i "Ik kan het niet nalaten alles met aandacht te volgen T sport Volop vis aan de haak maar geen karper VIS .VISSEN VERGIFTIGD 11 ZATERDAG 3 JULI 1976 \*u% Enkele weken geleden kwam op de telex het volgende bericht bin nen: „In de Limburgse Maas zijn de laatste 24 uur naar schatting 70.000 tot 100.000 jonge voorns ge storven. Sportvissers in de omge ving van Obbicht en Grevenbicht telden zaterdagmiddag een af voer van 100 dode vissen per mi nuut. Later op de middag wer den nog 15 tot 20 jonge voorns geteld die levenloos de Maas af dreven. Volgens ir. Buisman van de Rijkswaterstaat in Maastricht is de oorzaak van de vissterfte waarschijnlijk het lage zuurstof gehalte van het Maaswater. „Gif tige lozingen, die de vissterfte eer der in de hand werkten, zijn niet bekend", aldus de heer Buisman". Einde bericht. Enkele weken later kwam het volgende bericht binnen. „Een door Rijkswaterstaat verricht on derzoek heeft uitgewezen dat DSM zich enkele weken geleden heeft schuldig gemaakt aan massale vis sterfte in de Maas. In een schrif telijke verklaring aan de hengel- sportbond Juliana heeft de direc tie van DSM toegegeven dat door het lozen van cyanide in de Maas duizenden vissen gedood werden. DSM heeft zich bereid verklaard de schade te vergoeden". De be richten laten aan duidelijkheid niets te wensen, al blijf ik me wel afvragen hoe je een dergelijke schade kunt vergoeden. Met geld valt veel goed te maken, maar ren stukje natuurverwoesting is een onomkeerbaar proces. Rege neratie van dit viswater zal vele jaren duren, als DSM in die tus sentijd tenminste niet opnieuw cyanide loost. Wat dacht u van deze aal? Het monster-exemplaar werd door een sportvisser gevangen in de Tone-rivier bij Chiba in Japan. Het beestje had een lengte van 131 centimeter. Het duurde geruime tijd voordat de Japanse hengelaar dit exemplaar op de kant had. k We hadden het In de vroege ochtend al urenlang geprobeerd op de karper. Maar die gaf dui delijk niet thuis. Ondanks de krui- mige pieper aan de haak, het wind uit oostelijke richting, die in het verleden toch een zekere aan wijzing voor karper-activiteit was geweest. De pen was en bleef roer loos. Geen brede rug, die aan de oppervlakte verschijnt om even de aanwezigheid te bena drukken. geen spoor van belletjes, die laten weten dat de karper op voedseltocht is. Niets. Daarom maar overgestapt op de gewone hengel. Want karper vissen mag dan een fascinerende bezigheid zijn. aan de vaste hen gel valt ook veel plezier te bele- We kozen met de roeiboot to lig plaats midden op het meer. Een keuze die alleen mogelijk is, wan neer de weergoden gunstig ge stemd zijn en de wind verstek laat gaan. Ter plaatse een me ter of vier water. Een niet al te volumineus voertje overboord en de haak geaast met een in het water breed uitwaaierende vlok. Het begin was hoopgevend, want nauwelijks vijf minuten nadat we de steekstokken hadden geplaatst, dook de pen weg. Een krommend topeind, een door het water schie tende vis: een flinke voorn. Om een lang verhaal kort te maken: we vingen er nog twee en toen was 'i afgelopen. Eenzelfde beeld vertoonde de bijtlust toen we na een drie kwartier ergens anders neerstreken. Omdat het op het meer in middels wel erg druk was gewor den: het aantal speed- en zeilbo ten, waterskiërs, kruisers, steeg met de minuut, namen het be sluit het maar eens „onder de kant" te proberen. Een meter of tien uit de kant en de visparaplu opgezet. Ditmaal niet om ons te beschermen tegen de regen of de wind, maar tegen de zon die aan de wolkeloze hemel stond te bran den. De voortekenen op deze nieuwe we stek waren hoopgevend. Want de oppervlakte vertoonden zich herhaaldelijk staarten, vinnen en ruggen, ten teken dat er zich in elk geval vis moest bevinden. De vraag was alleen nog of ze wil den bijten. Het uitpeilen van de pennen toonde aan dat ter plaat se een kleine anderhalve meter water stond. Wat zich in de uren daarna afspeelde tart elke beschrijving. Het pennetje op de lijn werd nauwelijks enige rust gegund. Niet zodra, was de vlok door het lood op de lijn gedwongen tot een verblijf op de bodem, of de pen verhief zich, zonk weg, ging schuin staan, nam een zeer on natuurlijke houding aan in strijd met bestaande stroming en be staande windrichting. De caprio len waren soms zo aantrekkelijk, dat je je werkelijk moest verman nen om toch maar eens aan te slaan. Een werkelijk verrukkelijk schouwspel. En het aardige van alles was nog dat er vooraf niet viel te voorspellen wat er nu weer aan de haak zou komen. Brasem, blei en voorn volgden elkaar in een bonte afwisseling op. Het ene ogenblik schoot de lijn als een snaar door het water ten teken dat ergens onder water een voorn pogingen deed om te ontsnappen, en even later bleef het gebogen topeinde en de lijn roerloos staan gedurende vele seconden omdat een brasem het vertikte om de tocht naar de oppervlakte te maken en er de voorkeur aan gaf beneden te blijven. Ik weet niet hoeveel vis we in enkele uren aan de haak hebben geslagen maar het moet een fors aantal zijn geweest. Variërend van dunne bleitjes die nauwe lijks de minimum maat haalden tot strijdlustige oergezonde voorns en „lappen van brasems". Trek uit het bovenstaande ver haal niet de conclusie, dat er een stel wondervissers aan het werk is geweest. Het kan u dit seizoen ook overkomen. Net zo goed als die dag dat ik samen met mijn vismaat een hele dag voor Piet Snot heb gezeten, omdat de vis het eenvoudig vertikte een stuk- Je voedsel tot zich te nemen. ADVERTENTIE ELAN VISBOTEN Zeew. vis/tourbouten met riemen en certificaat v.a. f 1495,— YAMAHA buitenboordmotoren van 2 tot 55 pk v,a. f 675,— BOOT - CENTRUM B.V. Hoge Rijndijk 93 - Zoeterwoude telefoon 071-126966-146824 Vissen doe je voor je ontspanning. Bijvoorbeeld deze dame die door onze fotograaf Holvast op de plaat werd vastge legd. Gewoon met een stoeltje langs de waterkant en af en toe een visje vangen. De' enige speciaalzaak voor al HENGEL- SPORTARTIKELEN DE SPORT Haarlemmerstraat 11, tel. 124020 Drees negentig jaar. Maandag 5 juli bereikt dr. Willem Drees deze leeftijd der zeer sterken. Maar ook nu zegt hij niet dat het welletjes is. Drees gaat door. Vanuit zijn huis in de Beek'laan in Den Haag zal hij zdjn doorwrochte visie op het maatschappelijk gebeuren blijven geven. Dat is im mers voor hem politiek bedrijvende beïnvloeding van het maatschappelijk gebeuren als een van de mogelijkheden om te trachten de mensen gelukkiger te maken. Dat kun je doen als gewoon partijlid!, als volksvertegenwoordiger, als minister, als niet meer partijgebonden „Staatsman Door Peter Riemersma Drees dus. In een vraaggesprek enkele dagen voor zijn verjaardag stelt de vroegere minister-president: „Ito kan het niet nalaten alles met aandacht te volgen eau zo nu en dan een opmerking te maken". Een, .losse opmerking" is dit nooit. Ook op hoge leeftijd is Drees zich in woord en vooral ook in geschrift glashelder en verstaanba ar voor de gewone man blijven uitdrukken. „Van mijn zestiende jaar zit ik in de politiek," herinnert Drees zich in het vraaggesprek met een ANP-verslaggever. „Ik ben erin gegroeid en de politiek heeft me nooit losgelaten. Ik heb mij echter teruggetrokken van discussierende vergaderingen omdat mijn gehoor en gezicht slechter zijn geworden. Als er veel stemmen door elkaar klinken geeft dat moeilijkheden. Met behulp van het gehoorapparaat kon ik een gesprek goed volgen". Harmonie In het boek „Drees 90" (1) vertelt prof. dr. H. Daalder in een inleiding„Alle recente informatie verkrijgt hij door moeizaam lezen of luisteren, gewoonlijk doordat anderen (vroeger vooral zijn vrouw, thans zijn schoondochter Erica, de Vrouw van W. Drees jr.) hem voorlezen". „Zo speelt ook nu Drees' politieke Heven zich af in sterke betrokkenheid met zijn gezins- en familieleden. Tussen hen, zijn drie kinderen (Jan, Annie en Wim)zijn sdhoondoohter Erica en zi jn zes kleinkinderen heerst een hechte familieband, die door politieke meningsverschillen niet wordt belemmerd. De familie-Drees kent leden van 1X5*70, de PvdA en de PPR. Maar nog altijd geldt wat Drees eerder schreef„....de persoonlijke verbondenheid is er niet geringer om geworden". De f amilie-Drees blijft voor hem „het Voorbeeld van een geslaagd harmonie-model1", al loipen de leeftijden uiteen tussen twintig en negentig". Drees' zonen Jan en Wim zijn lid van DS'70 - een politieke partij die zes jaar geleden is ontstaan als reactie op de komst van Nieuw Links in de Partij van de Arbeid. Het is geen geheim, dat Drees ziohzelf het meest) herkent in de politiek van DS'70, voornamelijk verwoord door zijn zoon Wim als voorzitter van de Tweede-Kamerfractie. Maar de oude Drees is geen lid van DS'70. Wel heeft hij in mei 1971 het lidmaatschap van de PvdA Drees vader was ook beslist geen socialist diek wamen in zyn „stand" toen niet eens voor en zelfs geen liberaal. Drees zelf veronderstelt uit wat hij later uit- papieren en gesprekken heeft begrepen, dat zijn vader AR moet hebben gevoeld en gestemd. Was de jonge Drees goed op school of gewoon, middelmatig? Hij is beslist een goede leerling geweest. Na de driejarige HBS volgen nog twee jaren op de Eerste Openbare Handelsschool, aan die uitstulping aai de Marnixstraat, die Raamjplein is gedoopt. Sport is in die dagen nog lang niet zo verbreid als in deze tijd. Maar op aanraden van de dokter gaat de jonge Drees „aan sport" doen. Korfbal jjrees sticht meteen een eigen korfbalclub, DOS, Door Oefening Sterk. Zijn zusjes worden er lid van, en ook zijn latere vrouw, Catharina Hent, die To wordt genoemd en een vriendin is van zijn zusje Bets. In totaal telt de club een 25 leden, allen jongens en meisjes uit de vrienden- en kennissenkring van Drees en zijn zusjes, vfaan behalve voor sporb had de jonge Drees al eerder g»»estdrif t ontwikkeld voor iets andera Op de driejarige HBS is een Jongen, Jan Blokker, die een broer neef op de 5-jarige. Die broer heeft een leraar, meneer Hendrik de Vries, die hem les geeft uit het boekje „Stenografie voor iedereen". Dat is heb begin: het enthousiasme van Nico Blokker slaat over op broer jan en via deze weer op Wim Drees. De eerste ontmoeting met het kortschrift is er een van liefde op Hij is dan 26 jaar. Jarenlang ia hij de benjamin van de SDAP-fractie. „De gemeentepolitiek leefde veel meer dan nu," zegt Drees. „Heo lot van de mensen huig voor een groot deel af van de gemeente". Er wordt beslist over salarissen en pensioenen, over belastingen en benoemingen, over steunuitkeringen en woningbouw, over huren, scholen en ziekenzorg. Zaken die tegenwoordig allemaal op rijksniveau worden bekokstoofd. Wanneer Drees 33 is, in 1919, wordt hij wethouder van Oen Haag. Een poosje beheert hij gemeentebedrijven. Maar al spoedig krijgt hj sociale zaken. De katholieke wethouder die deze post heeft wil er van af. Drees en de SDAP maken er geen ruzie over. En zo zet Drees de eerste bestuurlijke stappen op het terrein van de maatschappelijke zorg van de overheid voor de burgers. Hij voelt zich alras als een vis in het water. Twaalf Jaarlang. Burgerlijk Armbestuur wordt op zijn aandrang Maatschappelijk Hulpbetoon genoemd. Hij sticht het eerste tehuis in Den Haag voor ouden van dagen. Met als bijzondere voorziening* kamers voor echtparen. Mannen en vrouwen die soms vijftig jaar of meer waren getrouwd moesten daarvoor net als de anderen slapen in vreselijk ongezellige, kale mannen- en vrouwenzalen. Gescheiden. Bejaarden In 1331 krijgt Drees een andere taak: wethouder van financien en openbare werken. Terstond zit hij midden in de problemen van de financiële crisis waarmee de wereld dan worstelt. Het Britse pond verliest zijn vaste waarde. De banken eisen hun geld van de gemeente terug. .Henry Ford kreeg gelijk", zegt Drees. „Die zei altijd, dat een bank net was als iemand die je een paraplu leent zolang het mooi weer is, maar die hem terug wil hebben als het begint te regenen." De werkloosheid in de jaren dertig neemt dagelijks toe. En Drees' politieke ster stijgt. In 1933 wordt hij lid van de Tweede Kamer. Zij baan als wetho ider moet hij opgeven, maar hij blijft raadslid en ook lid van provinciale staten van tussen de twee wereldoorlogen konden worden bedwongen door economisch beleid. Gebleken is. dat dit njpfc zo is. Ik heb echter de overtuiging dat er een herstel zal volgen. Er zal een opleving komen en deze verwachting baseer ik op de ervaring in het verleden. Wel zullen we er rekening mee moeten houden, dat aan de welvaart grenzen zijn. Men zal er zich op moeten instellen, dat men het in sommige opzichten met minder zal moeten doen. We moeten ons beperkingen opleggen. Het rijk staat er financieel slecht voor". Zuinig Zuinig zijn met overheidsgeld is een thema, dat Drees tot in den treure herhaalt in zijn geschriften Ronduit bezorgd is hij over de voortdurend verderreikende greep van politieke paTtijen op de bestuurders in gemeenten, provincies en de regering. „Ik ben zeer kritisch tegenover elk programma waarbij de partij vooraf voor een periode van vier Jaar denkt te kunnen voorschrijven wat er zal gebeuren", zegt Drees. „Een partij kan alleen richtlijnen geven, beginselen, maar concreet voorschrijven wat er moet gebeuren, kan niet" „Mijn bezwaren gelden voor de programma's van meer partijen, niet alleen dat van de PvdA. Ze leggen teveel vast. Zij beloven hun kiezers van elke bevolkingsgroep zoveel, dat hun verkiezingsleuze zou kunnen zijnwij willen alles wat wenselijk is. De partijen moeten voorzichtig zijn met het wekken van te grote verwachtingen De richtlijnen mogen zijn: de ministers moeiten het land besturen, niet de leden van de partijen. De ministers zijn via het overleg met de Kamers aan de kiezers natuurlijk verantwoording verschuldigd, maar de kiezers kunnen niet) alles aan de ministers dicteren". Keerpunt „Keerpunt, het progressieve regeerakkoord van PvdA, D'66 en PPR is allerminst onaantastbaar gebleken. Men heeft niet kunnen voorzien wat er zich tijdens de periode waarin zo'n programma uitgevoerd moet worden, kan voordoen, zoals de oliecrisis en de Dreesboek: meer een naslagwerk Dreesdriekwart eeuw politiek. (1) Drees 90. Gesohriften en gesprekken. Met medewerking van prof. dr. H. Daalder en dr. G. Puchinger. Uitgever A. J. G Strengholt's Boeken, anno 1928, b.v. Prijs 39.00 (2) Verder zijn fragmenten ontleend aan het in de reeks Tijdgenoten verschenen boekje Dr, Willem Drees van E. Messer. Uitgever: Broekman de Meris N.V., Amsterdam. Daalder vertelt: „Hierbij speelden ten dele persoonlijke overwegingen een rol: hij wilde niet, dat zijn zoon Wim en hij voor eikaars uitingen verantwoordelijk zouden worden gehouden, en hij had geen biioefte zich als 85-jarige opnieuw in programdiscussies en partijactiviteiten te begeven. Maar ook speelde mee, dat zijins inziens te velen in DS'70 anders dan hij geen directe bindingen hadden met het socialisme .zoals dat in zijn leven een rol had gespeeld." Drees is in Amsterdam geboren. (2). Op 5 juli 1886, op een bovenhuis aan het Haarlemmerplein. Geen rijkeluisadres maar ook geen arbeidersbuurt, tenminste toen nog niet. Meer een omgeving waar kleine zelfstandigen woonden. Zijn vader was ook geen arbeider, maar bankbediende op de Twentsche Bank. Vader stierf nadat hij jaren had geleden aan t.b.c. Er was nog een vi-rde kind geboren in het gezin Drees, maar dat was heel jong gestorven, en na de dood van de vader bleef dus Drees' moeder acr ter met drie kinderen van 7.5 en 3. Zonder middelen van bestaan, zonder pensioen, zonder vermogen. Zorgen Zelf zegt Dkees ervan: „Mijn moeder heeft in de eerste tijd van haar weduweschap - dat 63 laar duurde! - grote zorgen gekend. Z'J heefb zich voornamelijk gered niet kamers verhuren, terwijl een oom - tevens toeziend voogd - haar bijstond en het ons o.a. mogelijk maakte verder onderwijs te volgen na de lagere school." Geen arbeidersmilieu, dat gezin Drees, al zij.i de levensomstandigheden krap, en misschien nog wel krapper dan van een arbeidersgezin. het eerste gezicht Een liefde die Drees zijn leven lang niet meer zal verlaten. Vergadterinigen Als jong lid van de SDAP en als stenograaf zit Drees meteen na het verlaten van de schoolbanken met de neus op de politiek. De debatten die hij volgt in enkele gemeenteraden voor het particuliere stenograienbureau „Drees en Janse", geven hem liet gevoel: „Dat kan ik ook." Ja, hij denkt af en toe zelfs: „Als ik maar even wat mocht zeggen, zou Ik dat wel duidelijker maken." Hij heeft in zijn latere leven de kans gehad en gegrepen. Drees vertelt in het nieuwe boek: „Ik was achttien, negent ien Jaar toen ik de eerste landelijke verkiezingen meemaakteda* was de zogenaamde anti-Kuypercampagne in 1905. Ik werkte in de partij gewoon mee met het verkiezings- en verspreidingswerk. Later, in 19C7, ben ik naar Den Haag verhuisd als stenograaf, als Kamerstenograaf.- Daar ben ik voor het eerst in 1909 afgevaardigde naar het partijcongres van de SDAP geweest, en in 1910 werd ik bestuurder van de afdeling c-f wat later heette de federatie Den Haag. in iPll werd ik voor het eerst kandidaat voor de gemeenteraad". Als Jong stenograaf kwam ik al in de gemeenteraad vani Amsterdam en Den Raag, en zo nu en dan in Rotterdam. Daar zag ik van nabij hoe dat verliep, hoe zo'n raadsvergadering ging en hoe het college van B. en W. voorstellen tc elichtte. Het was de begintijd van de socialisten in de gemeenteraden. Het waren er nog maar enkelen ook in de grote steden, maar ik kwam er van onder tie indruk wat een gemeente voor de bevolking, waar zej o dicht bijstaat, kon doen". Wethouder Drees woont inmiddels twee Jaar in de Haagse Schuytstraat als hij in 1913 lid van de Haagse raad wordt. Zuid-Holland, wat hij al sinds 1919 is. Vlak voor het ui tbreken van de tweede wereldoorlog drukt Drees op drie plaatsen zijn stempel op de SDAP-politiek. Hij is dan voorzitter van de fracties in de Haagse raad, de provinciale staten en de Tweede Kamer. Een opeenstapeling van functies die vandaag de dag niet meer kan voorkomen. Drees' verdere loopbaan in de hoogste regionen van de Nederlandse politiek is overbekend. De gijzeling in het nazikamp Buchenwald, later in Michelsgestel. De afwijzing van de Nederlandse Unie. De gesprekken met anderen over het Nederlanc na de oorlog. Hij heeft er verslag van gedaan in zijn Van mei tot mei. De naoorlogse periode. Een nieuw bestand. De oude SDAP steekt zich in een nieuw kleed, de Partij van de Arbeid. Drees wordt minister van sociale zaken in de eerste regering na de oorlog. Hil is de moeilijkheden van zijn moeder nieb vergeten. Begint te werken aan bestaanszekerheid voor de mensen. Kinderbijslag voor loontrekkenden. Ouderdomsvoorziening - een n jodregeüng die de voorloper is van de huidige AOW. Vakantietoeslag; twee procent, een week extra loon dus. Meer ziekengeld. Verdubbeling van de weduwen- en wezenrente. Wachtge'd- en werkloosheidsverzekering, WW dus. En een wetsvoorstel over de instelling van ondernemingsraden. Top In 1948 begint de tienjarige periode dat Drees minister-president is. De aanhang van de PvdA groeit naar 33 procent - een „top" die nadien nooit meer is gehaald. In het vraaggesprek van enkele daeen geleden met het ANP kijkt Drees nog eens terug. „Ik zag de eerste sociale zekerheid somen. De eerste contracten die de lonen regelden". Hij zegt: „In 1945 had ik het gevoel, dat zware crises zoals die werkloosheid". Drees' politieke leven heeft in Nederland zijn weerga niet. Het overbrugt meer dan drie-kwart eeuw aan intensieve politieke herinneringen: van de Boerenoorlog, die in 1899 uitbrak, tot de strijd in Angola in 1976, van Troelstra's verkiezing tot Kamerlid door het beroemde diamantbewerkersdistrict Amsterdam IJl in 1902 tot de perikelen van het kabinet-Den Uyl vandaag, van de spoorwegstakingen in 1903 tot de acties van vrachtrijders, boeren en binnenschippers in 1975,van het Amsterdams Congres van de Tweede Socialistische Internationale in 1904 over het ministerialisme in Europa tot de discussies in links Nederland over polarisatie en programaccoorden in de Jaren zestig en zeventig. In dit tijdvak was Drees 67 jaar lid van de SDAP en de PvdA, en 51 jaar ambtenaar, volksvertegenwoordiger en bestuurder van stad of land. Zo begint prof. dr. H. Daalder zijn inleiding van het boek Drees 90. Het bevat gesprekken met dr. G. Punchinger over het minister-presidentschap en over christelijke politici. En verder tal van geschriften van Drees' band die eerder elders zijn gepubliceerd. Een historische beschouwing over het on tstaan van een socialistische beweging in Europa. Israël dat htf in 1960 kamp Buchenwald, waar Drees tijdens de oorlog is gegijzeld. Over Europa. Israel dat hij in 1960 bezocht. Prinses Beatrix en Prins Claus. Een heel leerzame verzameling geschriften over de wederopbouw van Nederland na de oorlog. En ook over de politieke verhoudingen in Nederland. Het boek biedt een welhaast compleet beeld van Drees' opvattingen over tal van maatschappelijke ontwikkelingen. Het is meer een naslagwerk, dan een boek dat men vlo& achter elkaar uitleest.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 17