WOONWAGENTAL STIJGT
Fietsdag valt samen met
de nationale molendag
„Schapen scheren is
geen heksentoer...'''
Alphen krijgt
wellicht eigen
„Junior Kamer"
JANUS VERHORIK:
PAGINA 4
STREEK
WOENSDAG 5 MEI 1976
Zaterdag draaien veel molens in de regio
WARMOND Zaterdog 8 mei is
het weer Nationale Molendag. Er
wordt dan ruimschoots de gelegen
heid geboden vele molens in bewe
ging te zien en er ook wat nader
kennis mee te maken. Oschoon Ne
derland en molen naar de begrippen
van toeristen een geheel zijn, weten
de meeste Nederlanders toch bijzon
der weinig van molens af en het
grootste deel van de Nederlandse be
volking heeft nog nooit een molen
goed van binnen bekeken.
Rader werk
De Nationale Molendag is een
unieke gelegenheid dit verzuim goed
te maken. Het is een indrukwekkend
gezicht het, meestal van hout ver
vaardigde, raderwerk en de assen van
enorme afmetingen in werking te
De molenaars die tegenwoordig die
molens bemalen zijn vaak enthou
siaste vrijwilligers. Zij zullen dan ook
graag bezoekers in hun molen toe
gang verschaffen en tekst en uitleg
geven. Er zyn niet meer zoveel mo
lens die echt in bedrijf zijn. Vooral
de watermolens worden vaak terzijde
gestaan door elektrische gemalen
Het zal dan ook niet zo vaak meer
voorkomen dat de molenaar de molen
dagen en nachten aan een stuk door
moet laten draaien om de waterstand
in de polder op peil te houden. Voor
al in het voor- en najaar kon het
nog wel eens voorkomen dat de mo
lenaar de nachten wakend door
bracht, de uren nuttig bestedend met
het breien van visnetten. Overdag
hield dan de molenaarsvrouw de mo
len en de wind een paar uur in de
gaten. Als de molen dan wat al te
hard van stapel liep, hetgeen vaak
werd afgemeten aan het rinkelen
van de ruiten om het schommelen
van de lamp in de molenaarswoning,
werd de molenaar gewekt. Dit rader
werk moest steeds goed in het vet
worden gehouden zodat er geen kans
bestond dat het hout droog zou lopen
en in brand vliegen. Dit is al menig
keer de oorzaak van de ondergang
van een molen geweest.
In Nederland zijn nog ongeveer 950
molens overgebleven. In de omgeving
van Leiden zijn er ongeveer 25 in het
bezit van de Rijnlandse Molenstich
ting. Deze Stichting zorgt ervoor dat
de molens worden gerestaureerd en
onderhouden. Bovendien draagt de
Stichting er zorg voor dat de molens
regelmatig worden bemalen. De vol
gende molens van de Molenstichting
zullen a.s. zaterdag draaiend te zien
zijn en veel ook, in overleg met de
molenaar, van binnen te bezichtigen:
Z weilandermolen, een wip vijzelmolen
aan het Vennemeer te Warmond;
Zwanburgermolen, een ronde stenen
molen met een scheprad aan de Lee-
de te Warmond; Blauwemolen, een
achtkantige schepradmolen aan de
Achterwatering te Alkemade; de
molen in de polder Akkersloot, even
eens een achtkant nabij Rijpwete-
ring; de molens in de Veender- en
Lijkerpolder, twaalf kante stenen
grondzeilers te Rijpwetering; Mop-
penmolen, achtkant te Rijpwetering;
Vrouwe Vennemolen, een wipschep-
radmolen te Oud-Ade; Waterloosmo
len, achtkante schepradmolen te
Rijpwetering, Rooie Wip, een wipwa-
termolen aan de Gemeneweg te Ha-
zerswoude; Boterhuismolen. een ron
de stenen schepradmolen aan de Zijl
te Warmond; Grasmolen, wipwater-
molen te Hoogmade en de Vliet mo
len, een grote wipmolen te Hoog
made. Dit zijn allemaal watermolens.
Daarnaast bestaat er natuurlijk de
mogelijkheid een korenmolen te be
zoeken t.w. Molen De Valk te Leiden.
Deze molen is ingericht als molen
museum. Er zyn tal van molenmo
dellen te zien. Er is een werkplaats
ingericht met oud gereedschap van
de molenaar.
Er worden rondleidingen verzorgd
en vanaf de omloop heeft men een
prechtig uitzicht over de stad. De na
tionale Molendag valt dit Jaar samen
met de landelijke fietsdag. Wellicht
een goed idee een fietstocht te maken
met als doel de bezichtiging van Ne
derlands in het buitenland meest
bekende bezit: de molens.
De molen „De Rode Wip" in Hazerswoude (archieffoto).
ALPHEN AAN DEN RIJN Morgenavond vindt in
Gouda een vergadering plaats die tot doel heeft te ko
men tot een oprichting van een Junior Kamer in Al
phen. De Junior Kamer, waarvan er alleen in Nederland
al een 38 zijn, ziet zichzelf als een „serviceclub" verge
lijkbaar met de Rotary of Lions-club.
In het ooglopende verschillen met
deze, in Alphen al bestaande,
clubs zijn, dat de Junior Kamer
zich vooral op de jongeren richt:
het is een club voor alle jonge
mensen van 21 tot 40 jaar. De
Junior Kamer richt zich boven
dien niet specifiek op mannen of
vrouwen: beide geslachten zijn er
welkom.
Jonge mensen
De enige Alphenaar in het gezel
schap morgenavond is Peter Ar-
bouw. Hy is degene die gaat pro
beren, samen met collega's van de
al bestaande Goudse Junior Ka
mer, om ook in Alphen zo'n club
van de grond te krijgen. "Ik zag
dat voor Alphen een groeiende
gemeente wel veel jonge mensen
wel zitten". Het gaat hier ove
rigens niet om een initiatief dat
door Peter Arbouw op eigen hout
je werd genomen. Het betreft een
beslissing van de landelijke Fede
ratie van Junior Kamers om het
aantal junior kamers in de „groei
steden" in de Randstad uit te
breiden, met name in Zoetermeer
en Alphen aan den Rijn.
Bedrijfsleven
De leden van een Junior Kamer
worden "gerecruteerd" uit het be
drijfsleven, gemeentebestuur, zie
kenhuizen, politiekorps, de vrije
beroepen etc.
Het doel van een Junior Kamer is
tweeledig
het vormen en ontwikkelen van
de persoonlijkheid en leiderschap.
Dat kan onder meer door interne
cursussen in discussie- en verga
dertechniek en bijvoorbeeld cur
sussen als "Spreken in het open
baar".
heit aanpakken van projecten
ten behoeve van de burgerij. Pro
jecten die in het verleden ter
hand zijn genomen door Junior
Kamers overal in het land:
een onderzoek naar de moge
lijkheden van een stadsbusdienst
voor Zutphen;
de oprichting van een cultureel
centrum in de Zaanstreek;
het bijeenbrengen van finan
ciën voor de bouw van een kunst
ijsbaan in Utrecht;
de ontwikkeling van het re
creatieplan Groot-Zwolle
de mede-oprichting van de Na
tionale Hartstichting;
een onderzoek in Utrecht naar
het economische belang van bui
tenlandse gastarbeiders (een
schriftelijke enquête onder 250
bedrijven met meer dan tien bui
tenlandse werknemers).
Projecten
Peter Arbouw wil zich eigenlijk
nog niet uitlaten over de vraag
aan wat voor projecten er te den
ken valt voor Alphen. Dat is een
zaak voor de leden zelf, al staat
het iedereen vrij ideeën voor pro
jecten aan te dragen. Het is ech
ter aan de leden zelf om via ver
schillende commissies (ieder lid
maakt deel uit van een bepaalde
commissie) te bepalen welke pro
jecten straks ter hand worden ge
nomen, en vooral welke projecten
voor een nog jonge Junior Kamer
financieel haalbaar zyn.
Peter Arbouw verwacht gezien
de ervaringen elders dat de
contributie rond de f 100 per jaar
gaat bedragen. Dat zal veelal niet
voldoende zijn om bepaalde pro
jecten te financieren. In zulke ge
vallen zullen de leden middels ac
tiviteiten zelf fondsen in het leven
moeten roepen.
Peter Arbouw: „ik zie een Junior Kamer voor Alphen wel
zitten
Het verschijnsel Junior Kamer is
over komen waaien uit de Ver
enigde Staten. De eerste Junior
Kamer werd daar in 1915 opge
richt. Juist uit die Amerikaanse
oorsprong en opzet laat zich in
Nederland de huidige band met de
Kamers van Koophandel verkla
ren. De Amerikaanse Junior Ka
mer begon namelijk als Junior
Chambre of Commerce. Men ken
de daar geen KvK als overheids
instelling. De Goudse en Alphense
Junior Kamer in oprichting mo
gen gebruik bijvoorbeeld maken
van het secretariaat van de Goud
se Kamer van Koophandel. Wel
licht dat voor Alphen die goede
contacten straks verlegd kunnen
worden naar de Kamer van Koop
handel in Leiden, waar Alphen in
regionaal verband onder valt.
Op de komende vergadering ko
men onder meer de volgende
praktische punten aan de orde:
het bepalen van datum en plaats
van de officiële oprichtingsverga
dering in Alphen en het aanzoe
ken van leden. In principe wordt
er van uit gegaan dat een Junior
Kamer niet meer dan ongeveer
vyftig leden zou moeten tellen om
de club bestuurbaar te houden.
Regio
De leden van de Junior Kamer
komen één keer per maand in zijn
geheel bij elkaar en daarnaast
zijn er de verschillende commis
sievergaderingen. Wie belangstel
ling heeft kan contact opnemen
met Peter Arbouw, Grevelingen
66 in Alphen aan den Rijn, tel
01720-72620 (Ook belangstellenden
uit de Alphense regio zijn wel
kom).
Leidse regio-gemeenten zoeken standplaatsen
NOORDWIJK De samenwerkende
gemeenten van het Bollenstreek or
gaan gaan praten over woonwa
genstandplaatsen. Voorgesteld
wordt uit te spreken dat door de
gemeenten Noordwykerhout, Hille-
gom, Lisse, Warmond, Voorhout en
Noordwijk alle pogingen in het
werk dienen worden gesteld om tot
een oplossing van het probleem te
komen. De agenda voor de verga
dering van het algemeen bestuur
van het samenwerkingsorgaan ver
meldt onder meer de uitbreiding
van het aantal standplaatsen voor
woonwagens in de regio Leiden. De
vergadering wordt maandag 17 mei
gehouden in het Noordwijkse raad
huis.
Kleine centra
In de toelichting wordt het stand
punt aangehaald van het dagelijks
bestuur van het Regionaal Woon_
wagencentrum Leiden, dat het pro
bleem van de overbezetting wenst
op te lossen door een uitbreiding
van het centrum met enkele kleine
woonwagencentra in de regio.
De aandacht wordt er op gevestigd,
dat het aanbieden van huisvesting
aan woonwagengezinnen geen soe
laas blijkt te geven. Als gevolg van
de hoge financiële lasten, de moei
lijkheden bij aanpassing in de
nieuwe omgeving en heimwee naar
het verlaten sociale milieu vindt
later toch weer terugkeer naar de
woonwagen plaats. Men verwacht
in 1985 in de regio honderdtweeën
veertig standplaatsen nodig te heb
ben (tegen 74 op 1 augustus jongst
leden) en wil gaan naar een zekere
spreiding over de regio-gemeenten
op basis van het inwoneraantal.
Op deze wijze zou Noordwijk in aan
merking komen voor negen woon
wagens, Noordwijkerhout voor zes,
Hillegom en Lisse voor acht. Voor
hout voor drie en Warmond voor
twee woonwagens. De visie van het
dagelijks bestuur wordt door het
Samenwerkingsorgaan onderschre
ven, en het wendt pogingen aan
om binnen afzienbare tyd tot de
oplossing te komen.
Nu het regionaal woonwagencen
trum in Leiden te klein blijkt, ter
wijl voor de toekomst rekening zal
moeten worden gehouden met een
belangrijk hoger aantal woonwa
gens, is de oplossing van dit pro
bleem naar de mening van het al
gemeen bestuur van het S.O.B. een
gemeenschappelijke zaak.
Verder komen op de vergadering aan
de orde een aanvullend rapport in
zake de belasting op onroerend
goed. De opzet is ten aanzien van
deze heffing binnen de bollenstreek
een zo groot mogelijk uniformiteit
te krijgen.
Ten aanzien van de schoolbegelei
dingsdienst wordt voorgesteld van
de gemeenteraden in de bollen
streek een uitspraak te vragen in
zake de bereidheid, al dan niet
deel te nemen aan een gemeen
schappelijke schoolbegeleidings
dienst. Aangezien de bollenstreek
zelf een te gering bevolkingsaantal
heeft om te voldoen aan de eisen,
die door de minister in dit opzicht
zyn gesteld, zou aansluiting kun
nen worden gezocht bij de bestaan
de schooladviesdienst van de ge
meente Leiden, de dienst van Zuid-
Oost Kennemerland in Heemstede
of de stichting Regionale schoolad
viesdienst Haarlem. Een andere
mogelijkheid is, te komen tot een
samenwerking van Duin- en Bol
lenstreekgemeenten, zoals Hille
gom, Lisse, Sassenheim, Warmond,
Voorhout, Katwijk, Rijnsburg, Val
kenburg, Noordwijk en Noordwij
kerhout. De kosten van een derge
lijke dienst liegen er niet om. Zy
worden geraamd op vijf gulden per
inwoner, wat voor Noordwijk neer
komt op ruim f 111.000,
Onderwijs
Het samenwerkingsorgaan gaat er
vanuit, dat al in een zeer vroeg
stadium contact met het bijzonder
onderwij zal worden gezocht om op
deze wijze tot een optimale sa
menwerking te komen. In sommige
streken van het land, onder meer
op de Noord-Veluwe, zijn bijzon
dere scholen overgegaan tot het
instellen van een eigen schoolbege
leidingsdienst.
Door
Miep de Graaff
Vanaf zijn zeventiende verjaardag
is de heer Verhorik „kleine zelf
standige" en gaat hij de boeren in
Hazerswoude en omgeving af. Hy
deelde ook in de lintjesregen ter
gelegenheid van de verjaardag van
de koningin.
„De burgemeester zei, dat ik het
lintje kreeg omdat ik vijftig Jaar
knost ben. Je weet niet wat dat is?
De burgemeester zelf wist het ook
niet hoor. Vroeger, als boer, had je
soms beesten die ziek waren of om
een andere reden dood zouden gaan.
Dan werd er gezegd, ga maar naar
de knost toe, die slacht 'm straks.
Nu is dat woord allang vervangen
door ,,koudslachter", maar de oude
ren kennen het nog wel. We zeiden
ook altijd tegen elkaar: stel Je niet
aan, je bent ook maar een knost".
Terug naar het schapenscheren.
„Dat ben ik al vanaf m'n dertiende,
toen mijn vader het me leerde, want
die was natuurlijk zelf ook scheerder.
Het is natuurlijk seizoenwerk. Juni en
juli, soms nog augustus. Met die
handschaar van vroeger deed ik vier
schapen in een uur. Nu, met een
elektrische tondeuze zo'n tien per uur
er doorheen. Daarvoor had ik een
hand- en een draaitondeuze. Maar
dit is het makkelijkst, even de stek
ker erin. Dat was vroeger even an
ders, dan kwam ik 's avonds thuis
met zere en stijve polsen van het
knippen. Of het moeilijk is? Ben je
gek", terwijl de scheerder z'n zoveel
ste sigaartje opsteekt „het is geen
heksentoer. Het valt best te leren.
Daarom zeg ik ook: ik laat de bui
tenwijken van Hazerswoude schie
ten, er zijn ook nog Jongeren die het
kunnen. Ik word een dagje ouder.
Dat komt ook. een paar Jaar geleden
nam een stier me te pakken. Die
la\alde m'n hele buik open. Hon
derdzesenveertig krammen in het zie
kenhuis, daar ben ik mooi vier
maanden zoet meer geweest. Daarna
moest ik voetje voor voetje weer le
ren lopen. Na die tijd ben ik rustiger
gaan leven, ik heb wat schapen laten
lopen. Er zijn trouwens genoeg boe
ren, die het zelf overnemen, als ze
toch de koeien al scheren. Dat heb ik
zelf ook gedaan, koeien scheren. Een
Schapenscheerder Verhorik met
maand of drie per jaar had ik er wel
werk aan.
Gekelderd
Wat er met de wol wordt gedaan?
Soms koop ik het van de boer, en
gaat het via een tussenpersoon naar
de fabriek. Vaak doet de boer het
zelf, dat doorverkopen. De prijzen
zijn de laatste Jaren wel gekelderd.
Tweevijftig, drievijftig een kilo. Het
arbeidsloon om de wol te sorteren en
te balen is hoog. Een groot gedeelte
van de wol zijkanten en buik,
noemen wij dat kan niet worden
gebruikt, alleen voor restjes. Ge
bruiken doen ze alles, da's vanzelf.
Maar er is teveel kunststof op de
markt, vooral nylon. En dan hangen
de prijzen ook van die in Australië.
Daar maken ze de prijsklaar hoor. ze
voeren zoveel uit. Wij, schapen
scheerders onder elkaar, schuiven de
pryzen altijd maar op de oorlog. Als
er ergens oorlog is. trekt de wolprijs
op. Wat we ons soms niet allemaal
inprentenzegt hy hoofdschud
dend.
bed uit. Je begint altijd vroeg een
schaap is dan rustiger. Maar je
maakt grote dagen, als je al om half
z\jn nieuwe elektrische tondeuze.
vier 's morgens begint. Van de ene
naar de andere boer hier in de om
geving, want praktisch iedereen
hield vroeger de schapen, voor de
wol. Nu is het andersom: het schaap
is meer waard. Maar daarom kan ik
me heel best indenken, dat geen van
mijn zes zonen het vak willen over
nemen. Ze hoeven nu veel minder
hard te werken voor een beter sala
ris. Vrijdagavond zeggen ze voor twee
dagen „welterusten baas", terwijl je
als scheerder en noodslachter dag en
nacht klaar moet staan. Maar als ik
niks meer zou mogen doen kunnen
ze me rap naar het kerkhof bren
gen. Ik vind mezelf nog te kras om
ermee te stoppen".
De scheerder noemt schapen „ge
makkelijk beesten. Ze hoeven haast
nooit te worden vastgemaakt tijdens
het scheren. Je pakt een beest op,
met één hand aan de nek. de andere
in z'n lies. Knie er tegen aan en je
kunt beginnen. Je hebt het weieens
hoor, dat ze spartelen, maar er zijn
tenslotte lastige mensen ook, niet
waar?"
„Een prachtig vak" noemt de heer
Verhorik het aloude schapenscheren.
„Mooi, maar wel moet Je vroeg je