Van Agt zet de strijd tegen
legalisering abortus voort
ZATERDAG 5 JUNI 197S
PAGINA 15
Volgens een onlangs verschenen
rapport van de Verenigde Naties
worden er over de hele wereld jaar
lijks tussen de 40 en 55 miljoen
abortussen gepleegd.
In 1971 werd de eerste Nederlandse
abortuskliniek geopend. Sindsdien
hebben vele duizenden ook buiten
landse vrouwen een door hen niet
gewenste zwangerschap in een kli
niek laten onderbreken, ook al is
het volgens de wet nog steeds ver
boden. Minister Van Agt lijkt nu
met zijn aktie tegen de Bloemenho-
vekliniek in Heemstede een aanloop
te willen nemen tot het sluiten van
alle instellingen waar abortus tot nu
toe oogluikend is toegestaan.
Want hij heeft laten weten er bijna
zeker van te zijn dat in andere kli
nieken dan Bloemenhove - waar zo'n
honderd gevallen per dag worden
behandeld - geen zorgvuldig onder
zoek wordt ingesteld naar de vraag
of er klemmende nood is die de in
greep rechtvaardigt. Volgens hem
kan dat gewoon niet. ook al door
het gebrek aan tijd. Een dergelijke
uitspraak van de minister, verklaard
tegenstander van abortus, wijst er
op dat hij zijn verzet tegen legalisa
tie zal bleven voortzetten.
„Klemmende nood" een vaag begrip
om een gewetenszaak mee aan te
gevenhet „baas in eigen buik" moet
deze bewindsman een gruwel zijn.
Maar de Stimezo (Stichting Medisch
Verantwoorde Zwangerschapsonder
breking) die in 1969 werd opgericht
gaat er juist van uit dat de voor
naamste stem in deze zaak die van
de vrouw moet zijn. Stimezo wilde
in dat oprichtingsjaar al proberen
in Rotterdam een kliniek van de
grond te krijgen, maar dat zou nog
twee jaar duren en intussen gingen
de dagelijkse vluchten naar Londen
- waar legaal geaborteerd kon wor
den - voorlopig nog door.
In dat jaar werden er door diverse
artsen al zo'n 15.000 abortussen ver
richt. Niet bevoegden verrichtten er
van de Nederlandse Vereniging voor
Sexuele Hervorming wees overigens
uit dat driekwart van de Nederlan
ders voor verruiming van de moge
lijkheden voor abortus was en dat
dertien procent van ons volk vond
dat het afbreken van een zwanger
schap onder geen beding moest wor
den toegestaan, in 1971 meldde de
Amsterdamse sexuoloog Frans
Wong, die een enquete onder 450
ongewenst-zwangere vrouwen had
geopend. In april van dat jaar
kwam er ook een kliniek in Den
Haag, hoewel tijdens enkele gebeds
bijeenkomsten door tegenstanders
tot God gebeden was om te voorko
men dat die abortusklinieken er
zouden komen. Toch, omdat abortus
nu eenmaal bij de wet verboden is,
werd er, o.m. in Amsterdam en Den
Haag verschillende malen opgetre
den door de politie, die instrumen
ten in beslag namen proces-verbaal
met alle risico's van dien zo'n 20.000.
In juni 1970 verklaarden de fracties
van PvdA. PSP en PPR in de pro
vinciale staten van Zuid-Holland
verheugd te zijn over het plan van
Stimezo en vier maanden later liet
de Koninklijke Maatschappij tot be
vordering der Geneeskunst weten
dat abortus gelegaliseerd diende te
worden.
Een in dat Jaar gehouden onderzoek
gehouden, dat in slechts 22 procent
van de gevallen de zwangerschap
het gevolg was van een avontuurtje
en dat het grootste gedeelte van de
zwangerschappen een kwestie van
pech was doordat een voorbehoeds
middel faalde of doordat er uit
onervarenheid niets werd gebruikt.
Om die pech het hoofd te bieden
werd op l februari 1971 in Arnhem
de eerste abortuskliniek in ons land
opmaakte.
Bisschop Gijsen van Roermond
merkte in april 1972 op dat katho
lieke ministers die meewerkten aan
een wettelijke regeling van het
abortusvraagstuk zich niet langer
katholiek mochten noemen omdat
abortus moord zou zijn. In mei 1974
hield Gijsen de wereld voor dat er
geen wezenlijk verschil bestaat tus
sen geboren en ongeboren leven, en
minister Van Agt had toen inmid
dels al gezegd de abortusexplosie in
onze samenleving zorgwekkend te
vinden.
De Bloemenhove-kliniek in Heem
stede kwam in juli 1974 voor het
eerst in het nieuws toen Van Agt
het bestuur vrqeg de kliniek vrijwil
lig te sluiten. Het verzoek werd af
gewezen, Van Agt bleef doorzetten
en veroorzaakte zelfs een crisissitua
tie, maar hij haalde bakzeil toen de
progressieve partijen zich niet met
de voorgenomen sluiting van de kli
niek konden verenigen. Hij bekende
daarbij in dit geval „te eenzijdig ju
ridisch" te hebben gekeken. Het was
toen de aandrang van premier Den
Uyl die Van Agt tot zijn beslissing
bracht.
De abortus zou in november 1974
nog andere politieke consequenties
hebben. Mr. Anneke Goudsmit. die
het niet eens was met de voorzichti
ge houding van de fractie van D'66
inzake de abortuswetgeving, stapte
uit de Tweede Kamer omdat ze
vond dat het debat over het optre
den van Van Agt tegen de Bloemen-
hovekliniek een onbevredigend ver
loop had gehad. Enige maanden la
ter, in februari 1975, dreigde op zijn
beurt Van Agt uit het kabinet te
treden als de Tweede Kamer een
wettelijke abortusregeling zou aan
nemen die hem niet zinde.
Welnu. Van Agt is in dat kabinet
blijven zitten en doet alsnog zyn
best om legalisering van
abortus tegen te houden.
Wat gaat Van Agt doen? Slaat hij spoedig weer toe in de
Bloemenhovekliniek Zal hij de blokkade van de „rooie
vrouwen" met list, geweld of helemaal niet breken?
Aller ogen zijn sinds woensdagmiddag twee uur gericht
op de man die al enkele jaren een sleutelpositie inneemt
in de Nederlandse politiek: Andreas Anthonius Maria van
Agt, onze minister van justitie.
Als sterke pion van de KVP heeft hij in 1973 de patstel
ling tussen progressieven en christen-democraten mee hel
pen opheffen. Een zet die heeft geleid tot het kabinet-Den
Uyl met Van Agt als vice-premier. Het ligt nu in zijn
macht hetzelfde kabinet schaakmat te zetten. Abortus was,
en blijft springlading onder de samenwerking tussen pro
gressieven en christen-democraten in de regering.
Woensdagmiddag twee uur. De
Haarlemse rechter onthoudt zich
van een uitspraak over de
Bloemenhovekliniek, waar tot
ergernis van Van Agt al enkele
jaren langdurige zwangerschappen
worden afgebroken. Na ruggespraak
met zijn minister heeft de officier
van justitie, mr. J. L. Andreae op 18
mei een poging gedaan de kliniek te
sluiten. Het stuit op furieus verzet
van progressieve vrouwen onder
aanvoering van Anneke Goudsmit,
inmiddels voorzitter van het bestuur
van Bloenienhove. Ooit heeft zij de
kans gehad staatssecretaris onder
Van Agt te worden. Zij heeft
geweigerd, omdat zij botsingen
voorziet met deze minister juist over.
abortus.
Steekspel
De uitspraak van de Haarlemse
rechter maakt een voorlopig einde
aan een juridisch steekspel tussen
Van Agt en Goudsmit. Een spel dat
wordt opgevoerd, terwijl in de
kliniek het aborteren doorgaat. Noch
Goudsmit, noch Van Agt krijgt
gelijk. De rechter kaatst de bal
terug. Van Agt moet zijn justitiële
actie opnieuw beginnen of het er bij
laten zitten. Wat gaat hij doen?
„Ik vind het functioneren van de
kliniek een slechte zaak en ik blijf
speuren naar mogelijkheden daar
een eind aan te maken", zegt hij
woensdagavond. Maar hoe? De
politie erop af? Opnieuw de rechter
inschakelen?
Spoedoverleg levert vooralsnog geen
beslissingen op.
„De minister beraadt zich," laat zijn
voorlichtingsdienst weten, terwijl
Van Agt vertrekt naar Brussel voor
een internationaal tweedaags
congres.
Een moeilijkheid voor Van Agt is,
dat hij niet kan rekenen op
voldoende steun in de Tweede
Kamer. Er ligt een uitspraak van
progressieven en liberalen dat de
beslissing over wel of niet sluiten
van Bloemenhove aan de rechter
moet worden overgelaten. Een
uitspraak die Van Agt tot nu toe
aan zijn laars heeft gelapt. Tot
diepe voldoening van de
confessionelen.
Politieke schermutselingen hebben
duidelijk gemaakt, dat het kabinet
staat of valt met wat Van Agt nu
onderneemt. Zet hij door. dan kost
het hem tenminste zijn kop als
minister. Maar in het geval van
Van Agt, een van de grondleggers
van het kabinet, geldt dat een
ministercrisis onherroepelijk leidt
tot een kabinetscrisis. Een
verkiezingsstrijd met Van Agt als
beschermer van het ongeboren leven
staat Nederland dan te wachten.
Consequenties
Door
Peter Riemersma en
Jan Schinkelshoek
en hij alleen - beslist over het
optreden van de justitie. Onder
aanvoering van premier Joop den
Uyl weigert een meerderheid in het
kabinet Van Agt vrij spel te geven.
De progressieve bewindslieden
vertrouwen de roomse Van Agt niet.
Daarmee is abortus voor het kabinet
een kwestie van leven of dood.
Wat bezielt deze man?
Opgegroeid in Geldrop op het
Brabantse platteland, waar knusheid
en gezelligheid hand in hand gaan
met een zekere bekrompenheid.
Blijmoedig schikt men zich naar de
voorschriften van de Kerk. Het rijke
roomse leven viert er in Van Agts
Jonge jaren hoogtij. „Moeten
trouwen" komt alleen voor bij
„anders-denkenden".
Produkt
Of het zover komt, is niet te
voorspellen, al deinst de partijraad
van de KVP niet terug voor de
politieke consequenties. Van Agt zelf
heeft gezegd: „Het leven zelf is mij
meer waard, dan het leven van het
kabinet."
Menig politicus staat het klamme
zweet in de handen nu de meeste
andere ministers het niet eens zijn
met Van Agts opvatting, dat hij -
Van Agt: „Ik ben inderdaad het
product van mijn afkomst en
opvoeding, net als iedereen. Ik ben
in hoge mate beïnvloed door de
idealen waarin ik ben opgevoed. Dat
was de Kerk van Rome."
„Ik hoor mijzelf met liefde spreken
over de katholieke kerk zoals hij
toen in mijn leven aanwezig was. Ik
heb er dierbare herinneringen aan.
Het was heel geborgen, ja, maar
niet beklemmend, zoals ik vaak van
reformatorische mensen hoor. We
hebben het thuis noott als een last
meegetorst. Het beneden-MoerdijkgB
geloven is niet het lopen onder een
juk van verplichtingen, het is het
wandelen in de zon."
Ook nu hij 45 is, getrouwd, vader
van drie kinderen, lijkt hij nog in
deze sfeer te leven.
Najaar 1974. Van Agts eerste
optreden tegen Bloemenhove.
Menigeen veronderstelt een verband
met een anti-abortusuitspraak van
de Nederlandse bisschoppen.
Ook toen diepe emoties. Een
aangrijpend debat in de Tweede
Kamer. Anneke Goudsmit, toen nog
Kamerlid voor D'66, eist het aftreden
van de minister.
Schijnbaar onbewogen zet hij zijn
motieven uiteen. Vol afkeer over de
Bloemenhovemethoden. „Het hoofd
wordt stukgekraakt," spreekt hij. Er
gaat een huivering door 's Lands
Vergaderzaal.
Van Agt later, ter verdediging: „Ik
ben me helemaal niet te buiten
gegaan een uitvoerige beschrijving
in onnodig plastisch woordgebruik.
Maar ik heb in de soberst mogelijke
bewoordingen gezegd waaruit de
ingreep bestaat. Waarom zou ik
gehouden zijn er helemaal over te
zwijgen? Niemand betwist dat
hetgeen ik erover gezegd heb
overeenkomstig de werkelijkheid is -
dat het zo werkelijk gaat."
„Mijn verontwaardiging," zegt hij,
„richtte zich op de witmakers, de
verdoezelaars. Het was een reactie
op de versluierende voorlichting
waarmee de mensen door de
spraakmakende gemeente worden
overgoten - als zou het slechts om
„de verwijdering van
zwangerschapsweefsel" gaan, „het
weghalen van brokken slijm"...alsof
er niet echt iets van belang aan de
orde zou zijn. Ik vond dat daar eens
een ander geluid tegenover moest
worden geplaatst. Ik dacht: En nu
moet het maar eens gezegd worden."
„Het deed mij pijn om zoiets te
moeten zeggen. Ik vond en vind het
zelf gruwelijk."
Verlokkingen
Het staat wel vast, dat Van Agt er
nu niet anders over denkt.
Hij gruwt van het gemak waarmee
in steriele klinieken het ongeboren
leven in de kiem wordt gesmoord.
Het gebrek aan een zorgvuldig,
gewetensvol onderzoek voora fAan
het grof geld verdienen van de
doktoren.
„Ik ben er niet zo van overtuigd dat
doktoren zich kunnen onttrekken
aan de financiële verlokkingen.
Dertigduizend gulden per maand,
dat is aardig verdiend. Dit komt
voor in Bloemenhove. Onder het
mom van hulpverlening. Dat is mijn
emotionaliteit."
Als jong kereltje is Dries van Agt
een driftig baasje. „Bijzonder
emotioneel," zegt hij zelf. „Moeilijk
besteed. Hij blinkt uit met het
hoofd.
Op het gymnasium van de paters
Augustijnen zit hij samen met Hans
Gruijters in de klas.
Gruijters, nu ook minister, herinnert
zich: „Zondermeer een intelligente
jongen bij wie toen al systematisch
verstand bleek. Een volmaakte
leerling. Iemand die de dingen heel
precies wilde zeggen. Hij was
uitstekend in het vertalen van de
klassieken, hij deed alles goed
overigens. Op de binnenplaats van
de school vertaalden we samen
Homerus. Hij was daar briljant in."
Toekomst
In de familiekring wordt Dries een
grote toekomst toegedicht. „Dat jong
wordt een notabele in het kwadraat,"
moet opa. zelf rechter in Helmond,
eens hebben gezegd.
Maar voor de opvolging van vader
Van Agt als textielfabrikant wordt
hij niet geschikt gevonden.
„Onhandig - staat niet met z'n beide
benen op de grond - wat zweverig -
een beetje goedgelovig - nee, die
Jongen moet niet in het zakenleven
gaan, dan wordt hij zo ingelegd... zo
dacht de familie," zegt Van Agt zelf.
Na de oorlog, in 1949, gaat Dries
rechten studeren. Uiteraard aan de
katholieke universiteit in Nijmegen.
Na zijn promotie met lof zes jaar
later ligt een rimpelloze carrière als
strafrechtjurist voor hem.
Hij is pas twee jaar hoogleraar als
de KVP-coryfeeën Fons van der
Stee (nu minister van Landbouw) en
Piet Steenkamp (nu de grote
voorvechter voor
christen-democratische eenheid)
hem de politiek binnenhalen. Vaders
advies: „Dries jongen, als ik jou was
zou ik het niet doen" slaat hij in de
wind.
Van Agt wordt de geestelijke vader
van het befaamde „linkse"
KVP-progr,amma in 1970. Maar
blijkt een kind in de politiek van
alledag.
Onbezonnen
Zijn eerste onbezonnen openbare
uitlating: Het is vrijwel onmogelijk,
dat de KVP dit programma samen
met de VVD kan uitvoeren. Een
jaar later is Van Agt minister van
Justitie in het kabinet-Biesheuvel.
Een kabinet dat steunt op KVP en
VVD.
politicus zegt Van Agt
dan ook nog„Dit kabinet is niet
mijn eerste keus." Hij regeert liever
samen met de PvdA. Weinig
bevorderlijk voor de goede
verstandhouding in de ploeg van
Geen aanleg
tembaar voor de onderwijzers - geen
gemakkelijk kind. Maar de
herinnering aan driftig gedrag
houdt op bij het einde van de lagere
school; na die tijd heb ik blijkbaar
de hond in zijn hok gekregen."
Af en toe breekt het beest kennelijk
toch wel eens los. Zeker in de
discussie over abortus.
Dries van Agt is de oudste uit een
gezin van vijf. De oudste van wie
naar rooms gebruik het goede
voorbeeld wordt verwacht. Hij krijgt
ook veelal de kans om te gaan
studeren, 't Is aan Dries goed
Zwaarder dan deze opvatting wordt
hem aangerekend, dat hij op een
gezellige bijeenkomst vrijmoedig
spreekt over de mogelijkheid van
vrijlating van „de drie van Breda".
Luchthartig constateert hij dat dit
hem niet zoveel problemen opleveren
zal dan zijn voorganger Polak. „Ik
ben een Ariër, wat mijn voorganger
niet was, en een hele jonge die de
oorlog weinig bewust heeft
meegemaakt."
Solist
Een storm van protest steekt op. Hij
moet zijn uitlating in het openbaar
betreuren van minister-president
Biesheuvel.
Zegt jaren later: „Politicus zijn is
een vak dat je wel beschadigen kan.
Je verliest je onbevangenheid Ik
ben er aan begonnen als iemand die
nogal open en frank sprak over de
dingen die hem bezighielden, als
iemand die niet naliet hardop te
denken. Maar dan stoot je een paar
keer je hoofd. Je valt je een buil en
bevangenheid daalt over je neer. Je
raakt op je qui-vive. Dat vind ik
naar de mens gesproken geen winst.
Het politieke metier heb ik niet
geleerd en zal ik ook niet leren,
denk ik. omdat ik er geen aanleg
voor heb."
„Wie in het politieke metier
doorkneed is, die mist naïvitëit, die
is een schaakspeler die een stelling
opbouwt, die posities betrekt, die
lobbiet. Dat heb ik helemaal niet,
dat heb ik nog steeds niet geleerd
en het is hoogst onwaarschijnlijk,
dat ik het leren zal. Ik wil het ook
niet leren."
Het gebrek aan politiek
vakmanschap heeft Van Agt al heel
wat problemen bezorgd. Bij sommige
zaken heeft hij de onbedwingbare
neiging iets op eigen houtje te doen.
Als solist te werk te gaan. Alsof hij
een roeping te vervullen heeft, waar
anderen hem niet bij kunnen
helpen.
Het plan de drie Duitse
oorlogsmisdadigers vrij te laten in
naam van een menswaardig
strafrecht is er een voorbeeld van.
Premier Biesheuvel moet eraan te
pas komen om de beroering in het
volk tot bedaren te brengen en een
kabinetscrisis te voorkomen.
De eerste actie tegen de
Bloemenhovekliniek in oktober 1974
hoort ook in dit rijtje. Nu is het
premier Den Uyl die de minister tot
orde roept.
Het gebrek aan politiek gevoel blijkt
ook bij het plotselinge ontslag da t
de minister zijn staatssecretaris Jan
Glastra van Loon aanzegt. Maar nu
houdt hij voor het eerst de poot
stijf.
Het is mei 1975. „Ome Joop" - zoals
Van Agt premier Den Uyl enkele
keren aanduidt - zit in Paramaribo
de onafhankelijkheid van Suriname
voor te bereiden. Bij zijn terugkeer
uit „de West" moet Den Uyl
constateren, dat Glastra van Loon
niet) meer is te redden. De man
heeft het ministerie van Justitie van
binnenuit aangevallen - de
ambtelijke top belasterd. Van Agt
pikt dit niet. Hij staat op zijn
strepen en wijkt) niet.
Voorgoed verliest Van Agt het witte
voetje, dat hij aanvankelijk bij de
progressieven heeft.
Hij ontkent zelf, dat hij van links
naar rechts is opgeschoven.
..Diezelfde jongen die in het vorige
kabinet progressief was. die krijgt
dat etiket niet meer in een kabinet
als dit waar de progressiviteit aan
alle kanten uitbarst."
De minister ziet drie incidenten die
de verhouding met de progressieven
hebben verknoeid. De
Bloemenhove-zaak, het ontslag van.
Glastra van Loon en de weigering
om haast te maken met
modernisering van de
zedelijfcheidswetgeving.
Van Agt over dit laatste„Ik heb
wel iets anders te doen", dan het
liberaliseren van wansmakelijke en
ontluisterende voorstellingen."
Mag van deze roomse jongen iets
anders worden verwacht?
Mag je van een minister die
katholiek is verwachten dat hij
tegen het katholiek-zijn ingaat door
bijvoorbeeld het beperkt toelaten
van abortus-provocatus?
Van Agt: „Tja, dat is natuurlijk een
van de hamvragen. Wat moet Je
doen wanneer je als bewindsman
constateert, dat het niet mogelijk is
om in de wetgeving ten volle tot
uitdrukking te laten komen wat
volgens je eigen zedelijk oordeel
eigenlijk het enig juiste is?
Je kunt dan twee dingen doen.
Afhaken of blijven met het ideeik
wil er het beste van maken. Het is
niet mogelijk om ten volle in de
wetgeving tot uitdrukking te
brengen wat de bevolking vindt. En
don kies ik er voor ertoe bij te
dragen die wetgeving aldus in te
richten dat nog zoveel mogelijk van
dat zedelijk oordeel daarin tot
uitdrukking komt. Ik geef toe, het is
een moeilijk dilemma."
Er zijn voor hem dus duidelijk
grenzen. „Als ik in mijn wetgevend
werk mijn persoonlijke overtuiging
helemaal niet mag laten spreken,
dan ga ik weg. Als de Kamer mij
dwingt iets te doen dat ik niet kan
aanvaarden, dan moet ik gaan. Ik
heb ernstige reserves als de Kamer
van mij wil dat ik de abortus uit de
strafwet schrap."
Met deze Van Agt gaat Nederland
een spannende tiid Wpm^t