Boeiende serie onbekende jazz Country Gazette en Steely Dan SANDRA SOLO: STEEN GOED "Academy": bedreven, maar voorzichtig Nieuwe van Lenny Kuhr niet alleen hosanna "Heartburn" van Coyne: bewijs van echte kunnen Eerste elpee van Limousine valt tegen EXTRA Het is al zo'n vijftien jaar gele den dat ik Sandra Reemers stem voor het eerst hoorde. Sandra was toen niet meer dan een brillend tienertje, met een hoog en zwak stem metje. Ze kwam nogal eens in het Veronica-programma van Suhandi om te zingen over een balonnetje of ander kinderspeelgoed. Ze ver dween daarna enige tijd uit het gezichtsveld, om daarin weer terug te keren als de vrouwelijke helft van het duo Sandra en Andrès. Haar stem bleek toen al veel aan rijp heid te hebben gewonnen, maar het enthousiasme moest het nog altijd doen bo ven de zeggingskracht. Solo Mei vorig jaar treden Sandra en Andres voor de laatste maal samen op. Andres zocht en vond een nieuwe vrouwe lijke partner en Sandra be reidde zich voor op een solo carrière. "Love me honeyV was de eerste single van Sandra Reemer alleen en fe bruari gevolgd door "The party is over" waarmee ze de Nederlandse finale van het songfestival won en die bij het Eurovisie-songfestival goed bleek voor een negende plaats. Die plaats zal onge twijfeld voldoende zijn voor een reeks optredens in het buitenland. Maar wat die internationale roem nog veel meer kan ver- Sandra: "zangeres i nternationale allure." sterken is haar eerste solo elpee "Trust in me". Een plaat, waarop een Sandra Reemer is te horen als een zangeres van internationale allure die zich kan meten met grote namen uit de wereld van de populaire muziek. Een werkelijk uitzonderlijk goede schijf voor- Neder landse begrippen, die veel meer aandacht verdient dan ze tot nu toe heeft gekre gen. De plaat bevat namelijk een aantal ballad-achtige composities, die op papier gezet schijnen te zijn voor de nu volgroeide engerijptestem van Sandra Reemer. Bij voorbeeld het zeer fraaie "Old fashioned love van Johnson en Mack en de min stens even goede titelsong "Trust in me" van de broer tjes Bolland. Hans van He- mert, die tekende voor de produktie van de elpee, droeg ook zijn steentje bij met composities als Love me honey en mrs. Lonely en het inmiddels overbekende "The party is over". Eén van de beste nummers van de elpee is "No foolin around" van Martha Pendel- ton. Verder staat op de nlaat een uitstekende vertolking van de inmiddels tot ever green geworden "Killing me softly with his song". Sa menvattend oordeel over de eerste Sandra-solo: steen goed. B. v. L. Trust in me - Sandra Reemer - Philips Achteraf bekeken was de pop groep Limousine niet zo geluk kig met haar eerste single en doorbraak Seventy Five. De schijf voldeed in eerste instan tie wel aan het doel, bekend heid, maar verschafte het pu bliek ook een verkeerde indruk van de muziek van deze succes rijke Nederlandse groep. Met de twee volgende singles Daddy Grandpa, en vooral het huidige succes Don 't let love bring you down werd dat immago van teeny bopperband wel wegge nomen. Maar op de nu versche nen debuutelelpee is het num mer zorgvuldig vermeden. Er wordt dus alles aan gedaan om van het etiket "singlegroep" af te komen. Bij de groep be staat blijkbaar het gevoel dat de muziek van een behoorlijk ni veau is. Dat is op deze elpee niet te horen. Daar zijn twee duide lijk redenen voor aan te wijzen. Allereerst zijn de teksten van matig tot slecht. Op zich niet zo verschrikkelijk, Nederlandse groepen hebben zich op dat punt nooit kunnen onderschei den, maar het feit dat de teksten op de hoes zijn afgedrukt wekt de indruk dat Limousine iets te zeggen heeft. Dat is niet zo. Ten tweede kan de groep op dit album nog geen eigen gezicht tonen. Een uitgesproken mu ziekrichting is niet te ontdek ken. Sterker, bü een paar nummers ontdek je aai ze geënt zijn op gerenommeerde groe pen als byv. The Who. Terwijl het nummer Why zo op de mu ziek van Stevie Wonder lijkt, datje wel van plagiaat zou kun nen spreken. Nee, Limousine heeft deze kans om zich als waardevolle elpeegroep te pre senteren duidelijk gemist. Met de ervaring en het muzikale kunnen die in de groep aanwe zig zijn, moet Limousine in staat zyn een beter, althans een wat meer uitgebalanceerde el pee te maken. B.J. 'n Dag als vandaag - Lenny Kuhr - Philips Eerlijk gezegd zit ik een beetje in mijn maag met de beoorde ling van de nieuwe elpee van Lenny Kuhr. De plaat heeft on tegenzeggelijk een aantal zeer sterke kanten, maar er staan he laas ook een aantal zwakke pun ten tegenover. De balans slaat voor my nog wel naar de posi tieve kant door, maar het feit dat ik toch graag bly f terugden ken aan Lenny's elpee "God laat ons vrij", duidt erop dat het ditmaal niet uitsluitend ho sanna is. Rondom zangeres Lenny Kuhr blijkt overigens in vergelijking met voorgaande elpees wel iets veranderd te zijn. De plaats van arrangeur- orkestleider Piet Souer is nu in genomen door Chris Pilgram, en ook Gerrit den Braber te kende niet meer voor de pro duktie. Twee nummers op de elpee "n Dag als vandaag" stellen mij duidelyk teleur. Dat zijn "Voor een ogenblik" en '"t Went wel". In beide gevallen zitten er pas sages in waarbij het in de ho gere regionen niet allemaal even puntgaaf klinkt. De dua liteit in mij wordt veroorzaakt door het feit dat op diezelfde el pee een aantal uitstekende ver tolkingen staan van composi ties van het duo Chrispijn- Pilgram. Want de Nederlandse chansons als "Missen", '"n Dag als vandaag" en "Allemaal schijn" zijn juweeltjes van zangkunst. Ook de door spinet- en vioolklanken begeleide "Klevende liefde" komt goed uit de verf. Het wat omfloerste stemgeluid komt echter het best tot uiting in een typisch Lenny Kuhr-liedje getiteld "Sterren". Verder staan op de plaat nog een drietal vertalin gen: Julien Clercs "Des mots d'ailleurs" werd "Landschap van vroeger", "Somewhere be tween heaven and Woolwerth" werd "Ijsvogels" en "Lover's cross" werd in de vertaling "Doodgewoon". B. v. L. De eerste elpee van de Ameri kaanse groep Steely Dan sloeg als een bom in. "Can't buy a thrill" was een plaat van ongekend hoog niveau en de naam super formatie werd dan ook van stof ontdaan en opgespeld. De vol gende drie langspelers van de groep bleven goed tot zelfs zeer goed, maar dat hele specifieke, swingende geluid was toch maar in een enkel nummer te horen. En nu is zojuist de vijfde elpee verschenen: Royal Scam. De verwachtingen waren niet al te hoog gespannen. Nadat Jeff Baxter al naar de Doobie Bro thers was overgestapt, was Mike McDonald hem na de éen na laatste elpee "Katy Lied" gevolgd en de lasten waren nu helemaal op pianist en orga nist Donald Fagen en op hassist en gitarist Walter Becker ko men te rusten. Maar zie. deze vijde elpee overtreft zelfs "Can 't buy a thrill". Royal Scam is een meer dan voor treffelijke plaat geworden met stuk voor stuk razend knappe en verschrikkelijk swingende nummers. Stelly Dan klinkt eindelijk weer zoals Steely Dan De heren Fagen en Becker heb ben er goed aan gedaan wat meer koperwerk in hun muziek te doen. Daardoor is de sound wat Chicago-achtig geworden en krijgt daardoor in samen werking met het drum- en bas- werk iets stampends, waarbo ven de stem van Donr.jj Fagen kan floreren. Tweede bijzonderheid is het ontbreken van een echte ballad op Royal Scam. Vaak krijgen dat soort voortdurend in hoge versnelling gespeelde platen iets saais, maar op Royal Scam is dat geen moment het geval. Dat vooral maakt het zo knap. De plaat blijft afwisselend, ver rassend en boeiend. Een vijfsterren-elpee, die de lief hebber niet mag mislopen. B. J. Steely Dan - The Royal Scam - ABC Records Tegelijkertijd zijn er van de groep Country Gazette twee nieuwe albums op de markt verschenen Eén van de groep in haar geheel en eén van een lid daarvan, namelijk de banjo bespeler Alan Munde, bijge staan door de overige leden van Country Gazette. De enige overeenkomst tussen beide LP's, afgezien van de "country-style" dan is dat de titels een opmerkelijke gelijke nis vertonen. Het dagelijks voedsel lijkt de heren nogal te inspireren. Maar blijkt "Out to lunch" van Country Gazette een byzonder licht verteerbaar ge heel, "Banjo Sandwich" van Alan Munde daarentegen ligt wel erg zwaar op de maag. Country Gazette, voortgevloeid uit de inmiddels legendarisch Flying Burrito Brothers, maakt nog immer pretentieloze, pret tig in het gehoor liggende country-muziek. Ze spelen het al jaren, voegen nauwelijks nieuwe elementen aan hun mu ziek toe, maar kunnen, wat mij betreft, nog jaren zo doorgaan. Munde daarentegen heeft zich zelf als "banjo-boy" nogal over schat. Vormt zijn inbreng voor Country Gazette een niet te missen onderdeel om een per fect geheel te bereiken, zijn in strument leent zich nu niet be paald voor langdurige soli zon der dat de luisteraar snel ver- Het Franse merk "Musidisc" heeft opnieuw een flinke reeks van voornamelijk onbekende jazz- opnamen op de plaat gezet, waardoor de serie "Jazz Anthology" het aantal van honderd platen inmiddels ruimschoots is gepasseerd. In zeker opzicht is de serie boeiend te noemen. Dat komt waarschijnlijk doordat er in elke uitbreiding wel weer een aantal opnamen zitten die nooit eerder werden uitgebracht. Aan de andere kant wordt daar soms zozeer de aandacht op gevestigd dat de geluidskwaliteit nogal eens wordt verwaarloosd. Eén van de oudste opnamen is te beluisteren op de plaat 'Chick Webb and his orchestra, 1936, featuring Ella Fitzgerald". Drummer en orkestleider Chick Webb, een gevierd musi cus in de jaren dertig, was mede door zijn muzikale verbintenis met Fitzgerald met name ge liefd bij de toenmalige neger bevolking in de V.S. en werd daar gezien als een krachtig ri vaal van blanke bandleiders als Benny Goodman en Glen Mil ler. Op deze plaat begeleidt het orkest van de zeer jong gestor ven Webb (32) het toen nog ui terst prankelende stemgeluid van Fitzgerald, wat een voor treffelijke combinatie oplevert. veeld raakt. Tenzij je een meer dan doorgewinterde "country- freak" bent is het praktisch onmogelijk om bij Banjo Sandwich wakker te blijven. Eentonig en vervelend. A.V.K. Country Gazette - Out to lunch - Ariola, Alan Munde - Banjo Sandwich - Ariola Een uitstekende kracht in de popmuziek ging solo. Na het ontbinden van Humble Pie, vo rig jaar, ging gitarist/zanger Steve Marriott alleen op pad. Het resultaat hiervan werd een langspeler verdeeld in een En gelse kant (met Britse musici) en een Amerikaanse zijde (met overigens hetzelfde hete stem geluid van het dameskoor op kant één). Steve 'Marriott heeft van zijn solo-debuut aardig wat werk gemaakt: prima composi tiekeuze, vaak uitstekend uit gesponnen gitaarspel en zowel ingehouden als zeer naar de soul en funk neigende werk stukken. Marriott heeft een zeer aantrek kelijk stemgeluid, een bijkom stigheid die van maar weinig gi taristen kan worden gezegd. "Marriott" belooft veel voor de toekomst. Hopelijk een nog meer bluesy opererende Steve Marriott, omdat hij. in die rich ting werkend uitstekend te ver teren is. Steve Marriott: "Marriott" A. en M Records Een maand geleden was Kevin Coyne met zijn groep in Nederland en ter gelegenheid daarvan bracht zijn platenmaatschappij een zogenaamde "promotion-LP" op de markt, onder de titel "Let's have a party". Een uitstekend album waar Coyne zelf echter niet zo bijster tevreden mee was. Tijdens die toernee bijvoorbeeld trad hij op voor de Nederlandse TV en toen was hij niet van plan om een nummer van die LP te zingen. In pjaats daarvan bracht hij "Loco- motion", de openingssong van de op stapel staande LP "Heart- bum", het aan zijn fans beloofde "Bewijs van echte kunnen". Het nieuwe produkt van deze introverte Engelsman, met zijn rauwe stemgeluid en uitstekende begeleidingsgroep, zit weer perfect in elkaar. Covne, hij bewees het al eerder, laat zich niet gemakkelijk in een bepaald vakje stoppen. Hij is een gevoelsmens Blues en rock voeren de bovehtoon, maar vergelijkingen maken is welhaast on mogelijk. Kevin Coyne is zichzelf; een klasse apart Het is dan ook onbegrijpelijk, dat deze jongen zo weinig waardering ondervindt. Binnen de perken blijvend van al eerder genoemde muziek-stijlen is Coyne een "performer" van een opmerkelijk origine. Coyne is Coyne; Coyne is goed. AVK. Kevin Coyne - Heartburn, Virgin Records. i Coyne rauw stemgeluid Enkele nummers met de zange res zijn "Shine", "Dark town strutter's ball" en "You hit the spot". Count Basie "The immortal Lester Young, featuring Count Basie, 1944-1949" is de titel van een plaat met tenorist Lester Young, in enkele composities begeleid door de pianist Count Basie. Dat is niet bepaald een schokkende belevenis, aange zien Young zowel als Basie als solisten altijd tamelijk beperkt zijn geweest. Dat neemt overi gens niet weg dat er toch een aanvaardbare combinatie uit te voorschijn kan komen, zoals op deze plaat in het nummer "Back home in Indiana". De meeste werkjes op "The immortal Les ter Young" speelt de saxofonist met een sextet van een wisse- lenae samenstelling. Ofschoon Louis Armstrong mij als trompettist nooit zo heeft kunnen bekoren, heeft hij op de plaat "Louis Armstrong in Philadelphia, 1949" toch een uitstekende rol. Dat komt onte genzeggelijk door de bezetting waarin hij speelt: trombonist Jack Teagarden, klarinettist Barney Bigard, pianist Earl Hi- nes, bassist Arvell Shaw, drummer Cozy Cole en zange res Velma Middleton. Met name de eerste twee musici dringen Armstrong hier in een enigszins Chicago-jazz-achtige positie, wat voor een trompettist wezen lijk verschilt van de New Or leans stijl, die Armstrong im mer volgde. De plaat, die de trompettist van een geheel an dere kant laat horen, bevat be kende composities als "King Porter Stomp", "Milanberg Joys" "Miss New Orleans" en "Royal Garden Blues". "Dizzy Gillespie the champ, 1951-1952" is de titel van een zeer aantrekkelijke plaat, om dat er verschillende formaties op staan van musici met wie de trompettist in de jaren veertig vorm gaf aan de zg. be-bop. Ten onrechte wordt Gillespie vaak omschreven als de geestelijke vader van de bop (want dat was Charlie Parker), maar hij heeft er wel èen groot aandeel in ge had. En met hem John Coltrane (zij het later) en drummer Art Blakey (idem), die eveneens op deze plaat te beluisteren zijn. Overige prominenten die hier te horen zijn, zijn gitarist Kenny Burrell, vibrafonist Milt Jack son (bekend van het Modern Jazz Quartet), bassist Percy Heath (idem), trombonist J. J. Johnson en pianist Wynton Kel- ly« Dat Gillespie in het begin van de jaren vijftig al begon te experimenteren met speelse ef fecten in zijn be-bop jazz, is op deze plaat goed te horen in het nummer "Caravan", waar hij, evenals trouwens in "Time on my hands", een belangrijke rol heeft toebedeeld aan de violist Stuff Smith. Dixielandliefhebbers zullen ongetwijfeld hun geluk niet op kunnen met de plaat "Sammy Price in Europe, 1955". Price etaleert hier uitgebreid al zijn talenten op het gebied van de boogie-woogie, blues en New Orleans. Het laatste doet de pianist in een sextet met trom pet, klarinet, trombone, bas en drums en dat swingt - zoals dat heet - de pan uit. Art Blakey Van een serieuzer gehalte is de plaat "Art Blakey's Jazz Messengere New York, 1957". De altijd zeer geladen drummer Blakey speelt hier weliswaar niet met zijn bekendste Jazz Messengere (geen Wayne Shor ter, Benny Golson, Lee Morgan of Bobby Timmons) maar dat doet weinig af aan de kwaliteit. Afgezien van de enkele schoonheidsfouten en de soms wat slordig uitgevoerde the ma's, zijn de soli in het alge meen uitstekend. Met name trompettist Bill Hardman blijkt hier en daar goed vergelijkbaar met een Lee Morgan en Donald Byrd en dat zegt eigenlijk wel genoeg De zes composities op deze plaat zijn overigens alle van de grote meester zelve. W.W. Waarschijnlijk is de Academy of St. Martin-in-the-Fields het meest populaire buitenlandse ensemble bij het Nederlandse muziekpubliek. Dat hebben ze natuurlijk enigszins aan Philips te danken die dit Londense ka merorkest altijd onder de meest behaaglijke publiciteitshoogte- zon heeft vertroeteld, maar het komt toch in de eerste plaats door de enthousiaste mannen en vrouwen van dirigent Ne ville Marriner zelf. Veelzijdig De afgelopen weken heeft de Academy weer eens ons land bereisd en de weerslag vindt platenproduk- ties. Daarbij wordt nog weer eens een keertje onderstreept dat het hier om een langzamer hand zeer veelzijdig ensemble gaat. Dat brengt wel meteen de beperking van de Academy met zich mee, want weliswaar reikt het repertoire langzamerhand van de vroege Barok tot het he dendaagse werk, maar alle stukken hebben gemeen dat ze ofwel erg blij of erg koel- afstandelyk zijn. Zelden heeft Marriner het in de diepdel- vende emoties gezocht. Op éen nieuwe plaat met Beethoven- muziek kiest het ensemble niet toevallig de vierde symfonie. Daarvoor zijn praktische rede nen: de partituur stelt beschei dener eisen aan de personele bezetting en de uitgebreide bla zersformatie van veel van Beet- hovens andere symfonische muziek, is hier teruggebracht tot drie man. Maar nog belang rijker is het karakter van die vierde symfonie Het is een lichtvoetig, vrolijk werk, een snelle notitie van de Weense meester, die op het buiten van een adellijke vriend eindelyk eens kon bijkomen van het na poleontisch geweld van zijn ja ren. Alle mogelijkheden van bekwaam samenspel worden geboden en de Academy maakt er optimaal gebruik van. Ook als poging tot een bijna provo cerend doorzichtige Beethoven-"sound" is Marri ner na vele generaties somber- literair interpreteren oen ver kwikking van hoge orde Ik ben. overigens benieuwd of Marri ner zich ooit aan zo'n veel meer overhoop halende zevende symfonie zou durven wagen. Onthutst De plaat wordt gecompleteerd met de vrij schaars uitgevoerde Grote Fuga in B-groot, spronkelyk bedoeld als slotdeel van een strijkkwartet, omgewerkt tot muziek strijkorkest, omdat de uitgevei onthutst kwam vertellen dat het voor de leden van een eer dig kwartet veel te moeilijk spe len was. Beethoven heeft be halve een dergelijke bewerking voor strijkorkest ook nog een versie a quatre mains verzorgd, als ik me goed herinner. Het stuk mist de verrukkelijke klankrijkdom van de 4de sym fonie en de overgang naar de fuga is een flinke stap voor de categorie platenbezitters die er geen gewoonte van maken om halverwege de naald uit de groef te lichten. De Academy kiest een bedreven, maar voor zichtige speeltrant in dit werk en zo doet het de plompverloren binnentredende muzieklief hebber soms aan een bijzonder ingetogen Haydn denken. HM Ludwig van Beethoven: Sym fonie nr. 4 in B en Grote Fuga in B door de Academy of St. Martin-in-the-Fields o.I.v. Ne ville Marriner (Philips). Aan deze pagina werkten mee: Bram van Leeuwen Bart Jungman Ad van Kaam Han Mulder Wim Wirtz

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1976 | | pagina 17