.Dertig jaar geleden danste ik met Onassis'
■SBB
Oude
toneel
herleeft in
een Londem
kerkgebouw
ZATERDAG 8 MEI 1976
PAfïTNA IS
LISSABON (SP) „Dertig jaar
geleden heb ik met Onassis ge
danst. Dat was in Nicein het
hotel Negresco, ken je dat mis
schien? Nou, dan weet je dat ik
niet arm was toen, dat ik daar
heb kunnen zitten. En niet alleen
daar: noem alle grote hotels van
Europa maar op, ik ben er ge
weest. Mijn man ivas een zaken
man. Hij verdiende met hard
werken erg veel geld in de ta-
bakshandel. Toen hij stierf ben
ik niet hertrouwd, hoewel ik nog
jong ivas, maar ik ben zelf met
het bedrijf doorgegaan. Dat kon
in Mozambique, waar ik geboren
ben en altijd heb geleefd. Mozam
bique was een rijk land met enor
me mogelijkheden voor mensen
die wilden werken. Hoe het er nu
is weet ik niet. Ik heb er 20 mil
joen escudo's moeten achterla
ten en ben van de ene dag op de
andere naar Lissabon vertrokken.
En nu zit ik hier, zonder geld en
zonder huis".
De dame naast me op liet terras
van Suica in het centrum van
Lissabon is 63 jaar oud. Zij is
eenvoudig gekleed en heeft iets
on-Portugees in haar oogopslag. Ze
is een van de honderdduizenden
„retornado's", zoals de mensen van
Portugese oorsprong worden ge
noemd. die naar het moederland
terug zijn gevlucht toen in
Mozambique. Guinee-Bissau en
Angola het Portugese kqjoniale
tijdperk zijn einde vond.
Een Miljoen
Bijna niemand van die retornado's
heeft de gelegenheid gehad iets van
fcijn vroegere bezittingen te redden.
Het officiële aantal van deze
berooide werkloze ex-kolonialen die
ln Portugal zijn neergestreken is
450.000, maar dat is een voorlopig
cijfer. In kringen die zich met het
retornado's-probleem bezighouden
kun je horen zeggen dat het er
Uiteindelijk, als de laatste vliegtui
gen met vluchtelingen uit Afrika
zijn aangekomen en de registratie is
voltooid, ongeveer een miljoen zullen
zijn: tien procent van de totale
Portugese bevolking.
Een miljoen mensen per dag te eten
geven en te huisvesten zonder dat
daar een bijdrage aan de nationale
economie tegenover staat is een
taak waar zelfs een rijk land zoals
Nederland grote problemen mee zou
krijgen. Voor een land als Portugal,
dat economisch aan de rand van de
afgrond staat, een extra belasting
die niet meer valt te dragen.
De manier waarop de Portugese
autoriteiten de retornado's hebben
opgevangen is al even geïmprovi
seerd geweest als de vlucht van deze
mensen uit Afrika was. Omdat de
toeristenhotels toch allemaal leeg
stonden (door de onzekere politieke
situatie in Portugal heeft het
toerisme sinds de revolutie van 1974
steeds nieuwe dieptepunten bereikt)
werden de ex-kolonialen per tou-
ringbus van het vliegveld afgehaald
en naar de hotels in Lissabon en de
vakantie-oorden aan de kust (Esto-
ril, Cascais) overgebracht, waar
enkele verdiepingen voor hen waren
gereserveerd.
Ontruiming
Ze zitten er nu nog steeds, hoewel
de autoriteiten, die een opleving van
het toerisme voor dit zomerseizoen
verwachten, al hier en daar
ontruiming hebben aangekondigd
Waar de retornado's dan heen
moeten is onduidelijk. Er zijn
mensen die vrezen dat ontruiming
de opgehoopte spanningen onder de
ex-kolonialen tot ontlading zal
brengen. „Als ze eruit moeten, slaan
ze hier eerst de boel kort en klein
en gaan daarna de straat op om te
vechten", zei een hotelier mij
bezorgd.
De frustraties van de retornado's
zijn enorm. Gewend als ze veelal
waren aan een tempo doeloe-leven
zoals in ons voormalige Nederlands-
Indië worden ze nu abrupt
overgeplaatst in een rode maat
schappij, die beheerst wordt door de
gebalde vuist van de socialisten en
de hamer en sikkel van de
communisten.
„Een hamer en een sikkel waren
voor mij werktuigen en niet meer
dan dat", vertelde een vrouw uit
Mozambique me. „Ik had geen
enkele belangstelling voor politiek,
ik leefde goed op de plantage, had
mijn bedienden, ging iedere dag
paardrijden. Wat had ik nou met
politiek te maken? Dat was iets
waar onze mannen weieens over
praatten na het diner of in de club.
Toen ik vijf maanden geleden hier
in Lissabon kwam en al die rode
affiches zag met die gele hamers en
sikkels erop, was mijn eerste reactie
puur esthetisch: ik vond het
afschuwelijk lelijk om te zien, maar
politiek gesproken zei het me nog
niets. Dat is inmiddels wel
veranderd".
Heimwee
Voor veel retornado's, vooral de
vrouwen en de bejaarden, is het
Portugal van vandaag een onver
teerbare afknapper. Zij vinden
totaal geen raakvlakken met het
leven dat zij in de koloniën achter
zich hebben gelaten en vluchten in
een bastion van passiviteit en
heimwee dat pijn doet als je ermee
geconfronteerd wordt.
Het hotel Tivoli, waar ik tijdens de
Portugese verkiezingen Jieb gelo
geerd, herbergt zo'n 120 retornado's,
die op twee etages zijn geconcen
treerd. Op weg naar mijn kamer
ben ik wel eens op een van die
verdiepingen uitgestapt, waar deze
mensen wonen. Een andere wereld,
waar je diep bedroefd van wordt. In
de gangen hangen lusteloze mensen
rond, die je zonder belangstelling
even bekijken en dan weer verder
gaan met hun trage, nutteloze
DOOR
ALEXANDER MUNNINGHOFF
conversaties. Op de veranda, waar
de meeste kamers op uitkomen,
staan tafeltjes en banken waar hele
families, dag in, dag uit, zitten, de
mannen kaartend, de vrouwen
breiend. De kinderen proberen net
te doen alsof ze spelen, maar ze
lachen niet en geloven er zelf niet
meer in dat het echt leuk is wat ze
aan het doen zijn op het uitgesleten
stoffige tapijt voor de lift, waar
telkens weer dezelfde sombere
mensen uitstappen.
Men logeert hier niet, maar men
woont hier. Geld is er niet, op
staatskosten wordt er eenheidsvoed-
sel gegeten, dat in een bijzaaltje,
ver weg van het echte restaurant,
wordt aangedragen door obers die
hun afkeer voor deze uitgeran
geerde mensen nauwelijks verbergen.
Voor velen van de retornado's was
het tot voor kort de gewoonste zaak
van de wereld dat het geünifor
meerde personeel van net zulke
hotels als dit Tivoli in Laurenzo
Marces of Loeanda in de houding
sprong en boog als een knipmes
voor de fooi die het ontving, nu zijn
zij het zelf die van fooien moeten
leven.
Trots
De tv-kamer is een naargeestig
donker hol, waar tientallen mensen
zwijgend naar een reportage van de
verkiezingscampagne kijken. Ge
rookt wordt er nauwelijks, gedron
ken helemaal niet: geen geld voor
dit soort versnaperingen. De reclame
onderbreekt de reportage: de mooie,
dynamische mensen uit de wereld
van Martini en Stuyvesant voeren
een wreed, spottend ballet op, waar
niet eens meer smalend op wordt
gereageerd, maar dat met doffe
berusting wordt aangekeken.
Een firma laat wel een halve
minuut lang het woord „tempo" op
het scherm verschijnen: navrante
tegenspraak met de situatie van
deze mensen, wier leven geheel tot
stilstand is gekomen. Voor velen
wordt het steeds moeilijker om hun
persoonlijkheid nog overeind te
houden. Trots duurt misschien lang,
maar als de slijtage van het laatste
nette pak niet meer te verbergen
valt is de menselijke ondergang te
zichtbaar geworden om in trots
voldoende compensatie te vinden.
De nood van de man die zwijgend
in de lift stond, met gebogen hoofd,
ongeschoren en met afgetrapte
schoenen en ellebooggaten in zijn
trui, en vlak voordat hij eruit moest
(de liftboy wist precies waar dat
was en maakte de deur met een
korzelig gebaar open) mij even
aankeek en fluisterde „Que vida"
„wat een leven".
Spanningen
Er zijn retornado's, die niet zo willen
uitdoven. Je vindt er veel in de
arme gebieden in het noorden en
oosten van Portugal, in dezelfde
dorpjes die ze tien, twintig jaar
geleden hebben verlaten op zoek
naar welvaart en waarin ze nu
terugkeren, armer nog dan indertijd.
In de kleine dorpsgemeenschappen
leidt de aanwezigheid van deze
retornado's vaak tot grote spannin
gen en vechtpartijen.
Zoals een ingenieur uit Angola me
vertelde in Manteigas, een bergdorp
dat net genoeg industrie heeft om
de eigen bevolking werk te geven,
maar de invasie van de kolonialen
(hier zo n 700 man op een totaal van
1500 „echte" bewoners» niet kan
verwerken: „Op straat roepen ze
weieens naar me dat ik moet gaan
werken. Mijn antwoord is altijd dat
zij ons werk moeten geven.
Want neem van mij aan. dat alle
mensen die uit de Portugese
koloniën zijn verdreven graag willen
werken. Dat zijn we namelijk zo
gewend, het leven daar was
gebaseerd op persoonlijk initiatief,
anders kon je net zo goed weer
vertrekken. Ikzelf heb vaak gepro
beerd aan de slag te komen.
Ik heb eindeloos gesolliciteerd, maar
werd telkens afgewezen. Omdat ze
niemand boven de 37 jaar aanne
men, zoals ze mij bij een fabriek
hebben proberen wijs te maken.
Maar in werkelijkheid omdat in die
fabriek een communistisch arbei
derscollectief de dienst uitmaakt en
die lui willen om politieke redenen
geen mensen uit de vroegere
koloniën ïn dienst hebben. Omdat ze
weten dat wij van het communisme
niets moeten hebben, omdat we nu
eenmaal een heel ander soort leven
hebben gehad, waarin voor commu
nisme geen plaats was.
Abandonad'o's
Weet Je wat Je nu krijgt? Dat ze
ons hier gaan uitmaken voor
fascisten. Wij zouden de zwarten
hebben uitgebuit en een mooi leven
hebben gehad ten koste van de
negerslaven of zoiets. Ja, het was
een verdomd mooi leven en ik wil
direct weer terug naar Angola als
dat zou kunnen, maar dat is omdat
ik mijn bestaan daar door zelf hard
te werken heb kunnen opbouwen.
Maar hier in Portugal kan ik niet
werken, omdat ik de gelegenheid
eenvoudig niet krijg.
Heel veel van onze mensen is het
net zo vergaan: wij zijn de
abandonado's, de verschoppelingen,
waar de mensen hier in Portugal
him frustraties op afreageren. Wij
zijn de schuld van alle economische
teruggang en politieke onzekerheid,
roepen de mensen dan. Inderdaad
Ja, ik stem op de CDS. De meesten
van ons doen dat, eenvoudig omdat
we met de sooialisten of de
communisten zulke slechte ervarin
gen hebben. Niet omdat we fascisten
zijn, dat zijn we niet. De CDS is
een partij die ons wil helpen en die
gezegd heeft onze werkkracht en
know-how te willen gebruiken.
En' dab is heb enige dat we willen".
De straat op
Met de 63-jarige dame uit
Mozambique van het begin van dit
verhaal zit ik op het terras van
Suica op de dag na de verkiezingen.
We weten dan al dat de CDS zijn
stemmenaantal heeft verdubbeld.
„Dat is al een teken", zegt ze, en
omdat er nog steeds mensen uit de
koloniën komen zou de CDS over
een jaar nog veel meer stemmen
hebben. Maar er komen de eerste
vier jaar geen verkiezingen meer, we
zullen het vier jaar moeten zien uit
te houden met een socialistisch
bewind dat ons verstoot, denk ik.
Let op mijn woorden: in die
tussentijd zijn er zoveel retornado's
bijgekomen en is de leefsituatie
onder ons zo verslechterd, dat je
hier Angolese toestanden krijgt. Dan
gaan wij de straat op om ons recht
te halen". Uit de mond van een lieve
oude dame zoals zij klinken deze
woorden opeens bijzonder dreigend.
Door
Dssia Trilling
LONDEN Ruim een maand nadat
het gigantische National Theatre
aan de zuidelijke Theemsoever
gedeeltelijk in gebruik is genomen,
is Londen verrijkt met zijn eerste
„Elizabethan theatre" sinds vier
eeuwen. In de noordelijke voorstad
Islington is de droom van Shakes
peare-vertolker George Murcell wer
kelijkheid geworden: tien jaar nadat
hij het eerste plan had geopperd, is
deze schouwburg in de stijl van
weleer met een opvoering van
„Twelfth Night" („Driekoningen
avond") geopend.
Als in het klassieke genre doorge
winterde acteur stuitte het Murcell
altijd tegen de borst, dat de
regisseur volgens de hedendaagse
opvattingen het voor het zeggen
heeft. Hij verlangde terug naar de
eenvoud van het toneel in de
zestiende eeuw, toen de acteur en
het gesproken woord souverein
waren. Hij betreurde het ontbreken
van een theater van het type,
waarvoor Shakespeare indertijd zijn
stukken schreef. Zijn speurtocht
naar een geschikt gebouw, waarin
precies zo'n schouwburg kon worden
ondergebracht, eindigde vijf jaar
geleden in het noorden van Londen,
Richard Gane, Ronnie Ste
vens en Lynn Farleigh in de
opvoering van „Twelfth Night"
in het St. George Theatre.
bij de niet meer gebruikte kerk van
St. George. Uit allerlei bronnen
scharrelde hij het geld bij elkaar
om grond en gebouw van de
kerkelijke autoriteiten te kunnen
kopen. En met behulp van
theaterhistoricus en ontwerper Wal
ter Hodges, die op dit gebied al
ervaringen had uit 1951 toen hij
tijdens het Festival of Britain
Bernard Miles bijstond bij de bouw
van het Mermaid Theatre, kon
Murcell's plan ten uitvoer worden
gebracht. Hij trof het, dat St.
George's Church bijna dezelfde
afmetingen had als het historische
Globe Theatre en het gebouw ook
cirkelvormig was, zodat er nauwe
lijks belemmeringen bestonden voor
het type sohouwburg uit de tijd van
Koningin Elizabeth (1533-1603), dat
hij beoogde.
Het toneel van het St. Georg's
Theatre roept dan ook direct
herinneringen op aan oude gravures,
al moet zelfs Hodges toegeven dat
de precieze afmetingen op louter
gissingen berusten. Maar de sfeer,
die de teksit vereist en waarover
geen werkelijke meningsverschillen
bestaan, kwam voortreffelijk tot zijn
recht in de Gothisohe kerk, die een
eeuw geleden werd gebouwd naar
het voorbeeld van een Griekse
basiliek uit de zesde eeuw. nog
steeds overeind in Thessalonica.
Daar de barokke decors van het
Elizabethan en Jacobean Theatre
gebruikt werden in de Gothische
architectuur van het befaamde
Blackfriars Theatre, zo'n vijftig
jaren na het Globe Theatre
gebouwd, beschouwde Hodges het
niet als een stijlbreuk toen hij in
een Gothische kerk een barok toneel
ontwierp.
De openingsvoorstelling betekende
een veelbelovende start van de
nieuwe schouwburg. Frank Rauser
regisseerde deze „Twelfth Night" met
Sarah Bladel als een verleidelijke
Olivia en William Squire als een
karakteristieke Sir Toby. Het
barokensemble, dat op het balkon
musiceerde, herinnerde aan een
soortgelijke opstelling bij Ingmar
Bergmans enscenering van Shakes
peare's stuk vorig jaar in de
Koninklijke Schouwburg van Stock
holm.
George Murcell komt in de
voormalige St. George's Church zelf
op de planken in de titelrol van
„Richard Hl", dat in juli zal worden
opgevoerd, nadat in juni „Romeo en
Julia" op het repertoire is genomen.
Het ligt in de bedoeüng de komende
acht Jaar alle 32 stukken uit
Shakespeare's eerste folio-editie ten
tonele te brengen. Hiervan zullen
ook video-opnamen worden gemaakt
voor eventuele vertoning op TV en
voor een op te richten Sh akespeare -
archief.