Dat toontje van
superioriteit,
bevoogding en
zelfs bedreiging
Door C. j. Rotteveel
VRIJDAG 28 MEI 1976
-i—
PAGINA 23
Velen hebben mij in de afgelopen weken doen weten,
dat zij tot hun spijt mijn veertiendaagse "Meningen"
hadden gemist. Ik heb die belangstelling zeer ge
waardeerd, maarna bijna vijfjaar is er nu toch
een einde gekomen aan deze reeks van ruim 130 arti
kelen, en wel "wegens het bereiken van de pensioen
gerechtigde leeftijd". Niet weinigen zullen dat be
treuren, anderen zullen mijn aanhoudende kritiek op
het griezelig gebrek aan werkelijkheidszin met ge
noegen zien verdwijnen. Wie mij sinds de zomer van
1971 te dezer plaatse heeft gevolgd, weet dat men mij
herhaaldelijk in de "conservatieve" hoek heeft willen
drukken. Nu is het dwaas om conservatief te zijn in de
trant van de man, die - zoals een spotvogel het eens
aardig heeft gezegd - niet naar de nieuwe maan wil
kijken omdat hij het liever houdt bij de oude..Maar
niet minder dwaas is het om (ik blijf in de sfeer der
hemellichamen) kritiekloos "de opgaande zon te aan
bidden". En daartegen heb ik telkens weer gewaar
schuwd.
Gebrek aan werkelijkheids
zindat is mijn aangrij
pingspunt geweest. Mijn be
zwaren tegen "de geest der
eeuw" golden dan ook vooral
het klakkeloos hitsten tegen
"de gevestigde orde", die na
tuurlijk fouten en zelfs ern
stige fouten vertoont, maar
toch zeker recht heeft op een
eerlijke beoordeling. En
daaraan ontbreekt het maar al
te vaak, bovenal door gebrek
aan kehnis van duidelijke en
niet weg te cijferen feiten.
Vaak ook worden die onder
tafel gewerkt door het na
drukkelijk propageren van
vage idealen, die geen contact
hebben met de werkelijkheid.
Vooral dat gemis aan feiten
kennis heeft mij buitenge
woon gehinderd, waar dan
nog bij komt, dat velen voor
bij gaan aan het ervaringsfeit,
dat werkelijk goede dingen
maar langzaam groeien.
In verband met het boven
staande denk ik terug aan
twee landen: Perzië en
Zuid-Afrika. Deze serie arti
kelen begon namelijk in 1971
met een stuk, waa«n ik stel
ling nam tegen de suggestie
Vandaag verlaat een markante
persoonlijkheid de redactie van
het Leidsch /Alphens Dagblad:
C. J. Rotteveel, sinds 1954 werk
zaam voor onze krant, gaat met
pensioen.
Geboren in Den Haag, trad hij
in 1932, 21 jaar oud, in dienst
van het in die tijd zeer bekende
CH-dagblad "De Nederlander".
In de oorlogsjaren keerde hij de
journalistiek de rug toe en was
o.a. hoofd van het Bureau Re
dactie van de afd. Voorlichting
van het ministerie van Land
bouw en Visserij.
Na de oorlog werd de heer Rot
teveel redacteur buitenland bij
de Zwolsche Courant en in die
functie maakte hij reizen naar
een groot aantal landen. Naar
het Leidsch Dagblad stapte hij
over in 1954, waar hij naast chef
van buitenland redactie tevens
plaatsvervangend hoofdredac
teur werd.
Met zijn grote belezenheid, zijn
nauwkeurigheid en zijn liefde
voor een zuiver en beheerst ge
bruik van de Nederlandse taal
heeft hij de rubriek buitenland
uiterst conscentieus geredi
geerd.
De laatste jaren geniet de heer
Rotteveel vooral bekendheid
als columnist. In zijn artikelen
op de pagina "Meningen" heeft
hij steeds ronduit gezegd wat
hij van rle dingen vindt. Het be
zorgde hem zowel enthousiaste
supporters als felle bestrijders.
Beide groeperingen worden in
bijgaand afscheidsartikel voor
het laatst op hun wenken be
diend. Rotteveel stopt geheel in
stijl: met vliegend vaandel en
slaande trom.
REDACTIE
LEIDSCH ALPHENS
DAGBLAD
van een blad in het noorden
des lands, dat Prins Bernhard
maar niet naar Perzië moest
gaan om daar, in de zeer oude
rulnenstad Persepolis, een
groot feest van de Sjah bij te
wonen. Dat kón niet, uit soli
dariteit met de doodarme be
volking
Het vingertje
Afgezien van de omstandig
heid, dat men zich belachelijk
maakt door te pas en te onpas
het toornige vingertje te hef
fen tegen alles en nog wat,
waren er glasheldere feiten
waaraan bedoeld artikel on
besuisd voorbijging. Zo zal
men er, schreef ik o.m., toch
rekening mee moeten hou
den, dat er maar enkele lan
den zijn, die al eeuwenlang
een redelijk-democratisch
bestuur hebben en dat de rest
maar heel langzaam naar het
zelfde niveau groeit. We leven
nu eenmaal in een wereld vol
van "de gelijktijdigheid van
het ongelijktijdige", zoals een
geschiedenis-filosoof het
eens kernachtig heeft uitge
drukt. Hij doelde daarmee op
het naast elkaar bestaan van
volken van sterk uiteenlo
pend beschavingsniveau,een
toestand die niet in een hand
omdraai veranderd kan
worden. Ook niet in Perzië.
Maar bovendien bleek uit door
mij geciteerde pubhkaties
van Engelse en Duitse des
kundigen - die Perzië uit ei
gen waarneming door en door
kenden - dat de regering in
Teheran zich. onder de krach
tige leiding van de Sjah en ge
steund door de oliemiljarden,
zozeer inspande om de ach
terstand in te halen, dat Per-
zie al niet meer tot de "ont
wikkelingslanden" gerekend
kon worden.
De geschiedenis van de laatste
jaren heeft mij volkomen ge
lijk gegeven. Maar ja, het was
natuurlijk een kolfje naar de
hand van anti-monarchisten
om eens fors tegen de Sjah uit
te halen en hem af te schilde
ren als een uitbuiter, die, ter
wijl zijn volk zogenaamd in
bittere armoede leefde, zich
niet met ontzag met dure
vriendjes honderd (later
bleek: zestig) miljoen gulden
kapot te maken. Gemaks
halve werd vergeten, dat hel
hier ging om een groot
scheepse poging het Perzi
sche toerisme in de belang
stelling van de gehele wereld
te plaatsen. En tegen die ach
tergrond was zestig miljoen
een spierinkje om een vette
kabeljauw te vangen.
Lekker ver weg
Conclusie: kritiek is goed, maar
men moet er dan wel voor
zorgen zijn weetje te weten.
Hetzelfde geldt voor Zuid-
Afrika, dat ik herhaaldelijk in
bescherming heb genomen,
niet omdat dit land door hei
ligen wordt bewoond, maar
omdat het, net als Perzie,
recht heeft op een eerlijke
beoordeling. Zo rekende ik
eens uit, dat als wij hier ver
houdingsgewijs (vier op één)
voor dezelfde taak zouden
staan als de vier miljoen
blanken ginds, veertien mil
joen Nederlanders de zorg
zouden hebben voorzo'n zes
tig miljoen geklcurden die
nauwelijks aan het noma
denbestaan zijn ontgroeid. En
dat dan bovendien op een ge
bied van de Noordkaap tot
Athene en van Berlijn tot Gi
braltar, dus over geheel
noord-, west-, zuid- en
zuidoost-Europa.
Welnu, als men er even bij stil
wil staan, dat er zich hier te
lande al moeilijkheden heb
ben voorgedaan met minder
heden van in totaal zo'n paar
honderdduizend, dan mist
Nederland elk recht de staf te
breken over een land, waar
enkele miljoenen blanken te
maken hebben met tussen de
vijftien en twintig miljOen
gekleurden, terwijl daar dan
ook nog in hoge mate reke
ning moet worden gehouden
met "de gelijktijdigheid van
het ongelijktijdige", d.w.z.
met verschillend ontwikke
lingsniveau. En dan laat ik
ir JACQUES PERK: "De ware vrijheid, luistert naar de wetten"
nog maar buiten beschou
wing dat wij, Nederlanders,
met onze "ontwikkelings
hulp" lekker ver weg zitten
van degenen aan wie wij onze
hulp doen toekomen, maar
dat blank Zuid-Afrika dag in
dag uit geconfronteerd wordt
met de aanwezigheid van zijn
gekleurde bevolking. In dit
verband haalde ik eens het
verhaal aan van de dominee,
die een ruziënd echtpaar
voorhield, dat de hond en de
kat zo vredig naast elkaar la
gen te soezen. Waarop de
echtgenoot zei: "Alles goed
en wel, dominee, maar bind ze
nu eens aan elkaar
Helaas, deze en dergelijke
eenvoudige waarheden, ont
leend aan de dagelijkse
kelijkheid, worden svstema
tisch vergeten, waardoo:
grove beoordelingsfouten
ontstaan. Zo heb ik eens op
het punt gestaan een van mijn
opponenten voor te houden
dat ik, als ik zij n kritiek op een
van mijn artikelen over
Zuid-Afrika van cijfers had
moeten voorzien, voor lezen
een vier, voor rekenen een
drie, voor geschiedenis «en
twee en voor aardrijkskunde
een één had moeten geven.
Aangezien het hier een man
van niet geringe bekendheid
betrof, heb ik dat toen voor
me gehouden Maar het is wel
tekenend voor het ontstel
lend gebrek aan feitenkennis.
Naast dat ontbreken van fei
tenkennis is er de vreemde
ziekte van het meten met
twee maten. Geen wonder,
dat een uit de Sowjet-Unie
gevluchte dissident als Solz-
jenitsin met stomme verba
zing toeziet hoe het Westen
zich door het Kremlin laat in
pakken. Men kan zonder
overdrijving zeggen, dat de
Westelijke wereld dezelfde
gevaarlijke fout maakt als
voor de Tweede Wereldoor
log. Ook toen ging zij, naïef en
onnozel, ervan uit dat de "an
dere partij" (dus nazi-
Duitsland) zich "aan de regels
zou houden". Maar Berlijn-
toen en Moskou-nu-waren en
zijn helemaal niet van plan
zich aan de regels van het de
mocratische Westen te hou
den. Het ging en gaat hun om
brute wereldmacht, geca
moufleerd door fraaie woor
den over vrijheid en zelfstan
digheid, vooruitgang en ont
wikkeling, waarachter zowel
toen als nu een keihard jagen
naar wereldhegemonie ver
borgen gaat. Alleen een goede
defensie kan daaraan paal en
perk stellen. Maar sommigen
willen niet kiezen tussen geen
legér of een goed leger en
gaan zich te buiten aan on
dermijnende activiteit.
Eerst zelf doen
Een ander punt, dat ik herhaal
delijk ter sprake heb ge
bracht, was de onbezonnen
kritiek op de onderneming en
het z.g. kapitalisme. Het
droevige is ook hier, dat men
radicaal wil veranderen zon
der met de harde feiten aan te
tonen, dat er een bevredigend
alternatief is. En terecht heeft
prof. mr. N. E. H. van Esveld,
hoogleraar in het arbeids
recht in Leiden, al in maart
1972 bepleit, dat "vakbonden,
sociologen en serieuze critici
van de westerse onderneming
nu eens bedrijven zouden op
zetten naar eigen inzicht, ka
pitaal aantrekken op eigen
voorwaarden, medewerkers
aanstellen op basis van zeg
genschap van onderaf'. "Kri
tiek op de onderneming, die
niet uitmondt in een derge
lijke poging tot zelfdoen,
blijft ongeloofwaardig", al
dus prof. Van Esveld.
Maar helaas, de critici van het
"kapitalisme" hebben nooit
de moed kunnen opbrengen
op deze uitdaging in te gaan.
De gevolgen zijn duidelijk:
ondermijning van de onder
neming, gebrek aan middelen
voor verdere investering of,
erger nog, het scheppen van
een zodanig klimaat, dat on
dernemingen naar elders ver
trekken waar wèl rekening
wordt gehouden met die in
het menselijk wezen inge
bakken karaktertrek zich al
leen dan tot het uiterste in te
spannen als de materiële re
sultaten daaraan gelijkwaar
dig zijn. Want de meeste kri
tiek in deze sector weigert te
rekenen met het feit, dat de
mens "zichzelf liefheeft". Dat
werd ook door Jezus erkend
toen hij de tien geboden van
Mozes samenvatte in "de
hoofdsom der wi
het tweede gebod luidt: gij
zult uw naaste liefheb
benals uzelf. Hier dus
geen ver bod aan de mens
zichzelf lief te hebben, maar
wel het g e bod de naaste lief
te hebben als zichzelf.
Velen hebben de klok over
naastenliefde horen luiden,
maar weten niet waar de kle
pel hangt. Men daast maar
door over uitbuiting zonder te
beseffen, dat het "kapitalis
me" hier te lande en in de om
ringende Westerse staten zo
danig aan banden is gelegd,
dat het niet meer gaat om het
afremmen van de excessen,
maar om het instandhouden
van de prikkel, die creatieve
elementen in onze samenle
ving aanspoort tot wat "on
dernemen" pleegt te worden
genoemd. De hemel beware
dit land, zo schreef ik in 1972
naar aanleiding van een on
bekookte opmerking van een
onzer ministers, "voor opvat
tingen die neerkomen op be
loning van nietsnutten, op
ondermijning van de Neder
landse werkkracht, op het
wegjagen van figuren, die het
Nederlandse volk in- staat
stellen met z'n dertien mil
joen op een belachelijk klein
stukje deltagebied te blijven
Eenheidsworst
Maar de geest van "gelijKstrij-
ken", van "eenheidsworst" en
"eenpansmaaltijd", zoals ik
het meermalen heb omschre
ven, raast nog steeds door de
Lage Landen. De feiten zijn
anders duidelijk genoeg. De
stakkers, die naar de
Sowjet-Unie kijken als een
oord met ideale levensom
standigheden, dienen einde
lijk eens het boek van de
Zwitserse journalist Roger
Bernheim ter hand te nemen.
Bernheim, die van 1967 tot
1970 correspondent in Mos
kou was van de voortreffe
lijke "Neue Zürcher Zei-
tung", heeft in die periode uit
Sowjetrussische boeken en
allerlei bladen de gegevens
geput voor zijn geschrift "Die
sozialistischen Errungen-
schaften der Sowjet-Union".
Het gaat dus niet om losse
beweringen, maar om kei
harde feiten, uitsluitend uit
Sowjetrussische bron.
Een van zijn onthullingen is, dat
de particuliere landbouw in
de Sowjet-Unie die slechts
twéé procent van de totale
landbouwgrond omvat niet
minder van 62 pet. van alle
daar geoogste aardappelen
levert, 41 pet. van de groen
ten, 62 pet. van de eieren, 38
pet. van de melk en 38 pet. van
het vlees. Deze gegevens zijn
ontleend aan "Narodnoie
Chosjaistwo SSSR" (De
volkshuishouding in de Sow
jet-Unie), uitgave 1968, bladz.
321. Ze zouden tot in het on
eindige kunnen worden ver
meerderd. Conclusie: alleen
(begrensd) eigenbelang
schept grote prestaties. Het
wordt de hoogste tijd, dat de
genen wier enige doel lijkt te
zijn gelegen in het afromen
van de resultaten van ande
ren, dit eindelijk eens gaan
begrijpen. Lees Bernheim!
Zo zou ik kunnen doorgaan met
het citeren uit mijn artikelen,
zoals over het "afschuiven"
(leuze van een slappe tijd);
over het veelgeprezen "arbei
derszelfbestuur" in Joego
slavië met zijn droevige re
sultaten; over de "sluipmoord
op de spelling" en de grote
verdiensten van de Ant
werpse burgemeester dr.
Lode Craeybeckx als gehar
nast strijder tegen de "ver
eenvoudiging" (nivellering
naar beneden!); over het
trieste taalbederf onder het
motto van "levende taal"
waarbij het in werkelijkheid
al weer gaat om gebrek aan
kennis: over de "koppelver
koop op kansels en kathe
ders", waarbij zozeer de spot
wordt gedreven met weten
schappelijke vrijheid, dat de
gehate bevoogding via de
achterdeur weer binnen
komt.
Ja, die roep om vrijheid heeft
ons in de afgelopen jaren ge
weldig parten gespeeld. Nu
wist de jong gestorven dich
ter Jacques Perk (1859-1881)
al, dat "de ware vrijheid luis
tert naar de wetten", maar-zo
ver zijn velen nog lang niet.
Het ritselt in dit land van de
drammers, die a. niet eens we
ten waarover ze spreken om
dat ze weigeren kennis te ne
men van de werkelijkheid
van hun "idealen", b. te lam
lendig zijn die idealen eerst
eens te toetsen, door even
tueel tijdelijk in hun "land
van beloften" rond te kijken,
c. soms geestelijk zo verziekt
zijn, dat ze door terreur hun
overspannen denkbeelden
pogen door te drukken
Opgeblazenheid
En zo kon het gebeuren, dat Jos
van Eynde, een van de twee
voorzitters van de Belgische
socialistische partij, zich in
november 1973 keerde tegen
de "Hollandse toon van supe
rioriteit, bevoogding en
vooral bedreiging". Dat on
verdraaglijke toontje van op
geblazenheid, van wij-
weten-het-beter-d an-iedereen
en ook de daarmee gepaard
gaande geestelijke en zelfs fy
sieke terreur is nu juist wat
mij steeds heeft dwars geze
ten.
Die wijsneuzigheid ten aanzien
van volken, die voor moei
lijkheden staan waarvan men
hier te lande geen flauw benul
heeft, die aanmatigende
"zendingsdrift" vanuit een
land waar het aan alle kanten
rammelt, en bovenal dat in
het oog lopend gebrek aan
kennis van de meest elemen
taire zaken heeft mij meerma
len geprikkeld tot verzet
tegen "superioriteit, bevoog
ding en bedreiging", om de
rake woorden van de Belgi
sche socialist nog eens te ge
bruiken.
De sfeer in dit land is de laatste
tien, vijftien jaar bedorven
door wat ik het "nieuwe esta
blishment" zou willen noe
men. Een groot aantal wind
makers heeft zich in die pe
riode op luidruchtige toon
gekeerd tegen wat in het ver
leden tot stand werd ge
bracht. Akkoord! Ja zeker,
akkoord, mits men dan, op
basis van de werkelijkheid,
maar héél duidelijk maakt
hoe het beter kan. Dan is er
keuze, dan is er, om een mo
dewoord te gebruiken, een al
ternatief. Maar het uiterst
hinderlijke is, dat er in die ja
ren, en nu nog steeds, lieden
in dit land hebben rondgelo
pen die zichzelf als "gidsen
voor de mensheid" beschou
wen zonder duidelijk te kun
nen maken waarom men hun
denkbeelden de voorkeur zou
moeten geven.
En natuurlijk nemen zij geen
genoegen met invloed, maar
streven naar macht. Want in
vloed is de kracht die als van
zelf van binnenuit komt,
macht is opgelegde autoriteit
zonder inhoud. Geen wonder,
dat de "vertrossing" (en niet
alleen op radio en t.v.) snel om
zich heen grijpt. Want ver
trossing is de vlucht uit een
wereld, waarin niet de gedis
ciplineerde werker met de
lange adem de toon aangeeft,
maar de kortademige, op
macht beluste blaaskaak, die
door eindeloos gepraat en
manipulatie een "nieuwe or
de" wil vestigen.
Confectie-denkers
Het ergste is, dat men zijn
weetje niet weet en maar wat
kraait zonder werkelijke
kennis van zaken. Gelukkig
heeft mijn verzet tegen de
"gelijkstrijkers", de
"confectie-denkers" en de
"cliché-maniakken" mij
meermalen sympathie opge
leverd van hen, die oog heb
ben voor de werkelijkheid,
voor geschiedenis, voor pluri
formiteit, voor het eigen pa
troon, en die zich kritisch op
stellen tegenover wat semi-,
quasi- en "weekblad
intellectuelen" aan hun land
genoten trachten op te drin
gen.
Ik kan dit slotartikel dan ook
niet beter besluiten dan door
op te wekken tot verzet tegen
de neo-paternalisten, die het
juk van de "bevoogding"
hebben afgeworpen om zich
vervolgens haastig op te wer
pen als nieuwe feodalen, die
luide roepen om "gelijkheid"
en "rechtvaardigheid", maar
er wel voor zorgen dat zij niets
te kort komen in deze "ver
foeide consumptiemaat
schappij". Het zijn de profe
ten van eigen makelij, die wel
om "mondigheid" roepen,
maar schrikken als anderen
dan zijzelf ook van die mon
digheid gebruik maken. Het
zijn de voorstanders van ver
waande opzettelijkheid, die
de maatschappij met hun
eenzijdigheden indoctrineren
en koekoeksmethoden ge
bruiken om in bestaande or
ganisaties hun totaal afwij
kende denkbeelden te venti
leren. Het zijn de HDM'ers, de
huichelaars van de dubbele
maatstaf, die zich opwinden
over al of niet bestaande mis
standen op een bepaalde plek
van onze aardbol, maar cy
nisch voorbijgaan aan het feit,
dat er op tientallen andere
plaatsen precies hetzelfde
gebeurt en vaak in een mate,
die aanleiding zou moeten
geven tot veel ernstiger pro
testen. Het zijn de lieden, die
niets liever doen dan straf
uitdelen aan hen die sparen,
aan hen die studeren, aan hen
die werken, aan hen die vaak
met grote offers een bijdrage
leveren tot de ontwikkeling
Blijf kritisch ten opzichte van al
die nieuwlichters. Wat hun
het meeste ontbreekt is ken
nis van de allereenvoudigste
feiten. Want in hun driftige
"vernieuwingsdrang" nemen
zij een loopje met de werke
lijkheid.