hoeven de Spelen niet meer voor
mij. En na die ellende vier jaar
geleden in München heb ik wel
REEUWIJK - Dagen nadien belt
hij op. Zoveel herinneringen zyn
bij hem losgeslagen door het zo
onverwachte gesprek over zijn
vyfkamp-deelname aan de
Olympische Spelen van 1936, dat
Freek v.d. Horst op het moment
zelf geen juiste rangorde kon
aanbrengen. De gepensioneerde
legerkolonel sprong van de hak
op de tak en bleek bepaald niet
voorbereid op wat hij als
principe-vragen ervaarde. De
formulering die hij in eerste in
stantie aan zijn antwoorden gaf
zat hem dwars, vandaar dat hij
dagen later telefonisch zijn meer
doordachte visie overbrengt.
"Ik wil toch mijn kijk op de sport
nog even goed formuleren", zegt
hij dan. "Ik zal wel klinken als
een oude man, die vanuit de tijd
van veertig jaar terug redeneert,
maar ik beleefde de sport om de
vreugde van de prestatie. Niet om
de prestatie alleen. Als ik die zou
moeten leveren via het ongeluk
van een ander, hoefde het voor
mij niet meer. In zijn enthou
siasme heb ik een tv-verslaggever
eens horen uitroepen: waarom
wordt die vent niet neergehaald.
Zo'n man zou ik onmiddellijk
ontslag aanzeggen als hij bij mij
in dienst was. Prestaties leveren
door te profiteren van het onge
luk van anderen hoeft voor mij
niet Dan vind ik datje maar beter
goed kunt gaan trimmen. In dat
licht moet u ook zien dat ik over
sporthallen zei dat ze eigenlyk
niet nodig zijn. Natuurlyk is goed
dat daarmee de gelegenheid
wordt geboden tot sporten, maar
zo'n hal is geen conditie om aan
sport te doen. Dat kan ook in een
weiland".
Hou het sober, was dan ook het de
vies dat de 66-jarige oud kolonel
der grenadiers zijn levenlang
hoog in het sportvaandel heeft
gedragen. Daardoor ook heeft hij
een onuitgesproken, maar duide
lijk herkenbare afkeer van het in
stituut Olympische Spelen over
gehouden in Berlijn. Niet van de
sfeer'tussen de atleten ("die was
overweldigend") wel van de or
ganisatie van het evenement.
'Berlijn was de eerste in de rij van
pompeuze spelen, een sobere
Olympiade is daarna nooit meer
teruggekomen, want niemand
heeft het lef een stapje terug te
doen. Berlijn was bovendien
"überorganisiert". Van nazi-
propaganda of discriminatie was
voor de deelnemers dan wel niets
te merken, je kon er toch vanaf
zien dat die moffen hoe dan ook
goed voor de dag wilde komen.
De soberheid als die van 1928 is
daarna nooit meer teruggeko-
Eenvpud. Sleutelwoord in de
sportbeleving van Freek v.d.
Horst, de toen 27-jarige luitenant
•die nu als oud-kolonel(66) een
fraai huis bewoont in Reeuwijk.
Negenentwintigste werd hij in de
vijfkamp van 1936, hoewel hij
zichzelf aanvankelyk een betere
plaats had toebedacht. "Ik
meende ergens in de buurt van de
achttiende plaats te zijn geëin
digd. Was ik 29? Dat valt dan
tegen".
Hij kon er met mee zitten in de pe
riode dat voor hem het bestofte
"deelnemen is belangrijker
enzgold. De tijd was volgens
hem veel anders. "Men ver
wachtte toen helemaal geen pres
taties. Ik heb me ook nooit willen
specialiseren op een sport om
daarin nou per sé aan de top te
komen. Ik heb het altijd veel leu
ker gevonden om verschillende
sporten te doen. Als ik echt had
gewild had ik met pistoolschie
ten wel een eind kunnen komen,
maar ik wilde niet al mijn aan
dacht op één sport concentreren.
Ik was all-round".
Het kanon van Leiden, zoals hij in
zijn waterpolotijd bij De Zijl
werd genoemd, was in zijn Leidse
jeugd derde van Nederland bij
het kogelstoten, handbalde, was
lid van de Nederlandse scherm-
equipe, speelde in Pemix. het
korfbalteam dat vele malen kam
pioen van de CKB werd. Hij:
"Maar daarvoor sloegen we ons
niet op de borst. Welnee, je had de
prestatie geleverd en dat was het
dan. Niet eens een feestavond
werd ervoor gegeven door Per-
nix. Ik bedoel maar, het was al
lemaal anders. Natuurlijk werd er
ook toen wel tegen je op gezien
als je naar de Olympiade ging,
maar er werd toch eerder door
heen geprikt. Andere dingen wa
ren belangryker, je besefte bij
voorbeeld ook dat bijnamen
flauwekul waren. Zo aanbeden
als sommigen nu worden, wer
den wij niet".
'Als ik nu zie hoe ze in de watten
worden gelegd, die sporters, als
ik zie welke middelen ze hebben
en ik hoor dan voortdurend dat er
stront is als er prestaties moeten
worden geleverd, dan vraag ik me
af waar ze mee bezig zijn. Wij
stonden nog op een grasland, ja
wel, die tijd heb ik nog meege
maakt. Wij gingen met zelf be
taalde tweedehands pistolen naar
de Olympiade. Wij konden ons
maar drie maanden voorbereiden
omdat we niet eerder te horen
kregen wie er zouden worden
uitgezonden op de vijfkamp. Op
het moment dat de favoriete
ploegen gingen freewheelen, be
gon onze training. Drie maanden
lang, elke dag in Amersfoort, een
paar onderdelen per dag. Ook op
de doodskist, ja. Dat was eén van
de hindernissen op het parcours
voor de cross. Zo vuil en gemeen
dat die op je moreel ging werken.
Nee, ongelukken zijn er nooit ge
beurd, maar dat zware houten
geval met die doodskuil erachter
was wel angstaanjagend. Je ging
erover heen met lichte zit, dus
staand in de beugel. Een stijve
rug en stijve benen hield je ervan
over. Want dat is het bedonderde
van die vijfkamp: de onderdelen
werken elkaar tegen. De beenslag
met zwemmen was dan bijvoor
beeld niks meer en op het mo
ment dat we in Berlijn aankwa-.
men waren we doodop, nog voor
we eén nummer hadden afge
werkt".
De herinneringen blijken zelfs na
veertig jaar nog fris. Van der
Horst weet nog dat ze met z'n ze
venen een trainingsselectie uit
vochten om drie plaatsen in de
Olympische ploeg.
'Alle zeven waren militair. Wel be
grijpelijk bij die vijfkamp, want
voor de oorlog deed je in het leger
veel aan schermen, pistoolschie
ten en paardrijden. Burgers lie
pen daar niet zo gemakkelijk
tegenaan. Nooit het verhaal over
het ontstaan van die vijfkamp
gehoord? Dat gaat zo: een muske
tier moest een opdracht vervul
len voor de koning. Iets weg
brengen op zijn paard dat hij dan
op de een of andere manier kwijt
raakt. Dan moet hij zich scher
mend en schietend door vijande
lijke linies werken, een stuk
zwemmen en een stuk lopen".
"De geschiedenis is romantisch, de
omstandigheden zijn zwaar. Het
rotte van dat paardrijden bij
voorbeeld is datje moest loten op
welk paard je moest rijden. Mijn
paard in Berlijn sprong goed,
maar kwam snelheid tekort. Dat
is in de vijfkamp ook de grote
toevalsfactor: het paardrijden. Ik
heb trouwens de indruk dat de
paarden daarvoor vroeger beter
werden voorbereid. Het scher
men (hij was 24ste) om één treffer
zal tegenwoordig ook niet veel
beter worden gedaan, bij het
schieten werd toen ook al het
maximum geschoten. Alleen op
het gebied van lopen en zwem
men zijn de tijden heel anders
komen te liggen. (Hij zwom 5.22.8
op de 800 meter vrije slag. Lo
gisch de training bij het lopen is
heel anders geworden. Wij deden
de zg Steigerungen, tweemaal je
tempo opvoeren tot drievierde
van je snelheid en je dan terugla-
ten zakken. Dat lopen was mijn
zwakste punt. Een paar dagen
voor de Olympische Spelen ging
het nog heerlijk, in Berlijn werd
ik 35ste. (4000 meter veldloop in
16.08). Ach, we hadden ook geen
enkele internationale ervaring,
we hadden alleen de voldoening
dat we als vijfkampers nog rede
lijk meetelden. Niet in één sport,
maar in alle vijf'.
Die constatering bezorgt hem tens
lotte toch een brok spyt en een
bekentenis. "Hadden we maar
langer kunnen trainen. Wat is pou
drie maanden voor vijf sportenf
Als ik het over mocht doen, zou ik
het heel anders aanleggen. Me
meer training en meer interna
tionale ervaring hadden we meer
bereikt. Wat dat betreft is er nu
meer begrip"
PAUL DE TOMBE.
FREEK VAN DER HORST