Een meesterlijke vertaling van Multatuli's leven 'Ze hebben er niets mee te maken' Willem Frederik Hermans: landleiding tot een eter kunstbegrip "Elseviers groot rashondenboek" IATERDAG 26 JUNI 1976 Dat Nederland een van de kleinburgerlijkste en benepen- ste naties is die ooit hebben bestaan wordt het beste aange toond door de carrière te volgen van een van de weinige Nederlanders die in ieder geval niet kleinburgerlijk is geweest Eduard Douwes Dekker reist op twee-en- twintigjarige leeftijd naar Nederlands Oost-Indië als amb tenaar in dienst van het koloniale gouvernement; maakt aanvankelijk snel promotie, tot hij iets doet wat een nor male Nederlandse ambtenaar wel uit zijn hoofd zal laten: hij signaleert misstanden die indirekt voortspruiten uit het beleid van zijn chef. Natuurlijk wordt hij prompt ontslagen (zoals ook nu nog te doen gebruikelijk bij mensen die kri tiek op hun chef hebben!) en daarmee zou, normaliter, de zaak uit de wereld zijn geweest. Maar Douwes Dekker laat het er niet bij zitten en schrijft er tenslotte een boek over, "Max Havelaar" dat in mei 1860 verscheen. Nu, na honderd- zestien jaar is de grote Multatuli-ruzie nog steeds niet ver stomd. Kunst is de wat pretentieuze ti- n een onlangs verschenen a-pocket, een vertaling van Fuhrer zur Kunst van dt.*hand in Heinrich Lützeler Het ver heen in '66 al in de aula-reek.^, aar is dan nu. na tien jaar, einde- jk aan zijn tweede druk toe. beoogt een handleiding te zijn teen beter kunstbegrip en geeft n inventarisatie van richtingen, e op de hedendaagse kunst een •langrijke stempel hebben ge rukt. Het beperkt zich overigens sehilder-beeldhouw-teken- en fische kunst, de architectuur de ornamentiek. Muziek, thea- en literatuur komen er in ncipe niet in aan de orde edoelingen van schrijvers van soort uitgaven zijn altijd wat eilijk te achterhalen. Werken deze belanden in eerste in- antie al op een bijna oververza- ;de markt (getuige bgvoor- rid de enorme stapels bij De >gte), dus de logica zegt dat je 1 met schokkende dingen oet komen, om het enigszins ndabel te houden na'Aula-reeks is een door- goedkope serie met popu- .'tenschappelijk werk, iee op een breed publiek ardt gemikt In dit geval krijg je echter sterk het idee dat het boekje zijn doel voorbijschiet. Van volledigheid is, hoe kan het ook anders, nauwelijks sprake, iets waar werkelgk geïnteres seerden zich ongetwijfeld aan zullen stoten; een oorspronkelijk standpunt is er ook niet in terug te vinden. Aan de andere kant is De Kunst door zijn vorm en taal ook weer niet vreselijk toeganke lijk voor die groep, die het als handleiding ziet en die louter ver legen zit om de grote lijn. die dan tot het beoogde "betere begrip" zou moeten leiden. De enige waarde die je er dan nog aan zou kunnen toekennen, is die van het beperkte) naslagwerk, maar daar schiet de omvang van het register in mijn ogen weer wat te veel voor tekort. Om kort te gaan: wat de markt er mee aan moet is mij in elk geval een raadsel en dat er vermoede lijk niet veel mensen op een der gelijk uitgave zitten te wachten, staat wel vast De Kunst-Heinrich Lutzeler (verta ling J. M H Krah). Uitgeverij Het Spectrum. Utrecht Antwerpen. Prijs y.- incernvorming - Nederlandse )ekenwereld ncernvorming in de Neder- ndse boekenwereld", door >uis Heinsman en Walter van eeffelen. Uitgeverij Van Gen- rp. Prijs 14,90. Nijmeegse sociologen Heins- an en Van Teeffelen hebben uitgebreid onderzoek ver- t naar de concernvorming in boekhandels- en uitgeverswe- Id gedurende de laatste paar ir. In hun verslag geven zij een lledig overzicht van welke uit- verijen en boekhandels tot 2lke concentraties behoren en stroomlijning en winstopti- alisatie binnen die concentra- s wordt nagestreefd. St deze inventariserende arbeid Ddt dit boek een meer theoreti- 3 benadering van het kapitali- ngsverschijnsel in de boe- nsector en een beschouwing openbaarheid en 'ormatie-industrie. Uit de ana- a blgkt dat de monopolisering het boekenvak steeds verder a daarnaast dat langzamer- nd de traditionele tegenstel- tussen uitgevers en boek- rkopers vervangen wordt door tussen concerns en (nog) on- ïankelgke bedrijven, uteurs leggen de nadruk op het jte belang dat de verticale Üsbinding heeft voor de toe- mst van de onafhankelijke uit- verij en boekhandel in Neder- ïd. Wanneer die wordt losgela- i, zal het boekenvak binnen rte tijd "economisch gesa- erd" genoemd kunnen wor- n. De algemene beschikbaar- 1 en de diversiteit van het to- boekenpakket zullen dan hter op z'n minst op de tocht i te staan. J M. Op deze pagina bijdragen van: Paul Marijnis Ton van Brussel Joop Maat Koos Post Theo Kroon ^Multatuli heeft zijn hele leven pech f gehad, heeft steeds in het ver- xj domhoekje gezeten. Als ambte naar werd hij, hoewel hij zijn werk goed deed, ontslagen. Zijn boek, zijn levenswerk verscheen in een verminkte, gecensureerde versie maar hij kon daar niets tegen doen aangezien hem het copyright was ontfutseld. Geen van de doelen die hij nastreefde heeft hij ooit bereikt - hij is geen kamerlid geworden, geen minis ter, geen Keizer van Insulinde. Door schulden en onbegrip ge teisterd gaat hij tenslotte in het buitenland wonen, waar hij in 1887 sterft Nu heeft Willem Frederik Her mans, een van onze allergrootste schrijvers tussen twee haakjes, zijn biografie geschreven. Hij is de eerste niet, hij zal de laatste ook wel niet zijn Maar ziedaar' Het hele legioen van Havelaar- vlooien vliegt op hem af! Het boek is niet wetenschappelijk verantwoord! Het boek is slordig opgezet! Er zitten onnauwkeu righeden in! Het is te eenzijdig! enzovoort". Opmerkelijk is het vooral dat de ar gumenten tegen het boek van Hermans zo ontzettend veel lij ken op de argumenten tegen het boek van Multatuli! En dat is niet de enige overeenkomst tussen de twee auteurs! Maar laten we de biografie eens op haar merites bekijken. Oorlog op twee Fronten. Afgezien van enkele onbelangrijke vergissingen kloppen de feiten. Een voorbeeld van zo'n onbe langrijke vergissing: op bladzij 53 wordt een opmerking over Mul tatuli aan de regent (de inlandse vorst) Karta Nata Negara toege schreven "een goed heer, maar een beetje gek". Maar die opmer king is niet van Karta Nata Ne gara afkomstig, maar van heel iemand anders: Soetan Angoen Angoen, "groot smeder van kris sen en schutter van uilen bij nacht". Maar zoiets is natuurlijk van geen enkel gewicht. En de interpretatie van die feiten? Nog steeds beweert de schrijver Nieuwenhuys (alias R. Breton de Nijs) dat Douwes Dekker een volkomen verkeerde kijk op de gang van zaken in Indie had. Vol gens Nieuwenhuys was het heel gewoon dat de bevolking werd uitgezogen door de inlandse adel en Multatuli had zich daar niet mee moeten bemoeien. Met an dere woorden: hij beschouwde de problematiek teveel door een Europese bril. Terecht zegt Hermans hierop dat deze manier van redeneren onno zel is: "Theorieën dat Multatuli meer begrip had moeten hebben voorde uitheemse zeden komen er feitelijk alleen maar op neer dat men de negentiende- eeuwse bril bekijkt. Hij was geen twintigste-eeuwse culturele anthropoloog maar een negentiende-eeuwste ambtenaai met verlichte ideeën. In de twin tigste eeuw, nu de Europeanen geen bestuurlijke verantwoorde lijkheden meer hebben in uit heemse streken, is het niet zo'n grote kunst op uitheemse zeden een warmbelangstellende visie te ontwikkelen". Niet alleen hier heeft Hermans het grootste giijk van de wereld. Hi. maakt ook rake opmerkinger over de Multatuli-vereerders, dc dwepers die alles wat Multatuli wenste te beweren klakkeloos na wauwelen. Zo doet hij als eer ste Multatuli's veel belasterde zoon Eduard eindelijk recht. Multatuli had een bittere hekel aan zijn zoon (en omgekeerd!) en heeft de arme jongen zijn leven lang ten onrechte zwart gemaakt: hij beschuldigde hem zelfs van moord. (Toen bleek dast zoonlie! volmaakt onschuldig was voegde zijn vader hem toe dat hij er niet trots op hoefde te zijn dal hij onschuldig was: "en dat het reeds een schande genoeg is dooi mensen die hem kennen tot zo'n schanddaad in staat .geacht tc worden"). En door de Multatuli- fans werd zoonlief dan ook prompt in de hoek getrapt'. Hermans laat er ook geen twijfel over bestaan dat Multatuli vol strekt onverantwoordelijk was in geldzaken, een bijna pathologi sche verkwister die er in slaagde tijdens zijn verlofperiode in Hol land ongeveer vijfendertigdui zend gulden schuld te maken ("een dominee te Den Helder verdiende f500,- per jaar"). Ook Multatuli's vrouwenjagerij wordt door Hermans uitgebreid uiteen gezet. Hij hield er soms drie vriendinnen tegelijk op na, stuurde meisjes die hij zwanger had gemaakt naar zijn vrouw in Brussel, zijn vrouw die hem dit allemaal niet in 't minst kwalijk nam, die bijvoor beeld bij de ouders van een van Multatuli's vriendinnen op be zoek ging, om hun bezwaren tegen de verliefde schrijver weg te nemen. En alweer heeft Her mans groot gelijk als hij schrijft: "Dc publieke opinie is meestal niet in staat geweest Tine (Multa tuli's vrouw) anders te beschou wen dan als een bedrogen, ver waarloosde misbruikte vrouw. Voor het onweersprekelijke feit dat zij minstens even excentriek was als hij had men geen oog!!!" Maar al deze smetten op Multatuli's blazoen maken natuurlijk in feite niets uit. Hermans voert een oor log op twee fronten: tegen de Multatuliverguizers en tegen de Multatulivcreerders. Hij toont (niet als eerste) aan dat Multatuli bepaald geen linkse antikolo niaal of marxist-avant-la-lettre was (met een onnozele tirade tegen het marxisme) maar atta- keert evenzeer de vijanden van deze "enige Nederlandse auteur die meer dan honderd jaar inte ressant gebleven is. "De gewone mensen houden hem voor een wellusteling, een dronkaard, een fuifnummer dat geleend geld opmaakt in borde len. Van wellustigheid afgezien is dat allemaal laster. En zelfs in zijn wellustigheid kan meer dichter schap dan werkelijkheid hebben gescholen". Meer dan een gewone biografie Kortom: de feiten van Hermans biografie kloppen. De interpreta tie van die feiten is over het alge meen ook juist. Maar de Zweif- rontenkrieg die Hermans voert, zijn neiging om over de rug van Multatuli héén allerlei aanvallen uit te voeren op "Neêrlands kromme litaraire klimaat" doen enigszins afbreuk aan het effekt van zijn Multatuli-story. Want de vijanden van Hermans (en dat zijn er heel wat) zullen zich daar door blindstaren op Hermans' inbreng en de grote waarde van zijn biografie, een van de zeer weinige Multatuliboeken die door een werkelijk kritische geest zijn geschreven, negeren. Zo heeft HP-recensent Nuis Her mans al verweten dat hij zijn bronnen niet noemt, en de zaak zo "weinig wetenschappelijk" aanpakt. Maar wat heeft dat met de tekst te maken? Of met de fei ten? Hermans en Multatuli: twee Nederlandse auteurs van uitzon derlijk formaat die beiden in bal lingschap zijn gegaan - Multatuli verguisd door de spitsburgers en inhalige calvinistis he wouwe laars, Hermans verguisd door "marxistisch aangebrande wijs neuzen" en literaire mandarij nen. Dat er, behalve Du Perron, geen andere Multatuli-biograaf van enig niveau dan Hermans is geweest, is intussen wel duide lijk. Multatuli werd door een neef uit gemaakt voor een zenuwpatiënt. De prulschrijver en incrowd komiek Morriën beweert iets dergelijks over Hermans. Vol gens Hermans vond Multatuli zijn vrienden onder "mensen die ook altijd in het verdomhoekje hebben gezeten en iets van zich zelf in hem herkennen. En is dat Hermans ook niet overkomen? de gouden pajong, teken van hoge In ieder geval is het schrijf pro- en anti-Multatuli een getrouwe af spiegeling van het geschrijf pro en anti-Hermans. "In beide kam pen munten deze letterproeven vooral uit door mislukte pogin gen zijn schitterende polemische stijl na te bootsen". Iedereen die iets over Multatuli wil weten, en iedereen die iets over Willem Frederik Hermans wil weten dient De raadselachtige Multatuli te kopen. Het boek kost f39.50 en is schitterend uitgege ven (bij Boelen), en het is meer dan een biografie, het is geen ge romantiseerd leven, geen vergui zing of verheerlijking van Neder lands enige negentiende-eeuwse genie, maar een vertaling van zijn leven, door een groot schrijver die meer dan één reden heeft om zich met hem verwant te voelen. Maar laat ik hem zelf aan het woord laten: Eduard Douwes Dekker alias Multatuli, de "man van Le- bak", de "neurasthenicus van het zuiverste water", die zegt "Een biograaf die m'n gedrukte wer ken tot uitgangspunt neemt om 'n leven te beschrijven kan niet veel anders dan onzin voor de dag brengen Dat verwijt geldt niet voor Willem Frederik Hermans. P.M. "Elseviers groot rashondenboek" door Fiorenzo Fiorone, versche nen bij Elsevier Nederland in Am sterdam 79.50). Heb! u een hond van het overbe kende "vuilnisbakkenras"? Of hebt u een wat wat beter bedeeld exem plaar. maar zonder papieren en ei genlijk alleen gekocht omdat u het snuitje zo aardig vond? Dan is er echt geen noodzaak om nu al meteen naar de boekwinkel te hullen en daar acht tientjes neer te tellen voor het grote en knappe ras hondenboek. Want hoe compleet ook.u zult er uw hond niet in terugvinden. Het om vangrijke standaardwerk is gere serveerd voorde zuivere rashonden. Maar die blijken in groten getale rond te lopen. Fiorenzo Fiorone heeft er 308 in zijn boekwerk bijeen gebracht. En hoe. Men vindt er schier alles over die 308 rassen. De historie van de hond. Vele details over aard. karakter, maat en ge wicht. Uitvoerige aandacht wordt geschonken aan algemene ver schijnselen als raspunten van hoofd, ogen, oren, hals, lichaam, staart, voor- e\i achterhand, gang werk, beharing, kleur en eventuele diskwalificerende fouten. Tevens zijn hoofdstukken opgenomen, waarin een officiële onderverde ling van honderassen en een om schrijving van de gangbare stand- Met een keur van niet minder dan zeshonderd voortreffelijke foto's heeft Fiorone een standaardwerk geschapen, dat talloze hondenlief hebbers deugd zal doen. Een stan daardwerk voor de komende tijd, dat geen eeuwigheidswaarde kan hebben, omdat de honderassen voortdurend aan wijzigingen on derhevig zijn. Hoe hard het ook klinkthonden behoren tot de mo deverschijnselen. En die "mode" bepaalt soms de grootte vaneen ras. Bovendien wordt er constant ge streefd naar verbetering van de rassen. Wat betreft uiterlijk, karak ter en lichamelijke conditieZo is er voortdurend beiceginy, voortdu rend gruei, voortdurend verander ingen. tfet kan zelfs zo erg worden, dat de standaard herzien moet worden Dat gebeurt echter nooit van de ene dag op de andere. Dat is een proces van jaren. Daarom kan het tijd beeld van de hondenwereld, dat Fiorenzo Fiorone met veel geduld, kennis van zaken en roede smaak in dit door Elsevier uitgegeven boe kwerk heeft neergezet in de ko mende tijd zeker als een gegeven .•'orden beschouwd. Een bron, waaraan velen die op dit terrein grondige voorlichting behoeven, zich graag zullen laven. K.P. "Ze hebben er niets mee te maken". Onder dit motief liet de oprichter en eerste hoofdredacteur van het' katholieke dagblad "De Tijd", Judocus Smits, vlak vóór zijn dood in 1872 al zijn papieren ver branden. Niemand hoeft zijn neus te steken m hetgeen ik uitsluitend ter ere Gods en voor het recht der Rooms-Katholieke kerk gedaan en geschieven heb", aldus deze grote journalist uit de vorige eeuw. "Het zou allemaal maar geharrewar tussen de overleven den en mijn medewerkers ge- Dat maakt het een historicus niet gemakkelijk, zo niet onmogelijk, een behoorlgk boek over betrok kene te schrijven Toch is het drs J.W.M Peynenburg. archivaris van het bisdom Den bosch, ge lukt. Hg heeft het aangedurfd om dezer dagen op een proefschrift over "Judocus Smits en zgn Tijd" aan de Nijmeegse universiteit te promoveren. Zijn materiaal be stond hoofdzakelgk uit de rond 500 brieven, die Smits aan zijn medewerkers en redacteuren alsmede aan de pauselgk inter- nintius en mgr. Zwijsen heeft ge schreven. Daarnaast las drs. Pey- nenburg alle hoofdartikelen tus sen 1845en 1872, ongeveer 8000 in Tien jaar speuren en spitten boek ten succes, alhoewel de auteur in een aantal gevallen, de preciese feiten niet kennende, de lezer ge ruststelt met de opmerking: "men kan (of mag) gerust aanne men". Dat is wetenschapp-'lgk jammer, maar onvermijdelijk als het materiaal niet meer voorhun- den is. Toch wordt Judocus Smits gepor tretteerd zoals hij waarschijnlijk wel is geweest: een merkwaardig man vol tegenstrijdigheden. En man. die kritiek had op een ander in zaken, waarin hijzelf niet (he lemaal) vrijuit ging. En op dit eer- lgke portret heeft hij en hebben wij en de geschiedenis recht. Na lezing van de honderden citaten moet men eigenlijk spreken van "doorworstelen", rijst dan wel de vraag, waarop vóórgaande (we tenschappelijke) studies stoel den. Maar goed, drs. Peynenburg heeft een belangrijk man in de katholieke emancipatiestrijd uit de 19de eeuw voor ons doen her leven. De geïnterseerde kan een exem plaar van de dissertatie tegen een betaling van f25,- verkrggen bij het weekblad "De Tgd" in Am sterdam. T.K.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 21