Bloot 'Laat 's zien Meesterlijke essays van Maarten 't Hart Onderhoudende en ook nog degelijke boeken over geld zijn schaars ZATERDAG 29 MEI 1976 EXTRA Wordt in Haarlem het zuiverste Nederlands gesproken? Komen er daarom veel schrijvers uit Haarlem? Is een schrijver uit Haarlem een betere schrijver dan iemand die uit een plaats komt waar geen schrijvers wo nen of waar heel erg slecht Ne derlands wordt gesproken? Het antwoord op deze drie vragen luidt ondubbelzinnig: Nee! Mensen in Haarlem praten even slordig Nederlands als mensen uit Waspik. Er komen veel schryvers uit Haarlem - komen er nog veel meer uit Amster dam. (ook relatief gezien) en au teurs uit Haarlem zijn niet beter dan auteurs uit Roozendaal. Eerder slechter. Waarschijnlijk is Godfried Bomans de meest overschatte Haarlemmer van de eeuw, en Doeschka Meijsing is een goede tweede. Want tenzij de Uitgevery Querido de drie vragen aan het begin van myn artikel met Ja beantwoordt is er geen enkele reden te verzinnen waarom een knullig boekje als Robinson is uitgegeven. Robinson is een uiterst banaal verhaaltje, opgesierd met enige echt-literaire guirlandes, dat de indruk maakt te zijn geschre ven door een maanziek medium dat net twee boeken van Vest dijk door elkaar heeft gelezen: Ivoren Wachters en De Koperen Tuin. Het komt hier op neer. Robinson is een meisje dat op een middelbare school zit, daar zeer eenzaam is, een vriend heeft (die waarschijnlijk een buitenechtelijk kind is van Phi lip Corvage, de geniale scholier uit Ivoren Wachters), een vader heeft die zeeman is en een moe der, waarmee ze het niet kan vinden. De vader, een zilte kwant, knoopt tijdens zyn ver lof een verhouding aan met een lerares, (In ieder stadje een an der schatje) waarop ook Robin sons vriend Danièl verliefd is. Daniel verraad de affaire, de le rares wordt ontslagen en Ro binson blijft zitten. Dat is al geen intrige om van achterover te vallen. Maar erger is de verre gaande oppervlakkigheid waarmee alle personen worden geschetst, de onverschilligheid die Doeschka Meijsing aan de dag legt voor de motieven van haar personen, de neiging om in understatement te schrijven, waardoor geen spanning maar bloedeloosheid ontstaat. De eruge over wie de lezer in feite iets te w eten komt is Robinson zelf. (alleen al die symbolische naam is een aanfluiting!) en dat weinige is dan ook nog slecht geschreven. De zee-motieven zijn er volkomen met de haren bijgesleept - papa had evengoed handelsreiziger of programm- meur kunnen zijn en zelfs in het beschrijven van de sfeer op een middelbare school is Meijsing niet geslaagd Johanna FYijda (de lerares) lijkt op een figuur- uit een wajangspel, Daniël be staat niet, en het geheel is een goed voorbeeld van wat iemand met een zekere culturele ach tergrond maar zonder enig ta lent vervaardigt als de drang om wit papier met inkt vol te sme ren onweerstaanbaar wordt. Het begin en het eind van het boek zijn aftreksels van de concert-scène uit De Koperen Tuin van Vestdijk, de enkele persoonsbeschrijvingen rieken eveneens sterk naar deze su perportrettist. (Bijv. de rector Toch is het boek uitgegeven! Waarom, waarom, waarom? Omdat Doeschka Meijsing uit Haarlem komt? Omdat ze een zusje is van de omgevallen boe kenkast die onder de naam JoyceenCo. opgeblazen bloem lezingen samenstelt? Omdat het boekje zo literair is? Het antwoord op al deze vragen ligt besloten in de gezamenlijke breinen van Doeschka Meijsing en de uitgeverij Em. Querido, die de verkoopprijs van dit on benullige niemandalletje heb ben bepaald op 16.90! Dat is zes tien gulden teveel: die negentig cent d ie overbly ven zijn voor de uiterlyke verzorging want de omslag is heel mooi. P M. Doeschka Meijsing: Robinson. Uitgeverij Em. Querido: 16.90. Op deze pagina bijdragen van: Han Mulder, Wim Wirtz, en Paul Marijnis Laat 's zien. McBride/Fleischhauer. Kosmos BV, Amsterdam. Prijs 24.90. Boeken over sexualiteit hebben nogal eens het verve lende kenmerk van een "leerboek": schoolmeeste rend en tegelijkertijd vol begrip voor de lezer die het allemaal zo goed nog niet weet. Maar het kan ook anders. Dat bewijst het boek "Laat 's zien" van foto graaf Will McBride en sexueel-deskundologe Helga Fleischhauer-Hardt. "Laat 's zien" is voor het over grote deel een fotoboek met voortreffelijke platen van blote volwassenen en van kinderen die in al hun naaktheid een ont dekkingsreis ondernemen door de wereld van de sex. De kin derlijke spontaniteit is daarbij uitbundig vastgelegd. Zo wordt de lezer in woord en beeld geïn formeerd over kinderen die het leuk vinden om aan eikaars piemel te zitten, kinderen die "zo'n ding" niet in hun schede willen hebben en kinderen die het heerlijk vinden om te on aneren. Op een gegeven blad zijde kijkt vervolgens een ver schrikte grootvader het boekje uit, wiens gevoelens worden vertolkt in de tekst: "ONTZET TEND, wat die kinderen van nu al mogen weten". Foto's vertellen - vooral aan kinderen - soms meer dan tekst. Met name als het gaat over sexualiteit is het waarschijnlijk dat goede platen meer spanning teweeg brengen en meer inspi reren dan woorden. In dat licht is het boek van grote informa tieve waarde. Maar dan volgt er een stukje tekst van de deskundologe Helga Fleischhauer-Hardt. Een muffig proza over beginnende relaties tussen moeder en kind, de vader die ook mee mag doen en allerlei andere sociaal- psychologische breiwerkjes waarin je als argeloze lezer al gauw verstrikt raakt. Het aar dige van het hele epistel is al leen dat het duidelijkheid schept. Je beseft namelijk ter dege datje wordt toegesproken door een deskundige en dat je zelf eigenlijk maar tot het voet volk behoort. Een alinea ter overpeinzing: "Wat kunnen ou ders het beste doen als hun kind Maarten 't Hart is een etholoog d.w.z. iemand die het gedrag van dieren bestudeert. Ethologie is een be trekkelijk jonge tak van de biologie die echter grote opgang heeft gemaakt. Want het ligt voor de hand dat een etholoog ook ménsen gaat bekijken - omdat hun gedrag in veel opzichten sterk op dat van dieren lijkt - en vervolgens óf het dier verménselijkt, óf de mens verdierlijkt. De Oostenrijker Konrad Lorens is een bekend voorbeeld: als hij agressieve ratten bestudeert vermenselijkt hij ze (hij ge bruikt termen als "moordspe- cialisten, partijhaat, e.d.) en aan het eind van hetzelfde artikel suggereert hij dat ratten en mensen eikaars evenbeeld zijn. 't Hart is niet in deze val getrapt. Eerder schreef hij een geweldig boek over ratten dat tegelijker tijd wetenschappelijk verant woord én uiterst leesbaar is: bij mijn weten heeft, behalve Vro- man, geen enkele andere Ne derlandse auteur op literaire wijze wetenschap, (of op weten schappelijke wijze literatuur) vorm gegeven. In zijn laatste boek De Kritische Afstand, zet hij deze uitste-. kende manier van schrijven voort. Hij schrijft over etholo gie, en over de mogelijkheden mensen met dieren te vergelij ken en hij doet dat op een mees- terlyke manier. Korte, essays, zonder gebluf en egotripperij (dat is zeldzaam bij essays!) waarin hij Ardrey, het feminis me, inteelt, Mozart en Emily Brönte stuk voor stuk tegen het daglicht houdt. De patiënten komen niet steeds ongeschon den uit zijn onderzoek te voor schijn. Zo schrijft hij bijvoor beeld over Ardrey (een populair schrijver over ethologie): "Een zoetwaterpoliep reageert op een overvloed aan voedsel met on geslachtelijke voortplanting. Uit de steel van de poliep groeit een knop en daaruit ontstaat een nieuwe poliep die zich na verloop van tijd van het moe- derdier kan afsplitsen. Over igens vertoont dit verschijnsel bij poliepen overeenkomst met een verschijnsel bij mensen. Ook bij mannen ontstaat na voedselovervloed knopvor- ming (in het dagelijks spraak gebruik "buikje" genoemd). Als Ardrey nog niet heeft beweerd dat uit een dergelijke knop langs ongeslachtelijke weg een nakomeling zal worden afge splitst op grond van het feit dat dat bij de zoetwaterpoliep ook zo gaat, zal hij dat in de toe komst stellig doen". Onder dit gesuikerde ontleed mes leggen ook sommige radi cale feministen het loodje: "Ra dicale feministen die onges lachtelijke voortplanting be pleiten zijn daarom voor ophef fing van het verschijnsel "mens". Het is jammer dat in hun boeken tot op heden be schouwingen over dit soort consequenties van hun ideeën ontbreken" Wat ik voortreffelijk vond is het gedeelte waarin hij het agres sieve gedrag van twee mannen schetst die ruzie maken over een aanlegplaatsje aan de Sctielpenkade (waar 't Hart tegenover woont). Hij kan hun woorden en uitroepen niet ver staan, omdat hij achter een ge sloten raam zit, maar omschrijft hun gedragingen in dezelfde termen als waarin hij het gedrag van twee ratten vervat: "balt vuist, heft linkerarm op, loopt in de richting van de ander, de arm gaat tegelijkertijd verder omhoog, het lichaam draait een kwartslag als hij nadert, loopt terug, staat stil en krabt hoofd, stampvoet.Niet al leen werkt een dergelijke ma nier van beschrijven zeer ver helderend, hij levert er ook het bewijs mee van zijn waarne mingsvermogen. Want zijn be wering dat biologen betere ethologen zijn, omdat zij jaren lang geoefend zijn in het nauw keurig waarnemen, nam ik eerst met een korreltje zout - nu ik deze passage overlees ben ik daar zo zeker nog niet van. Een heel goed boek, kortom. Samen met Kousbroek en Hil- lenius dient Maarten 't Hart te worden opgenomen in de ere- hemel der Vaderlandse essayis ten (waar het niet bepaald druk is). Bovendien ziet het er prima uit - de omslag is verzorgd door de miniaturist en vogelschilder Henk Slijper, dezelfde die an derhalfjaar geleden de bundel Betreffende Vogels van Warren zo ongelooflijk mooi heeft geïl lustreerd. Zelfs de titel is doordacht: de term "kritische afstand" bete kent in de ethologie de kleinst mogelijke afstand waarop een mens een dier kan naderen zonder te worden aangevallen. Maarten 't Hart "Daar het be grip "kritische afstand" zijn ontstaan dankt aan de omgang van de mens met het dier, zou het heel goed bruikbaar kunnen zijn in meer dan een allegori sche betekenis om de verhou ding van mens en dier en van gedrag van dieren en mensen te omschrijven. Kritische afstand bijvoorbeeld als kleinst moge lijke afstand tot het gedrag van dieren zonder welke de inter pretatie van gedrag van mensen gevaar loopt onjuist te zijn. Of omgekeerd". P.M. Maarten 't Hart De Kritische Afstand, uitgeverij De Arbei derspers. duidelyk of mistig de economie in het gewone leven ingrijpt (zoals Heertje, Tamboer en Ny- pels in hun nieuwe boek doen), maar veeleer andersom, hoe po litici, vakbondsmensen, opin ion leaders - kortom aardige mensen of die dat willen lijken - op het economisch leven inspe len. De tijd knaagt aan begrip pen en stukjes. Wie heeft het hedentendage nog over "het profijtbeginsel", D'60 of Char les de Gaulle. Ook Pen blijft niet geheel onaangedaan door die tijd, omdat de tijd nu eenmaal geen "steady state" is, als een fontein, die steeds wel andere druppeltjes geleidt, maar niet van vorm of inhoud verandert. Daarbij heeft Pen ook nog heel bewust de nek uitgestoken door royaal in het proza van oudere datum te duiken. Slechts de laatste zestig bladzijden van dit boek van 250 pagina's kwamen tot stand onder het kabinet-Den Uyl. Een betrekkelijk klein ge deelte van de heilige koeien is dus maar vaars. Misschien is dat ook maar goed: de melkplas in de EG is al groot genoeg, heb ik begrepen. Aanbevolen. H.M. In één ruk Arnold Heertje, Frans Nypels, Kees Tamboer "De verwor ding van de economie voor de arbeider, ondernemer en krui denier verklaard". Prijs 18-56 (uitgeverij) De Arbei derspers). Ik weet dat professor Heertje al zeker zes, zeven jaar rondliep met dit boek dat de bestsellers lijst gierend (zoals je bij heel erge inflatie tegenkomt) is op gestoven. Sommige critici heb ben het een merkwaardige combinatie gevonden: die twee linkse Haagse-Postredacteuren met de zorgelijke economiepro fessor uit Amsterdam, vaste klant bij de Tros. Ik geloof dat het niet zo merkwaardig is. Heertje is een heel directe, wars van gewichtdoenerij zijnde, verteller en schrijver. Hij is in staat om heel ingewiWcelde dingen, heel eenvoudig uit te leggen. Dat is een hoedanigheid die alleen is gegeven aan men sen die over een moeilijk vak alles weten. Of liever bijna alles. Vroeger konden economen zich immers nog verdekt opstellen achter een rijtje alternatieven en zeggen, politici maak de keuze maar, maar dat-en-dat gebeurt. Dat ligt wat die alter natieven betreft intussen zo gemakkelijk niet meer. Heertje en zijn levendige mede-auteurs proberen ook zeker de indruk niet te wekken. In elk geval is de diagnose glashelder, de thera pie problematisch. Ik heb dit boek op een zonnige dag in één ruk uitgelezen. De parallellen die Nypels trekt met de wiel rennerij zijn een briljante vondst en dat woord "briljant" is meer bijzonder nog dan zo op het eerste gezicht lijkt, omdat Nypels jarenlang met verbe tenheid zijn bezetenheid van het coureurswereldje van zich af heeft moeten schrijven en daar wil een verhaal of een be toog wel eens onder lijden. Hier intensiveert het subverhaal van de "Dood van een Coureur" al leen maar het hoofdverhaal over de barre kanten van de economie, waarbij de aanteke ning, dat het metier van de soigneurs met de vele rotzooi in hun tassen wel heel gedetail leerd is gebracht. Veel anabo len, cortisonen-injecties en reactivan. Maar verder geen woord Frans en niets dan lof voor deze voortreffelijke repor tage. Piet Bodemeier, Neder lands nationale modaaltje zou na lezing precies weten, waarom het toch tegen de twintig gulden kost. Het is maar te hopen dat de leeszaal in zyn gemeente het snel aanschaft. H.M. kind het voorval afgelopen". Tot-zover Helga Fleischhauer (de puntjes tussen haakjes zijn dezerzijds aangebracht). Wat valt nu op? De houding van een kind is al bij voorbaat vast gelegd. Bovendien zijn er blijk baar ook normen voor de beste reactie van de ouders. En dat is eng, omdat het een situatie schept waarin voor niet- beschreven houdingen en reac ties geen plaats lijkt te zijn. Je schrikt je als goedwillende ou der na lezing van dit boekje immers een hoedje als blijkt dat je kind helemaal niets gemerkt heeft, dat het tijdens het lief desspel gewoon de kamer bin nenkomt en z'n handjes gaat John Kenneth Galbralth: "Geld" (Elsevier) - Prijs: 24.50. Binnen een jaar ligt de Neder landse vertaling van Galbraiths nieuwe boek "Money, whence it came, where it went" in de win kel. Dat is verheugend, want begrijpelijke, onderhoudende en dan ook nog degelijke boe ken over geld zijn schaars. Bo vendien zijn ze bij de snelle ontwikkelingen in de nerveuze financiële wereld van vandaag nog zeer snel verouderd. Aan die veroudering zal Galbraith ongetwijfeld korte termijn evenmin ontkomen, juist omdat hij bij de opzet van zijn boek voor de historische lijn gekozen heeft. Daartegen over staat dat hij door zijn grote kennis van zaken aan de hand van de historische ontwikke lingen complexe kanten van het financiële systeem heldere uit leg geeft waarmee de moedige lezer van de economische pagi na's in de krant elke dag op nieuw zijn voordeel kan doen. Juist omdat veel gebruikers waarschijnlijk geregeld een be roep willen doen op de veelheid aan informatie die in de 352 pa gina's van deze paperback zijn opgeslagen, was een goed woordregister geen overbodige luxe geweest, zeker nu de aan duiding van de hoofdstukken uiterst summier is. H.M. Prof. Jan Pen .trompetspelende hoogleraar. Uitzondering Jan Pen: "Dat stomme econo- menvolk met zijn heilige koeien" (Spectrum Paperback) Prijs: 17.50. De trompetspelende hoogleraar uit Groningen Pen schrijft al ja ren speelse, aansprekende stuk jes over economie met daarbij een heel subtiel gevoel voor wat er in de mode is. Eigenlyk zijn er niet zo verschrikkelijk veel vakeconomen die weg weten met schrijven. Pen is een uit zondering en als ik Willem Fre- derik Hermans goed begrijp, neemt deze het de man nog kwalijk bovendien. In de nu verschenen bundel met de lange naam heeft Pen scherpe stukjes verzameld die de laatste tien jaren in Het Pa rool, Hollands Maandblad en Haagse Post zijn verschenen. Pens onderwerpen gaan de smalle perken van de "econo mie pur" ver te buiten. Niet voor niets heette een van zijn eerdere boeken "Het aardige van de economie" en daarmee bedoelde hy waarschijnlijk niet zozeer aan te geven, hoe ver en tijdens het liefdesspel binnen komt? De meeste ouders, hoe vrij en tolerant ook, zullen zich gestoord voelen en het vrijen staken. Het kind heeft al lang gemerkt dat ze "iets aan het doen waren" en nieuwsgie rig vraagt het: "Wat doen jul lie"?. Als ouders antwoorden: "We waren aan het vrijen omdat we elkaar erg lief vinden, is dat de beste reactie Misschien zullen ze het kind ook vragen om hen alleen te laten. Een goed voorgelicht kind zal(dan weggaan en misschien tegen een zusje of broertje zeggen: "Papa en mama zijn verliefd" of "Misschien krijgen we weer een baby". Daarmee is voor het wassen, cn dan bovendien niet goed blijkt te zijn voorgelicht omdat het maar niet weggaat en ook niet tegen een broertje zegt dat papa en mama verliefd zijn en tot overmaat van ramp tij dens de coïtus de draagbare ra dio op het nachtkastje aanzet en vervolgens met z'n auto's gaat zitten spelen? Dat is de storende tegenstelling met het fotografische deel van het boek. Dat deel laat namelijk alle ruimte, legt niet op en is bo vendien aardig om te volgen. Het tekstgedeelte had derhalve zonder enig bezwaar uit "Laat 's zien" kunnen worden weggela- W.W.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 21